Masterplan Paterssite - Waasland · bib. kloostertuin klooster- ... toegankelijke groene ruimte);...
Transcript of Masterplan Paterssite - Waasland · bib. kloostertuin klooster- ... toegankelijke groene ruimte);...
Masterplan PaterssiteSint-Niklaas
Bovenbouw Architectuur
Sweco
CREDITS
Bovenbouw ArchitectuurDirk Somers, Isabel Dedeuraerdere, Bram Van den Brande, Marius Grootveld.
Sweco BelgiumTom De Soete, Bart Steenwegen,
Februari 2016
-1-
1/ inleiding
2 / analyse
3/ uitgangspunten
4/ thema’s
5/ duurzaamheid
6/ uitwerking
7/ communicatieplan
8/ marktonderzoek
9/ bijlagen
Inhoud
-2-
-3-
opdrachtomschrijving
grootstedenbeleid
participatie
traksis
ambitie
1/ inleiding
-4-
Nadat de laatste paters Minderbroeders hun klooster op de paterssite verlieten kocht de stad Sint-Niklaas de site
op als herontwikkelingsgebied. De Paterssite is aangekocht met de steun van de POD Maatschappelijke Integratie
(dienst grootstedenbeleid) en onder de voorwaarden van een contract ‘duurzame stad’.
Het masterplan houdt de toekomstvisie voor de ontwikkeling van de site in en dient als richtinggevend en sturend
basisdocument voor de omvorming van de Paterssite tot een nieuwe aantrekkelijke plek in het centrum van de stad
Sint-Niklaas. Het project zal ontwikkeld worden als een vernieuwend en voorbeeldstellend project voor andere
projecten in de binnenstad.
Op de site staat de Paterskerk (Heilig Hartkerk), het klooster, de kloostertuin, de kloostermuur, de parochiezaal (Zaal
Familia), het vroegere bibliotheekfiliaal, garageboxen en de parking. De Heilig Hartkerk werd onttrokken aan de
eredienst op 1 juli 2014. Momenteel wordt het klooster tijdelijk ingevuld door de Stedelijke Academie voor Muziek,
Woord en Dans.
De bijzondere opdracht voor het masterplan heeft verschillende componenten:
• Het herbestemmen van het religieus erfgoed. De site is opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig
Erfgoed.
• Het vertalen van de strategische en operationele doelstellingen Grootstedenbeleid. Hierbij dienen een 40-tal
wooneenheden geïntegreerd te worden waarvan een deel in een nieuwe of collectieve woonvorm.
• De uitgangspunten van ecopolis als vertrekpunt. De integrale duurzame ontwikkeling vormt een belangrijk
uitgangspunt. Naast duurzaam materiaalgebruik moet ook het autoverkeer op de site zoveel mogelijk worden
beperkt. Het project is geselecteerd als één van de pilootprojecten ‘gemeenschappelijk eco-wonen’ (BBL en
Samenhuizen vzw, 2014-2015).
• De integratie & meerwaarde voor de wijk. Het behouden van een gemeenschapsfunctie in de traditie van de
paters Minderbroeders, zij het seculier, was een uitdrukkelijke wens bij de verkoop van de site. Het binnengebied
moet als een aantrekkelijke publieke ruimte ingericht en opgesteld worden voor de buurt.
• Het formuleren van randvoorwaarden voor ontwikkeling.
• De financiële haalbaarheid & marktconsultatie.
Opdrachtomschrijving
-5-
afb. 1. Vogelperspectief van de Paterssite
afb. 2. Kloostermuur
afb. 4. Schip Paterskerk
afb. 3. Bijgebouwen en sacristie Paterskerk
afb. 5. Paterskerk langs Leopold II - laan
klooster
Paterskerk
zaal Familia
bib
kloostertuin
klooster-
muur
-6-
De Patersite is zoals Sint-Rochus en VTS-site aangekocht met de steun van de POD Maatschappelijke Integratie (dienst
Grootstedenbeleid). De ondersteuning wordt geregeld via het ‘contract duurzame stad’. In dit contract worden een
aantal strategische en operationele doelstellingen vastgelegd voor het project die zullen vertaald moeten worden in
het masterplan voor de site.
De strategische doelstellingen zijn :
1/ De cohesie van de wijk bevorderen via initiatieven die haar identiteit, samenhang, interacties en toegankelijkheid
versterken
• ontwikkeling van site ten gunste van de buurt en de collectiviteit met behoud en versterking van buurtfuncties,
uitbreiding van groen voor stadslandbouw of verblijfsgroen;
• verhogen van het aanbod aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen in het hart van de binnenstad;
• Herbestemming religieus erfgoed;
• Herwaardering geheugenplek in de stad;
• Integratie van de site in het sociale en stedenbouwkundige weefsel van de omgeving (buurtfunctie, publiek
toegankelijke groene ruimte);
• Mogelijke inzet cohousing groep in functie van behoud van de buurtwerking.
Grootstedenbeleid
-7-
2/ Bijdragen tot de verkleining van de ecologische afdruk en de duurzaamheid van de stad.
Integreren van duurzame materialen en energie-efficiëntie met maximaal respect voor het erfgoed;
• Behoud religieus erfgoed voor toekomstige generaties;
• Herbestemming van bestaande gebouwen;
• Verminderen van autoverplaatsingen vanwege de locatie in de binnenstad (op wandelafstand van het station
en een ruim dienstenaanbod) en ontradende ontwerppolitiek ten opzichte van de eigen wagen onderzoeken;
• Voorzien van een collectieve woonvorm;
• Kloostertuin: creatie stadslandbouwproject, verblijfsgroen of open tuin voor de buurt (cfr groenplan);
3/ De uitstraling en de attractiviteit van de stad bevorderen.
• Een voorbeeldproject ontwikkelen;
• Herwaardering van een belangrijke geheugenplek in de stadskern;
• Revalorisatie van bouwkundig erfgoed door renovatie, herbestemming en reïntegratie in het stedelijk weefsel;
• Verhogen van de aantrekkingskracht van de historische kern;
• Vernieuwend wonen op een site met een verhaal;
De operationele doelstellingen zijn:
• verhogen van het aanbod aan woningen in de binnenstad op basis van een gezonde sociale mix;
• onderzoek naar vernieuwende woonvorm op de site;
• maximaal integreren van energiezuinige technieken;
• creatie van publiek toegankelijk groen;
• verhogen doorwaadbaarheid van de stad;
• revalorisatie van het bouwkundig erfgoed door renovatie en herbestemming en re-integratie in het stedelijk
weefsel.
-8-
De Stuurgroep was bij aanvang overtuigd van de meerwaarde van bewonersparticipatie in het ontwerpproces. Het
biedt namelijk een aantal sterke voordelen voor de opdrachtgever en de ontwerper:
1. geeft je inzicht in behoeften van (toekomstige) gebruikers
2. creëert draagvlak voor je ontwerp
3. brengt verschillende partijen bij elkaar
Tijdens de opmaak van het masterplan Paterssite werd de buurt op twee geijkte momenten actief betrokken bij het
proces:
1. De Instuif: ‘een nieuwe toekomst voor de Paterssite’
Bij de start van de studie, na een eerste analyse van de site door de ontwerpers, werden de buurtbewoners op 7
maart 2015 uitgenodigd op een instuif op de site. De eerste voorstellen van de ontwerpers werden getoond. Tegelijk
werd gepeild naar de noden en suggesties van de buurtbewoners voor de ontwikkeling van de site. Er waren ruim 80
mensen aanwezig die werden bevraagd over de toekomst van de kerk, de kerktuin en mogelijke tijdelijke invulling
van de huidige kloostertuin. Er werd ook informatie gegeven over het toekomstig woonprogramma en over de
mobiliteit, vanuit het mobiliteitsplan van het stadsbestuur. Het programma bestond uit een beknopte presentatie
door de ontwerpers, een wandeling over de site en een interactieve infomarkt in de kerk. Het denkproces met de
buurt en de gebruikers leidde tot waardevolle suggesties. Zo werd voorgesteld om de kerkruimte in te richten als
polyvalente, flexibele zaal, afgestemd op het verenigingsleven en de buurt. Ook de organisatie van eerder ‘rustige’
culturele evenementen met toegang tot de kloostertuin kwam uit de gesprekken naar voor. De suggesties en ideeën
werden, rekening houdende met de praktische haalbaarheid en de randvoorwaarden, verwerkt in het ontwerp van
het masterplan.
2. Voorstelling ontwerp masterplan Paterssite
Op 21 juni werd een tweede participatiemoment georganiseerd, waarbij de verwerking van de suggesties uit het
eerste participatiemoment aan de buurtbewoners werd gepresenteerd. Opnieuw bestond de mogelijkheid om
nieuwe suggesties of aanvullingen op het ontwerp te maken. Het tweede participatiemoment luidde ook een nieuwe
periode aan voor de Paterssite, namelijk de publieke ‘opening’ van de ‘opgekuiste’ kloostertuin, het startschot voor
een reeks tijdelijke invullingen van de site. Voor de inrichting van de eerste publieke tuin werden de kinderen uit de
buurt uitgenodigd om mee te bouwen en te knutselen aan speeltoestellen. Aan de kloostermuur werd een banner
uitgerold die de toekomst van de site verbeeldt. De tuin werd daarop ingehuldigd met een sessie capoeira.
Participatie
-9-
afb. 6. Interactief overleg met buurtbewoners tijdens de instuif
afb. 10. Mogelijkheid tot suggesties tijdens ‘Breek de muur’
afb. 8. Interactief overleg met buurtbewoners tijdens de instuif
afb. 11. Buurtbewoners bekijken de nieuwe voorstellen voor de Paterssite
afb. 7. Wandeling over de site tijdens de instuif
afb. 12. De muur wordt opengebroken, een banner verbeeldt de toekomst van de site
afb. 9. Inleiding van de instuif
afb. 13. Kinderen uit de buurt bouwen mee aan de kloostertuin
-10-
In het kader van het grootstedenbeleid en het Klimaatplan van de stad Sint-Niklaas wil de stad zich profileren als
voortrekker van duurzame stadsontwikkeling in Vlaanderen en Europa. Om die ambitie waar te maken wordt in
het Klimaatplan gesteld dat een transitie in ons denken en handelen noodzakelijk is. De stad Sint-Niklaas stelde
daarom voor om parallel aan het ontwerpproces voor de Paterssite een transitie-traject TRAKSIS uit te stippelen
onder begeleiding van VITO.
Het Kenniscentrum Vlaamse Steden kreeg in haar tweede samenwerkingsovereenkomst de opdracht om de
centrumsteden en de VGC te ondersteunen in hun zoektocht naar een meer duurzame stedelijkheid. Het transitie-
concept werd daarbij als een leidraad naar voor geschoven. TRAKSIS is één van de instrumenten waarmee deze
ondersteuning van de steden in hun omslag (of transitie) naar duurzaamheid vorm krijgt.
Steden staan voor de opdracht om hier en nu projecten uit te denken die de stad vooruit helpen, meer leefbaar
maken, meer duurzaam en meer sociaal.
• Hoe begin je daaraan?
• Hoe kan je met die complexiteit toch op een handzame manier omgaan in je projecten?
• Wat en hoe kan je verbeteren aan een project - of het nu loopt of nog moet opgestart worden - om het meer
gericht te maken op stedelijke duurzaamheidstransities?
Met die opgave in het achterhoofd ontwikkelde VITO in 2013 samen met een stuurgroep samengesteld uit
vertegenwoordigers van de centrumsteden en VGC en externe experten een bevattelijk en toegankelijk instrument
dat mensen in de steden daarbij kan ondersteunen. Dat werd TRAKSIS, een actie- en leergericht referentiekader om
projecten te verbreden en te verdiepen in het kader van transitiedenken.
Het referentiekader werd toegepast op de Paterssite onder de vorm van drie werksessies. Deze werksessies boden
de opdrachtgever en ontwerpers een dieper inzicht in het transitiedenken. Dit transitiedenken werd doorgedreven
toegepast op de Paterssite. De resultante van de werksessies zit verwerkt in het masterplan, in het bijzonder onder
het luik duurzaamheid.
Traksis
-11-
-12-
Als ontwerpers koesteren we het exotische. Onze leefomgeving dreigt steeds generieker en uniformer te worden.
Als er dan unieke omgevingen zoals dit klooster ten tonele verschijnen, is de eerste natuurlijke reflex het bijzondere
karakter van deze omgeving maximaal te recupereren. Hoe kunnen we het klooster hernemen of heruitvinden?
Wat is dan een hedendaags, seculier gezinsklooster? Welke typologische, materiële en organisatorische verbanden
bestaan er tussen herbruik en verleden?
Een hedendaags stukje architectuur produceren is relatief eenvoudig. Het is een pak moeilijker om die hedendaagsheid
te kaderen binnen de specificiteit van een klooster. Onze ambitie is om het exotisme dat verscholen zit in het
alledaagse te maximaliseren.
Ambitie
-13-
-14-
-15-
situering
groene enclave
potenties en conflicten
mobiliteit
patrimonium
2/ analyse
-16-
De Paterssite ligt ten noorden van de stadskern, op de grens van de Elisabethwijk met de vernieuwde stationsomgeving.
Het station van Sint - Niklaas ligt letterlijk om de hoek. De Elisabethwijk - ten oosten van het station - werd ontwikkeld
in het interbellum en wordt gekenmerkt door een strakke structuur: een symmetrisch stratenpatroon rond twee
centrale pleinen. Deze wijk is in transitie van burgerlijke hogere en middenklassewijk naar een wijk met ouderen
en nieuwe gezinnen, autochtoon en allochtoon. In de wijk worden een aantal vernieuwingsprojecten voorbereid of
gerealiseerd : Houtwerf, Waaslandia, Stadsfeestzalen, edm.
De site ligt op de hoek van de Leopold II-laan en de Truweelstraat. De Truweelstraat uitlopend, komt men op de Grote
Markt van Sint-Niklaas.
Situering
afb. 14. De Paterssite
afb. 15. Elisabethwijk, gekenmerkt door huizen in art-decostijl
-17-
afb. 16. Ligging van de Paterssite binnen de stadskern en op wandelafstand van het station
afb. 17. Station Sint-Niklaas met de Siniscoop afb. 18. Grote Markt Sint-Niklaas
station
grote markt
Elisabethwijk
Paterssite
-18-
Kloosters, abdijen en zorginstellingen met hun gemeenschappelijke ruimten zijn gaandeweg als enclaves in de stad
ingebouwd. Ze vormen de uitzondering op de consistente bouwblokken afgebakend door straten en pleinen. Vaak
bevatten deze enclaves ruime koeren of groene tuinen die voor extra lucht en licht zorgen in een dichtbegroeid
weefsel.
De dag van vandaag verliezen dergelijke figuren hun oorspronkelijke functie en betekenis en vragen om een nieuwe
invulling.
De Paterssite met zijn kloostertuin langs de Truweelstraat vormt zo’n groen eiland, een groene enclave in het stedelijk
weefsel. En kan als een nieuw verzamelplek voor de buurt functioneren.
Groene enclaves
afb. 19. Groene enclaves in centrum Sint-Niklaas waaronder de Paterssite
-19-
De Paterssite heeft met zijn historisch kader (klooster en kerk) en zijn nabijheid bij het station en het stadcentrum
een belangrijke troef.
Het vormt een unieke plek in de stad Sint-Niklaas. De plek is bijzonder aangezien zijn openheid naar de Truweelstraat
door een inwaarts gerichte bebouwing. De open plek wordt nu half ingevuld door de kloostertuin en half door een
bovengrondse parking. Het wegdenken van de parking en het vergroten van de tuin kan de site omvormen tot een
nieuwe aantrekkelijke plek.
Het klooster en de kerk zijn in de loop van tijd ingekapseld in het stedelijk weefsel wat op sommige plaatsen
confrontaties oplevert. Het klooster heeft zo frontaal zicht op de naburige tuinen van de huizen in de Tabaksstraat.
De site moet een volwaardig deel zijn van de stad. De afgesloten kloostertuin heeft de Paterssite nu een gesloten
indruk. Om de site geen hermetisch geheel te laten, zijn strategische openingen of doorgangen gewenst.
Potenties en conflicten
afb. 20. Potenties en confllicten van de Paterssite
-20-
Een basisvoorwaarde voor een leefbare Paterssite is voorzien in voldoende bereikbaarheid. De toekomstige bewoner
moet op een vlotte manier gebruik kunnen maken van alle faciliteiten die de buurt, de stad en de ruimere omgeving
te bieden hebben. Anderzijds wil het stadsbestuur met een nieuw mobiliteitsplan de verkeerssituatie in Sint-Niklaas
ingrijpend aanpakken. Het doel op lange termijn is een autoluw stadscentrum met nog slechts verkeerscirculatie
per stadswijk. Hieruit blijkt dat initiatieven moeten opgestart worden om op andere manieren dan de auto in
bereikbaarheid voor de bewoners moet voorzien worden.
De ligging van de Paterssite biedt hiertoe heel wat kansen. Het station ligt op een wandelafstand van ongeveer 400m,
de Grote Markt op iets meer dan een kilometer. Kwantitatief kan dus op een vrij eenvoudige manier voldaan worden
aan de basisvereisten voor bereikbaarheid. Kwalitatief is er echter ruimte voor verbetering. Zo is de wandel- of
fietsroute vanaf de Paterssite naar het station weinig uitnodigend. Dat geldt ook voor de wandel- en fietsroute naar
de Grote Markt.
Aan de Paterskerk zijn 2 bushaltes gesitueerd. Ook dit is een potentieel pluspunt voor de toekomstige bewoners. Het
aantal buslijnen dat de halte aandoet en de frequentie van bussen is echter minimaal.
Daarnaast werd door de buurt gesignaleerd dat de Truweelstraat kreunt onder parkeerdruk. Weinig tot geen woningen
beschikken over een eigen garage, waardoor bewoners op de openbare weg parkeren. Ook de parkeerplaatsen die
vandaag op de Paterssite aanwezig zijn, worden druk gebruikt door buurtbewoners.
Mobiliteit
afb. 21. Mobiliteitsplan Sint-Niklaas
-21-
doorwaadbaarheid
siniscoop
centrum
fietsen
stationduurzame mobiliteit
1200 mca. 15 min
150 mca. 6 min
200 mca. 3 min
afb. 22. Patersite, een plek met een hoge mobiliteitscore
-22-
Het patrimonium van de Paterssite bestaat uit de Heilige Hartkerk (Paterskerk), het klooster van de paters
Minderbroeders, de kloostertuin en de kloostermuur langs de Truweelstraat. De Heilig Hartkerk werd onttrokken aan
de eredienst op 1 juli 2014. Tot 1878 was de site in gebruik als kerkhof. De kerk en het klooster werden tussen 1925
en 1927 gebouwd door de paters Minderbroeders in het vooruitzicht van de aanleg van de Elisabethwijk. Wanneer
de Paterskerk het statuut krijgt van parochiekerk in 1961 werd ook een parochiezaal met ruime parking op een groot
deel van de tuin voorzien.
De site is opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed. De kerk en kloostermuur hebben een
beeldbepalende impact op de omgeving. Ook het klooster is een beeldbepalend onderdeel van de site. Vanuit
Onroerend Erfgoed zijn volgende aandachtspunten en randvoorwaarden voor de herontwikkeling vooropgesteld :
• Kerkhof blijft bij voorkeur onaangeroerd. Archeologisch onderzoek is nodig bij uitgravingen.
• Gesloten kloostermuur dient behouden. Opening kan enkel ter hoogte van de vroegere doorgang.
• Grafstenen in de kloostermuur dienen behouden te worden.
• Doordacht ingrepen aan de straatzijde van de kerk zijn enkel mogelijk indien ze voldoende onderbouwd
worden vanuit functionele, esthetische of duurzame overwegingen en mogen de globale opbouw en ritmering
van de kerk niet verstoren.
In het binnengebied is een grotere vrijheid aan ingrepen aan het kerkgebouw aanvaardbaar. Aanbouwen worden bij
voorkeur verwijderd en toegangen kunnen aan de tuinzijde gecreëerd worden.
Patrimonium
afb. 23. Hoofdingang Paterskerk
-23-
afb. 24. Beschermde kloostermuur met achterliggende kloostertuin langs de Truweelstraat
afb. 25. Paterskerk
afb. 26. Koor kerk langs Leopold II - laan
afb. 27. De latere tweede ingang Paterskerk
afb. 28. Beschermde grafzerken in kloostermuur
-24-
Het klooster is een beeldbepalend onderdeel van de site. Toch zijn er hier geen aandachtpunten of randvoorwaarden
vanuit Onroerend Erfgoed opgelegd.
Het behouden van het klooster is een bekommernis maar blijkt na nader onderzoek moeilijk haalbaar. Het klooster
vertoont scheuren, vochtproblemen en zwamvorming. Het kloostergebouw is niet enkel bouwtechnisch zwak maar
is constructief ook moeilijk te wijzigen door een inefficiënte of weinig flexibele indeling (dubbele circulatiegangen,
kleine kamers,...).
De kloostergevels zijn ook niet zo bijzonder en de inplanting tegenover de naburige tuinen van de huizen in de
Tabakstraat zorgwekkend. Vanuit de westelijke vleugel is er rechtstreeks inzicht in de achterliggende tuinen.
Ondanks het voorzien van translucent glas in de ramen door de paters, moeten de ramen geopend worden om de
achterliggende kamers te kunnen verluchten.
Het klooster is echter wel beeldbepalend vanuit zijn morfologie, typologie en materialisatie. Deze vormen dan ook de
referentie voor de nieuwbouw zodat de huidige ‘sfeer’ behouden blijft.
Patrimonium
1. Klooster
afb. 29. Huiszwam in de kloostervleugel
-25-
afb. 30. Bestaande situatie afb. 31. Vogelperspectief op de Paterssite
?
?
??
?
afb. 32. Beschermde straatzijde kerk en muur afb. 33. Flank van de kerk langs Leopold II - laan
afb. 34. Onefficiënte structuur klooster afb. 35. Dubbele circulatie in kloostervleugel
-26-
2. Kerk
Kerken herbestem je niet met een schets. Iedereen voelt aan dat niet het ruimtelijk vernuft primeert in deze opgave.
Een goed herbestemmingsprogramma moet maatschappelijk gedragen zijn, en moet zich betekenisvol kunnen
verhouden tot de schaal en het karakter van een kerkinterieur.
Representatie speelt hier een belangrijke rol. Eenmaal ontwijd, is een kerk nog altijd meer dan een bakstenen hal. Het
gepensioneerde gebouw blijft een publieke rol in het gabarit van de stad claimen. Ze verdient waardig behandeld te
worden, net als de pastoor op rust of de professor op emeritaat. Om de oude kerk nog steeds de hele maatschappij
te laten dienen, lijkt de functie van cultuur -en gemeenschapshuis voor de buurt en het verenigingsleven geschikt.
De kerk wordt langs de kloostertuin ontdaan van de bijbouwen en garages. Enkel de beeldbepalende sacristie met
bovenliggend orgel blijft behouden.
Om plaats te maken voor een veertigtal woningen zal naast het klooster ook het verouderd gebouw met de zaal
Familia en bibfiliaal worden afgebroken.
Patrimonium
afb. 36. Schip van de Paterskerk afb. 37. Sacristi van de Paterskerk
-27-
afb. 38. Gevelaanzichten kloostervleugel afb. 39. Foto van de bestaande kloostervleugels
afb. 40. Conflict ‘lichten en zichten’ op de tuinen afb. 41. Uitzicht vanuit de westelijke kloostervleugel
afb. 42. Te slopen delen
219
273
!!!
!!!
afb. 43. Bijgebouwen langs het schip van de Paterskerk
-28-
-29-
klooster 2.0
delend wonen
drieluik
kloostergangen
rondgang
poort tot de site
open enclave
kruiwagenpad
kerk als gemeenschapszaal
eigen ecosysteem
3/ Uitgangspunten
-30-
Historische monumenten een nieuwe invulling geven is altijd delicaat, zeker als het gebouwen betreft die een stad of
een omgeving sterk typeren.
Als ontwerpers koesteren we het exotische. Onze leefomgeving dreigt steeds generieker en uniformer te worden.
Als er dan unieke omgevingen zoals dit klooster ten tonele verschijnen, is de eerste natuurlijke reflex het bijzondere
karakter van deze omgeving maximaal te recupereren. We willen het klooster hernemen of heruitvinden en zijn
opzoek naar een hedendaags, seculier gezinsklooster. De kloostertypologie met klooster- en wintergangen geordend
rond een gemeenschappelijke ruimte kan de Paterssite een duidelijke identiteit geven.
Klooster 2.0
afb. 44. Referentie Caius Collge te
-31-
afb. 45. Referentie Certosa di Pavia
afb. 46. Referentie Certosa di Pavia
-32-
Collectief wonen en kloosters hebben een natuurlijke verhouding. Kartuizerkloosters zoals dat in Pavia, maar ook de
Vlaamse begijnhoven leveren interessante cases rond delend wonen. Ze zijn de eerste vormen van collectief wonen.
De omgang met de privacygradiënt en de typologische en stedelijke inbedding van dit soort projecten dient als
leidraad voor dit masterplan.
Kloosterwonen is traditioneel ook meer zelfvoorzienend. Voedsel- en energieproductie maken deel uit van het
woonmodel. Specialisatie en rolverdelingen dragen bij aan de efficiëntie van het religieuze wonen. In een hedendaagse
context kunnen groepsaankopen, autodelen, moestuinen, esco’s, afvalwaterbehandeling en logeerkamers een nieuw
gelaat geven aan zelfvoorzienendheid en efficiëntie.
afb. 47. Referentie De Engelse Kerk, begijnhof Amsterdam
Delend Wonen
-33-
Om het bijzondere karakter van deze omgeving maximaal uit te buiten, wordt de kloostertuin terug vergroot. De
veertigtal woningen worden zo rond het besloten binnenhof geschikt waarbij ze allen betrokken worden tot de
publieke tuin. Samen met de gemeenschapskerk vormen ze een entiteit, een duidelijke figuur.
Het masterplan neemt als uitgangspunt dat de drie vleugels (westelijke, oostelijke woonvleugel en de kerk) samen
een drieluik moeten vormen. Hierbij wordt de hoogte van de kroonlijst van de kerk als referentie genomen voor
de kroonlijst van de nieuwe vleugels. De zijvleugels dienen familair uitgewerkt te worden en er dient een analogie
gezocht te worden met de dubbelhoge kerkramen en de verticale steunberen in de nieuwe raamverdeling.
afb. 48. De nieuwe woonvleugels vormen een drieluik met de kerk
afb. 49. Nieuwe woongebouwen rond een hof
Drieluik
-34-
Kloostergangen, wintergangen en varianten hierop als gaanderijen, galerijen, wintertuinen, privéterrassen en porchs
zorgen voor een privacy gradiënt tussen het wonen en het hof.
Een rondgaande gaanderij wordt op de Paterssite niet enkel ingezet als privacy gradiënt maar ook als een verbindend
karakter tussen de verschillende onderdelen. De gaanderij verbindt de kerk als gemeenschapsruimte met beide
woonvleugels en typeert het hof.
Er is onderzoek gedaan naar de identiteit, vorm en afmetingen van de rondgang. Om de Paterssite een niet te
monumentale indruk te geven, kiezen we voor een éénlaagse gaanderij. Om het verbindend karakter genoeg kracht
te geven, wensen we de lage rondgang langs de drie zijden door te trekken. Dit vormt een volgend uitgangspunt.
afb. 50. Rondgang als open publieke passageafb. 51. Referentie Certosa di Pavia, kloostergangen rond hof
Kloostergangen
-35-
afb. 52. Galerijen met verschillende hoogten afb. 53. Referentie Michael Adler
afb. 54. Dubbel hoge gaanderijnen afb. 55. Referentie De Nijl Architecten
afb. 56. Lage rondgang (voorkeur masterplan) afb. 57. Referentie woning Marie -José Van Hee
-36-
De rondgang kan naar gelang het aanpalend programma eerder een passage zijn of juist meer een verblijfsruimte.
Bij het publieke karakter van de kerk wordt de rondgang een luifel voor een terras op het zuiden om te genieten
van de rustige tuin. Bij de gelijkvloerse woningen wordt de rondgang afzonderlijke inkompuien. Bij een collectieve
woonvorm als cohousing wordt de rondgang een droogloop waar hier en daar een bank of stoel kan staan.
afb. 58. Rondgang met verschillende breedtes afb. 59. Rondgang met verschillende karakters
Rondgang
-37-
afb. 60. Gaanderijen, van passage tot verblijzone
afb. 61. Inkompuien afb. 62. Droogloop afb. 63. Zonneluifel
-38-
De Paterssite wordt gekenmerkt door een U-vormige footprint. De kloostertuin sluit deze figuur af langs de
Truweelstraat/ Het zwaartepunt valt nu samen met de aanwezige kerk.
Om de veranderende site te kenmerken, voorzien we een tweede evenwaardig gebouw langs de Truweelstraat.
Beide gebouwen vormen een poort tot de nieuwe publieke site. Het leggen van een evenwaardig accent aan de
Truweelstraat is een uitgangspunt van het masterplan.
afb. 64. Het nieuw kopgebouw aan de Truweelstraat afb. 65. De kerk en het nieuw kopgebouw als poort tot de site
Poort tot de site
-39-
afb. 66. Referentie Militair Hospitaal Antwerpen
-40-
Veel historische kloosters stelden zich gesloten en defensief op. Maar net zo veel religieuze omgevingen waren
ooit draaischijven voor de buurt en de stad: als school, als bibliotheek of als hospitaal. Openheid is een functionele
roeping, maar die openheid mag het unieke ruimtelijke karakter van de site niet deconstrueren.
De stad Sint-Niklaas promoot het doorwaadbaar maken van zijn bouwblokken. Op die manier kan een nieuw
langzaam verkeersnetwerk ontstaan. In de aanpalende nieuwe inbreidingsprojecten (Houtwerf, Bobijnhof,...) zijn
doorsteken voorzien. Verbindingen tussen deze ontwikkelingen en de Paterssite zijn gevraagd en brengen een
nieuwe dynamiek in het gebied.
Open Enclave
N
gede
nkpl
aten
KERK
Truw
eels
traat
Leopold II - laan
afb. 67. Doorwaadbaarheid van de omgeving : realiseren van een fijnmazig langzaam verkeersnetwerk
-41-
Om een short cut naar het station te creëren, maken we de kerk los van de woonvleugel. De koor van de kerk kan een
kenmerkende plek worden en de nieuwe doorgang betekenis geven.
Een publieke tuin is van grote betekenis voor de buurt. De Elisabethwijk is een dichte woonwijk met een gebrek aan
openbaar groen en speelvoorzieningen. Deze buurtbewoners moeten zich hier ook welkom voelen.
In de beschermde kloostermuur langs de Truweelstraat is één plek beschikbaar om een opening te maken zodat
de tuin nog meer zichtbaar en vooral nog beter toegankelijk wordt voor de buurt. Langs de andere zijde van de
kloostermuur creëert een teruggetrokken volume een tweede doorgang.
Ook zou een onverwachte verbinding tussen de Paterssite en de Tabakstraat de bewoners betrekken op de tuin. Deze
woningen hebben kleine privétuinen en kunnen gebaat zijn met naburig openbaar groen.
doorwaadbaarheid
afb. 68. Oude opening in de bestaande kloostermuur terug openen als toegang tot de kloostertuin
gedenkplaten
16.82
!!!
gedenkplaten
16.82
!!!
afb. 69. Vogelperspectief van de verschillende doorgangen
-42-
afb. 70. Positie beeld afb. 71. Zicht in de doorgang langs Truweelstraat
afb. 72. Positie beeld afb. 73. Zicht in de doorgang ‘oude opening’ kloostermuur
afb. 74. Positie beeld afb. 75. Zicht op de koor van de kerk in de Leopold II - laan
X
X
X
-43-
Om de doorsteek tussen de Paterssite en de Tabakstraat mogelijk te maken, voorzien we een kruiwagenpad tussen
de naburige tuinen en de site. De bewoners krijgen via hun tuin toegang tot het publieke hof. Dit kruiwagenpad of
erfdienstbaarheid genereert ook een zeker afstand tussen de nieuwe woonvleugel en de bestaande huizen en tuinen.
Er wordt ook geopperd om een effectieve doorsteek te maken naar de Tabakstraat door het kopen van één of meerdere
aanpalende rijwoningen langs de Tabakstraat.
afb. 76. Kruiwagenpad tussen de tuinen afb. 77. Mogelijke doorsteek naar de Tabakstraat
gede
nkpl
aten
870
17.69
219
273
!!!
!!!
870
17.69
219
273
!!!
!!!
Kruiwagenpad
-44-
Bij de verkoop van de site bedongen de paters in de notariële akte dat er ook een gemeenschapsgerichte functie
behouden moest blijven, dit werd tot heden ingevuld door de druk gebruikte Zaal Familia. De zaal Familia is als
parochiezaal later aan de parochiekerk toegevoegd. Familia zal tot 1991 blijven bestaan als een “parochiaal café”.
Klassieke katholieke verenigingen als de KWB en de KAV vinden er hun thuis, maar ook bijvoorbeeld WTC Kontakt
en de liefhebbers-voetballers Familia (vandaag eendracht Familia).
Het programma van de zaal Familia moet integraal behuisd worden door de nieuwe gemeenschapsruimte.
De zaal Familia bestaat uit 3 verschillende zalen :
• De grote feestzaal of polyvalente ruimte voor 110 personen
• Het café voor 60 personen
• De vergaderzaal voor 30 personen
Kerk als gemeenschapszaal
afb. 78. Zaal Familia, foto van de grote zaal afb. 79. Foto van het schip van de Paterskerk
-45-
De omvang van de Paterskerk is voldoende om het volledige programma van zaal Familia te integreren.
De kerk (samen met de Sacristie en de bovenliggende orgelzaal) biedt ruimte voor 4 zalen :
• De grote feestzaal in het schip van de kerk (min. 110 personen)
• Het café in de koor van de kerk (min. 60 personen)
• De tuinzaal in de oude Sacristie
• De vergaderzaal in de bovenliggende orgelzaal (min. 30 personen)
We wensen het schip van de kerk niet op te delen maar de mooie ruime zaal in zijn grandeur te laten.
afb. 80. Programma op de kerk ‘leggen’ afb. 81. Programma ingevuld in de kerk
feestzaal207m
2
podium35m
2
wc
eet-ruim
te29m
2
bar +keuken33m
2
cv
wc
wc
hall
fees
tzaa
l/caf
é80
m2
bar
keuk
en
berg
ing
vest
iaire
hall
podi
um35
m2
eet-
ruim
te29
m2
wc
wc
vest
iaire
berg
ing
bar +
keuk
en33
m2
cv
fees
tzaa
l20
7m2
fees
tzaa
l/caf
é80
m2
bar
keuk
en
berging voor de polyvalente zaalen podium
vestaire IIvestaire
bar - keuken
sanitair
fietsenbezoekers
bar
café64pers
polyvalente zaal140pers
koffiehuis50pers
podium
helling
afb. 82. Plan van de zaal Familia afb. 83. Verplaatsen van de zalen naar kerk?
feestzaal207m
2
podium35m
2
wc
eet-ruim
te29m
2
bar +keuken33m
2
cv
wc
wc
hall
fees
tzaa
l/caf
é80
m2
bar
keuk
en
berg
ing
vest
iaire
hall
-46-