lisahendrickx2315.files.wordpress.com  · Web view2020. 3. 24. · EEDH – Opdracht Ethisch...

16
EEDH – Opdracht Ethisch Dilemma – Lisa Hendrickx – GOR4B 1 AP Hogeschool – Graduaat Orthopedagogie / Lector; Edward Verschaeren Opdracht Ethisch & Deontologisch Handelen Ethisch Dilemma Opleiding: Graduaat Orthopedagogie Academiejaar: 2019 – 2020 / Sem 1 Voornaam en Naam student; Lisa Hendrickx Klas: GOR4B Voornaam en Naam Lector; Edward Verschaeren

Transcript of lisahendrickx2315.files.wordpress.com  · Web view2020. 3. 24. · EEDH – Opdracht Ethisch...

EEDH – Opdracht Ethisch Dilemma – Lisa Hendrickx – GOR4B

Opdracht Ethisch & Deontologisch Handelen

Ethisch Dilemma

Opleiding: Graduaat Orthopedagogie

Academiejaar: 2019 – 2020 / Sem 1

Voornaam en Naam student; Lisa Hendrickx

Klas: GOR4B

Voornaam en Naam Lector; Edward Verschaeren

Student; Lisa Hendrickx Klas; GOR4B / 2019-2020 - Semester 1

OLOD; Ethisch & Deontologisch Handelen Opdracht ; Ethisch Dilemma

Lector; Edward VerschaerenDatum ; 10/12/2019

EXAMENOPDRACHT ETHISCH & DEONTOLOGISCH HANDELEN(Op 20 punten)

Spoor een ethisch dilemma op waarmee je geconfronteerd wordt of kan worden op je huidige of vorige stage- of werkplek in de orthopedagogische sector.

Deadline inleveren op Digitap: 10 december, 21u.

1. In het eerste deel introduceer je in enkele regels de voorziening en doelgroep waarmee wordt gewerkt. (Op 2 punten)

De Voorziening & De Doelgroep

Ik loop stage bij Het Raster VZW. Het Raster VZW ondersteunt mensen met autisme/ASS met een normale tot hoge begaafdheid en hun omgeving. Het Raster biedt mobiele begeleiding, ambulante begeleiding, groepsbegeleiding, … aan. Maar ook een aantal andere vormen van ondersteuning. Ik sta in het JOVO team, dit is het team voor de Jongeren (15-19 jaar) & Volwassenen (20-65 jaar). De cliënten kunnen zowel bij ons terecht via de NRTH als via de RTH, dit met verschillende hulpvragen (Bv; praktische hulpvragen ivm werk en dagelijks functioneren, hulpvragen mbt het psychisch welzijn, hulpvragen vanuit de context van de cliënt, …). We hebben een dienst waar cliënten naartoe kunnen komen voor gesprekken, maar de meeste begeleidingen gaan bij de cliënt thuis door.

2. Je analyseert hierna via een in de lessenreeks aangereikt theoretisch kader (Janssen, Graste of Liégeois) het dilemma. Je licht het kernprobleem helder toe en volgt de juiste stappen om zo tot een gefundeerde conclusie te komen. (Op 8 punten)

Ethisch Dilemma

Casus;

Kevin is een man van rond de 46 jaar oud. Oorspronkelijk is het zijn zoontje dat bij ons op de dienst is aangemeld, maar momenteel begeleiden we voornamelijk Kevin. Dit met de reden dat we denken dat hij een grote factor heeft in het gedrag van zijn zoontje. Reeds een aantal keer is Lore (begeleidster van Het Raster) bij hem op thuisbezoek geweest, de laatste keer ben ik met haar mee geweest. Dit met de reden dat Kevin signalen geeft die onrustwekkend zijn tav Lore op vlak van grensoverschrijdend gedrag, hij zoekt steeds affectie, geeft ongepaste opmerkingen en de laatste keer had hij kaarsjes aangestoken, romantische muziek opgezet en het licht gedimd om het gezellig te maken. Dit was een signaal voor Lore dat het steeds verder gaat, dit maakt dat ze zich niet meer veilig voelt wanneer zij alleen is in bijzijn van Kevin. Zij heeft dit zelf al eens proberen bespreken met hem, maar dit heeft nog geen effect gehad en zorgt ervoor dat Kevin overstuur geraakt. Ook in vorige begeleidingen met andere diensten is dit reeds voorgevallen, daarbij is de begeleiding uiteindelijk stopgezet. Hij ziet dit zelf niet als een probleem en ontkent dit ook.

Wij willen de begeleiding niet meteen stopzetten, aangezien we dit als een leerproces bij hem willen gebruiken. Maar de situatie moet wel veilig blijven voor ons als hulpverlener. Binnen het team is dit nu een dilemma, in welke mate we hem nabijheid willen bieden maar daarnaast onze veiligheid wel kunnen garanderen en onze professionele grenzen kunnen blijven bewaken. Door met twee te gaan is deze veiligheid al vergroot, maar dit haalt het probleem niet weg.

Theoretisch Kader

Dilemmamethode Graste + Theoretisch Kader van Wieger van Dalen + 5-stappenplan van Janssen

Het stappenplan dat ik als leidraad gebruik is de Dilemmamethode van Graste , daarnaast integreer ik ook delen vanuit het Theoretisch Kader van Wieger van Dalen en vanuit het 5-stappenplan van Janssen wanneer ik de stappen van Graste niet toepasbaar vind of niet volledig vind mbt mijn casus. Door ze allen te gebruiken ontwikkel ik een zelf samengestelde analyse.

Stap 1; Het formuleren van een scherpe samenvatting waar het dilemma om draait.

Wat is er aan de hand ? ; Kevin geeft signalen (kaarsen aansteken, romantische muziek opzetten, steeds praten over zijn aantrekking tot vrouwen, affectie zoeken door knuffel te willen geven,..) tav Lore (thuisbegeleidster) die dit als grensoverschrijdend aanvoelt en hierdoor de begeleidingen onveilig aanvoelen om als begeleidster alleen naartoe te gaan. Echter willen wij de begeleiding met Kevin niet stopzetten hierdoor maar dit maakt wel een dilemma los.

· Is Kevin seksueel gefrustreerd?

· Zou Kevin werkelijk overgaan tot grensoverschrijdend gedrag?

· Heeft Lore snel het gevoel dat bepaald gedrag grensoverschrijdend is?

· Wat zijn de exacte signalen die Kevin geeft waardoor Lore zich niet meer veilig voelt?

· Waaraan weet Lore dat dit ook de reden was waardoor de vorige begeleidingen stopgezet zijn?

· Hoe gaat Kevin zelf om met het thema seksualiteit in zijn dagelijks leven?

· Wat is het onderliggende probleem bij Kevin, waardoor hij dit gedrag stelt?

· Hoe gaat hij om met zijn zoontje?

Twee kanten van het dilemma ;

· Als we dit gedrag zouden negeren, is er dan een kans dat de situatie escaleert?

· Als we de begeleiding stopzetten wordt het probleem niet aangepakt, maar zal het gedrag van Kevin zich dan ook automatisch blijven herhalen?

· Wij willen de begeleiding niet stopzetten, maar kan onze veiligheid wel 100% verzekerd worden?

Morele Vraag ;

· Moeten we dit met Kevin opentrekken en kijken hoe we dit probleem kunnen aanpakken of moeten we de begeleiding toch stopzetten voor onze eigen veiligheid?

· Kunnen we op een andere manier veiligheid inbouwen?

· Is de situatie wel zo onveilig als hoe wij ze zelf aanvoelen?

· Of gaan we de begeleiding als begeleiders zelf anders aanpakken door bijvoorbeeld een man in te zetten in de begeleidingen of met twee als begeleidsters naar het gesprek te gaan?

Intiuïtieve Oordeel ;

· Ik denk zelf dat de begeleiding stopzetten geen goed idee is, dit maakt dat dit probleem zich misschienterug gaat herhalen (zoals reeds gebeurd in het verleden) ?

· Daarnaast is het wel belangrijk om te zorgen dat de situatie voor ons als begeleiders veilig blijft, dus ik denk dat we daarop moeten focussen?

· Kevin geeft zelf aan hier geen problemen mee te hebben, dus het opentrekken gaat alleen discussie opleveren aangezien hij momenteel zelf het probleem niet inziet?

· Wel denk ik zelf dat het goed is om met twee naar de begeleidingen te gaan, zo wordt er toch veiligheid ingebouwd. Indien dit niet mogelijk is kan het ook mogelijk zijn om een man in te zetten in de begeleidingen, dit zou mogelijks de begeleidingen ook kunnen bevorderen maar hoe kan dit praktisch?

Stap 2; Het benoemen van de waarden en normen vanuit de verschillende perspectieven in de situatie.

Hiervoor ga ik stap 2 gebruiken vanuit het 5-stappenplan van Janssen, dit omdat ik hieruit meer kan halen ivm het Ethisch kenprobleem. Ik mis deze vraag in De Dilemmamethode van Graste. De vraag over normen en waarden heb ik reeds hierboven besproken vanuit het Theorethisch Kader van Dalen.

NIEUWE STAP 2; Het Ethische Kernprobleem.

Kevin ziet zijn gedrag zelf niet als een probleem en ontkent dit ook als wij dit met hem willen bespreken, of aangeven hoe zijn gedragingen overkomen. We willen Kevin wel een kans geven om de begeleiding te doen slagen en hem niet af te wijzen omwille van zijn gedrag zoals vroeger reeds gebeurde. Hoe kunnen we Kevin blijven begeleiden op een manier die veilig en constructief is en een professionele vertrouwensband met hem opbouwen om zo de begeleidingen te doen slagen?

Vragen die bij het ethische kernprobleem horen;

· Is het wel verantwoord en veilig genoeg om deze begeleidingen verder te zetten?

· Wat kunnen we het best ondernemen om Kevin te begeleiden waarbij het voor ons als begeleiders ook haalbaar blijft?

· Is het voor ons als vrouwelijke begeleiders nog wel veilig om Kevin te begeleiden?

· Is het geen optie om een mannelijke begeleider op deze casus te zetten ?

· Heeft Kevin een netwerk ? Kan je eens met dit netwerk van Kevin gaan praten omtrent zijn gedrag ?

· Maken jullie afspraken omtrent de begeleiding ?

· Wanneer beslissen jullie om de samenwerking stop te zetten met Kevin ? Wordt dit enkel besloten door de begeleider van Kevin of door het hele team ?

· Hoe voelen jullie dat de veiligheid is vergroot doordat je met 2 opvoeders naar de begeleiding van Kevin gaat ?

· Hoe ging Kevin om met zijn ex-vrouw tijdens zijn relatie met haar toen? Stelde hij toen ook grensoverschrijdend gedrag?

· Is er een onderliggende reden bij Kevin waardoor hij dit gedrag stelt?

· Mist Kevin seksualiteit in zijn leven?

· Wat is het referentiekader van Kevin?

· Wat vindt Kevin zelf van dit onderwerp?

· Zou Kevin zich beter voelen bij een mannelijke begeleider?

· Weet Kevin zelf wat de de maatschappelijke regels/verwachtingen zijn rond een normale relatie en een seksuele relatie en het verschil daartussen?

Welke normen en waarden en deugden spelen in deze vraag een rol? (Vanuit Theorethisch Kader van Dalen) ;

· Seksualiteit : Voor Kevin is seksualiteit een belangrijk thema. Ook binnen deze casus is dit de kern.

Heeft Kevin hier zelf moeite mee waardoor dit thema zo belangrijk is voor hem?

· Wederzijds Vertrouwen : Het is belangrijk voor zowel ons als begeleiders als voor de cliënt dat er een gezonde professionele vertrouwensband opgebouwd kan worden.

Kunnen wij als begeleiders Kevin voldoende vertrouwen in het feit dat hij zeker geen grensoverschrijdend gedrag zou stellen?

· Eerlijkheid/Openheid : Binnne een begeleiding is eerlijkheid heel belangrijk, alleen zo kunnen er problemen aangepakt worden.

Is Kevin wel eerlijk over het feit dat hij zelf echt niet weet waarom de vorige begeleidingen gestopt waren? Durft hij hier niet rechtstreeks open over te zijn omdat hij zich hiervoor schaamt? Moeten wij als begeleiders eerlijk zijn over ons onveilig gevoel wanneer we alleen zijn met hem?

· Affectie : Kevin zoekt affectie door de begeleider een knuffel te willen geven ipv een hand.

Hij vindt zelf dat dit moet kunnen en gewoon een hand geven voelt voor hem als afwijzing. Heeft Kevin zelf te weinig affectie gekregen vroeger/foute hechting gehad, waardoor dit nu zo naar voren komt?

· Veiligheid : Voor ons als begeleiders is dit heel belangrijk, het gevoel hebben van ergens veilig op thuisnbezoek te kunnen gaan en ook gewoon een veilig gevoel te hebben tijdens het gesprek.

Hoe zouden we kunnen zorgen dat het veiliger wordt voor ons als begeleiders?

· Constructiviteit : Als begeleiders vinden wij het belangrijk dat een begeleiding constructief en goed verloopt. We streven naar een begeleidingsdoel dat samen is opgesteld met de cliënt en willen hier naar streven op een veilig, constructieve manier.

Waardoor kunnen we de constructiviteit van de begeleidingen behouden?

Stap 3; Formulering van een oordeel (Wieger van Dalen)

Welke concrete invullingen van de morele uitgangspunten, in termen van de kwestie die aan de orde is, vind je het meest belangrijk? ;

· Veiligheid ; Hoe zouden we kunnen zorgen dat het veiliger wordt voor ons als begeleiders?

Dit vind ik zelf heel belangrijk aangezien dit in deze kwestie toch wel mee aan de basis ligt van het kernprobleem. De begeleiding moet op een veilige manier verder kunnen verlopen.

· Wederzijds Vertrouwen ; Kunnen wij als begeleiders Kevin voldoende vertrouwen in het feit dat hij zeker geen grensoverschrijdend gedrag zou stellen?

Volgend op vorig moreel uitgangspunt is het zeer belangrijk dat er een wederzijds vertrouwen is. Wij moeten Kevin kunnen vertrouwen en ook hij moet ons kunnen vertrouwen zodat het begeleidingsdoel constructief bereikt kan worden.

· Constructiviteit ; Waardoor kunnen we de constructiviteit van de begeleidingen behouden?

De begeleiding moet verder op een constructieve wijze kunnen verlopen zonder dat er zich ongewenste situaties zoals grensoverschrijdend gedrag zouden voordoen. Dit is naar mijn gevoel een belangrijke voorwaarde waar aan voldaan moet kunnen worden in de begeleidingen.

Beantwoord je morele vraag in concrete bewoordingen. ; “Hoe kunnen we Kevin blijven begeleiden op een manier die veilig en constructief is en een professionele vertrouwensband met hem opbouwen om zo de begeleidingen te doen slagen?”

· Zelf denk ik hierbij dat het belangrijk is om allereerst veiligheid in te bouwen, dit doen we nu door met twee begeleiders naar een thuisbezoek te gaan. Op die manier kunnen we op een veilig manier een constructieve professionele vertrouwensband opbouwen, zonder dat hierbij persoonlijke grenzen worden overschreden. Daardoor kan er gewerkt worden aan het uiterlijke doel van de begeleidingen en kunnen we de begeleidingen doen slagen. Daarnaast denk ik zelf wel dat het belangrijk is om het onderwerp van grensoverschrijdend gedrag met hem bespreekbaar te kunnen maken zonder hem te veroordelen of beschuldigen hiervan. Maar eerder door hierover openheid te creeëren en hem hierover open vragen te stellen zonder oordeel.

Stap 4; Reflectie op het oordeel

Heb je aan de gevolgen gedacht, aan dat waartoe je je verplicht voelt, en aan wat voor mens je wilt zijn? ;

· Is een mogelijk gevolg dat de situatie op een bepaald punt toch escaleert en hierdoor veiligheid van ons als begeleiders niet gegarandeerd kan worden?

· Hebben we als hulpverleners niet de plicht om onze veiligheid 100% te kunnen garanderen?

· Door met twee begeleiders te gaan is de kans op grensoverschrijdend gedrag reeds verkleind, maar kunnen we door dat onderwerp verder te negeren wel werken aan de problemen waarvoor de begeleiding in eerste instantie is opgestart?

· Zijn we verplicht om alles te proberen om deze begeleiding wel te doen slagen, aangezien dit al meerdere malen is misgelopen?

· Is het mogelijk dat Kevin zichzelf slecht gaat voelen doordat we met twee begeleiders komen, omdat het mischien lijkt alsof wij reeds zelf de conclusie trekken dat hij anders werkelijk grensoverschrijdend gedrag zou stellen?

· Zou Kevin echt overgaan tot grensoverschrijdend gedrag? Wat zouden hiervan dan signalen kunnen zijn?

· Hoe voelt Kevin zich erbij dat er twee begeleiders mee gaan?

· Wat gaf de doorslag in de vorige begeleidingen dat deze uiteindelijk stopgezet zijn?

· Heeft Kevin ooit al eens grensoverschrijdend gedrag gepleegd?

· Stelt Kevin dit gedrag alleen tegenover begeleiders of ook tegenover zijn netwerk? Waarom wel/niet?

· Wilt Kevin zelf werken aan het thema ‘seksualiteit’?

· Moet het niet eerst aan Kevin gevraagd worden of hij het oké vindt dat er twee begeleiders mee komen?

· Waaraan kan gezien worden dat Kevin zich slecht voelt bij het feit dat er nu twee begeleiders mee komen?

· Moet Kevin niet ingelicht worden over de reden waarom er twee begeleiders mee komen?

· Legt het geen extra druk op als je jezelf als begeleiders verplicht voelt om de begeleiding te doen slagen?

Hoe voel je je bij deze conclusie? ; Ik merk op bij mezelf dat het wat wringt dat, wanneer we met twee begeleiders gaan, het probleem niet opgelost wordt daarmee. En dat Kevin zich hierdoor niet goed gaat voelen en de professionele vertrouwensband opbouwen hier mogelijks door vermoeilijkt wordt. Maar daarnaast denk ik zelf dat het voor ons als begeleiders een plicht is om onze veiligheid binnen begeleidingen te kunnen garanderen. Met twee begeleiders gaan is momenteel de enige mogelijkheid om de begeleidingen op een constructieve manier verder te kunnen zetten.

Mogelijke vragen hierbij;

· Blazen wij als begeleiders dit thema niet te hard op?

· Hoe kan het kernprobleem opgelost worden, zonder dat de professionele vertrouwensband in het gedrang komt?

· Weet Kevin dat het voor de begeleiding niet veilig voelt om alleen op thuisbezoek te komen?

· Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het voor ons als begeleiders niet meer zal aanvoelen als een plicht om de begeleiding te doen slagen?

· Waardoor voel je jezelf als begeleider verplicht om deze begeleiding kost wat kost te doen slagen?

· Interpreteren wij als begeleiders het gedrag van Kevin anders dan dat hij dit bedoelt?

Ga je het ook doen? ; Dit vind ik zelf een heel onduidelijke vraag. Ik heb deze meermaals proberen beantwoorden, maar ik heb hierbij het gevoel dat ik voor een oplossing moet zorgen door te zeggen wat ik zou doen… Ik ga zelf telkens naar oplossingen zoeken hierbij, wat niet de bedoeling is bij deze opdracht.

Stap 5; De morele conclusie (5-stappenplan van Janssen)

Welke handelingsalternatieven zijn er op basis van voorgaande stappen ;

· Is het mogelijk om een mannelijke begeleider in te schakelen voor de verdere begeleiding met Kevin?

In theorie is dit zeker mogelijk. Dit zou alleen verder overlegd moeten worden binnen het team en ook met Kevin zelf.

· Kunnen de gesprekken met Kevin op de dienst doorgaan ipv bij hem thuis?

Dit is zeker mogelijk, alleen heeft Kevin hier door zijn autisme zelf moeite mee. Dit veroorzaakt veel stress en zorgt ervoor dat de begeleiding moeilijker zal verlopen voor hem.

· Op welke manier kunnen we dit onderwerp met Kevin opnemen/bespreken, zonder dat hij zich hierdoor veroordeelt voelt of hierdoor de professionele vertrouwensband aangetast wordt?

Kevin ziet op dit moment zelf niet in dat hij een probleem heeft, dit maakt het moeilijk om hem hierover aan te spreken. Wanneer we dit toch zouden willen opentrekken, zal er op voorhand met het team gekeken moeten worden op welke manier dit kan. Zonder dat Kevin zich hierdoor veroordeelt voelt, of het gevoel heeft dat wij hem beschuldigen.

· Moeten we gewoon met twee begeleiders blijven gaan en dit verder onderwerp negeren?

Dit is mogelijk, maar geen oplossing voor het kernprobleem. Want wat als er eens een begeleidster ziek is? Als tijdelijke oplossing lijkt dit mij zeker mogelijk, maar verder zal er toch gekeken moeten worden naar andere oplossingen die ook het kernprobleem aanpakken.

· Hoe kunnen we Kevin begeleiden binnen zijn seksuele behoeften? Moeten we hier andere, meer gespecialiseerde, diensten voor inschakelen?

Wij zijn een begeleidingsdienst voor mensen met autisme, we zijn dus niet gespecialiseerd in dit soort begeleidingen. Ook denk ik dat wij als vrouwelijke begeleidsters hier niet geschikt voor zijn. Andere diensten kunnen pas ingeschakeld worden nadat Kevin hier zelf akkoord voor heeft gegeven en zijn gedrag ook zelf als problematisch inziet.

· Kunnen we hier op een constructieve manier ruimte voor maken binnen de begeleidingen?

Dit lijkt mij zeker zinvol, maar zoals eerder gezegd moet er dan gekeken worden op welke manier we dit dan zouden aanpakken zonder dat Kevin dit als oordelend of beschuldigend ervaart. Wel lijkt mij dit belangrijk om de verdere begeleiding op een constructieve manier te laten verlopen.

Welk alternatief kies je en op welke gronden?

· Op welke manier kunnen we dit onderwerp met Kevin opnemen/bespreken, zonder dat hij zich hierdoor veroordeelt voelt of hierdoor de professionele vertrouwensband aangetast wordt?

· Kevin ziet op dit moment zelf niet in dat hij een probleem heeft, is het dan nuttig dat wij hem hierover aanspreken?

· Wanneer we dit toch zouden willen opentrekken, moet er dan op voorhand met het team gekeken worden op welke manier dit kan zonder dat Kevin zich hierdoor veroordeelt voelt, of het gevoel heeft dat wij hem beschuldigen?

· Is het voor ons als begeleiders niet sowieso een plicht om deze casus open te trekken in het team?

Ik kies dit alternatief omdat;

· Ik zelf denk dat dit de beste optie is om uit te proberen en hierbinnen de meeste mogelijkheden liggen om het kernprobleem ook aan te pakken en daarnaast wel de veiligheid van ons als begeleiders te garanderen.

· Er sowieso dan eerst met het team bekeken moeten worden hoe dit het beste aangepakt worden. Verschillende ideeën en meningen kunnen dan gedeeld worden.

· Dit onderwerp kan dan stelselmatig bij Kevin bevraagd worden, daarbij denk ik dan voornamelijk vragen zoals; “Wat zie jij als een professionele relatie tussen cliënt en hulpverlener, wat kan/kan niet volgens jou?”, met daarnaast de dingen die wij als hulpverlener hierbinnen zien. Door het autisme van Kevin heeft hij het sowieso moeilijk met sociale regels te begrijpen.

· Zo kan er mogelijk stapsgewijs naar zijn eigen gedrag gereflecteerd worden, hierbij kan dan verder gezocht worden naar technieken/manieren van dit bespreekbaar te maken zonder hem het gevoel te geven veroordeeld te worden of beschuldigd te worden.

· Terwijl toch met twee begeleiders gaan, dit om onze veiligheid wel te kunnen garanderen en ook voor ons eigen gerustheidsgevoel.

Past dit alternatief binnen de eigen mensvisie en levensbeschouwing?

· Gaat Kevin niet sowieso het gevoel hebben dat we hem veroordelen/beschuldigen door dit onderwerp aan te halen?

Naar mijn gevoel niet, aangezien we hierbij ervoor zorgen dat we de professionele vertrouwensband niet schaden, denken aan het gevoel van Kevin en ook rekening gehouden wordt met de belangrijke waarden en normen die reeds besproken zijn.

· Maar is het niet belangrijk dat we hierbij eerst kijken hoe het komt dat Kevin dit zelf niet als probleemgedrag ziet?

· Verleggen we zo het doel van de begeleiding niet te hard?

· Is het wel mogelijk dat wij binnen onze beperkte begeleiding dit probleem kunnen aanpakken?

· Gaat Kevin wel weten waarom we dit onderwerp aanhalen? Is hij zich bewust van wat zijn gedrag met ons als begeleiders doet?

· Maken we zijn vertrouwen niet sowieso stuk door dit onderwerp aan te halen?

3. In het derde deel van de paper kijk je op een kritische manier naar de gestelde ethische situatie én naar mogelijkheden en beperkingen/valkuilen van het gevolgde theoretische model.

Ik vind het sowieso nodig om meerdere stappenplannen door elkaar te gebruiken. Wanneer je met maar één stappenplan zou werken, gaat niet alles even diep bekeken worden. Ook niet alle stappen van maar één stappenplan zijn even geschikt om het hele ethische dilemma te bekijken en bespreken. Door meerdere stappenplannen te gebruiken wordt het vollediger.

Alle stappenplannen hebben een ander soort vraagstelling, met soms ook andere klemtonen op de verschillende vragen. Dit maakt dat er in elke stappenplan andere dingen vanuit het ethische dilemma dieper besproken worden. Hierdoor denk ik wel dat het een valkuil kan zijn dat er eerder eenzijdig over het ethische dilemma nagedacht gaat worden. Sommige vragen vond ik ook heel ingewikkeld, deze heb ik soms eerst moeten ontleden en beter begrijpen alvorens ik ze kon beantwoorden.

De laatste vragen vond ik moeilijk, omdat het kijken naar alternatieven voor mij eerder aanvoelde als zoeken naar een oplossing. Terwijl je wel ethisch moet blijven denken.

Bij de 3de stap van Stap 4 “Ga je dit ook doen?” liep ik vast, ik merkte bij mezelf op dat ik hierbij steeds naar oplossingen ging zoeken voor het probleem ipv ethisch te blijven denken. Daarom heb ik deze vraag bewust losgelaten en ben ik verder gegaan.

4. Je beschrijft jouw competenties en uitdagingen in het werken rond een ethisch dilemma. (Op 3 punten) Mijn grootste uitdaging was ethisch blijven denken zonder reeds naar de best mogelijke oplossing te zoeken. Wij mensen willen vaak meteen een oplossing zoeken voor een probleem. Dit was toch wel een uitdaging om dit niet te doen nu.

Ik vond het niet gemakkelijk om te beginnen aan deze opdracht, eerst begreep ik niet goed hoe we de stappenplannen juist moesten gebruiken. Ik vond veel woorden ook nog heel onduidelijk en deze heb ik dan eerst moeten opzoeken alvorens ik aan de opdracht kon beginnen.

Ik ben blij dat ik verschillende stappenplannen door elkaar mocht gebruiken, dit zorgde ervoor dat ik creatiever ging denken en op veel meer vragen kwam dan wanneer ik aan één stappenplan zou moeten blijven vasthouden.

Doorheen de opdracht werd ik soms onzeker, omdat ik niet zeker was of ik wel voldoende ethisch aan het denken was. Ik had zelf nog nooit van “Ethisch” gehoord en wist ook niet wat dit precies betekende. Ik hoop dat ik op een juiste manier de vragen beantwoord heb. Ik heb ze beantwoord op de manier hoe ik ze zelf had begrepen.

Wel vond ik dit een zeer interessante opdracht! Ik had nog nooit zo lang stilgestaan bij één casus, en hier ook nog niet zo doordacht mee bezig geweest. Door vele vragen te stellen komen er ook meerdere aspecten aan bod die ik normaal nooit zou gezien hebben. Ik kan de hele situatie nu ook meer vanuit verschillende standpunten bekijken. Dit vond ik enorm helpend!

5. In het vijfde en laatste deel van de paper link je drie gekozen deontologische principes uit de cursus aan je praktijkvoorbeeld. Motiveer grondig waarom je deze verbanden kiest en/of pas de principes toe op het dilemma. (Op 4 punten)

1. ‘De Orthopedagoog mag niet ingaan op seksuele en/of agressieve toenaderingen. Evenmin mag de orthopedagoog dergelijke toenaderingen uitlokken of zelf ondernemen.’

Ondanks dat Kevin signalen geeft die mogelijks tot grensoverschrijdend gedrag zouden kunnen leiden, is het belangrijk dat wij als hulpverlener hier een duidelijke grens in trekken en zeker niet op dit gedrag in gaan. Ook al zou hij dit niet als grensoverschrijdend bedoelen, elke seksuele toenadering, op welke manier dan ook, moet begrensd worden door ons als begeleider.

2. ‘De Orthopedagoog weigert een professionele relatie aan te gaan, of verder te zetten, wanneer hij/zij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de uitvoering hem in conflict zal brengen met de deontologische code.’

Wanneer blijkt dat de situatie met Kevin toch te onveilig wordt en de situatie mogelijks zou kunnen escaleren, kunnen wij als begeleiders de beslissing nemen om de begeleiding toch stop te zetten. Ook wanneer wij als begeleiders dit zelf in veronderstelling nemen dat de situatie te onveilig wordt, nog voordat er werkelijke handelingen zijn gebeurd, hebben wij het recht om de beslissing te nemen, op basis van eigen observaties, om de begeleiding met Kevin stop te zetten.

3. ‘De Orthopedagoog bewaakt de eigen persoonlijke integriteit.’

In de begeleiding met Kevin is het belangrijk dat wij als begeleiders onze eigen persoonlijke integriteit bewaken. Zo is het belangrijk dat wij ons gedurende de hele verdere begeleiding zelf veilig, vertrouwend, ongeschonden,… moeten kunnen voelen. We moeten binnen de begeleiding ook onself en oprecht kunnen blijven. Ook moeten we naar onszelf eerlijk kunnen blijven door zelf grenzen te stellen voor ons als persoon.

Bron; Bijlage Deontologische Code Van Vlaamse Vereniging van Orthopedagogen (VVO) / www.vvo.be

1

AP Hogeschool – Graduaat Orthopedagogie / Lector; Edward Verschaeren