Door RutgeR Kappe en Monique MuldeRDoor RutgeR Kappe en Monique MuldeR Studie-keuze...

4
HO management september 2014 pagina 10 I n 2009 is het door de overheid gesubsidieerde pro- gramma ‘Studiekeuzegesprekken, wat werkt?’ gestart waarin ho-instellingen met diverse vormen van studie- keuzegesprekken experimenteerden. Uit het onderzoek naar de effecten van die projecten is naar voren gekomen dat kandidaten en instellingen zulke gesprekken in het alge- meen als nuttig ervaren (Verbeek, Glaudé, & van Eck, 2010). Door de late deadline voor aanmeldingen (in vaktermen ook wel verzoeken tot inschrijving via Studielink geheten), was het echter moeilijk om de studiekeuzearrangementen vóór de aanvang van het studiejaar te organiseren. Er waren dan vaak nog weinig kandidaten omdat grote groepen aanko- mende eerstejaars zich pas aanmeldden tijdens de zomer of zelfs in september, na de start van het studiejaar. Inmiddels is in de Wet Kwaliteit in Verscheidenheid (OCW, 2013a) de nieuwe aanmelddatum van uiterlijk 1 mei (artikel 7.31a) geregeld. De minister schrijft daarover het volgende: “deze datum zorgt ervoor dat de studenten op tijd een bewuste keuze maken. Bovendien kan het proces van studiekeuzeacti- Door de aanmelddatum voor het hoger onderwijs te vervroegen van 1 september naar 1 mei heb- ben onderwijsinstellingen de tijd gekregen om voor de poort activiteiten te ontplooien gericht op een betere studiekeuze. Wat is het effect van het vervroegen van de aanmelddatum op het aan- meld- en uiteindelijk inschrijfgedrag van de komende lichting eerstejaars studenten in het hoger onderwijs? Conclusie is dat er eerder én meer aangemeld wordt dan voorheen, maar de uiteinde- lijke inschrijving blijft uitgesteld tot het laatste moment. Inschrijfgedrag lijkt niet gewijzigd Effecten van de 1 mei datum op aanmeld- en inschrijfgedrag DOOR RUTGER KAPPE EN MONIQUE MULDER Studie- keuze LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 10 16-9-2014 11:49:22

Transcript of Door RutgeR Kappe en Monique MuldeRDoor RutgeR Kappe en Monique MuldeR Studie-keuze...

Page 1: Door RutgeR Kappe en Monique MuldeRDoor RutgeR Kappe en Monique MuldeR Studie-keuze LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 10 16-9-2014 11:49:22 HO management september 2014 pagina 11 viteiten

HOmanagement

sep

tem

be

r 2

01

4

pa

gin

a 1

0

In 2009 is het door de overheid gesubsidieerde pro-

gramma ‘Studiekeuzegesprekken, wat werkt?’ gestart

waarin ho-instellingen met diverse vormen van studie-

keuzegesprekken experimenteerden. Uit het onderzoek naar

de effecten van die projecten is naar voren gekomen dat

kandidaten en instellingen zulke gesprekken in het alge-

meen als nuttig ervaren (Verbeek, Glaudé, & van Eck, 2010).

Door de late deadline voor aanmeldingen (in vaktermen ook

wel verzoeken tot inschrijving via Studielink geheten), was

het echter moeilijk om de studiekeuzearrangementen vóór

de aanvang van het studiejaar te organiseren. Er waren dan

vaak nog weinig kandidaten omdat grote groepen aanko-

mende eerstejaars zich pas aanmeldden tijdens de zomer of

zelfs in september, na de start van het studiejaar.

Inmiddels is in de Wet Kwaliteit in Verscheidenheid (OCW,

2013a) de nieuwe aanmelddatum van uiterlijk 1 mei (artikel

7.31a) geregeld. De minister schrijft daarover het volgende:

… “deze datum zorgt ervoor dat de studenten op tijd een bewuste

keuze maken. Bovendien kan het proces van studiekeuzeacti-

Door de aanmelddatum voor het hoger onderwijs te vervroegen van 1 september naar 1 mei heb-ben onderwijsinstellingen de tijd gekregen om voor de poort activiteiten te ontplooien gericht op een betere studiekeuze. Wat is het effect van het vervroegen van de aanmelddatum op het aan-meld- en uiteindelijk inschrijfgedrag van de komende lichting eerstejaars studenten in het hoger onderwijs? Conclusie is dat er eerder én meer aangemeld wordt dan voorheen, maar de uiteinde-lijke inschrijving blijft uitgesteld tot het laatste moment.

Inschrijfgedrag lijkt niet gewijzigd

Effecten van de 1 mei datum op aanmeld- en inschrijfgedrag Door RutgeR Kappe en Monique MuldeR

Studie-keuze

LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 10 16-9-2014 11:49:22

Page 2: Door RutgeR Kappe en Monique MuldeRDoor RutgeR Kappe en Monique MuldeR Studie-keuze LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 10 16-9-2014 11:49:22 HO management september 2014 pagina 11 viteiten

HOmanagement

sep

tem

be

r 2

01

4

pa

gin

a 1

1

viteiten praktisch worden vorm gegeven omdat de instelling

voldoende tijd heeft om studiekeuzeactiviteiten te organiseren” (OCW, 2013a, p.30). De aspirant-student die zich vóór 1 mei

aanmeldt krijgt bepaalde rechten zoals het recht op een

studiekeuzeadvies voor de opleiding(en) waarvoor hij zich

heeft aangemeld (artikel 7.31b en 7.31c). Hij heeft bovendien

toelatingsrecht voor de opleidingen waarvoor hij zich heeft

aangemeld, uiteraard behoudens andere toelatingseisen

die wellicht voor die specifieke opleiding(en) bestaan. De

aspirant-student die zich ná 1 mei voor het eerst aanmeldt

voor een opleiding, heeft geen recht op een studiekeuzead-

vies (artikel 7.31d) en bovendien verliest hij zijn toelatings-

recht; hij is wel toelaatbaar. De instelling beslist daarover. De

instelling bepaalt op welke gronden een aspirant-student de

inschrijving geweigerd mag worden.

BeKendMaKing deadlineAspirant-studenten verliezen dus belangrijke rechten als zij

zich pas na 1 mei voor het eerst in het hoger onderwijs aan-

melden. Of, positiever geformuleerd: de aspirant-student die

zich voor 1 mei aanmeldt, behoudt specifieke rechten. Deze

rechten zijn op verschillende manieren aan de aankomende

studenten duidelijk gemaakt. Zo heeft de minister in oktober

2013 een brief gestuurd aan alle eindexamenkandidaten om

hun te wijzen op onder andere de nieuwe deadline. Verder

zijn in november 2013 alle bestuurders van middelbare scho-

len en mbo-instellingen ingelicht over de nieuwe maatregel.

Ook via Studielink en op de websites van de ho-instellingen

is veelvuldig gecommuniceerd over de deadline. Toch bleek

uit een landelijk onderzoek dat begin 2014 verscheen dat een

aanzienlijke groep eindexamenkandidaten nog niet wist van

de 1 mei deadline (OCW, 2014).

In het eerste jaar van invoering is het dan ook de vraag of

studenten zich door de 1 mei datum hebben laten beïnvloe-

den en hun aanmeldgedrag hebben aangepast. Om daarin

inzicht te krijgen zijn de aanmeldgegevens uit Studielink

(waarin alle aanmeldingen in het ho worden geregistreerd)

van vorig en huidig collegejaar tegen elkaar afgezet (zie

figuren 1 en 2 voor respectievelijk de aanmeldpatronen in

het hbo en wo). Voor de analyse zijn de ongewogen aantallen

aanmeldingen gebruikt. Ongewogen betekent dat elke aan-

melding van eenzelfde aspirant-student geteld wordt als een

hele aanmelding . In dit artikel gaat het om aanmeldgedrag

dus ook het feit dat eenzelfde persoon meerdere aanmeldin-

gen doet, is informatief.

aanMeldgedRag hBoBinnen het hbo is een duidelijke verschuiving te zien in het

aanmeldgedrag van aspirant- studenten. Waar in Figuur 1

de rode lijn van 2013 rond de 1 mei datum een geleidelijke

stijging laat zien met een breekpunt in week 27/29, toont

de blauwe lijn van 2014 een parabolische stijging in de drie

weken voor de 1 mei datum, met een breekpunt in week 19

waarin 1 mei lag. In 2013 lag de piek in de zomermaanden

en vlak voor 1 september.

Aan de toename net voor de 1 mei datum valt af te lezen dat

aspirant-studenten wel degelijk op de hoogte waren van de

nieuwe deadline. De vraag is echter of het achterliggende

doel, het bewuster kiezen, daarmee ook is gerealiseerd.

Dat er vlak voor de deadline een versnelling in de parabool

zit, wijst daar ons inziens juist niet op. Aspirant-studenten

melden zich nog steeds zo laat mogelijk voor de nieuwe

deadline aan. Wellicht is het moment van aanmelden vooral

ingegeven door het idee dat aanmelden na 1 mei helemaal

niet meer mogelijk is. Dit moet echter nog onderzocht wor-

den.

Wat verder opvalt, is dat landelijk het aantal aanmeldingen

in het hbo flink hoger ligt dan in de voorgaande jaren. Een

top van bijna 200.000 aanmeldingen (rond 1 mei 2014) op een

populatie van ca. 100.000 is nog niet eerder behaald (in 2013

was de top 158.000 in september). Studielink waarschuwde

in april 2014 dat het aantal aanmeldingen per persoon was

toegenomen. Dat was ook te zien aan de stijging bij de onge-

wogen aantallen (+85%) tegenover de stijging bij de gewogen

aantallen (+66%). Er waren meer aanmelders, maar nog veel

meer aanmeldingen. Het is niet aannemelijk dat de huidige

lichting eerstejaars meer dubbele studies wil gaan doen dan

voorgaande cohorten. Wel aannemelijk is dat de vervroeging

van de deadline ervoor gezorgd heeft dat men meerdere

opties is gaan vastleggen.

Bij verkenning van achterliggende factoren komt er een

opvallend verschil in aanmeldgedrag tussen mannen en

vrouwen naar voren. Tot 1 mei is dat verschil vooral kwan-

titatief: er blijken méér aanmeldingen voor 1 mei door

vrouwen gedaan te zijn dan door mannen. Het patroon is

niet erg verschillend, de parabolische lijn richting week 19 is

zowel bij mannen als vrouwen te zien. Na 1 mei laten man-

nen en vrouwen echter een verschillend patroon zien. Bij

vrouwen is na 1 mei een aanzienlijke terugloop in het netto

aantal aanmeldingen te zien. Bij de mannen daarentegen

is een langzame stijging te zien. Dit lijkt erop te duiden dat

vooral vrouwen meerdere aanmeldingen doen, wellicht om

later een keuze te maken en de niet-gekozen opties te laten

vervallen. Mannen melden zich niet zo talrijk voor meerdere

studies aan, lijken te volharden in hun keuze en melden zich

na 1 mei nog in groten getale aan (netto stijging). Na 1 mei

neemt het aandeel van mannen toe, en neemt het aandeel

aanmeldingen gedaan door vrouwen af.

aanMeldgedRag woQua ontwikkeling van de aanmelding is er tot 1 mei een

vergelijkbaar patroon te zien in de aanmeldcijfers in het wo

(Figuur 2). Verschillend ten opzichte van het aanmeldgedrag

in het hbo is dat na 1 mei er in de weken 20-23 geen daling,

maar nog een (lichte) toename van het aantal aanmeldingen

is te constateren in het wo. Verder valt op dat het verschil

in aanmeldgedrag tussen mannen en vrouwen duidelijk

kleiner is dan in het hbo.

Geconcludeerd kan worden dat de verschuiving van de aan-

melddatum voor het hoger onderwijs een effect heeft gehad

op het aanmeldgedrag van aspirant-studenten in de hele

sector. Met name de vrouwen in het hbo hebben hun aan-

meldgedrag gewijzigd: er wordt méér en eerder aangemeld

dan voorheen. Mogelijke oorzaken: verhoogde oriëntatie, op

zekerheid spelen dus kansen spreiden, en de toename van

LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 11 16-9-2014 11:49:23

Page 3: Door RutgeR Kappe en Monique MuldeRDoor RutgeR Kappe en Monique MuldeR Studie-keuze LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 10 16-9-2014 11:49:22 HO management september 2014 pagina 11 viteiten

HOmanagement

sep

tem

be

r 2

01

4

pa

gin

a 1

2

het aantal fixusopleidingen

waarbij gevaar van uitloting

bestaat. Verder onderzoek zal

dit preciezer kunnen duiden.

inschRijfgedRagNa het aanmelden in Studie-

link start het inschrijfproces

waarbij aan alle toelatings-

voorwaarden voldaan moet

worden. Pas bij een compleet

dossier verandert de aanmel-

ding (het verzoek tot inschrij-

ving) in een daadwerkelijke

inschrijving. Daarbij hoort

onder meer een gewaar-

merkte kopie van een geschikt

diploma, een machtiging voor

overschrijving collegegeld en

bij veel ho-instellingen sinds

dit studiejaar het deelnemen

aan de Studiekeuzecheck/Mat-

ching. Bij Hogeschool Inhol-

land is ervoor gekozen om

voor studiejaar 2014-2015 de

voltijdstudenten, uitgezonderd

onder andere fixus en selectie-

opleidingen, met een Neder-

lands diploma te verplichten

een studiekeuzecheck te doen

. Zij krijgen daarna een advies

van de opleiding omtrent hun

keuze. Bij deze aanmelders

geldt de datum van 1 mei als

onderdeel van hun toelatings-

recht. Voor Inholland bete-

kent het dat meer dan 8.000

aspirant-eerstejaars aan een

check onderworpen worden.

Om deze deelnemers een goed

studiekeuzeadvies te kunnen

meegeven, heeft Inholland

gekozen voor vier momenten

(febr., april, juni, aug.) waarop

de aspirant studenten een

uitgebreid studiekeuzecheck-

programma aangeboden

krijgen en een of twee mid-

dagen fysiek aanwezig zijn

op de instelling. Middels de

studiekeuzecheck checkt de

hogeschool én de student of er

een match is en worden onder

meer de motivatie en beweeg-

redenen van de studenten in

kaart gebracht en is er, in het

kader van binding, ruimte om

met elkaar, met ouderejaars en

met het docententeam kennis

te maken.

Figuur 1. Ontwikkeling ongewogen aanmeldingen in het hbo per week (t/m week 33)

Figuur 2. Ontwikkeling ongewogen aanmeldingen in het wo per week (t/m week 33)

Figuur 3. Ontwikkeling van machtiging en complete dossiers in 2013 en 2014 Hogeschool Inhol-

land

LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 12 16-9-2014 11:49:23

Page 4: Door RutgeR Kappe en Monique MuldeRDoor RutgeR Kappe en Monique MuldeR Studie-keuze LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 10 16-9-2014 11:49:22 HO management september 2014 pagina 11 viteiten

HOmanagement

sep

tem

be

r 2

01

4

pa

gin

a 1

3

Om de vraag te beantwoorden of studenten naast hun

aanmeldgedrag ook hun inschrijfgedrag hebben aangepast

- zij hadden daar immers meer tijd voor - is de ontwikke-

ling van het aantal complete inschrijfdossiers bij Hoge-

school Inholland in kaart gebracht. Uit Figuur 3 blijkt dat er

nauwelijks verschil is te zien tussen de ontwikkeling van

het aantal complete dossiers in 2014 ten opzichte van 2013.

Uit gegevens die opgevraagd zijn bij andere hogescholen in

de Randstad (o.a. De Haagse Hogeschool, Hogeschool van

Amsterdam, Hogeschool Rotterdam) is eenzelfde beeld te

zien in de zin dat studenten niet eerder dan voorheen hun

complete inschrijfdossier in orde maken. Het inschrijfgedrag

lijkt dus niet gewijzigd.

In het licht van het substantieel grotere aantal aanmel-

dingen op 1 mei ten opzichte van 2013 voor heel het hoger

onderwijs, zou te verwachten zijn dat het aantal complete

inschrijfdossiers hoger zou liggen dan vorig jaar. Dit blijkt

echter bij geen van de onderzochte hogescholen het geval.

Daarvoor zijn een aantal redenen denkbaar. Ten eerste,

aanmelders laten hun meervoudige aanmeldingen deels

vallen wat resulteert in minder inschrijvingen. Ten tweede,

aspirant studenten die voorheen zouden wachten met aan-

melden omdat het onzeker is of zij slagen voor het eindexa-

men, hebben zich dit jaar wel alvast aangemeld. Ten derde is

het denkbaar dat zij wachten met het compleet maken van

hun dossier totdat zij hebben deelgenomen aan de studie-

keuzecheck. Uit een belactie door de studentadministratie

van Inholland bleek dat bij circa 50 van de 1.000 bereikte

aanmelders (5%) deelname aan de studiekeuzecheck de

hoofdreden was om nog geen machtiging af te geven en het

dossier nog incompleet te laten. Het merendeel wacht dus

niet op de SKC.

Een aantal feiten onderschrijft de derde mogelijkheid, name-

lijk dat de SKC als laatste onderdeel van het dossier wordt

afgerond. Bij Inholland is het aantal betalingen dit jaar fors

groter dan vorig jaar (zie rode lijn in figuur 3). Bij ruim 1.500

aanmelders was het dossier compleet op de SKC na. Een

aanzienlijke groep voldoet dus wel aan de rest van de toela-

tingsvoorwaarden, maar neemt pas op het laatste moment

aan de studiekeuzecheck deel. Het was op dit moment nog

niet mogelijk om dit resultaat ook bij andere hogescholen te

verifiëren.

Het aantal deelnemers aan de studiekeuzecheck in de vier

rondes bij Inholland kan gezien worden als een aandui-

ding voor de manier waarop de student zich oriënteert. In

februari waren er ca. 700 deelnemers. Ronde 2 in april trok

ruim 2.000 deelnemers (op een stand van 7.500 aanmel-

ders). Ronde 3 in juni was, zoals voorzien, druk met ruim

3.000 deelnemers, maar er was gerekend op 5.000. Ronde 4,

bedoeld als extra ronde voor enkele late aanmelders, heeft

ruim 3.000 deelnemers. Voor deze groep is de ruimte om zich

nog goed te heroriënteren bij een negatief advies heel klein.

Geconcludeerd kan worden dat de verschuiving van de

aanmelddatum voor het hoger onderwijs geen effect heeft

gehad op het inschrijfgedrag (het completeren van het

inschrijfdossier) van aspirant-studenten. Dat betekent dat

het vervroegen van de aanmelddatum niet direct het voor-

deel voor instellingen oplevert dat zij eerder zekerheid heb-

ben over wie er volgend collegejaar in de schoolbanken zit.

ten slotteHet streven van de minister met de 1 mei datum is twee-

ledig: 1) studenten maken op tijd een bewuste keuze en 2)

instellingen krijgen voldoende tijd om studiekeuzeactivitei-

ten voorafgaand de start van het studiejaar te organiseren

(OCW, 2013a). Geconcludeerd kan worden dat studenten zich

eerder aanmelden en dat daarmee een tijdspanne is ont-

staan voor instellingen om studiekeuzechecks/matching uit

te voeren. Of die tijd en activiteiten leiden tot het maken van

een bewuste en juiste studiekeuze door studenten, zodat

op termijn de uitval verminderd, moet nader onderzoek

uitwijzen. Tevens kan geconcludeerd worden dat studenten

niet sneller hun inschrijfdossier compleet maken, waardoor

instellingen niet eerder zekerheid verkrijgen over de aantal-

len studenten in de schoolbanken per september. In het

geval van Inholland is er wel door de verplichte deelname

aan de studiekeuzecheck een stukje sociale en academische

binding met alle aspirant-studenten ontstaan wat in eerder

jaren niet het geval was.

Rutger Kappe is strategisch beleidsadviseur van

Hogeschool Inholland en tevens als onderzoe-

ker van studentgedrag verbonden aan de Vrije

Universiteit.

Monique Mulder is informatie analist bij de

Centrale Studentenadministratie van Hogeschool

Inholland. Zij analyseert de ontwikkeling van

aanmeldingen en inschrijvingen en brengt deze

in verband met interne processen.

Referenties

OCW (2013a). Wetsvoorstel Kwaliteit in verscheidenheid hoger onder-

wijs. Den Haag: Ministerie van OCW.

OCW (2013b). Nadere rapport bij Wetsvoorstel Kwaliteit in verschei-

denheid hoger onderwijs. Den Haag: Ministerie van OCW.

OCW (2014). Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuze-

check en doorstroming. Den Haag: Ministerie van OCW.

Noten

1 Bij gewogen meting van aanmeldingen wordt rekening gehouden

met het aantal aanmeldingen dat eenzelfde persoon doet. Bij-

voorbeeld: Anne doet twee aanmeldingen, één bij instelling A en

één bij instelling B. Anne is echter van plan om maar één oplei-

ding te doen. Rekening houdend met het feit dat slechts één van

de aanmeldingen een inschrijving gaat worden, is het verstandi-

ger dat instelling A uitgaat van ½ aanmelding (50% kans dat deze

een inschrijving wordt) en instelling B ook ½ aanmelding. Over

de instellingen heen is er nu sprake van 1 totale aanmelding

door 1 persoon.

2 Zie website Inholland voor meer gedetailleerde informatie over

de precieze doelgroepen.

LTR_P010_LTR-HOMAN-04-2014 13 16-9-2014 11:49:24