Grenzenlos 4-2011

24
1 Grenzeloos Informatiebulletin van de Eems Dollard Regio Grenzenlos Informationsmagazin der Ems Dollart Region Grensoverschrijdende samenwerking Grenzübergreifende Zusammenarbeit Grenzeloos / Grenzenlos Nr. -011 Krimp Samen zoeken naar oplossingen Pagina 4 Demografischer Wandel Gemeinsam auf der Suche nach Lösungen Seite 5 EDR-INTERREG-project “Mobiliteit” Advies voor grenspendelaars en ondernemers Pagina 8 EDR-INTERREG-Projekt „Mobilität“ Beratung für Grenzpendler und Unternehmer Seite 9 INTERREG-project “SmartBot” Science Fiction wordt werkelijkheid Pagina 18 INTERREG-Projekt „SmartBot“ Science Fiction wird Wirklichkeit Seite 19

description

Infomagazin der EDR

Transcript of Grenzenlos 4-2011

Page 1: Grenzenlos 4-2011

1

GrenzeloosInformatiebulletin van de Eems Dollard Regio

GrenzenlosInformationsmagazin der Ems Dollart Region

Grensoverschrijdendesamenwerking

GrenzübergreifendeZusammenarbeit

Gre

nzel

oos

/ G

renz

enlo

s N

r. �-

�011

Krimp Samen zoekennaar oplossingen Pagina 4

Demografi scher WandelGemeinsam auf der Suchenach Lösungen Seite 5

EDR-INTERREG-project “Mobiliteit”Advies voor grenspendelaarsen ondernemers Pagina 8

EDR-INTERREG-Projekt „Mobilität“Beratung für Grenzpendlerund Unternehmer Seite 9

INTERREG-project “SmartBot”Science Fiction wordtwerkelijkheid Pagina 18

INTERREG-Projekt „SmartBot“Science Fiction wirdWirklichkeit Seite 19

Page 2: Grenzenlos 4-2011

Grenzeloos

Afscheid en bestuursverkiezingTijdens zijn vergadering nam de Raad afscheid van twee bestuursleden, die jarenlang deel hebben uitgemaakt van het Dagelijks Bestuur.Walter Theuerkauf, tot voor kort Landrat in Aurich, maakte sinds 1987 afwisselend als penningmeester en plaatsvervangend penningmeester deel uit van het Dagelijks Bestuur. Bernhard Bramlage, voorzitter van de EDR-Raad, bedankte hem voor 24 jaar trouwe dienst.Hermann Bröring, tot voor kort Landrat van het Emsland, was 19 jaar lid van het Dagelijks Bestuur van de EDR. Bramlage bedankte ook hem voor zijn verdiensten ten gunste van de grensoverschrijdende samen-werking.

Tijdens de vergadering stonden ook de verkiezingen van de voorzitter en zijn plaatsvervanger op het programma. Na twee jaar wisselde het voorzitterschap naar Nederlandse kant. De raadsleden kozen Bert Bouwmeester, burgemeester van de gemeente Coevorden, unaniem tot voorzitter van de EDR-Raad en het Dagelijks Bestuur. Bernhard Bramlage, Landrat van de Landkreis Leer, werd gekozen tot plaatsver-vangend voorzitter. Een Nederlandse voorzitter wordt traditioneel bijgestaan door een Duitse penningmeester. De Raad koos Harm-Uwe Weber, de nieuwe Landrat van de Landkreis Aurich, unaniem voor deze functie. Ab Meijerman, burgemeester van de gemeente Veendam, werd gekozen tot plaatsvervangend penningmeester.

Verder werden als EDR-bestuurslid gekozen:Jacob Bruintjes, wethouder gemeente Borger-OdoornHans Eveslage, Landrat Landkreis CloppenburgEmme Groot, burgemeester gemeente DelfzijlBerend Hoekstra, burgemeester gemeente LeekMarkus Honnigfort, Bürgermeister Stadt Haren (Ems)Henk Jumelet, wethouder gemeente EmmenMatthias Köring, Landrat Landkreis WittmundDr. Torsten Slink, Hauptgeschäftsführer van IHK für Ostfriesland und PapenburgKarl-Heinz Weber, Bürgermeister Samtgemeinde LathenEvert Wind, Kamer van Koophandel Noord-NederlandReinhard Winter, Landrat Landkreis Emsland Cor Zijderveld, Kamer van Koophandel Noord-Nederland

Abschiede Von zwei langjährigen Wegbegleitern nahm der Rat in seiner Sitzung Abschied. Walter Theuerkauf, bis vor kurzem Landrat in Aurich, gehörte dem EDR-Vorstand seit 1987 als Schatzmeister beziehungsweise stellvertretender Schatzmeister an. Für die 24 Jahre andauernde enga-gierte Arbeit dankte ihm der EDR-Ratsvorsitzende Bernhard Bramlage.19 Jahre lang im Vorstand der EDR wirkte Hermann Bröring mit, der bis vor kurzem Landrat des Landkreises Emsland war. Auch ihm dankte Bramlage für seine Verdienste zugunsten der grenzübergreifenden Zusammenarbeit.

VorstandswahlenTurnusgemäß standen auch die Wahlen des Vorsitzenden und seines Stellvertreters auf der Tagesordnung. Nach zwei Jahren wechselte der Vorsitz satzungsgemäß auf die niederländische Seite. Einstimmig wähl-ten die Ratsmitglieder Bert Bouwmeester, Burgemeester der Gemeente Coevorden, zum Vorsitzenden des EDR-Rates und des Vorstands und zum stellvertretenden Vorsitzenden den Landrat des Landkreises Leer, Bernhard Bramlage.Einem niederländischen Vorsitzenden steht traditionell ein deutscher Schatzmeister zur Seite. Einstimmig wählte der Rat den neuen Landrat des Landkreises Aurich, Harm-Uwe Weber, in dieses Amt. Zum stell-vertretenden Schatzmeister wurde Ab Meijerman, Burgemeester der Gemeente Veendam, gewählt.

Desweiteren wurden in den Vorstand gewählt: Jacob Bruintjes, wethouder gemeente Borger-OdoornHans Eveslage, Landrat des Landkreises CloppenburgEmme Groot, burgemeester gemeente DelfzijlBerend Hoekstra, burgemeester gemeente LeekMarkus Honnigfort, Bürgermeister der Stadt Haren (Ems)Henk Jumelet, wethouder gemeente EmmenMatthias Köring, Landrat des Landkreises WittmundDr. Torsten Slink, Hauptgeschäftsführer der IHK für Ostfriesland und PapenburgKarl-Heinz Weber, Bürgermeister der Samtgemeinde LathenEvert Wind, Kamer van Koophandel Noord-NederlandReinhard Winter, Landrat des Landkreises Emsland Cor Zijderveld, Kamer van Koophandel Noord-Nederland

Hermann Bröring

Walter Theuerkauf

Page 3: Grenzenlos 4-2011

29e EDR-raadsvergadering

EDR heet nieuweleden welkom edr Leer. De EDR-Raad kwam begin december bijeen in het Klinikum in Leer. Dat bleek de passende sfeer voor de presentatie van professor Dr. Alex W. Friedrich, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hij informeerde aan het begin van de vergadering over het INTERREG IV A-project “EurSafety Health-Net”, waarin zieken-huizen grensoverschrijdend samenwerken (zie het uitvoerige artikel in deze editie).Bernhard Bramlage, scheidend voorzitter van de EDR, onderstreepte dat krimp, innovatie en ener-gie in de toekomst speerpunten van het Europese structuurbeleid zullen zijn. De EDR heeft in de herfst ledenbijeenkomsten georganiseerd naar aanleiding van deze onderwerpen. Volgend jaar staat het thema toerisme voor de leden van de EDR op het pro-gramma. “Door een grensoverschrijdende aanpak van de regio ontstaat een grotere en meer transpa-rante arbeidsmarkt, waardoor inwoners meer kansen krijgen op een functie aan de andere kant van de grens. Als EDR krijgen we jaarlijks ongeveer 6.000 adviesaanvragen van grenspendelaars in het kader van burgeradvisering”, legde Bramlage uit. In dit verband wees de voorzitter ook op een nieuw grens-overschrijdend initiatief: “Met ondersteuning van de provincies Drenthe en Groningen alsmede de deel-staat Niedersachsen konden wij een nieuw project starten, waarmee wij als EDR de komende jaren aan de behoefte aan grensoverschrijdende advisering aan burgers en bedrijven tegemoet kunnen komen.”EDR-directeur Karel Groen kon in het kader van de raadsvergadering twee nieuwe EDR-leden welkom heten. De Drentse gemeenten Noordenveld en Wes-terveld zullen met ingang van 1 januari 2012 lid zijn van de EDR. Groen benadrukte dat de samenwerking met de provincies, gemeenten en ondernemingen in de regio nog nauwer met elkaar verbonden moet worden. Hermann Wessels, hoofd INTERREG, presenteerde de raadsleden twee projecten die onlangs zijn goed-gekeurd. Een van deze projecten heet “SmartBot”, waarin samenwerking plaatsvindt op het gebied van de ontwikkeling van intelligente multi-sensor-robot-systemen. Het majeure project “MariTIM” overstijgt de grenzen van het EDR-gebied. In november viel in Leer het officiële startschot (zie het artikel in deze editie). Bovendien zette Wessels uiteen, dat ook het toekomstige EU-structuurbeleid met betrokkenheid van de EDR zal worden voortgezet ten gunste van de regio.Na de vergadering brachten geïnteresseerde raads-leden een bezoek aan het maritieme competentiecen-trum (MARIKO) en gingen in de scheepssimulator “mee op grote vaart”.

29. EDR-Ratssitzung

EDR begrüßt neueMitgliederedr Leer. Im Klinikum Leer traf sich Anfang De-zember der EDR-Rat. Es war der passende Rahmen für den Vortrag von Professor Dr. Alex W. Friedrich von der Universitätsklinik Groningen. Er infor-mierte zu Beginn der Sitzung über die grenzüber-greifende Zusammenarbeit der Krankenhäuser im Rahmen des INTERREG IV A-Projektes EurSafety Health-net (siehe Bericht in dieser Ausgabe).Der EDR-Vorsitzende, Bernhard Bramlage, unter-strich, dass künftig Demografie, Innovation und Energie die Themenschwerpunkte europäischer Strukturpolitik sein werden. Die EDR habe be-reits hierzu im Herbst Mitgliederveranstaltungen organisiert, nächstes Jahr steht das Thema Touris-mus auf dem Plan für die EDR-Mitglieder. „Durch eine grenzübergreifende Betrachtung der Region entsteht ein größerer und transparenterer Arbeits-markt. Dem Bürger eröffnen sich größere Chancen für eine Beschäftigung auf der anderen Seite der Grenze. Als EDR erhalten wir jährlich rund 6.000 Beratungsanfragen von Grenzpendlern im Rahmen der Bürgerberatung“, erklärte Bramlage. In diesem Zusammenhang wies der Vorsitzende auch auf eine neue grenzübergreifende Initiative hin: „Mit Unterstützung des Landes Niedersachsen sowie der Provinzen Drenthe und Groningen konnten wir ein neues Projekt auf den Weg bringen, durch das wir als EDR auch in den kommenden Jahren der Nach-frage an grenzübergreifender Beratung von Bürgern und Betrieben entsprechen können.“EDR-Geschäftsführer Karel Groen begrüßte im Rahmen der Ratssitzung zwei neue EDR-Mit-gliedsgemeinden, die Gemeinden Noordenveld und Westerveld aus der Provinz Drenthe, die ab dem 1. Januar 2012 der EDR angehören. Groen betonte, dass die Zusammenarbeit mit den Provinzen, den Gemeinden und Unternehmern in der Region noch enger miteinander verzahnt werden solle.INTERREG-Geschäftsführer Hermann Wessels stellte den Ratsmitgliedern die jüngsten genehmi-gten Projekte vor. „SmartBot“ heißt eines dieser Projekte, in dem eine Kooperation im Bereich der Entwicklung intelligenter Multi-Sensor-Roboter-Systeme geschlossen wird. Weit über die EDR-Grenzen hinaus angelegt ist das majeure Projekt „MariTIM“, für das im November in Leer der offizielle Startschuss fiel. Außerdem führte Wessels aus, dass auch die künftige EU-Strukturpolitik unter EDR-Beteiligung weiterhin zugunsten der Region fortgesetzt wird. Nach der Sitzung nutzten interes-sierte Ratsmitglieder das Angebot, das maritime Kompetenzzentrum MARIKO zu besuchen und sich im Schiffsführungssimulator auf „große Fahrt“ zu begeben.

Gre

nzen

los

Page 4: Grenzenlos 4-2011

Grenzeloos

De deelnemers lichtten de grensoverschrijdende mogelijkhedentoe hoe om te gaan met krimp (links: René Perton, provincieGroningen).

Krimp: congres van de EDR

Samen zoeken naar oplossingenedr Papenburg. “Niet alleen de ene kant van de grens wordt geconfronteerd met krimp – we krijgen er allemaal mee te maken.” Bernhard Bramlage, voorzitter van de Eems Dollard Regio (EDR), vatte het zo samen in zijn ope-ningstoespraak tijdens het EDR-congres “Krimp zonder grenzen”. In november maakten 65 gasten uit Nederland en Duitsland in Papenburg van de gelegenheid gebruik om wat betreft krimp de koers te bepalen voor grensover-schrijdende samenwerking. “Het is een grote kans om op dit gebied grensoverschrijdend actief te worden. Vooral bij de kwalificatie van jonge mensen doen zich kansen voor – opleiding aan weerszijden van de grens kan bijvoor-beeld mogelijk worden gemaakt”, legde Carsten Große Starmann van de Bertelsmann Stiftung uit. Deze instelling analyseert de bevolkingsontwikkeling in Duitsland. Große Starmann schetste voor het gebied van de Eems Dollard Regio een gedifferentieerd beeld. In veel Gemeinden en Landkreisen aan Duitse kant van het grensgebied zal de bevolking tot 2030 niet of slechts in geringe mate dalen. De Landkreis Emsland gaat waarschijnlijk zelfs nog een beetje groeien, de Landkreis Leer is stabiel. Het grote “maar” volgde echter meteen: “Het aantal oudere mensen in de regio neemt drastisch toe. In de Landkreis Leer zal in 2030 meer dan de helft van de inwoners 50 jaar en ouder zijn”, aldus de medewerker van de Bertelsmann Stiftung. Het lage geboortecijfer is daar niet alleen de schuld van. “Vooral in de jongere leeftijdsgroepen is er een negatieve trekbeweging. Veel jongeren en adolescenten verlaten de regio om in de grotere steden te studeren of te werken”, zei Große Starmann. Angelique van Wingerden van het

Angelique van Wingerden (midden), expert op het gebied van krimp, met de moderatoren van het congres Kerstin Schmidt en Jan Willem Wolff.

Demografie-Expertin Angelique van Wingerden (Mitte) mit den Kon-gress-Moderatoren Kerstin Schmidt und Jan Willem Wolff.

Kennisnetwerk Krimp spreekt in dit verband van een ‘dub-bele vergrijzing’: “De jonge inwoners trekken weg – en de bevolking die achterblijft trekt de gemiddelde leeftijd in de gemeenten in de loop der tijd omhoog.” In het Nederlandse grensgebied is de bevolkingssituatie nog wat anders dan aan Duitse kant. Studentensteden als Groningen zijn erg in trek en groeien. “Er is een concentratie op de grote gemeenten.” Enkele kleine gemeenten zijn stabiel – andere moeten rekening houden met ingrijpende gebeurtenissen. Delfzijl maakt zich nu al grote zorgen. Deze gemeente kromp van circa 31.000 inwoners in 1995 naar inmiddels 26.635 inwoners. Een ontwikkeling die verder door zal gaan. “In sommige gemeenten is er te weinig aanwas. Er zijn weinig mensen met een migratieachtergrond die naar het gebied van de Eemsdelta trekken”, zei Angelique van Wingerden. De gemeenten moeten zich voorbereiden op de nieuwe situatie. Op veel terreinen moet er handelend worden opgetreden – bijvoorbeeld ook op het gebied van gezondheid, zoals Erich Penon van de “Kassenärztliche Vereinigung Niedersachsen” toelichtte. De gemiddelde leeftijd in de landelijke gebieden wordt steeds hoger. Het moet voor huisartsen aantrekkelijk worden gemaakt zich weer te vestigen op het platteland. Er wordt naar gestreefd om de loongrens in gebieden met een tekort aan huisartsen te versoepelen. Penon leidde een van de drie workshops waarin de deelnemers aan het congres spraken over de mogelijkheden waarmee de gemeenten in het gebied van de EDR de krimp het hoofd kunnen bieden. De andere workshops waren gewijd aan de thema’s “Ontwikkeling van steden en dorpen” en “Gebrek aan vakmensen”. De deelnemers deden tijdens de workshops goede ideeën op. Bettina Fabich van het Nederlands-Duitse servicecentrum DENIES vertelde dat een gezamenlijk gezondheidscentrum aan de grens denkbaar zou zijn.

Page 5: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

Die Teilnehmer erläuterten die grenzübergreifenden Möglichkeiten, dem demografischen Wandel zu begegnen (links: René Perton,Provinz Groningen).

Demografischer Wandel: Kongress der EDR

Gemeinsam auf derSuche nach Lösungenedr Papenburg. „Der demografische Wandel betrifft nicht nur eine Seite der Grenze – er betrifft uns alle.“ Der Vorsit-zende der Ems Dollart Region (EDR), Bernhard Bramlage, brachte es in seiner Eröffnungsrede des EDR-Kongresses „Demografie ohne Grenzen“ auf den Punkt. 65 Gäste aus den Niederlanden und Deutschland nutzten in Papenburg im November die Gelegenheit, Weichen für die grenzüber-greifende Zusammenarbeit beim Thema demografischer Wandel zu stellen. „Es ist eine große Chance, grenzüber-greifend auf diesem Gebiet tätig zu werden. Vor allem bei der Qualifizierung junger Menschen bieten sich Chancen – zum Beispiel kann die Ausbildung beiderseits der Grenze ermöglicht werden“, erklärte Carsten Große Starmann von der Bertelsmann Stiftung, die die Bevölkerungsentwicklung in Deutschland analysiert. Große Starmann zeichnete für das Gebiet der Ems Dollart Region ein differenziertes Bild. In vielen Gemeinden und Landkreisen auf deutscher Seite des Grenzgebiets werde es bis 2030 keinen oder nur einen geringen Verlust der Bevölkerung geben. Der Landkreis Emsland verzeichne sogar ein leichtes Wachstum, der Landkreis Leer sei stabil. Das große „aber“ folgte jedoch schnell: „Die Zahl der älteren Menschen in der Region nimmt drastisch zu. Im Landkreis Leer werden 2030 mehr als die Hälfte der Einwohner 50 Jahre und älter sein“, so der Mitarbeiter der Bertelsmann Stiftung. Schuld daran sei nicht allein die schwache Geburtenrate. „Es gibt vor allem in den jüngeren Altersgruppen eine negative Wanderbewe-gung. Viele Jugendliche und junge Erwachsene verlassen

Carsten Große Starmann van de Bertelsmann Stiftung.

Carsten Große Starmann von der Bertelsmann Stiftung.

die Region, um in größeren Städten zu studieren oder zu arbeiten“, sagt Große Starmann. Von einer „doppelten Vergreisung“ spricht Angelique van Wingerden vom „Ken-nisnetwerk Krimp“ in diesem Zusammenhang: „Die jungen Einwohner ziehen weg – und die verbleibende Bevölkerung zieht im Laufe der Jahre den Altersschnitt in den Gemein-den nach oben.“ Im niederländischen Grenzgebiet stellt sich die Bevölkerungssituation noch etwas anders dar als auf deutscher Seite. Studentenstädte wie Groningen erfahren großen Zulauf und wachsen. „Es gibt eine Konzentration auf die großen Gemeinden.“ Einige kleine Gemeinden seien stabil - andere müssen mit massiven Einschnitten rech-nen. Delfzijl hat jetzt bereits große Sorgen. Die Gemeinde schrumpfte von rund 31.000 Einwohnern im Jahr 1995 auf inzwischen 26.635 Einwohner. Eine Entwicklung, die sich weiter fortsetzen wird. „Es gibt zu wenig Zuzug in einige Gemeinden. Nur wenige Menschen mit Migrationshinter-grund ziehen in das Gebiet am Emsdelta“, sagt Angelique van Wingerden. Die Kommunen müssen sich auf die neue Situation einstellen. Handlungsbedarf gibt es in vielen Bereichen – zum Beispiel auch beim Thema Gesundheit, wie Erich Penon von der Kassenärztlichen Vereinigung Niedersachsen erläuterte. Der Altersschnitt in den länd-lichen Regionen steige immer mehr. Es müssten Anreize geschaffen werden, damit Allgemeinmediziner sich wieder auf dem Land ansiedeln. Es werde eine Lockerung der Ho-norarbegrenzung in unterversorgten Gebieten angestrebt. Penon leitete einen von drei Workshops, worin die Teilneh-mer des Kongresses Möglichkeiten besprachen, mit denen die Gemeinden im Gebiet der EDR dem demografischen Wandel begegnen können. Die anderen Workshops widme-ten sich den Themen „Siedlungsentwicklung“ und „Fach-kräftemangel“. Gute Ideen brachten die Teilnehmer aus den Workshops mit. Ein gemeinsames Gesundheitszentrum auf der Grenze sei denkbar, so Bettina Fabich vom Deutsch-Niederländisches Servicecenter (DENIES).

Page 6: Grenzenlos 4-2011

Grenzeloos

Peter Schouwstra

Toepassingen op het gebied van zonne-energie spelen ook in het NEND project een belangrijke rol.

Solaranwendungen spielen auch im Projekt „NEND“ eine wichtige Rolle. Foto: Kurt Bouda/pixelio.de

Page 7: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

Interview met Peter Schouwstra

“Modelregio voorduurzame energie worden”edr Groningen. In het INTERREG-project “Duurzame Energie Nederland Duitsland” werken 14 Nederlandse en Duitse part-ners samen met het midden- en kleinbedrijf (MKB) uit de regio. De provincie Groningen is verantwoordelijk voor het project. Peter Schouwstra leidt daar het NEND-projectbureau. Meneer Schouwstra, kunt u het INTERREG-project “Duurza-me Energie Nederland Duitsland” (NEND) kort beschrijven?Voor ons is het belangrijk om een vernieuwend energienetwerk in de regio op te zetten, dat de energiesector grensoverschrijdend verder ontwikkelt – zowel in globaal als ook lokaal opzicht. Het globale aspect is dat wij vooruitgang willen boeken op het gebied van duurzame energie en klimaatbescherming. Daar profiteren de deelnemers op lokaal niveau ook van. Een voorbeeld: In het kader van ons project worden bijna alle scholen in de provincies Groningen en Drenthe alsmede de Landkreis Emsland gecon-troleerd op hun energiegebruik. Vervolgens wordt advies uitge-bracht over hoe de scholen energie kunnen besparen. Zo zijn wij ter plaatse heel concreet behulpzaam. Ons project is een verdere stap op weg naar een regio die door grensoverschrijdende sa-menwerking een modelregio wordt voor duurzame energie.In het kader van het project is het voor ondernemingen mogelijk om specifieke vragen voor bedrijven, ontwikkelingen en haal-baarheidsstudies met de projectpartners te behandelen. Hoe zijn de reacties?Heel goed. We vonden het van meet af aan belangrijk om het MKB er bij te betrekken, zodat zij direct profijt kunnen hebben van ons project. De kennistransfer verloopt prima. We hebben al twee nieuwe producten ontwikkeld voor duurzaam bouwen. Er is gestart met vier nieuwe producten op het gebied van zonnetech-niek. De samenwerking leidt tot innovaties. En dat is ons doel. Het project loopt inmiddels een jaar en tot nu toe zijn wij erg tevreden.Op welke terreinen is ondersteuning mogelijk?Het moeten vragen zijn over de thema’s “Energie efficiency in bedrijven”, “Nieuw materiaal voor duurzaam bouwen” alsmede “Oogst en verwaarding van biomassa uit het landschap”. Het bijzondere aan het NEND-project is de brancheoverkoepe-lende samenwerking. Zo moeten de verbeteringsprocessen op het gebied van energie doelgericht worden toegepast… Ja, vanuit ons standpunt is het erg belangrijk dat industrie, nij-verheid, wetenschap, onderzoek en overheden betrokken zijn bij het project. Ons project is heel bewust praktijkgericht gehouden. De thema’s van ons project, dus hogere energie efficiency, duur-zaam bouwen, energie uit regeneratieve grondstoffen en toepas-sing van zonneenergie, spelen een belangrijke rol voor alle betrokkenen bij het project. We willen niet theoretisch werken, maar concrete resultaten en oplossingen bieden. U hoopt ook op concrete resultaten bij de architectuurprijs-vraag in het kader van het project…Ja, we hebben een wedstrijd uitgeschreven voor Nederlandse en Duitse studenten: Wie bouwt wat betreft energie het duurzaamste huis in een natuurlijke omgeving? Wij zijn erg benieuwd naar de resultaten. Met name, omdat er rekening gehouden moet worden met externe invloeden zoals de kwaliteit van de grond, alsmede de invloed van wind, zon en water.

Interview mit Peter Schouwstra

„Zu einer Vorzeigeregionnachhaltiger Energie werden“edr Groningen. Im INTERREG-Projekt „Nachhaltige Energien Nie-derlande Deutschland“ kooperieren 14 deutsche und niederländische Partner mit kleinen und mittleren Unternehmen (KMU) aus der Region. Federführend organisiert wird das Projekt von der Provinz Groningen, wo Peter Schouwstra das NEND-Projektbüro leitet. Herr Schouwstra, bitte charakterisieren Sie kurz das INTER-REG-Projekt „Nachhaltige Energien Niederlande Deutschland“ (NEND).Für uns ist es wichtig, ein zukunftsweisendes Energienetzwerk in der Region aufzubauen, das den Energiesektor grenzübergreifend weiter-entwickelt – sowohl in globaler als auch in lokaler Hinsicht.Der globale Ansatz ist, dass wir Fortschritte auf dem Gebiet nach-haltige Energie und Klimaschutz erzielen wollen. Davon profitieren auch die Akteure auf lokaler Ebene. Ein Beispiel: Im Rahmen unseres Projektes werden fast alle Schulen im Landkreis Emsland sowie in den Provinzen Groningen und Drenthe auf ihren Energieverbrauch überprüft. Es werden danach Gutachten erstellt, aus denen hervor-geht, wie die Schulen Energie einsparen können. So helfen wir ganz konkret vor Ort. Unser Projekt ist ein weiterer Schritt in eine Region, die durch grenzübergreifende Kooperation zu einer Vorzeigeregion nachhaltiger Energie wird. Im Rahmen des Projektes besteht für Unternehmen die Möglich-keit, unternehmensspezifische Fragestellungen, Entwicklungen und Machbarkeitsstudien in Kooperation mit den Projektpart-nern zu bearbeiten. Wie ist die Resonanz?Sehr gut. Es war uns von Anfang an wichtig, dass wir die KMU mit einbinden, damit sie direkt von unserem Projekt profitieren können. Der Wissenstransfer klappt prima. Wir haben bereits zwei neue Pro-dukte für das nachhaltige Bauen entwickelt. Vier neue Solarprodukte wurden auf den Weg gebracht. Die Kooperation führt zu Innovati-onen. Und das ist unser Ziel. Das Projekt läuft jetzt seit einem Jahr. Unsere Zwischenbilanz ist sehr positiv.In welchen Bereichen ist eine Unterstützung möglich?Die Fragestellung muss innerhalb der Themen „Energieeffizienz in Unternehmen“, „Neue Materialien zum nachhaltigen Bauen“ sowie „Ernte und Verwertung von Biomasse aus der Landschaft“ liegen.Die Besonderheit des NEND-Projektes ist die branchenüber-greifende Kooperation. So sollen die Optimierungsprozesse im Energiebereich zielgerichtet Anwendung finden…Ja, die Projektbeteiligung aus Industrie, Handwerk, Wissenschaft, Forschung und Behörden ist aus unserer Sicht sehr wichtig. Unser Projekt ist ganz bewusst praxisnah gehalten. Die Themen unseres Projektes, also höhere Energieeffizienz, nachhaltiges Bauen,Energie aus nachwachsenden Rohstoffen und Solaranwendung,spielen für alle Projektbeteiligten eine große Rolle. Wir wollennicht theoretisch agieren, sondern konkrete Ergebnisse undLösungen zeigen.Konkrete Ergebnisse, die Sie sich auch von einem Architektur-wettbewerb im Rahmen des Projektes erhoffen…Ja, wir haben einen Wettbewerb für deutsche und niederländische Studenten ausgeschrieben: Wer baut das aus Energiesicht nachhal-tigste Haus in einer natürlichen Umgebung? Wir sind schon sehr gespannt auf die Ergebnisse. Vor allem, weil es äußere Einflüssewie die Qualität des Bodens sowie den Einfluss von Wind, Sonne und Wasser zu berücksichtigen gilt.

Page 8: Grenzenlos 4-2011

Grenzeloos

edr Bad Nieuweschans/Meppen. In de afgelopen tien jaar is de mobiliteit van werknemers binnen het gebied van de EDR flink toegenomen. Het geschatte aantal grenspendelaars tus-sen Nederland en Duitsland steeg van circa 3000 naar 7000. “Als gevolg van ontwikkelingen op de euregionale arbeids-markt en grotere projecten zoals in de Eemshaven is de vraag naar arbeidskrachten toegenomen”, zegt Hinrich Kuper, die sinds 2004 als EURES-adviseur (EURopean Employment Services) werkzaam is bij de EDR. Kuper is nu verantwoorde-lijk voor het INTERREG-project “Mobiliteit” van de EDR. In oktober viel het startschot voor dit project.Werkzoekenden en werkgevers hebben in de afgelopen jaren het buurland ontdekt en breidden hun zoekgebied, dat meestal ophield bij de grens, uit over de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen of het Noordwesten van Duitsland. De werk-nemers blijven echter bij voorkeur wonen in hun eigen land. “Daardoor zijn er in onze regio veel pendelaars en hun werk-gevers die behoefte hebben aan advies over de regelgeving op het gebied van Europese sociale verzekering, belastingrecht, gezinsuitkeringen, arbeidsrecht, verblijfsbepalingen en be-roepskwalificatie ”, legt Hinrich Kuper uit. De EURES-adviseur krijgt jaarlijks ongeveer 3000 verzoeken om informatie over wonen, leven en werken in het buurland. Bovendien helpt Kuper bij individuele problemen met instan-ties aan weerszijden van de grens. De EDR heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een belangrijk en gewaardeerd

Hinrich Kuper

aanspreekpunt voor werknemers en werkgevers.Daarnaast verzorgt de EDR in het kader van het project “Mobiliteit” regelmatig spreekuren voor grenspendelaars en hun werkgevers met medewerkers van de belastingdiensten uit Groningen en Leer, het Bureau voor Duitse Zaken (BDZ) en de Deutsche Rentenversicherung. Ondernemers, die aan weerszijden van de grens in het EDR-gebied zaken willen doen, kunnen op deze dagen ook terecht bij medewerkers van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland en de Industrie- und Handelskammer für Ostfriesland und Papenburg voor commercieel en juridisch advies.Behalve het adviseren wordt in het kader van het project de samenwerking met andere euregionale instituten uitgebreid en geïntensiveerd. Tot de belangrijkste partners behoren de werkpleinen (UWV WERKbedrijf en gemeenten), de Agenturen für Arbeit in Emden, Leer en Nordhorn, het Zentrum für Ar-beit van de Landkreise Leer en Emsland evenals de nationale EURES-organisaties in Nederland en Duitsland.Het totale volume van het project, dat een looptijd heeft van circa vijf jaar, bedraagt ongeveer 625.000 euro. Daarvan zijn circa 312.000 euro EU-middelen, die beschikbaar worden gesteld uit het INTERREG IV A-programma “Deutschland-Nederland”. Cofinanciers zijn de deelstaat Niedersachsen, de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. Het project wordt begeleid door het programmamanagement bij de Eems Dol-lard Regio.

EDR-INTERREG-project “Mobiliteit” van start

Advies voor grenspendelaars en ondernemers

Page 9: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

edr Bad Nieuweschans/Meppen. Im Laufe der ver-gangenen zehn Jahre sind die Arbeitnehmer im EDR-Gebiet bei der Wahl ihres Arbeitsplatzes immer flexibler geworden. Die Anzahl der Grenzpendler stieg schätzungs-weise von 3.000 auf 7.000 an. „Als Folge von Entwick-lungen auf dem euregionalen Arbeitsmarkt und größeren Projekten wie beispielsweise im Eemshaven stieg die Nach-frage nach Arbeitskräften deutlich an“, sagt Hinrich Kuper, der seit 2004 als EURES-Berater (EURopean Employment Services) bei der EDR arbeitet. Kuper ist jetzt für das EDR-INTERREG-Projekt „Mobilität“ verantwortlich, das im Oktober startete.Arbeitsuchende und Arbeitgeber haben in den vergangenen Jahren das Nachbarland entdeckt. Früher endete ihre Suche an der Grenze. Doch längst haben sie ihr Gebiet um die Provinzen Drenthe, Fryslân und Groningen beziehungswei-se den Nordwesten Deutschlands erweitert. Die Arbeitneh-mer ziehen es dabei vor, den Wohnsitz in ihrem Heimatland zu behalten. „Dadurch gibt es in unserer Region viele Pendler und Arbeitgeber, die eine Beratung benötigen über die Gesetze im Bereich europäischer Sozialversicherung, Steuerrecht, Aufenthalts- und Arbeitsrecht, Rentenansprü-che und Berufsqualifizierung“, erläutert Kuper. Der EURES-Berater erhält jährlich rund 3.000 Informati-onsanfragen rund um das Thema Wohnen und Arbeiten im Nachbarland. Darüber hinaus steht ihnen Kuper bei indivi-duellen Problemen mit Behörden beiderseits der Grenze zur Seite. Die EDR hat sich in den zurückliegenden Jahren zu

einer wichtigen und geschätzten Anlaufstelle für Arbeit-nehmer und Arbeitgeber entwickelt. Darüber hinaus bietet die EDR im Rahmen des Projektes „Mobilität“ regelmäßig Sprechstunden für Grenzpendler und deren Arbeitgeber mit Mitarbeitern der Finanzämter aus Groningen und Leer, dem Bureau voor Duitse Zaken (BDZ) und der Deutschen Rentenversicherung an. Für Un-ternehmer, die an beiden Seiten der Grenze im EDR-Gebiet tätig werden möchten, stehen mittlerweile auch Mitarbeiter der Kamer van Koophandel Noord-Nederland und der In-dustrie- und Handelskammer für Ostfriesland und Papen-burg mit juristischem und unternehmerischem Rat bereit.Zusätzlich zu den Beratungen wird im Rahmen des Projektes die Zusammenarbeit mit anderen euregionalen Instituten erweitert und intensiviert. Zu den wichtigsten Partnern zählen die niederländischen „Werkpleinen“ (UWV WERKbedrijf und Gemeenten), die Agenturen für Arbeit in Emden, Leer und Nordhorn, das Zentrum für Arbeit der Landkreise Leer und Emsland sowie die nationalen EU-RES-Organisationen in den Niederlanden und Deutschland. Das gesamte Investitionsvolumen des Projektes, für das eine Laufzeit von rund fünf Jahren vorgesehen ist, beträgt rund 625.000 Euro. Davon steuert die EU rund 312.000 Euro aus dem INTERREG IV A-Programm „Deutschland-Nederland“ bei. Kofinanzierer sind das Land Niedersachsen sowie die Provinzen Groningen, Fryslân und Drenthe. Das Projekt wird begleitet durch das Programm-Management bei der Ems Dollart Region.

EDR-INTERREG-Projekt „Mobilität“ gestartet

Beratung für Grenzpendler und Unternehmer

Advisering door Nederlandse en Duitse experts valt onder de service van het project “Mobiliteit”.

Beratung durch deutsche und niederländische Experten gehört zu den Dienstleistungen des Projektes „Mobilität“.

Page 10: Grenzenlos 4-2011

Grenzenlos

Grenzeloos

10

7e EDR-bibliothekendag

Nieuwe concepten in plaatsvan theekrans voor senioren edr Leer. Hebben we bibliotheken nog nodig? En zo ja: Hoe ziet de bibliotheek van de toekomst er uit? Met deze vragen hielden de 70 deelnemers aan de 7e bibliothekendag van de EDR zich eind september bezig. De Nederlands-Duitse bijeenkomst vond dit jaar plaats in Leer. “De bibliotheken zullen niet verdwijnen. Hun regionale verbondenheid kan ook niet vervangen worden door het internet”, benadrukte Frank Huysmans, professor aan de Universiteit van Amsterdam. “Bibliotheken moeten alleen wel werken aan hun concepten”, aldus Huysmans. Het is denkbaar dat bibliotheken veranderen in plaatsen om te vertoeven en informatie in te winnen. “De bibliotheek kan een openbare ontmoetingsruimte worden, waarin zelfs zakelijke gesprekken in een stimulerende omgeving plaats kunnen vinden. De bibliotheek kan ook dienst doen als trefpunt voor scholieren en studenten. “ In dit verband wees de spreker op concepten uit Scandinavië: “Daar zijn bibliotheken vaak met andere culturele instellingen ondergebracht in een soort ‘cultuurhuis’.” Nienke Sikkema van Biblionet, de netwerkorganisatie van bibliotheken in de stad en provincie Groningen, lichtte

het nieuwe Groningse bibliotheekconcept toe. Geen saaie boekenplanken meer, maar een bibliotheek met een bijzondere ambiance. Een concept dat in de bibliotheek in Haren tot ieders verbazing een groot succes werd. De organisatoren hebben daar een retailconcept toegepast – de bibliotheek lijkt zo dus meer op een winkel waarin producten worden aangeboden. “Natuurlijk hebben wij daarbij ook gekeken naar de vrije markt. Wij willen het gevoel geven dat men er bij hoort. Dat gaat alleen met de juiste sfeer”, zei Sikkema. De informatiebalie bij de ingang is verdwenen. In plaats daarvan zijn er her en der een aantal infopunten. Bovendien staan zogenoemde “wimmers” (wandelende infomedewerkers) altijd met raad en daad ter zijde. Meinhard Motzko, sociaal wetenschapper uit Bremen, constateerde dat werkzame personen nauwelijks in de gelegenheid zijn om naar een openbare bibliotheek te gaan: “De openingstijden van de meeste bibliotheken zijn vriendelijk voor de medewerkers, maar niet voor de doelgroepen.” Ook andere hindernissen zoals kosten voor internetgebruik zijn eerder on- dan aantrekkelijk. Het is ook belangrijk om te weten wie er eigenlijk wonen in het verzorgingsgebied van de bibliotheek. Gepensioneerden zijn een belangrijke doelgroep: “De wereld van de senioren staat aan de vooravond van een revolutie. Ik zal in ieder geval niet naar een theekrans voor senioren gaan. De bibliotheken hebben voor mij en mijn leeftijdgenoten aantrekkelijke concepten nodig.” Antje Hamer-Hümmling, hoofd van de openbare bibliotheek in Leer, maakte een positieve balans op van de bijeenkomst: “De bibliothekendag leverde ook dit jaar weer veel nieuwe ideeën op. Ik weet nu dat wij de kosten voor internetgebruik in onze bibliotheek zullen afschaffen.” Ook Eske Weers, organisator van de bibliothekendag bij de EDR, was tevreden: “Er was weer veel belangstelling voor ons concept met de workshops. Er waren veel interessante discussies. De bibliotheken zijn aan het veranderen en dat was tijdens deze bibliothekendag duidelijk te merken.”

De deelnemers aan de 7e EDR-bibliothekendag woonden de lezingen bij in het cultuurcentrum in Leer. Die Vorträge hörten die Teilnehmer des 7. EDR-Bibliothekentags im Leeraner Kulturspeicher.

Frank Huysmans van de Universiteit van Amsterdam.

Frank Huysmans von der Universität Amsterdam.

Page 11: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

11

Gre

nzen

los

11

7. EDR-Bibliothekentag

Neue Konzepte statt Tanztee für Seniorenedr Leer. Brauchen wir noch Bibliotheken? Und falls ja: Wie sieht die Bibliothek der Zukunft aus? Diesen Fragen stellten sich Ende September die 70 Teilnehmer des 7. Bibliothekentags der EDR. Die deutsch-niederländische Veranstaltung fand in diesem Jahr in Leer statt. „Die Bibliotheken werden nicht verschwinden. Ihre lokale Bindung kann auch vom Internet nicht abgelöst werden“, betonte Frank Huysmans, Professor der Universität Amsterdam. „Allerdings müssen Bibliotheken an ihren Konzepten arbeiten“, so Huysmans. Denkbar sei die Wandlung der Bibliotheken zu Verweil- und Infozentren. „Die Bibliothek kann ein öffentlicher Ort der Begegnung werden, in dem sogar Geschäftsgespräche in stimulierender Umgebung stattfinden. Auch als Treffpunkt für Schüler und Studenten kann die Bibliothek dienen.“ In diesem Zusammenhang verwies der niederländische Referent auf Konzepte aus Skandinavien: „Dort sind Bibliotheken oft zusammen mit anderen kulturellen Einrichtungen in einer Art ‚Kulturhaus‘ untergebracht.“ Referentin Nienke Sikkema von Biblionet, der Netzwerkorganisatorin der Bibliotheken in Stadt und Provinz Groningen, erläuterte das neue Groninger Bibliothekenkonzept. Weg mit dem Image langweiliger Regale, hin zur Bibliothek mit besonderer Atmosphäre. Ein Konzept, das in der Bibliothek im niederländischen Haren zu einem erstaunlichen Erfolg führte. Dort setzen die Organisatoren auf ein Retailkonzept – die Bibliothek ähnelt also eher einem Geschäft, das seine Produkte anbietet. „Natürlich haben wir dabei auch aus der freien Wirtschaft gelernt. Wir wollen ein Gefühl vermitteln, dass man dazu gehört. Das geht nur mit der richtigen Atmosphäre“, sagte Sikkema. Einen Infotresen am Eingang gibt es nicht mehr. Stattdessen sind Infopunkte

verstreut. Zudem stünden so genannte „Wimmer“ (Wandelnde Info-Mitarbeiter) immer beratend zur Seite. Meinhard Motzko, Diplom-Sozialwissenschaftler aus Bremen, stellte fest, dass Berufstätige kaum die Möglichkeit hätten, eine öffentliche Bibliothek zu besuchen: „Die Öffnungszeiten der meisten Bibliotheken sind mitarbeiterfreundlich, aber nicht zielgruppenfreundlich.“ Auch andere Hindernisse wie Gebühren für die Internetnutzung seien eher aus- statt einladend. Wichtig sei auch zu wissen, wer überhaupt im Einzugsgebiet der Bibliothek wohne. Eine wichtige Zielgruppe, seien Rentner: „Die Seniorenwelt steht vor einer Revolution. Ich werde jedenfalls keinen Tanztee für Senioren besuchen. Die Bibliotheken brauchen für mich und meine Altersgenossen ansprechende Konzepte.“ Antje Hamer-Hümmling, Leiterin der Leeraner Stadtbibliothek Leer, zog ein positives Fazit der Veranstaltung: „Der Bibliothekentag brachte auch in

diesem Jahr wieder viele neue Ideen. Ich weiß jetzt, dass wir die Internet-Gebühren bei uns im Haus abschaffen werden.“ Auch Eske Weers, EDR-Organisatorin des Bibliothekentags, war zufrieden: „Unser Konzept mit den Workshops wurde wieder sehr gut angenommen. Es gab viele interessante Diskussionen. Die Bibliotheken sind im Wandel und das war bei diesem Bibliothekentag besonders spürbar.“

Annemarie Waalkens van het adviesbureau “Ter Sprake” lichtte in haar workshop de nieuwe taken van de bibliotheekmedewerkers toe.

Annemarie Waalkens vom Beratungsbüro „Ter Sprake“ erläuterte in ihrem Workshop die neuen Aufgaben für das Bibliothekspersonal.

Meinhard Motzko, sociaal wetenschapper uit Duitsland.

Diplom-Sozialwissenschaftler Meinhard Motzko.

Page 12: Grenzenlos 4-2011

Grenzeloos

1�

Majeur project “MariTIM”

Samen onderzoeken voor de schepen van morgenedr Leer. In het maritieme competentiecentrum (MARIKO) te Leer was in november logischerwijs de aftrap voor het grensoverschrijdende majeure INTERREG IV A-project “MariTIM”. 50 deelnemers uit 27 maritieme bedrijven en wetenschappelijke instellingen aan weerszijden van de grens kwamen bijeen om hun samenwerking voor de komende drie jaar schriftelijk vast te leggen. Lead partner is de Landkreis Leer, die hiervoor nauw samenwerkt met het TechnologieCentrum Noord-Nederland (TCNN) uit Groningen. Dieter Schröer, Geschäftsführer van het MARIKO en coördinator van het project benadrukte de betekenis van de samenwerking: “De maritieme branche is aan beide kanten van de grens buitengewoon belangrijk. Door juist op het gebied van maritieme innovatie nauwer samen te gaan werken zullen wij de maritieme economie samen nog meer kunnen ondersteunen.” De afkorting “MariTIM” staat voor“Maritime Technologien und Innovationen – Modellregion Deutschland/Niederlande” (NL: “Maritieme Technologieën en innovaties – voorbeeldregio

Duitsland/Nederland). Het accent van de technologische samenwerking ligt op de ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke aandrijvingsystemen voor de schepen van morgen. Het is concreet de bedoeling om windondersteunde hybride scheepsaandrijvingen te ontwikkelen. Verder moeten de voorwaarden onderzocht worden, die ruim baan kunnen geven aan het inzetten van passagiersschepen, die met vloeibaar gas worden aangedreven, vooral in ecologisch gevoelige gebieden. Een ander accent is de ontwikkeling van motoriseringsconcepten voor het Europese binnenschip van de toekomst. Verdere doelen zijn het uitwisselen van ervaring, het opzetten van grensoverschrijdende maritieme structuren, evenals het creëren van een kennisnetwerk van maritieme instellingen en hogescholen in het Nederlands-Duitse grensgebied. “In een Europa van de regio’s moeten wij ons tegenwoordig in toenemende mate concentreren op onze specifieke sterke punten.

Te denken valt aan de maritieme bedrijvigheid, met name als wij daarbij nog een blik werpen over de grens”, aldus Bernhard Bramlage, voorzitter van de EDR. Het project heeft een volume van in totaal 8,7 miljoen euro. De provincies en de ministeries van Economische Zaken van Nederland en de deelstaten Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen zijn betrokken bij het project. Deze partners dragen samen met de Europese Unie alleen al 5,2 miljoen euro als ondersteuning bij middels het INTERREG IV A-programma. 3,5 miljoen euro is afkomstig van het maritieme bedrijfsleven. “Met het project MariTIM is het gelukt om een uniek grensoverschrijdend maritiem competentiepartnerschap op Europees niveau in het leven te roepen”, vulde Hermann Wessels, hoofd INTERREG bij de EDR, aan. In het voorjaar van 2012 is er een belangrijke conferentie gepland over de Nederlands-Duitse maritieme samenwerking.

Het maritieme competentiecentrum (MARIKO) in Leer.

Das Maritime Kompetenzzentrum (MARIKO) in Leer.

De projectcoördinatoren van “MariTIM” (v.l.n.r.): Leo van der Burg (coördinator LNG Passenger Vessel, TCNN), Michael Vahs (coördinator Wind Hybrid Coaster, Hochschule Emden-Leer), Arno Gielen (contactpersoon Nederland, directeur van TCNN), Dieter Schröer (Geschäftsführer van het MARIKO), Bram Kruyt (coördinator Binnenschip 2020, directeur Wärtsilä Netherlands) alsmede Freek Goeree en Armin Gallinat (beide EDR-INTERREG-programmamanagement).

Page 13: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

1�

Majeures INTERREG-Projekt „MariTIM“

Gemeinsam forschen für die Schiffe von morgenedr Leer. Im Maritimen Kompetenzzentrum (MARIKO) in Leer fiel im November der Startschuss für das grenzübergreifende majeure INTERREG IV A-Projekt „MariTIM“.50 Teilnehmer aus 27 maritimen Unternehmen und wissenschaftlichen Einrichtungen beiderseits der Grenze kamen zusammen, um ihre Kooperation für die nächsten drei Jahre festzuschreiben.Lead Partner ist der Landkreis Leer, der hiereng mit dem TechnologieCentrum Noord-Nederland (TCNN) aus Groningen zusammenarbeitet.Dieter Schröer, Geschäftsführer des MARIKO und Gesamtkoordinator des Projektes unterstrich die Tragweite der Zusammenarbeit: „Die maritime Branche besitzt auf beiden Seiten der Grenze eine herausragende Bedeutung. Durch eine noch engere Zusammenarbeit gerade im Bereich maritimer Innovationen werden wir die maritime Wirtschaft gemeinsam noch stärker unterstützen können.“Das Kürzel „MariTIM“ steht für „Maritime Technologien und Innovationen – Modellregion Deutschland/Niederlande“. Der Schwerpunkt der technologischen Zusammenarbeit liegt auf der Entwicklung innovativer, umweltverträglicher Schiffsantriebssysteme für die Schiffe von morgen. Konkret ist geplant, windunterstützte Schiffshybridantriebe zu entwickeln. Ferner sollen die Voraussetzungen untersucht werden, die den Weg frei machen könnten für den Einsatz von Flüssiggasantrieb in der Fahrgastschifffahrt in ökologisch sensiblen Gebieten. Ein weiterer Schwerpunkt soll die Entwicklung neuer Motorisierungskonzepte für das europäische Binnenschiff der Zukunft sein.

Erfahrungsaustausch, Aufbau grenzübergreifender maritimer Strukturen und das Knüpfen eines Wissensnetzwerks von maritimen Instituten und Hochschulen im erweiterten deutsch-niederländischen Grenzraum sind weitere Ziele. „In einem Europa der Regionen müssen wir uns heute zunehmend auf unsere besonderen Stärken konzentrieren. Dazu zählt die maritime Wirtschaft, insbesondere wenn wir dabei noch über die Grenze blicken“, so EDR-Vorsitzender Bernhard Bramlage.Das Projekt hat ein Volumen von insgesamt 8,7 Millionen Euro. Beteiligt sind die niederländischen Provinzen sowie die Wirtschaftsministerien der Niederlande, Niedersachsens und Nordrhein-Westfalens. Allein 5,2 Millionen Euro steuern die Partner zusammen mit der Europäischen Union über das INTERREG IV A-Programm als Förderung bei. 3,5 Millionen Euro kommen aus der maritimen Wirtschaft. „Mit dem Projekt MariTIM ist es gelungen, eine einzigartige grenzübergreifende

maritime Kompetenzpartnerschaft auf europäischem Niveau ins Leben zu rufen“, ergänzte Hermann Wessels, INTERREG-Geschäftsführer bei der EDR. Im Frühjahr 2012 ist eine hochrangige Konferenz zur deutsch-niederländischen maritimen Zusammenarbeit geplant.

Die Projektkoordinatoren von MariTIM (von links): Leo van der Burg (Koordinator LNG Passenger Vessel, TCNN), Prof. Michael Vahs (Koordinator Wind Hybrid Coaster, Hochschule Emden-Leer), Arno Gielen (Kontaktstelle Niederlande, Direktor TCNN), Dieter Schröer (MARIKO-Geschäftsführer), Bram Kruyt (Koordinator Binnenschiff 2020, Direktor Wärtsilä Netherlands), Freek Goeree, Armin Gallinat (beide EDR-INTERREG-Programmmanagement)

Het project “MariTIM” staat voor innovatie in de scheepsbouw.

Das Projekt „MariTIM“ sorgt für Innovationen im Schiffbau.

Page 14: Grenzenlos 4-2011

Grenzenlos

1�

Grenzeloos

1�

INTERREG-project “EurSafety Health-Net”

De strijd tegenziektekiemen edr Groningen. Hoe bescherm ik me tegen levensgevaar-lijke infecties? Welk ziekenhuis is veilig? Deze vragen stel-len patiënten zich naar aanleiding van veel meldingen over gevaarlijke infecties. Het antwoord hierop geeft de “Eur-Safety Health-Net”-kwaliteitskring in het Nederlands-Duit-se grensgebied. Meer dan 120 ziekenhuizen en verpleeghui-zen in het grensgebied streven naar het verkrijgen van het “EurSafety”-kwaliteitscertificaat voor infectiebescherming. 70 van hen hebben het keurmerk al verkregen. Daarmee tonen zij aan, dat zij voldoen aan de hoge kwaliteitsnormen ter bescherming van patiënten tegen infecties. Voor patiën-ten van beide kanten van de grens is dit keurmerk van de kwaliteitskring goed zichtbaar, zowel op de website als bij de ingang van de betreffende zorginstelling. Deze en andere resultaten van het INTERREG IV A-project “EurSafety Health-Net” werden in december in het kader van een Nederlands-Duits symposium in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) gepresenteerd. Ook Karel Groen, directeur van de EDR, presenteerde tijdens deze bijeenkomst concrete voorbeelden van grensover-schrijdende samenwerking in de gezondheidssector.

In een grenzeloos Europa steken niet alleen mensen, dieren en goederen de grens over, maar mét hen ook gevaarlijke ziekteverwekkers. Dit hebben infectie-uitbraken met EHEC en ESBL bewezen. “Daarom moeten wij met onze buur-landen samenwerken. Samen beschermen wij mensenle-vens”, zegt professor. Dr. Alex W. Friedrich, projectleider van “EurSafety Health-Net” en hoofd van de afdeling Me-dische Microbiologie in het UMCG. De dit jaar aangenomen Europese patiëntenrichtlijn zet de deur nog wijder open voor grensoverschrijdende pa-tiëntenzorg. “De toenemende mobiliteit van patiënten en medisch personeel maakt grensoverschrijdende netwerken zoals ‘EurSafety Health-Net’ dringend noodzakelijk. De kwaliteit van zorg moet aan beide kanten van de grens im-mers even hoog zijn”, aldus Friedrich.Intussen werken zo’n 900 Nederlandse en Duitse experts van ziekenhuizen, GGD’s, microbiologische afdelingen, verpleeghuizen en artsenpraktijken samen binnen het net-werk. “Wij coördineren de aanpak van de infectiepreven-tie, zorgen voor efficiënte communicatie, optimaliseren de inzet van antibiotica, ontwikkelen gezamenlijke strategieën voor patiëntenveiligheid en voeren opleidings- en bijscho-lingsmaatregelen door”, aldus Friedrich. Het UMCG betrekt in zijn rol als lead partner ook zie-kenhuizen en verpleeghuizen in het gebied van de Eems Dollard Regio bij het project. Bij 33 ziekenhuizen uit het EDR-gebied werden in één actieweek alle ruim 5.000 opgenomen patiënten op MRSA (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus) getest. De resultaten worden nu gebruikt, om patiënten met MRSA tegen een infectie te beschermen en aanbevelingen voor screening met de gehele regio af te stemmen. “Want alleen als alle zieken-huizen dezelfde risicogroepen testen, kan de verspreiding van MRSA op middellange termijn worden tegengegaan”, benadrukt Friedrich. De laatste tijd blijkt het voorkomen van MRSA in Duitse ziekenhuizen zich op een gemiddeld niveau te stabilise-ren. Desondanks blijkt dat de prevalentie in buurlanden (Nederland en Denemarken) tot 20 keer lager blijft. In Nederland ligt dit aandeel al jarenlang stabiel op één tot drie procent.

Projectleider pro-fessor Dr. Alex W. Friedrich was in december ook te gast bij de EDR-Raad, om het INTERREG IV A-project “EurSafety Health-Net” te pre-senteren.

Aan dit kwaliteitskeurmerk herkent de patiënt de gecertificeerde zieken-huizen en verpleeghuizen.

An diesem Qualitätssiegel erkennt der Patient die zertifizierten Kranken-häuser und Pflegeeinrichtungen.

Page 15: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

1�

Gre

nzen

los

1�

INTERREG-Projekt „EurSafety Health-net“

Keimen denKampf ansagenedr Groningen. Wie schütze ich mich vor lebensgefähr-lichen Infektionen? Welches Krankenhaus ist sicher? Das sind Fragen, die sich Patienten aufgrund vieler Meldungen über gefährliche Infektionen stellen. Antworten bietet im deutsch-niederländischen Grenzgebiet der Qualitätsverbund EurSafety Health-net. Mehr als 120 grenznahe Krankenhäu-ser und Pflegeeinrichtungen streben mittlerweile das Eur-Safety-Qualitätssiegl für Infektionsschutz an, 70 haben die Siegel bereits erhalten. Damit zeigen sie, dass sie hohe Qua-litätsziele zum Schutz der Patienten vor Infektionen erfüllen. Für Patienten beiderseits der Grenze ist dies am Zertifikat des Qualitätsverbundes erkennbar, das auf der Webseite und am Eingang der teilnehmenden Krankenhäuser sichtbar ist. Diese und weitere Ergebnisse des INTERREG-Projekts EurSafety Health-net wurden im Dezember im Rahmen eines deutsch-niederländischen Symposiums im Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) erörtert, bei dem auch EDR-Geschäftsführer Karel Groen konkrete Beispiele grenzübergreifender Kooperation im Gesundheitssektor vorstellte.In einem offenen Europa bewegen sich nicht nur Menschen, Tiere und Waren über die Grenzen - sondern mit ihnen auch gefährliche Krankheitserreger. Das haben Infektionsausbrü-che wie EHEC und ESBL bewiesen. „Darum müssen wir mit unseren Nachbarländern zusammenarbeiten. Gemein-sam schützen wir die Menschen”, sagt Professor Dr. Alex W. Friedrich, Projektleiter von EurSafety Health-net und Leiter der Abteilung Mikrobiologie und Krankenhaushygiene am UMCG. Die in diesem Jahr verabschiedete Europäische Patienten-richtlinie öffnet die Türen für grenzübergreifende Behand-lungen noch weiter als bisher. „Die zunehmende Mobilität von Patienten und medizinischem Personal macht grenzü-bergreifende Netzwerke wie EurSafety Health-net dringend erforderlich, denn die Versorgungsqualität muss auf beiden

Seiten der Grenze gleich hoch sein“, erklärt Friedrich. Inzwischen seien etwa 900 deutsche und niederländische Fachleute aus Krankenhäusern, Gesundheitsämtern, Hygi-ene-Abteilungen, Pflegeheimen sowie Arztpraxen an dem Netzwerk beteiligt. „Wir koordinieren die Vorgehensweisen im Infektionsschutz, sorgen für effiziente Kommunikation, verbessern den Antibiotika-Einsatz, entwickeln gemein-same Strategien zum Schutz der Patienten und führen Aus- und Weiterbildungsmaßnahmen durch“, so Friedrich. Das UMCG bezieht in seiner Rolle als Lead Partner auch die Krankenhäuser und Pflegeeinrichtungen im Gebiet der Ems Dollart Region in das Projekt mit ein. In den 33 deut-schen Krankenhäusern im EDR-Gebiet wurden in einer Aktionswoche alle rund 5.000 aufgenommenen Patienten auf MRSA (Methicillin-resistente Staphylococcus aureus) getestet. Die Ergebnisse werden nun verwendet, um Pati-enten mit MRSA vor einer Infektion zu schützen und die Screeningempfehlung der gesamten Region abzustimmen. „Denn nur, wenn alle Krankenhäuser die gleichen Risiko-gruppen untersuchen, kann die Ausbreitung von MRSA mittelfristig verhindert werden“, betont Friedrich.In jüngster Zeit zeigt sich in Deutschland eine Stabilisie-rung der MRSA-Rate in Krankenhäusern auf mittlerem Niveau, trotzdem bleiben die Häufigkeitszahlen benach-barter Länder (Niederlande, Dänemark) bis zu zwanzigmal niedriger. In den Niederlanden hält sich der Anteil seit Jah-ren stabil auf ein bis drei Prozent.

Projektleiter Professor Dr. Alex W. Friedrich war im Dezember auch im EDR-Rat zu Gast, um das INTERREG-Projekt „EurSafety Health-net“ vorzustellen.

In december werd er in Groningen een symposium gehouden over het thema. Kijk voor meer info over het project op www.eursafety.eu

Im Dezember fand in Groningen ein Symposium zum Thema statt. Alle Infos zum Projekt gibt es unter www.eursafety.eu

Page 16: Grenzenlos 4-2011

1�

Grenzeloos

1�

Janneke Holwarda (links) met de presentatrices Daniela Saadhoff-Waalkens (directeur LeeWerk-WISA GmbH Leer) en Maud Diemer (manager CMO Groningen; rechts).

Janneke Holwarda (links) mit den Moderatorinnen Daniela Saadhoff-Waalkens (Geschäftsführerin LeeWerk-WISA GmbH Leer) und Maud Diemer (Managerin CMO Groningen; rechts).

Interviewer Karin Boekhoff (rechts) in gesprek met mit Arno Ulrichs en Geert Willem Schulenklopper.

Interviewerin Karin Boekhoff (rechts) im Gespräch mit Arno Ulrichs und Geert Willem Schulenklopper.

Page 17: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

G

renz

enlo

s

1�

INTERREG-Projekt „Federation4Women“

Mehr Erfolg für Unternehmerinnenedr Leer/Winschoten. Wie schaffen es selbstständige deutsche und niederländische Frauen, auch im Nachbarland erfolgreich zu sein? Dieser Frage gingen die Teilnehmerinnen im Herbst bei einer Veranstaltung in Leer auf den Grund. Hilfreich könne es sein, sich einem Unternehmerinnen-Netzwerk anzuschließen, das grenzübergreifend tätig ist und über die nötige Erfahrung verfügt, lautete der Tenor.Ermöglicht wurde die Organisation der Veranstaltung im Rahmen des EDR-INTERREG IV A-Projektes „Federation4Women“.Michael Kläsener, Wirtschaftsförderer des Landkreises Leer, informierte über Angebote des Kreises für Existenzgründer und entsprechende Fördermittel. „Frauen starten oft mit kleineren Ansätzen in eine Selbstständigkeit und müssen sich dann auch noch um die Familie, insbesondere die Betreuung der Kinder, kümmern“, so Kläsener. Insofern würden sie selten in den Genuss von Förderangeboten kommen, die erst bei einer Investitionssumme von 100.000 Euro ansetzen. Die Politik sei gefordert, ein frauenfreundliches Förderprogramm aufzulegen.Arno Ulrichs von der IHK für Ostfriesland und Papenburg sowie Geert Willem Schulenklopper von der Kamer van Koophandel Noord-Nederland informierten über die jeweiligen Angebote ihrer Institutionen. Einmal im Monat finden gemeinsame Sprechstunden in der EDR-Geschäftsstelle in Bad Nieuweschans statt. Ulrichs resümierte bezüglich der unterschiedlichen Herangehensweise von Frauen und Männern bei der Existenzgründung: „Der Markt macht keinen Unterschied zwischen Männern und Frauen.“ Deshalb empfahl er den Frauen, risikobereiter zu werden. Sein niederländischer Kollege stellte fest, dass bislang fast ausschließlich Männer den unternehmerischen Schritt über die Grenze wagen. Aktive Netzwerkarbeit stand bei Beraterin Janneke Holwarda (Tycha Training) im Vordergrund. Sie ließ die Teilnehmerinnen paarweise miteinander erörtern, wie sie voneinander profitieren können. Dabei wurde sehr deutlich, wie hilfreich es sein kann, sich zu vernetzen, mit anderen auszutauschen und dass es gar nicht so schwer ist, auch Sprachbarrieren zu überwinden. Für die aktive Mitarbeit in einem Netzwerk warb auch Tatjana Sormaz, Vorsitzende der niederländischen Vereinigung junger Unternehmer, Jong MKB. Gisela Buss-Schepers, Gründerin des Teemuseums in Leer, zeigte ihren erfolgreichen Berufsweg auf. Ihre Ziele habe sie vor allem durch immer neue Geschäftsideen erreichen können.Das Projekt „Federation4Women“ feierte seinen Abschluss im Dezember in Winschoten. Auch über die Projektlaufzeit hinaus sind weitere Aktivitäten geplant.Infos zum Projekt gibt es unter www.federation4women.eu

INTERREG-project “Federation4Women”

Meer succes voorvrouwelijke ondernemers edr Leer/Winschoten. Hoe krijgen zelfstandige Nederlandse en Duitse vrouwen het voor elkaar om ook in het buurland succesvol te zijn? De deelneemsters aan een bijeenkomst in Leer hielden zich in de herfst bezig met deze vraag. De teneur was dat het nuttig zou kunnen zijn om zich aan te sluiten bij een netwerk voor vrouwelijke ondernemers, dat grensoverschrijdend actief is en over de nodige ervaring beschikt. Het organiseren van de bijeenkomst werd mogelijk in het kader van het EDR-INTERREG IV A-project “Federation4Women”. Michael Kläsener, hoofd afdeling Economische Zaken bij de Landkreis Leer, gaf informatie over het aanbod van de Landkreis voor startende ondernemers en over passende subsidiemiddelen. “Vrouwen beginnen vaak met een kleiner startkapitaal en moeten ook nog zorgen voor het gezin, met name voor de opvang van kinderen”, aldus Kläsener. Wat dat aangaat komen ze zelden in aanmerking voor subsidies, aangezien die pas beginnen bij een investeringsbedrag van 100.000 euro. De politiek moet worden uitgedaagd om te komen met een vrouwvriendelijk subsidieprogramma. Geert Willem Schulenklopper van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland en Arno Ulrichs van de IHK für Ostfriesland und Papenburg gaven informatie over het betreffende aanbod van hun organisatie. Een keer per maand vinden er gezamenlijke spreekuren plaats in het secretariaat van de EDR in Bad Nieuweschans. Ulrichs constateerde met betrekking tot de verschillende aanpak van mannen en vrouwen bij het starten van een onderneming: “De markt maakt geen verschil tussen mannen en vrouwen”. Hij raadde vrouwen dan ook aan om meer risicobereidheid te tonen. Zijn Nederlandse collega stelde vast, dat tot nog toe bijna alleen mannen de stap nemen om aan de andere kant van de grens te ondernemen. Bij adviseur Janneke Holwarda (Tycha Training) stond actief netwerken centraal. Zij liet de deelneemsters in tweetallen met elkaar praten over de manier, waarop zij van elkaar kunnen profiteren. Daarbij werd erg duidelijk hoe nuttig het kan zijn om een netwerk te vormen, ervaring uit te wisselen en dat het helemaal niet zo moeilijk is om taalbarrières te overwinnen. Tatjana Sormaz, voorzitter van Jong MKB (een netwerkvereniging van, voor en door jonge ondernemers), maakte ook reclame voor actief meedoen in een netwerk. Gisela Buss-Schepers, oprichster van het theemuseum in Leer, sprak over haar succesvolle loopbaan. Ze heeft haar doelen steeds met nieuwe ideeën kunnen realiseren. Het project “Federation4Women” werd in december feestelijk afgesloten in Winschoten. Ook na de projectlooptijd staan er echter nog activiteiten op het programma. Kijk voor meer informatie op www.federation4women.eu

Page 18: Grenzenlos 4-2011

Grenzeloos

1�

SmartBot: inzet van robots

Science fiction wordt werkelijkheid edr Osnabrück. Lange tijd waren robots science fiction. Sinds de jaren ’80 veranderde dit beeld. Robots werden in toenemende mate ingezet voor industriële doeleinden. In het Nederlands-Duitse project “SmartBot” moet nu de volgende stap worden gezet. Circa 30 partners uit onder-zoek en bedrijfsleven werken samen in het project van 8,5 miljoen euro, dat in november werd gepresenteerd aan de Fachhochschule Osnabrück. Daarvoor wordt 3,7 miljoen euro aan subsidiegelden be-schikbaar gesteld uit het INTERREG IV A-programma “Deutschland-Nederland”. Het zogenoemde majeure pro-ject wordt administratief begeleid door het INTERREG-programmamanagement van de EDR. Lead partner is het netwerk van wetenschap en bedrijfsleven INCAS3 uit Assen. SmartBot bestaat uit drie deelprojecten. In het deelproject “AgroBot” wordt gewerkt aan robottech-nologie op het gebied van landbouw. Dankzij een kleiner voorafgaand project, dat de EDR ondersteunde met INTER-REG-middelen uit het project “Net(z)werk van de EDR, werd de basis gelegd voor “AgroBot”. Nu kan er worden gewerkt aan de concrete realisering. Binnen twee jaar moet de “Goose Buster” klaar zijn om in de markt gezet te worden. Het betreft een “vogelverschrikkerrobot” die onopval-lend, maar effectief de ganzen ver houdt van

akkers. “Het is een economische oplossing voor het pro-bleem met ganzen”, legde Rob van Haren, projectcoördina-tor van “AgroBot”, uit. Bovendien zijn er plannen voor een hulprobot voor de aardappeloogst. Op lange termijn moet er zelfs een robotnetwerk ontstaan die de volledige oogst van een akker kan overnemen. Een zwerm van kleine robots zou dan onderling communiceren om de gecompliceerde opdrachten uit te voeren. Nu al worden er door de combina-tie van sensortechnologie en robotica verbazingwekkende resultaten behaald. Om iets met de resultaten te doen en ze te verstrekken aan ondernemingen en onderzoeksinstellin-gen, is er een SmartLab in het leven geroepen, in het kader waarvan “kennisdragers” met elkaar in contact worden gebracht. In het tweede deelproject van SmartBot, “SinBot” (Smart Industrial Robotics), gaat het om het ontwikkelen van in-telligente robotnetwerken voor industrieel gebruik. “De huidige fabrieksrobots zijn onflexibel en bijna uitsluitend bruikbaar voor massaproductie”, lichtte Peter Verschut, projectcoördinator van “SinBot”, toe. Het doel is om flexi-bele productieomgevingen te creëren, waarin robots ook complexe arbeidsprocessen kunnen uitvoeren. Vanaf 2012 moeten alvast aanhangers en opleggers voor vrachtwagens uit samengestelde stoffen met behulp van robottechnologie worden geproduceerd. Het derde deelproject van SmartBot, met de naam “Ro-boship”, moet de maritieme sector verder helpen. Om die reden is onder andere ook de Meyer Werft als partner in de boot. “De Meyer Werft heeft het probleem dat enkele gebie-den op hun cruiseschepen maar moeilijk toegankelijk zijn voor mensen – bijvoorbeeld de tanks met ballastwater. Ook daar moeten echter schoonmaakwerkzaamheden worden uitgevoerd en beschermlagen worden aangebracht. Voor het personeel is dat erg moeilijk en vermoeiend“, legde Thomas Vögele van het “Deutsche Forschungszentrum für Künstliche Intelligenz” (DFKI) uit. Het is dan ook een doel om robots te ontwikkelen die dit werk over kunnen nemen. “In het project SmartBot hebben we gerenommeerde part-ners en twee universiteiten aan boord. Ik hoop dan ook dat we er een oplossing voor vinden hoe robots ook in moeilijk begaanbare en krappe ruimtes op schepen flexibel navigeer-baar kunnen zijn”, aldus Vögele. Het bewerkte staal stoort de WiFi-communicatie met robots en daardoor wordt de opdracht bemoeilijkt.

Rob van Haren, coördinator “AgroBot”.

AgroBot-Koordinator Rob van Haren.

De veldrobot “BoniRob” herkent en typeert voor de analyse van het groeiproces inmiddels zelfstandig gewassen. In het project SmartBot moet nu nog ingewikkeldere robottechnologie voor de landbouw worden ontwikkeld .

Der Feldroboter „BoniRob“ erkennt und charakterisiert zur Analyse des Wachstumsverlaufs bereits eigenständig Pflanzen. Im Projekt SmartBot soll nun noch komplexere Roboter-Technologie für die Landwirtschaft entwickelt werden.

Page 19: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

1�

SmartBot: Roboter im Einsatz

Science Fiction wird Wirklichkeit edr Osnabrück. Lange Zeit waren Roboter Science Fiction. Seit den 1980er Jahren wandelte sich das Bild. Roboter wurden vermehrt für industrielle Zwecke eingesetzt. Im deutsch-niederländischen Projekt „SmartBot“ soll jetzt der nächste Schritt gemacht werden. Rund 30 Partner aus Forschung und Wirtschaft arbeiten in dem 8,5-Millionen-Euro-Projekt zusammen, das im November an der Fachhochschule Osnabrück vorgestellt wurde. 3,7 Millionen Euro EU-Fördergelder werden dafür aus dem INTERREG IV A-Programm „Deutschland-Nederland“ zur Verfügung gestellt. Administrativ begleitet wird das so genannte majeure Projekt vom INTERREG-Programmmanagement der EDR. Lead Partner ist das Wissenschafts-Wirtschafts-Netzwerk INCAS3 aus Assen.SmartBot besteht aus drei Unterprojekten. Im Unterprojekt AgroBot wird an Roboter-Technologien für den landwirtschaftlichen Bereich gearbeitet. Dank eines kleineren Vorläuferprojekts, das die EDR mit INTERREG-Mitteln auf dem Projekt EDR-Net(z)werk förderte, wurde für Agrobot schon eine Basis auf den Weg gebracht. Nun kann an der konkreten Umsetzung gearbeitet werden. Bereits in zwei Jahren soll der „Goose Buster“ marktreif sein. Dabei handelt es sich um einen „Vogelscheuchen-Roboter“, der unauffällig, aber effektiv die Gänse vom Feld fernhält. „Das ist eine wirtschaftliche Lösung für das Gänseproblem“, erklärte Rob van Haren, Projektkoordinator von AgroBot. Zudem ist ein Hilfsroboter für die Kartoffelernte geplant. Langfristig soll sogar ein Roboter-Netzwerk entstehen, das die komplette Ernte eines Feldes übernehmen kann. Ein Schwarm von kleinen Robotern soll dann untereinander kommunizieren, um die komplexen Aufgaben zu erledigen. Schon jetzt würden durch die Kombination von Sensortechnik und Robotik erstaunliche Ergebnisse erzielt. Um die Ergebnisse aufzugreifen und zwischen Unternehmen und Forschungseinrichtungen zu

Thomas Vögele van het “Deutsche Forschungszentrum für Künstliche Intelligenz” (DFKI) in Bremen lichtte de plannen voor het deelproject “Roboship” toe.

Thomas Vögele vom Deutschen Forschungszentrum für Künstliche Intelligenz (DFKI) in Bremen erläuterte die Planungen für das Unterprojekt Roboship.

vermitteln, wurde ein SmartLab ins Leben gerufen, in dem die „Wissensträger“ zusammengeführt werden. Im zweiten Unterprojekt von SmartBot, SinBot (Smart Industrial Robotics), geht es um die Entwicklung intelligenter Roboter-Netzwerke für die industrielle Nutzung. „Die heutigen Fabrik-Roboter sind unflexibel und fast ausschließlich auf die Massenproduktion ausgerichtet“, erläuterte Peter Verschut, Projekt-Koordinator von SinBot. Ziel sei, eine flexible und sichere Produktionsumgebungen zu schaffen, in denen Roboter auch komplexe Arbeitsvorgänge erledigen können. Ab 2012 sollen bereits Anhänger und Aufbauten für LKW aus Verbundstoffen mit Hilfe der Roboter-Technologie hergestellt werden.Das dritte SmartBot-Unterprojekt namens Roboship soll der maritimen Wirtschaft weiterhelfen. Daher ist unter anderem auch die Meyer Werft als Partner mit im Boot. Thomas Vögele vom Deutschen Forschungszentrum für Künstliche Intelligenz (DFKI) erklärte: „Die Meyer Werft hat das Problem, dass einige Bereiche auf ihren Kreuzfahrtschiffen für Menschen nur schwer zugänglich sind – zum Beispiel die Ballastwassertanks. Aber auch dort müssen vom Personal schwierige Reinigungsarbeiten und das Auftragen von Schutzbeschichtungen erledigt werden.“ Ziel sei daher die Entwicklung von Robotern, die diese Arbeiten übernehmen

können. „Im Projekt SmartBot haben wir renommierte Partner und zwei Universitäten an Bord. Daher hoffe ich, dass wir eine Lösung finden, wie die Roboter auch in der schwierigen und engen Umgebung auf Schiffen flexibel navigierbar sein können“, so Vögele. Der verbaute Stahl störe die W-Lan-Kommunikation mit den Robotern und erschwere die Aufgabe.

SmartBot-Projektleiterin Hetty Wessel-Smit von INCAS3 aus Assen. Hetty Wessel-Smit, projectleider SmartBot, van INCAS3 uit Assen.

Page 20: Grenzenlos 4-2011

Grenzenlos

�0

21e Nederlands-Duitse EDR-studiedag voor leraren

“Scholen en bedrijven moeten samenwerken” edr Aurich. De krimp zorgt op veel maatschappelijke terreinen voor veranderingen. Er dreigen ook problemen op de arbeids-markt. Er zijn steeds minder jonge vakkrachten. Het aantal jongeren, dat een leer-werktraject gaat volgen, daalt gestaag. Nicole Nanninga bevestigde dit ook in het kader van de 21e EDR-studiedag, die in november plaatsvond in het Europa-haus in Aurich. “Drie jaar geleden hadden wij nog 2000 sol-licitanten voor opleidingsplaatsen. Deze keer waren het er slechts 1500”, aldus Nanninga die bij windmolenproducent ENERCON belast is met opleidingszaken. De kandidaten zijn ook steeds minder goed gekwalificeerd: “We hadden zelfs al eindexamenkandidaten die niet gestructureerd kon-den werken. De ondernemingen moeten dan bijspijkeren”, legde Nanninga uit. Scholieren weten vaak niet welk beroep ze uit willen gaan oefenen. “Ook leraren moeten hier op tijd bij helpen. We hebben echter de indruk dat scholen wakker zijn geworden en het probleem onderkennen. Scholen en bedrijven moe-ten samenwerken.” Beroepsbeurzen op scholen zijn hier-voor een instrument. Scholieren zouden zich ook tijdens stages kunnen oriënteren. De circa 80 deelnemers aan de EDR-studiedag waren het hier mee eens. “Scholieren, die niet weten wat ze willen, zijn ongemotiveerd”, nam een leraar het woord. “Wij vinden het belangrijk om de leer-lingen in de regio te houden”, benadrukte Nils Siemen van de Ems-Achse in zijn workshop “Beroepsinformatie voor scholieren”. Scholieren moeten al vroeg te weten komen welke mogelijkheden er in het gebied van de Eems Dol-lard Regio zijn. Daarbij moet ook grensoverschrijdend

worden gedacht. Volgens Siemen en Nanninga zorgt ook de ontbrekende mobiliteit voor problemen bij het werven van leerlingen. “Er wordt over nagedacht om onderkomens voor deelnemers aan een leer-werktraject op te richten. Bij studenten is dit ten slotte ook gelukt in de vorm van woon-complexen”, zei Siemen. Maar welke rol speelt de leraar eigenlijk bij het voorberei-den op opleiding en beroepsleven? Toine van den Bogaart van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden ging in het kader van de EDR-studiedag dieper in op deze vraag. In het verleden was er met name Amerikaans onderzoek dat zei dat de leraar maar weinig invloed heeft op het leersuc-ces van een scholier. Verschillen qua intelligentie en soci-ale afkomst zouden eerder bepalend zijn. Invloeden die ook Toine van den Boogaart niet ontkent. Hij is echter van me-ning dat de leraar desondanks een belangrijke rol speelt. “15 tot 25 procent van de kwaliteit van de prestaties van scholieren kan verklaard worden door de factor leraar”, aldus de Leeuwardenaar, die zich beroept op recenter on-derzoek. Want de leraar brengt niet alleen leerstof over, maar fungeert ook als “wegwijzer”. Desondanks zouden leraren zelf ook moeten vragen naar het waarom. Volgens Duits onderzoek stagneert de kwaliteit van capaciteiten als het overbrengen van lesstof, het organiseren van lessen en het ontwikkelen van leerstrategieën vanaf het zesde jaar van iemands werkzame tijd als leraar. Theo Jurriens van de Rijksuniversiteit Groningen liet tij-dens zijn workshop “Grenzeloze wetenschap” zien hoe ken-nis levendig kan worden overgebracht. De ‘wetenschapsno-made’, zoals Jurriens zichzelf typeert, toert met een truck door het Nederlands-Duitse grensgebied. In deze truck bevindt zich een laboratorium waarin scholieren verschil-lende experimenten kunnen doen – zo kan er bijvoorbeeld een zonnecel worden nagemaakt.

Er namen circa 80 leraren deel aan de 21e EDR-studiedag.

Onder leiding van Theo Jurriens (2e van links) bouwden de deelnemers aan de EDR-studiedag in de wetenschapstruck een zonnecel na.

Im Wissenschaftstruck bauten die Studientag-Teilnehmer unter Anleitung von Theo Jurriens (2. von links) eine Solarzelle nach.

Page 21: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

�1

21. deutsch-niederländischer EDR-Studientag für Lehrer

„Schulen und Firmen müssen kooperieren“edr Aurich. Der demografische Wandel sorgt für Verän-derungen in vielen gesellschaftlichen Bereichen. Probleme drohen auch dem Arbeitsmarkt. Junge Fachkräfte werden immer weniger. Die Zahl der Jugendlichen, die sich auf Ausbildungsplätze bewerben, nimmt kontinuierlich ab. Das bestätigte auch Nicole Nanninga im Rahmen des 21. EDR-Studientags der im Europahaus in Aurich im No-vember stattfand. „Vor drei Jahren hatten wir noch 2.000 Bewerber auf Ausbildungsplätze. Dieses Mal waren es nur noch 1.500“, so Nanninga, die als Ausbildungsleiterin bei ENERCON tätig ist. Vermehrt zeigen sich auch Mängel in der Qualifikation: „Wir hatten sogar schon Abituri-enten, die keine strukturierte Arbeitsweise gezeigt haben. Die Unternehmen müssen dann nachschulen“, erklärte Nanninga. Ein Problem bei den Schülern sei die fehlende Berufsorien-tierung. „Dabei müssen auch die Lehrer frühzeitig helfen. Wir haben aber das Gefühl, dass die Schulen aufgewacht sind und das Problem erkennen. Schulen und Unternehmen müssen kooperieren.“ Berufsorientierungsmessen in den Schulen seien beispielsweise ein Instrument. Auch über Praktika könnten sich Schüler orientieren. Die rund 80 Teilnehmer des EDR-Studientags stimmten zu. „Schüler, die nicht wissen, was sie wollen, sind unmotiviert“, mel-dete sich ein Lehrer zu Wort. „Für uns ist es wichtig, die Schüler in der Region zu behalten“, betonte Nils Siemen von der Ems-Achse in seinem Workshop „Berufsinformati-onen für Schüler“. Frühzeitig müsse den Schülern deutlich

gemacht werden, welche Möglichkeiten es im Gebiet der Ems Dollart Region gibt. Dabei solle auch grenzübergreifend gedacht werden. Ein anderes Hindernis sorge laut Siemen und Nanninga zudem für Probleme bei der Gewinnung von Auszubildenden – die fehlende Mobilität. „Es gibt Überle-gungen, Ausbildungswohnheime zu etablieren. Die Idee hat bei Studentenwohnheimen schließlich auch gut funktioniert“, sagt Siemen. Doch welche Rolle spielt eigentlich der Lehrer in der Vor-bereitung auf Ausbildung und Berufsleben? Dieser Frage ging Toine van den Bogaart von der Noordelijke Hogeschool Leeuwarden im Rahmen des EDR-Studientags auf den Grund. In der Vergangenheit gab es vor allem amerikanische Studien, die besagten, dass der Lehrer auf den Lernerfolg eines Schülers nur wenig Einfluss habe. Vielmehr würden die Unterschiede in der Intelligenz sowie die soziale Herkunft entscheidend sein. Einflüsse, die auch Toine van den Bogaart nicht verneint. Doch er ist der Meinung, dass der Lehrer trotzdem eine wichtige Rolle spielt. „15 bis 25 Prozent der Qualität der Schülerleistungen kann durch den Faktor Lehrer erklärt werden“, so der Leeuwarder, der sich auf jüngere Studien beruft. Denn der Lehrer sei nicht nur Vermittler von Lehrstoff, sondern auch als „Wegweiser“ gefragt. Trotzdem müssten sich die Lehrer auch hinterfragen. Nach einer deut-schen Studie stagniert die Qualität von Fähigkeiten wie der Vermittlung des Unterrichtsstoffs, der Unterrichtsorganisati-on und dem Entwickeln von Lernstrategien ab dem sechsten Berufsjahr des Lehrers. Wie Wissen lebhaft vermittelt werden kann, zeigte Theo Jurriens von der Rijksuniversiteit Groningen in seinem Workshop „Grenzenlose Wissenschaft“. Der „Wissenschafts-nomade“, wie Jurriens sich selbst bezeichnet, reist mit einem Truck durch das deutsch-niederländische Grenzgebiet. Im Inneren des Trucks befinden sich ein Laboratorium, in dem die Schüler unterschiedliche Experimente machen können – beispielsweise kann das Modell einer Solarzelle nachge-baut werden.

Nicole Nanninga

Rund 80 Lehrer nahmen am 21. EDR-Studientag teil.

Page 22: Grenzenlos 4-2011

��

Grenzenlos

Award werd door EDR in het leven geroepen

“Sail of Papenburg” voor tiende keer uitgereikt edr Brussel. De Cross Border Award “Sail of Papenburg”, de onderscheiding voor excellente grensoverschrijdende samenwerking, is voor de tiende keer uitgereikt door de “Werkgemeenschap van Europese grensgebieden” (WVEG). De Award is de enige Europese onderscheiding voor grensoverschrijdende samenwerking. Hij is in het jaar 2002 door de Eems Dollard Regio (EDR) in Papenburg in het leven geroepen. Naar aanleiding van het jubileum van de Sail – tevens het 40-jarig bestaan van de WVEG – vond de uitreiking van dit jaar onlangs plaats in Brussel, in de residentie van het Comité van de Regio’s (CvdR). Eregast was Mercedes Bresso, president van het CvdR. DeItaliaanse overhandigde de prijs aan de winnaar van de CrossBorder Award van dit jaar, het Öresund Comité uit de Zweeds-Deense grensregio. De Scandinaviërs wisten de jury te over-tuigen met hun project “33 Hindrances, Challenges and Oppor-tunities – the Øresund Model” (“33 hindernissen, uitdagingen en mogelijkheden – het Öresund-model”). De projectpartners uit Zweden en Denemarken hebben in dit project een omvangrijke strategie ontwikkeld om organisatorische en bu-reaucratische hindernissen langs en over de grens te overwinnen en daarmee een grensoverschrijdende arbeidsmarkt te creëren. “Daarbij wordt ook veel waarde gehecht aan de duurzaamheid van politieke samenwerking. Daarmee is gewaarborgd dat de netwerkstructuren om belemmeringen weg te nemen duurzaam behouden blijven”, bena-

drukte Daniel Persson, directeur van het Öresund Comité. “De wil en de reeds begonnen uitvoering van de gezamen-lijke regionale planning van wegen, scholen en veel andere terreinen hebben indruk op ons gemaakt. Deze strategie zal de Deens-Zweedse grensregio extra vooruithelpen op het gebied van economie, arbeidsmarkt, krimp en mobiliteit“, benadrukte Dr. Reinhold Kolck, voorzitter van de Award-jury en voormalig voorzitter van de EDR. “Langs de Neder-lands-Duitse grens zijn we helaas nog niet zo ver”, merkte Kolck kritisch op. Ook dit jaar reikte de jury, die is samengesteld uit vertegen-woordigers van 12 EU-lidstaten, weer een “Special Award” uit. Deze eert kleinere projecten, die mensen bij elkaar brengen. De onderscheiding ging naar de Euroregion Spree-Neiße-Bober aan de Duits-Poolse grens voor het pro-ject “The bridge of Markosice – fire brigades unbounded!” (De brug van Markosice – grenzenloze brandweer!). In dit project werken de vrijwillige brandweren uit de plaatsen Groß Gastrose (Duitsland) en Markosice (Polen) samen. Ze maken deel uit van een totaalconcept in het kader waarvan grensoverschrijdend een rampenbestrijdingssysteem wordt opgezet. De Poolse districten Krosno-Odrzanskie, Zary en de stad Zilona Gora alsmede het district Spree-Neiße en de stad Cottbus aan Duitse kant zijn hierbij betrokken. “Door de grensoverschrijdende samenwerking verbeteren en ver-hogen wij de inzetbereidheid en beschikbaarheid van de brandweercorpsen. Dat is een grote bijdrage aan de geza-menlijke grensregio”, legde Ilona Petrick, directrice van de Euroregion, uit. Mercedes Bresso benadrukte in haar toespraak het belang van grensoverschrijdende samenwerking. “Daardoor wordt Europa nog leefbaarder. Ik kom zelf uit een grensregio en ken ook de belemmeringen die er nog altijd zijn. Het is des te belangrijker om de mogelijkheden van samenwerking te laten zien aan de hand van goede voorbeelden” , aldus de president van het Comité van de Regio’s. In totaal hebben 14 kandidaten uit heel Europa projecten ingediend voor de Cross Border Award “Sail of Papenburg”. “De nominaties – geselecteerd uit honderden projecten – hebben ons dui-delijk gemaakt, dat de mensen in de grensregio er alles aan doen om hun mogelijkheden samen grensoverschrijdend te benutten en de Europese gedachte daarbij in hun leven van alledag te implementeren”, benadrukte Kolck.

Daniel Persson (links), directeur van het het Öresund Comité, nam de Award in ontvangst uit handen van Mercedes Bresso, president van het CvdR. Secretaris-generaal van de WVEG Martín Guillermo Ramírez, de juryvoorzitter Dr. Reinhold Kolck en WVEG-president Karl-Heinz Lambertz feliciteerden.

Daniel Persson (links), Geschäftsführer des Öresund Comittees, nahm den Award aus den Händen von AdR-Präsidentin Mercedes Bresso entgegen. AGEG-Generalsekretär Martín Guillermo Ramírez, der Juryvorsitzende Dr. Reinhold Kolck und AGEG-Präsident Karl-Heinz Lambertz gratulier-ten.

Tevreden gezichten bij de uitreiking in Brussel (v.l.n.r.): Dr. Reinhold Kolck (juryvoorzitter van de Sail), Daniel Persson (directeur van het Öresund Comité), Karl-Heinz Lambertz (WVEG-president), Mercedes Bresso (president Comité van de Regio’s ), Dieter Friese (erepresident van de Euroregion Spree-Neiße-Bober) en Martín Guillermo Ramírez (secretaris-generaal van de WVEG).

Page 23: Grenzenlos 4-2011

Gre

nzen

los

��

Award wurde von der EDR ins Leben gerufen

„Sail of Papenburg“ zumzehnten Mal verliehenedr Brüssel. Bereits zum zehnten Mal wurde die Auszeich-nung für herausragende grenzübergreifende Zusammenar-beit, der Cross Border Award „Sail of Papenburg“, von der Arbeitsgemeinschaft Europäischer Grenzregionen (AGEG) verliehen. Der Award (englisch für Preis) ist die einzige europäische Auszeichnung für grenzübergreifende Koope-ration. Er wurde im Jahr 2002 von der Ems Dollart Region (EDR) in Papenburg ins Leben gerufen. Anlässlich des Sail-Jubiläums – zugleich die 40-Jahr-Feier der AGEG – fand die diesjährige Ehrung kürzlich in Brüssel im Sitz des Ausschusses der Regionen (AdR) statt. Ehrengast war die Präsidentin des AdR Mercedes Bresso. Die Italienerin überreichte den Preis an den diesjährigen Gewinner des Cross Border Awards, das Öresund Comittee aus der schwedisch-dänischen Grenzregion. Die Skandina-vier überzeugten die Jury mit ihrem Projekt „33 Hindrances, Challenges and Opportunities – the Øresund Model“ („33 Hindernisse, Herausforderungen und Möglichkeiten – das Öresund-Modell“).Die Projektpartner aus Schweden und Dänemark entwi-ckelten in diesem Projekte eine umfangreiche Strategie, um organisatorische und bürokratische Hindernisse an und über die Grenze zu überwinden und somit einen grenzübergreifenden Arbeitsmarkt zu schaffen. „Dabei wird auch großer Wert auf die Nachhaltigkeit der poli-tischen Kooperation gelegt. Damit ist sichergestellt, dass die Netzwerkstrukturen zur Beseitigung der Hindernisse dauerhaft erhalten bleiben“, betonte Daniel Persson, Geschäftsführer des Öresund Comittees. „Uns haben der Wille und die bereits begonne Umsetzung für die gemeinsame Regionalplanung von Straßen, Schulen und vielen anderen Bereichen beeindruckt. Die Strategie wird die dänisch-schwedische Grenzregion in den Bereichen Wirtschaft, Arbeitsmarkt, Demographie und Mobilität entscheidend voranbringen“, betonte Dr. Reinhold Kolck, Vorsitzender der Award-Jury und früherer langjähriger Vorsitzender der EDR. „Leider sind wir an der deutsch-

niederländischen Grenze noch nicht so weit“, merkte Kolck kritisch an. Auch in diesem Jahr vergab die Jury, die sich aus Vertretern von 12 EU-Mitgliedsstaaten zusammensetzt, wieder einen „Special Award“. Dieser zeichnet Verdienste von kleineren Projekten aus, die Menschen zusammenbringen. Die Aus-zeichnung ging an die Euroregion Spree-Neiße-Bober an der deutsch-polnischen Grenze für das Projekt „The bridge of Markosice – fire brigades unbounded!” (Die Brücke von Markosice – grenzenlose Feuerwehr!). In diesem Projekt kooperieren die Freiwilligen Feuerwehren aus den Orten Groß Gastrose (Deutschland) und Markosice (Polen). Sie sind Teil eines Gesamtkonzeptes, in dem grenzübergreifend ein Katastrophenschutz-System erarbeitet wird. Beteiligt sind die polnischen Bezirke Krosno-Odrzanskie, Zary und die Stadt Zilona Gora sowie der Bezirk Spree-Neiße und die Stadt Cottbus auf der deutschen Seite. „Durch die grenzübergreifende Kooperation verbessern und erhöhen wir die Einsatzbereitschaft und Verfügbarkeit der Feuerweh-reinheiten. Das ist ein großer Beitrag für die gemeinsamen Grenzregion“, erklärte Ilona Petrick, Geschäftsführerin der Euroregion. Mercedes Bresso betonte in ihrer Rede die Wichtigkeit der grenzübergreifenden Zusammenarbeit. „Damit wird Europa noch lebenswerter. Ich komme selbst aus einer Grenzregion und kenne auch die Hindernisse, die es immer noch gibt. Umso wichtiger ist es, mit guten Beispielen die Möglich-keiten der Kooperation aufzuzeigen“, so die Präsidentin des Ausschusses der Regionen. Insgesamt reichten 14 Bewer-ber aus ganz Europa Projekte für den Cross Border Award „Sail of Papenburg“ ein. „Die Bewerbungen – ausgesucht aus hunderten von Projekten - verdeutlichten uns, dass die Menschen in der Grenzregion alles daran setzen, ihre Mög-lichkeiten grenzübergreifend gemeinsam auszuschöpfen und dabei den europäischen Gedanken in ihren Alltag einbrin-gen“, betonte Kolck.

Cross Border Award “Sail of Papenburg”

Cross Border Award „Sail of Papenburg“

Zufriedene Gesichter bei der Ehrung in Brüssel (von links): Dr. Rein-hold Kolck (Sail-Juryvorsitzender), Daniel Persson (Geschäftsführer des Öresund Comittees), Karl-Heinz Lambertz (AGEG-Präsident), Mercedes Bresso (Präsidentin Ausschuss der Regionen), Dieter Friese (Ehrenpräsi-dent der Euroregion Spree-Neiße-Bober) und Martín Guillermo Ramírez (AGEG-Generalsekretär).

Page 24: Grenzenlos 4-2011

Colofon

„Grenzeloos“ verschijnt tweetalig en wordtin het gehele EDR-gebied gratis verspreid.Het is het offi ciële mededelingenblad van

het grensoverschrijdend OpenbaarLichaam Eems Dollard Regio (EDR).

Foto‘s:EDR, Hochschule Osnabrück, Dieter Poschmann/pixelio.de,

UMCG, Deborah Roffel

Redactie:Karin Eden, Hinrich Kuper, Mario Rauch

Jeannine Boomker

Druk:Druckerei und Verlag Sollermann, Leer

Impressum

„Grenzenlos“ erscheint zweisprachig undwird im gesamten EDR-Gebiet kostenlosverteilt. Es ist offi zielles Mitteilungsblattdes grenzübergreifenden ZweckverbandesEms Dollart Region (EDR).

Fotos:EDR, Hochschule Osnabrück, Dieter Poschmann/pixelio.de, UMCG, Deborah Roffel

Redaktion:Karin Eden, Hinrich Kuper, Mario RauchJeannine Boomker

Druck:Druckerei und Verlag Sollermann, Leer

Ems Dollart RegionPostfach 120226828 BundeTel.: 0031 597 521510Fax: 0031 597 [email protected]

Unterstützt durch / Mede mogelijk gemaakt door:

www.deutschland-nederland.eu

Eems Dollard RegioPostbus 43

9693 ZG Bad NieuweschansTel.: 0597 521818Fax: 0597 522511

[email protected]