METERS MAKEN VOOR HET KLIMAAT - Duurzaam nieuws voor … · DUURZAME RENOVATIE DELTAPLAN DUURZAME...

25
EDITIE 2017/2018 IN DIT NUMMER: GROENE INITIATIEVEN, INSPIRERENDE INTERVIEWS, ADVIES VAN DUURZAME KOPLOPERS, TIPS OM MEER METERS TE MAKEN METERS MAKEN VOOR HET KLIMAAT FUTURE GREEN LEADERS IN GESPREK MET JAN TERLOUW WAT JAN PETER BALKENENDE EN KITTY VAN DER HEIJDEN VAN ELKAAR WILLEN WETEN IN DE LEER BIJ TOPSCHEIDSRECHTER EN ONDERNEMER BJÖRN KUIPERS ED NIJPELS ZIJN PLEIDOOI VOOR ENERGIEBESPARING #TOEKOMSTSTOEL Dit is een uitgave van (onderdeel van World Green Building Council) HÉT MAGAZINE OVER EEN DUURZAAM GEBOUWDE OMGEVING

Transcript of METERS MAKEN VOOR HET KLIMAAT - Duurzaam nieuws voor … · DUURZAME RENOVATIE DELTAPLAN DUURZAME...

EDITIE 2017/2018

IN DIT NUMMER:GROENE INITIATIEVEN, INSPIRERENDE INTERVIEWS, ADVIES VAN DUURZAME KOPLOPERS, TIPS OM MEER METERS TE MAKEN

METERS MAKEN VOOR HET KLIMAAT

FUTURE GREEN LEADERS IN GESPREK MET JAN TERLOUW

WAT JAN PETER BALKENENDE EN KITTY VAN DER HEIJDEN VAN ELKAAR WILLEN WETEN

IN DE LEER BIJ TOPSCHEIDSRECHTER EN ONDERNEMER BJÖRN KUIPERS

ED NIJPELSZIJN PLEIDOOIVOOR ENERGIEBESPARING

#TOEKOMSTSTOEL

Dit is een uitgave van (onderdeel van World Green Building Council)

HÉT MAGAZINE OVER EEN DUURZAAM GEBOUWDE OMGEVING

oken in een restaurant; je kunt je het haast niet meer voorstellen. Eigenlijk is roken in het algemeen binnen zeer korte tijd van ‘volkomen geaccepteerd’ tot ‘sociaal

ongemakkelijk’ geworden. Hetzelfde geldt voor onbeschermd zonnen of rijden zonder gordels ... Dat doe je gewoon niet meer.

Ook op het gebied van duurzaamheid zijn we de afgelopen jaren compleet anders gaan denken. Geitenwollensokkentypes, zoals we ze vroeger voor het gemak bestempelden, bestaan al lang niet meer. Inmiddels onderkennen alle Nederlanders, ja zelfs politici, het belang van ‘groen’.

Ik maak deze kanteling in het collectieve denken over duurzaamheid van dichtbij mee. Bijna tien jaar geleden heb ik mede aan de wieg gestaan van de Dutch Green Building Council (DGBC). Stormachtig is deze stichting uitgegroeid tot de grootste netwerkorganisatie op het gebied van het verduurzamen van de gebouwde omgeving, met bijna vierhonderd participanten om de gebouwde omgeving duurzamer te maken. Inmiddels ben ik directeur van Dutch Green Building Council en kijk ik trots terug op wat in deze periode is bereikt.

Zo hebben we een keurmerk in de markt gezet, BREEAM-NL, dat dé standaard is geworden om gebouwen te beoordelen op duurzame prestaties. Meer dan zes miljoen vierkante meter gebouwoppervlak is inmiddels gecertificeerd met dit keurmerk. Er zijn koplopers opgestaan die hun nek uitsteken en anderen uitnodigen hun voorbeeld te volgen. Nederland kent talloze inspirerende voorbeeldprojecten, gebouwen die nationaal en internationaal bijzonder zijn door de innovaties die zijn toegepast en de duurzame prestaties die worden geleverd. De aandacht voor gezonde werkplekken is toegenomen. Het aantal daken dat is belegd met zonnepanelen overstijgt de doelstellingen die nog niet zo gek lang geleden zijn vastgelegd. Regeringsleiders hebben een historisch Klimaatakkoord gesloten. Dat vertaalt zich nu in scherpere regelgeving vanuit Den Haag. En ook banken, beleggers, taxateurs en het bedrijfsleven beginnen zich steeds nadrukkelijker te roeren op dit onderwerp.

Het is duidelijk: duurzaamheid in de gebouwde omgeving is tegenwoordig ‘volkomen geaccepteerd’. Maar de grote vraag is: voelen we ons ook ‘sociaal ongemakkelijk’ als we ons niet of matig om het milieu bekommeren? Is er schaamte als we moeten toegeven dat onze woning geen zonnepanelen heeft? Ervaren we lichte gêne als we op een verjaardag vertellen dat we werken in een oud en verre van energiezuinig kantoor? En voelen we massaal de urgentie om iets aan de situatie te doen? Dát betwijfel ik. Die mentale stap moeten we nog zetten. Na tien jaar ‘in de duurzaamheid’ begin ik ongeduldig te worden.

Sinds 2016 werkt de Dutch Green Building Council samen met marktpartijen en overheid aan het Deltaplan Duurzame Renovatie. Het doel van dit plan is om bestaande kantoren, scholen, ziekenhuizen, distributiecentra, eigenlijk alle gebouwen in Nederland, sneller en grondiger te verduurzamen dan nu het geval is. Alleen op die manier kunnen we de klimaatdoelstellingen van Parijs halen. We zullen meer meters moeten maken voor het klimaat. Véél meer dan we tot nu toe doen.

In dit magazine vertellen we er meer over. Hopelijk inspireert het u. En zet het u aan om samen met ons ook die meters te maken. Of op z’n minst die noodzakelijke mentale stap naar sociale ongemakkelijkheid.

TOEKOMSTBOUWERS Is een initiatief van de Dutch Green Building Council (DGBC) en wordt uitgegeven door Duurzaam Bedrijfsleven. Het thema van dit magazine, ‘meters maken voor het klimaat’, is geïnspireerd op het thema van de Dutch Green Buil-ding Week van 2017.

OPLAGE 10.000

HOOFDREDACTIEPamela Logjes (DGBC), Matthijs Timmers (DGBC)

COÖRDINATIE EN EINDREDACTIE Annemieke Bartholomeus (DB), Cornélie van Holthe (DB), Ard Krak (DB)

REDACTIE Annemieke Bartholomeus (DB), Mitchell Daamen, Willemien Groot (DB), Ton de Kort (TDK Tekst), Pamela Logjes (DGBC), Marlieke van der Sijde, Matthijs Timmers (DGBC)

VORMGEVING Robin de Boer (DB)

UITGEVER Yoeri van Alteren (DB)

VERSPREIDINGDuurzaam Bedrijfsleven, PropertyNL, DGBC

COLOFONMETERS MAKENEN DE MENTALE STAP NA AR‘SOCIA AL ONGEMAKKELIJK’

R

Annemarie van Doorndirecteur Dutch Green Building Council

klimaatneutraalnatureOffice.com | NL-001-941412

gedrukt

2017/2018 VOORWOORD

Altijd windenergieOok als het even niet waait

Wij zijn trots op onze megabatterij bij het Prinses Alexia Windpark. Want daarmeeslaan we als het hard waait het elektriciteitsoverschot op, zodat we ook op een later moment windenergie kunnen gebruiken. Zo wordt Nederland steeds duurzamer.

Meer weten? Kijk op Nuon.nl/SteedsDuurzamer

43 METERS MAKEN IS MENSENWERKExpert in verwarming en koeling Daikin.

Inhoud07 DELTAPLAN

DUURZAME RENOVATIE

Het initiatief van Dutch Green Building Council om verduurzaming in de gebouwde omgeving te versnellen.

09 ABN AMRO GEEFT SCHOOL-VOORBEELD VOOR VER-DUURZAMING

29 ‘IN 2035 WILLEN WE 100% CIRCULAIR ZIJN’

Ontwerp- en ingenieursbureau Donkergroen.

30 BREEAM-NL ALS STARTPUNT VOOR VERBETERING

Vastgoedinvesteerder Bouwinvest.

34 CIRCL: DE ONT-MOETINGSPLEK VOOR DE CIRCULAIRE ECONOMIE

38 EFFICIENT VER-GROENEN MET GEBOUWAUTO-MATISERING

Delta Electronics doet het zelf.

40 VASTGOED: HET GROENE ENERGIE CIRCUIT

Win-win-winnen met Nuon.

43 ENERGIEREDUCTIE IN DE LIFTVerplaatsingsspecialist Kone.

46 GROEN LEIDERSCHAP IS ...Winnaars en genomineerden Green Leader Award delen hun visie.

47 AANJAGER EN STEUNPILAAR

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

45 KANSEN VOOR LOGISTIEK VASTGOED

Bouwbedrijf De Vries en Verburg grijpt ze.

32 ALLESKUNNER HOUDT VAN METERS MAKEN

Interview met scheidsrechter/ondernemer Björn Kuipers.

20 SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS TOEPASSEN IN DE GEBOUWDE OMGEVING

Dé SDG-kenner aan het woord.

25 HET JUISTE KLIMAAT VOOR SAMENWERKING

Zo creëer je dat volgens Alklima.

12 ED NIJPELS’ PLEIDOOI VOOR ENERGIE- BESPARING

14 ‘NEDERLANDS PRAGMATISME KAN ONS VER BRENGEN’

Dat is de overtuiging van technisch dienstverlener Unica.

16 ‘GEEF DE TOEKOMST EEN STOEL’

Gesprek tussen Jan Terlouw en future leaders Lizzy Butink, Marianne Davidson en Yvette Watson.

22 VAN VER-WAARLOOSD WEESPAND TOT DUURZAAM PARADEPAARDJE

Het nieuwe hoofdkantoor van de Postcode Loterij.

29 HET RECEPT VOOR DUUR-ZAAM (VER-)BOUWEN

Vastgoedadviesbureau CFP.

31 JAN PETER BALKENENDE VS. KITTY VAN DER HEIJDEN

Wat deze groene experts van elkaar willen weten.

31

32

128

2416

DELTAPLAN PIJLERS RETAIL EN ONDERWIJS

DELTAPLAN PIJLERS ZORG, KANTOREN EN LOGISTIEK

INHOUDSOPGAVE

PARTNERS

HOOFDSPONSOR GOUD ZILVER BRONS MEDIAPARTNER

14

22 25

34

4540

9

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

54

METERS MAKEN VOOR HET KLIMAAT MET HET DELTAPLAN DUURZAME RENOVATIE

DELTAPLAN DUURZAME RENOVATIE

DE SITUATIEDe bestaande gebouwde omgeving (woningen en utiliteitsbouw) is verant-woordelijk voor bijna 40 procent van de CO2-uitstoot in Nederland. Daarmee zijn gebouwen de grootste vervuiler, meer dan bijvoor-beeld verkeer en industrie. Er zijn hoop-gevende ontwikkelingen om gebouwen beter en duurzamer te maken. Maar die kunnen niet voorkomen dat de aarde mede door ons toedoen verder zal opwarmen.

DE OPGAVEWillen we de klimaatdoelstellingen van Parijs halen, dan zullen we de CO2-uit-stoot van gebouwen drastisch moeten reduceren. Dat betekent dat er substan-tieel meer gebouwen in Nederland veel grondiger en in sneller tempo moeten worden gerenoveerd en verduurzaamd. Een taak voor iedereen. Van medewer-ker op kantoor tot vastgoedbelegger.

HET DOELAlle Nederlandse gebouwen voldoen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs: Paris Proof.

40%Van de CO2-uitstoot komt van gebouwen (woningen en utiliteitsgebouwen)

376Dat is de totale CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving in petaJoule

450.000Aantal utiliteitsgebouwen in Nederland

600 miljoen m2Het totale oppervlak van utiliteitsgebouwen in Nederland

6 miljoen m2Gebouwoppervlak met een duurzaamheidskeurmerk (BREEAM-NL)

Energielabel CMinimale wettelijke verplichting in 2023 voor alle kantoorgebouwen in Nederland

52%van alle kantoren in Nederland heeft een slecht energielabel (en voldoet nog niet aan de minimale verplichting voor energielabel C in 2023)

5%of minder is de kans dat we de opwarming van de aarde onder de 2 °C kunnen houden, aldus Kitty van der Heijden, directeur Europa en Afrika bij het World Resources Institute

* VOLGENS BESCHIKBARE GEGEVENS IN NAJAAR 2017

FEITEN EN CIJFERS*

Wilt u meer informatie of zich aansluiten bij dit initiatief? Ga naar: www.deltaplanduurzamerenovatie.nl

DELTAPLAN DUURZAME RENOVATIEOm de transitieplannen voor de ge-bouwde omgeving te versnellen ontwik-kelt Dutch Green Building Council een allesomvattend Deltaplan Duurzame Renovatie voor bestaand vastgoed. Dit doet de Dutch Green Building Council samen met haar achterban van organi-saties; marktpartijen, overheid, kennis- instituten, brancheorganisaties en ondernemingen uit de bouw- en vast-goedsector. Per gebouwfunctie - denk aan scholen, winkels, kantoren - ligt er een uitdagende opgave om die uitstoot drastisch te verminderen. Werkgroepen met ieder een eigen voorzitter zijn aan de slag met deze opgaves.

In dit magazine leest u welke initiatieven worden genomen om gebouwen duur-zamer te maken. Deskundigen vertellen hoe zij de toekomst zien. En u leest hoe u vandaag nog aan de slag kunt gaan met het gebouw waar u werkt.

Jaap van Rhijn Collierswerkgroep Kantoren

Jeanet van Antwerpen SADCwerkgroep Logistiek

Anneke de Vries Albert Heijnwerkgroep Retail

Ewoud van der Sluis Hevowerkgroep Onderwijs

Philip Blaauw INNAXwerkgroep Zorg

VOORZITTERS VAN DE WERKGROEPEN

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

HOE KOMT ER VERSNELLING IN DE VERDUURZAMING VAN SCHOLEN?In Nederland wemelt het nog altijd van de scholen met enkel glas, slecht geïsoleerde daken en gevels en energieverslindende installaties. De meeste hebben bovendien een slecht binnenklimaat. Dat betekent dat miljoenen leerlingen en honderdduizenden leerkrachten hun dagen doorbrengen in vaak benauwde, tochtige, vochtige leslokalen, terwijl de exploitatielasten onnodig hoog zijn. De problemen zijn al jaren bekend. Toch wil het maar niet stormlopen met de verbeterprojecten. Maar het kantelpunt is nabij: partijen bundelen hun krachten om een inhaalslag te maken met de duurzame renovatie van schoolgebouwen. Wat is daarvoor nodig?

en belangrijke impuls voor de verduurzaming van

onderwijsvastgoed gaat uit van de Green Deal Scholen. Deze is eind 2014 ondertekend door de PO-Raad, VO-raad, VNG, de ministeries van OCW, BZK, I&M en EZ, Kenniscentrum Ruimte-OK en Klimaatverbond Nederland en heeft als missie: een gezonde leer- en werkomgeving in een voor schoolbesturen betaalbaar gebouw. “Het mooie van de Green Deal Scholen is dat deze een vraaggestuurde insteek heeft”, zegt Marco van Zandwijk van Ruimte-OK. “De afgelopen jaren zijn er vanuit de markt allerlei initiatieven opgetuigd om de problematiek in de scholenbouw aan te pakken. Maar een doorbraak bleef uit. Dat komt vooral doordat deze initiatieven te veel vertrekken vanuit een aanbodgerichte taakstelling, vanuit de gebouwtechniek, en niet vanuit de daadwerkelijke vraag van de gebruiker(s). Daarmee gaan ze er aan voorbij dat de versnelling van binnenuit moet komen; je zult dus eerst de vraag moeten activeren. Dat vraagt om organiserend vermogen en sleutelpersonen die vraag en aanbod met elkaar weten te verbinden.”

TEKST ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS BEELD IJBURG COLLEGE

E

DELTAPLAN PIJLERS RETAIL EN ONDERWIJS ABN AMRO

“Wat de opgave er niet gemakkelijker op maakt, is dat we het hebben over bestaand vastgoed. Maar zeker als je gebruikmaakt van innovatie en techniek en nieuwe wegen durft te bewandelen, liggen ook daar volop kansen.”

Met het Deltaplan Duurzame Renovatie worden meters gemaakt naar een duurzaam gebouwde omgeving. Om zo de klimaatdoel-stellingen van Parijs te halen. Per gebouwfunctie liggen er enorme uitdagingen waar werkgroepen met specialisten mee aan de slag zijn. De voorzitters vertellen erover.

“Hóe scholen kunnen worden verduurzaamd, weten de meeste partijen wel. We willen allemaal graag zogenaamde ‘frisse scholen’ voor onze kinderen en de overheid verplicht vanaf 2020 nieuwe scholen Bijna Energie Neutraal (BENG) uit te voeren. Bij renovatie, vernieuwbouw en duurzaam onderhoud loont het bovendien energie- en onderhoudsbesparing te kapitaliseren voor duurzame investeringen. En toch belemmeren (overheids)financiering, wetgeving en fiscaliteit de grote verduurzamingsslag in het onderwijs. Het zijn deze drie aspecten waarvoor wij best practices willen leveren om zo de sector te helpen per gebouwopgave slim na te denken.”

MET HET DELTAPLAN DUURZAME RENOVATIE NAAR ‘PARIJS’

METERS MAKEN MET BREEAM-NL

HEUVEL EINDHOVEN GEELEN COUNTERFLOW BREEAM-NL SCORE: 80,35% (ASSET)90,82% (BEHEER)

BREEAM-NL SCORE: 99,94%

ONDERWIJS

RETAIL

Anneke de Vries(SVP Real Estate & Construction Albert Heijn) voorzitter van de werkgroep Retail

Ewoud van der Sluis(CEO HEVO) voorzitter van de werkgroep Onderwijs

BREEAM-NL is in Nederland hét duurzaamheidskeurmerk om gebouwen te beoordelen op duurzaamheidsprestaties. Al meer dan 6,5 miljoen vierkante meter gebouwoppervlak is gecertificeerd. Zo worden flink wat duurzame meters gemaakt. Met resultaat. Twee bewijzen.

50% MEER DUURZAME ENERGIE OPGEWEKT DAN GEBOUWGEBONDEN

VERBRUIK

VERWACHT GEBRUIK FOSSIELEBRANDSTOFFEN 0 KWH/M2 BVO

VERWACHT WATERVERBRUIK 1,8 M3

PER PERSOON/JAAR

WETEN WAT BREEAM-NL VOOR UW GEBOUW KAN BETEKENEN? WWW.BREEAM.NL

30% LAGERE SERVICEKOSTEN

38% LAGER ENERGIEVERBRUIK

STIJGING VAN DE GEBRUIKERSTEVREDENHEIDVAN EEN 7,2 > 7,8

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

98

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018 TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

MATCHEN VAN VRAAG EN AANBODWaar gemeenten verantwoordelijk zijn voor de nieuwbouw van scholen en eigenaar blijven van de gebouwen, ligt de verantwoordelijkheid voor onderhoud en exploitatie bij schoolbesturen. Zij zijn dan ook de voornaamste beslissers over duurzame renovatie. Om duurzame renovatie op gang te krijgen, zouden marktpartijen volgens Van Zandwijk sterker moeten inspelen op de vraag naar een sluitende businesscase. Op dat vlak verricht hij veel missiewerk. “Maak duidelijk wat de toegevoegde waarde van verduurzaming van de gebouwen voor scholen zelf is. Hoe kan renovatie aansluiten bij de doelstelling van hun primaire proces: kwalitatief goed onderwijs bieden? Energiebesparing heeft voor veel scholen geen prioriteit. Uitvoering van het onderhoud beperkt zich nog veelal tot vervanging. Een meer integrale aanpak, waarbij ook het binnenklimaat wordt meegenomen kan de exploitatiekosten drukken. En zo geld vrijmaken voor onderwijsmiddelen en kwaliteitsverbetering. Een integrale aanpak kan wellicht ook gemeenten over de streep trekken om mee te gaan betalen aan een verbeterslag, omdat daarmee de levensduur van het schoolgebouw wordt verlengd en nieuwbouw kan worden uitgesteld.”

GEÏNTEGREERDE AANPAKVan Zandwijk pleit er dan ook voor om behalve de energetische staat ook de technische en onderwijskundige staat van schoolgebouwen in kaart te brengen. “Dat integrale gebouwinzicht is nodig om tot een strategisch meerjarengebouwenplan te komen. Nu ontbreekt dat inzicht vaak. Dat maakt het voor schoolbesturen ook lastig om een goede afweging te maken in welke maatregelen ze kunnen nemen om tegelijkertijd het onderwijs én hun vastgoed te optimaliseren, wat voor investeringen daarmee gemoeid zijn en welke opbrengsten en terugverdientijden ze kunnen verwachten. Hebben ze dat inzicht wel, dan geef je hun handelingsperspectief om integraal, vanuit hun complete portefeuille, aan de slag te gaan. Niet voor de korte, maar voor de lange termijn. Nodig is organiserend vermogen dat deze geïntegreerde aanpak aan de vraagzijde gaat aanjagen.”

BUSINESSCASES EN BESLISBOMENVanuit het uitvoeringsprogramma dat uit de Green Deal Scholen is voortgekomen, worden inmiddels stappen genomen om het organiserend vermogen verder te stimuleren. “We helpen scholen bijvoorbeeld te gaan denken vanuit businesscases waarmee ze investeringsbeslissingen kunnen onderbouwen. Ruimte-OK is kartrekker van dat programmaonderdeel. In dat kader verzamelen we onder meer businesscases van bestaande schoolgebouwen die succesvol duurzaam gerenoveerd zijn. Daarnaast hebben we in samenwerking met de Deltaplan-werkgroep scholen van Dutch Green Building Council een format uitgewerkt voor het opstellen van deze businesscases. Zo hoeven schoolbesturen niet steeds zelf opnieuw het wiel uit te vinden. Parallel loopt een traject waarbij RVO als kartrekker samenwerkt met Arcadis aan een beslisboom die schoolbesturen gaat helpen af te wegen welke maatregelpakketten het beste bij hun verduurzamings- én onderwijsopgave passen. Ook met dat soort praktische hulpmiddelen faciliteren we scholen om zelf de regie te nemen en eigenaarschap te tonen.”

SAMEN METERS MAKENEric Zwaart, sectorbanker Public & Education bij ABN AMRO, ziet net als Van Zandwijk dat het tij ten goede aan het keren is. Ruim twee jaar geleden stelde hij samen met Moreen Oud van mc2 conceptontwikkeling de whitepa-per ‘Gezonde en toekomstbestendige scholen voor alle kinderen in Neder-land’ op. “We schreven dat dit eigenlijk vanzelfsprekend zou moeten zijn”, zegt hij. “De paper vormde de start van het samenwerkingsproject 1000scholen. De naam gaf uitdrukking aan onze ambitie om een grote slagkracht te organiseren voor de verduurzaming van scholen. Achteraf beschouwd kwam dit plan te vroeg. De budgetten voor het buiten-onderhoud van basisscholen waren net overgeheveld van gemeenten naar schoolbesturen en er was nog veel onduidelijk over wie nou verantwoor-delijk was voor de kosten van renovatie. Bovendien stonden beperkte en onze-kere budgetten het gezamenlijk denken en doen in de weg. En nog steeds is het hard nodig dat Den Haag meer geld beschikbaar stelt. Een aantal gemeen-ten wacht daar niet op en hanteert nu al hogere normvergoedingen voor scholen. Bovendien ligt er nu ook een plan van VNG en de sectorraden primair en voortgezet onderwijs voor een integrale, gezamenlijke aanpak. Daarin ontstaat ruimte om de geldstromen voor investering en exploitatie gebun-deld in te zetten vanuit een meerjarig perspectief. Door niet te kijken naar wat er nú in de portemonnee zit, maar naar de total cost of ownership.”

ABN AMRO

Een lichtend voorbeeld van hoe verduurzaming van scholen hand in hand kan gaan met bewustwording van leerlingen, is het IJburg College in Amsterdam. Deze ‘High Tech Green’ brede school (vmbo, havo en vwo) heeft twee locaties: IJburg College 1 uit 2006 en het fonkelnieuwe IJburg College 2 op het Zeeburgereiland. De school wil geen traditionele school zijn, maar een leergemeenschap waar leerlingen aan de hand van realistische opdrachten kennis opdoen over zichzelf en de wereld om hen heen. Daarbij speelt duurzaamheid een belang-rijke rol. Schoolleider bedrijfsvoering en communicatie Nico Moen. “Dat komt terug in onze gebouwen.”

SCHOOLVOORBEELD: IJBURG COLLEGE

Bij de bouw van IJburg College 1 stond duurzaamheid al hoog op de agenda. De ervaringen die de school daar opdeed, kwamen goed van pas bij de uitbreiding naar IJburg College 2, waar onder andere triple glas en een energiezuinig warmte- koudesysteem zijn aangebracht. “De leerlingen hebben actief meegedacht over duurzame toepassingen”, vertelt Moen trots. “Tussen de twee locaties is zelfs een soort competitie op gang gekomen: wie verbruikt minder energie? Zo komen er veel initiatieven uit de leerlingen zelf, tot en met slimme manieren van afval scheiden.”

AMBASSADEUR VAN DE ZONKers op de taart zijn de in totaal ruim 1100 zonnepanelen op de twee gebouwen van coöperatie Zuiderlicht. Deze zijn via crowdfunding gefinancierd door ouders, docenten en omwonenden. Moen: “De zonnepanelen voor IJburg 2 waren binnen vijf dagen uitverkocht. De opbrengst gaat naar de coöperatie, maar voor ons leveren de zonnepanelen ook veel op. Ze dragen bij aan onze duurzame uitstraling én aan het energiebewustzijn van de leerlingen.” Als ‘ambassadeur van de zon’, een initiatief van de Amsterdamse Zoncoalitie, helpt Moen nu ook andere schoolbesturen enthousiast te maken voor een zonnedak. “En dat lukt aardig; steeds meer scholen stellen hun dak beschikbaar.”

De zonnedaken op IJburg College 1 en 2 bewijzen ook dat op het gebied van financiering van duurzame maatregelen veel mogelijk is. “Schoolbesturen denken vaak heel conservatief in termen van sparen, betalen en afschrijven. Maar je kunt bijvoorbeeld ook veel doen met crowdfunding of lease. Zo leasen wij onze hoogwaardige groene ICT-infrastructuur. Meteen een mooie oplossing om bij te blijven zonder elke vijf jaar alles te hoeven vervangen. Ook door gebruik te maken van alternatieve financieringsconstructies kun je dus slagen maken in verduurzaming.”

VOORTREKKERSROLIn dat licht is het ook van groot belang dat scholen ondersteuning krijgen bij het opstellen van businesscases en het onderbouwen van hun investeringsbe-slissingen om de financiering daarvoor rond te krijgen. Zwaart: “ABN AMRO heeft recent een bankbrede visie gelan-ceerd met ambitieuze duurzaamheids-doelstellingen: we willen samen met onze zakelijke en particuliere klanten al het onroerend goed in onze leningen-portefeuille - € 185 miljard van de € 272 miljard - tot gemiddeld energiela-bel A te brengen in 2020. Dat zou een CO2-reductie van ongeveer 2 megaton per jaar betekenen, vergelijkbaar met de uitstoot van 80.000 personenauto’s. Onderdeel van die ambitie is ook een trekkersrol te vervullen om de transitie naar duurzame schoolgebouwen te versnellen. Ik ben ervan overtuigd dat met een integrale aanpak de beste re-sultaten te halen zijn. Maar de weg van plan tot realisatie is vaak lang. Daarom stimuleren we ook dat scholen nu al kij-ken wat ze op maatregelniveau kunnen doen. Zo hebben we samen met CFP een online duurzame investeringstool voor de publieke sector geintrodu-ceerd. Deze brengt eenvoudig in beeld wat maatregelen zoals ledverlichting, zonnepanelen en installaties inregelen, opleveren aan energiebesparing en CO2-reductie en wat de terugverdientijd is. Ook initiatieven van anderen, zoals de Schooldakrevolutie, kunnen een bijdrage leveren. Als wij onze kinderen in een beter binnenklimaat willen laten leren en opgroeien, dan vraagt dit actie van ons allemaal.”

Eric Zwaartdirecteur ABN AMRO

Marco van Zandwijkdirecteur Ruimte-OK

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

1110

PLEIDOOI VOOR ENERGIEBESPARING

Het hoort nu eenmaal bij mijn functie. Als voorzitter van het Energieakkoord zie ik erop toe dat alle doelstellingen uit het akkoord worden gehaald. Dus ik móét niet te snel tevreden zijn. Ik heb er ook alle reden toe. Want zeker de energiebesparing in de gebouwde omgeving is de afgelopen jaren een van de meest weerbarstige onderwerpen uit het Energieakkoord gebleken.

et droevige dieptepunt hierin is de naleving de Wet Milieubeheer. Die

wet schrijft voor dat je iedere energie-besparende investering die je binnen vijf jaar terugverdient, moet nemen. Doe je dat niet, dan ben je in overtre-ding. Feitelijk zijn er in Nederland dus heel veel bedrijven in overtreding. Ik kom weleens in zaaltjes en dan vraag ik: wie van u heeft er van de Wet Milieu-beheer gehoord? En dan krijg ik twee vingertjes. Twee! Oké, zeg ik dan, voor de rest van u geldt: er komt zo meteen een politiewagen en die neemt u alle-maal mee. Want u bent ongetwijfeld in overtreding.

52 PROCENT SLECHTER DAN LABEL C: SCHOKKEND Boven op de Wet Milieubeheer hebben we eind vorig jaar een extra maatregel genomen: een verplicht energielabel C voor alle kantoren in 2023. Op dit moment presteert 52 procent van alle kantoren in Nederland slechter dan label C. Als je dat percentage op je laat inwerken, dan is het ronduit schokkend. Maar ik verwacht dat we de doelstelling gaan halen. Natuurlijk, anders zijn ze weer in overtreding! HELDERE DOELSTELLINGENToen wij aan het onderhandelen waren over de verplichting voor energielabel C, kregen we van VNO-NCW te horen dat de maatregel een ramp zou zijn voor de sector. Hadden ze waarschijnlijk

gehoord van hun achterban. Uiteindelijk hebben we met steun van VNO-NCW toch doorgezet. Enkele maanden later hoorden we uit het bedrijfsleven geluiden dat ze liever meteen een verplichting voor energielabel A hadden gekregen. Bedrijven redeneren: als we nu toch moeten investeren, dan willen we ook meteen zekerheid over waar we naartoe gaan. Daaruit blijkt maar weer: het bedrijfsleven is gebaat bij een beleid van een nieuw kabinet waar op lange termijn helderheid wordt gegeven over de doelstellingen. NEE, HET KAN NERGENS MINDERIn een nieuw Energieakkoord 2.0 moeten daarom grote stappen worden gezet. Dat is ook noodzakelijk, willen we de klimaatdoelstellingen van Parijs halen. Mensen die dan zeggen: kan het hier of daar niet wat minder … Nee, het kan nergens minder en in de gebouwde omgeving al helemaal niet. EIGENAAR IN DE BENENNatuurlijk ken ik de argumenten: de bouw- en vastgoedsector zijn complex.Bijvoorbeeld omdat de gebruiker niet de eigenaar van het pand is. Dan is altijd de vraag: uit wiens portemonnee moet de investering komen? Met de wettelijke verplichting is het duidelijk: de eigenaar is verantwoordelijk. Die zal in de benen moeten komen. Als hij zegt: ik krijg het niet terugverdiend, dan luidt mijn ant-woord: tja vriend, dan loop je het risico

dat je straks panden hebt die niet aan de eisen van de tijd voldoen en die dus onverhuurbaar zijn.

MENSEN LATEN SCHRIKKEN Om mensen van de noodzaak en de ernst van de klimaatproblematiek te overtuigen, begin ik meestal een ver-haal te vertellen over wat het klimaat-probleem precies is en vooral ook de gevolgen. Dan vertel ik bijvoorbeeld: 50 procent van de wereldbevolking woont in delta’s. Als de waterspiegel een halve meter stijgt, dan is het einde oefening voor deze gebieden. Daarna zeg ik: de klimaatproblematiek leidt tot vluchtelingenstromen en tot instabiliteit als het gaat om de geopolitieke verhou-dingen. Vervolgens laat ik ze schrikken: je moet je realiseren dat 60 procent van de leerlingen die nu op de basisschool zitten, terechtkomen in een beroep dat nu nog niet bestaat. 60 procent! Daar-mee wil ik maar aangeven: we maken op dit moment niet zomaar een kleine verandering mee. Nee, de energietran-sitie grijpt heel diep in in ons leven. Dat besef daalt nog onvoldoende in.

MOOI, HET WORDT TWEE GRADEN WARMERHet blijft tamelijk lastig om duidelijk te maken dat het klimaatprobleem heel bedreigend is. Veel mensen denken: het wordt 2 ºC warmer. Mooi, dan hoef ik niet meer naar Mykonos of waar

H

VOORZITTER VAN HET ENERGIEAKKOORD ED NIJPELS IS NIET SNEL TEVREDEN:‘EN DAT TERWIJL IK ZO’N OPGEWEKT LIBERAAL KARAKTER HEB’

dan ook. Het percentage mensen dat klimaatverandering echt als probleem ziet, is nog relatief beperkt. Mensen vinden het wél leuk om energie te be-sparen en zonnepanelen op hun dak te leggen, maar het verband met vluchte-lingenstromen, verdroging, orkanen en andere wereldproblemen is moeilijk te leggen. FEEST VOOR JE PORTEMONNEEIk vind het daarom helemaal niet erg om energiebesparing te benaderen als ‘feest voor je portemonnee’. Je kunt er kosten mee besparen. Maar het vraagt wel een investering. Iemand die net uit de crisis komt, zal dan zeggen: ja, m’n zuster, ik ben blij dat ik een baantje heb. Dus zullen we heel duidelijk moeten maken dat je die investering binnen een aantal jaren terugverdient. Dat is ook mijn verhaal richting de Maxime Verhagens van deze wereld: jullie van brancheorganisatie Bouwend Neder- land moeten woningbezitters en eige-naren in de utiliteitsbouw ontzorgen.

Maar dan zegt Maxime: ik kan toch moeilijk overal gaan aanbellen? Dan zeg ik: sterker, je móét overal aanbellen! Ga naar mevrouw Jansen en zeg: zet even een kop koffie voor me, dan loop ik door uw woning en vertel ik straks wat er gebeuren moet. Dat gaat u zoveel kosten. En als u daar tekent, komen we het volgende week regelen, inclusief de financiering, en verdient u het binnen zoveel jaar terug. JE MOET VOORUITKIJKENDe installatiebranche heeft hier een belangrijke rol in. Dat zegt ook Doekle Terpstra van Uneto-VNI. Mooi dat je daar nu mee komt Doekle, applaus. Maar jullie hadden die rol al eerder moeten pakken. We zijn al vijf jaar bezig met het Energieakkoord en verduurza-ming in de gebouwde omgeving is on-voldoende op gang gekomen. Dat er nu te weinig technische specialisten zijn, is onzin. Een paar jaar geleden waren ze er nog wel. Maar toen zaten ze werkloos thuis. Je moet zorgen dat je ze op tijd

opleidt, dat is je taak als brancheorgani-satie. Je moet vooruitkijken.

STRENG? MAG HET EEN KEER!Daarnaast moet je vandaag nog in actie komen, zeker met de energielabel C-ver-plichting in het vooruitzicht. Tegen alle gebouwbeheerders, facilitymanagers en andere duurzaamheidsprofessionals zou ik zeggen: laat uitrekenen wat in jouw gebouw kan en moet en hoe snel je dat terugverdient. Ga daarmee naar je directie en leg het uit. Vergeet niet te vertellen dat de overheid er werk van gaat maken om iedereen te houden aan de wettelijke verplichtingen. Een mede-werker die zijn directeur er niet op wijst zou eigenlijk ontslagen moeten worden. En als de directeur tegensputtert? Dan moet je zeggen dat-ie in overtreding is. Dat klinkt streng, maar mag het een keer? We zijn nu al vijf jaar bezig en je hebt nog zes jaar de tijd om je gebouw aan te passen. Ik vind het nog heel coulant.

TEKST MATTHIJS TIMMERS BEELD SER

ED NIJPELS

DUURZAME GEBOUWEN JAARLIJKS IN DE SPOT-LIGHTS TIJDENS DUTCH GREEN BUILDING WEEKEens per jaar vindt de Dutch Green Building Week plaats. Tijdens deze week, meestal in de derde of laatste week van september, staat duurzaam bouwen in de spotlights. Noodzakelijk, blijkt ieder jaar maar weer, omdat de duurzaamheidsopgave in de gebouwde omgeving enorm uitdagend blijft.

DUTCH GREEN BUILDING WEEKIn de week, een initiatief van de Dutch Green Building Council (DGBC), worden verschillende evenementen georga-niseerd, verspreid door het hele land. Dat kan van alles zijn. Een workshop van een groot installatiebedrijf over de voordelen van warmte-koudeopslag voor winkelgebouwen. Een duurzame fietstocht langs de duurzame parel-tjes van de Zuidas. Of een evenement waarin de allernieuwe innovaties en duurzame concepten worden gepre-senteerd. Jaarlijks vinden er zo’n 70 tot 100 bijeenkomsten plaats. In totaal komen er zo’n 10.000 geïnteresseerden af op de Dutch Green Building Week. De meest evenementen zijn kosteloos te bezoeken.

MEER INFORMATIEKijk voor meer informatie over de Dutch Green Building Week op www.dgbw.nl.De Dutch Green Building Week is onder-deel van de World Green Building Week: www.worldgbc.org

DGBC CONGRESEen van de hoogtepunten van de Dutch Green Building Week is het DGBC Congres. Op dit congres geven bijzon-dere keynote sprekers hun visie op de actuele duurzaamheidsvraagstukken in de gebouwde omgeving. In 2017 staan onder andere Jan Peter Balke-nende, Jan Terlouw en Ed Nijpels op het programma. Eerder waren Koning Willem Alexander, Daan Roosegaarde, Prinses Laurentien en minister Blok al te gast op het congres. Het thema van 2017 is ‘Meters maken voor het klimaat’. Daarbij gaat het erom dat er versnelling op gang moet komen in het verduurza-men van de gebouwde omgeving om zo de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen. Dit thema krijgt in 2018 een vervolg.

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

1312

‘NEDERLANDS PRAGMATISME

KAN ONSVER BRENGEN’270.000 woningen en 15.000 gebouwen. Zoveel moeten we gemiddeld per jaar duurzaam renoveren om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen in 2050. Hoe gaan we dat realiseren? Laurens de Lange, commercieel directeur van technisch dienstverlener Unica, deelt zijn visie.

“Ja, het is een enorme opgave”, zegt De Lange, die ook voorzitter is van de coalitie Gezonde Gebouwen. Niet alleen voor de bouwsector, maar vooral ook voor de installatiebranche, want veel van de be-nodigde aanpassingen zijn technisch van aard. “Er komt heel veel op onze schouders terecht. En dan te bedenken dat de sector een paar jaar geleden nog verlegen zat om werk. Nu moeten we opeens gaan kijken wat we wel en niet kunnen aanpakken. Dat is een grote omslag.” Daar komt nog eens bij dat de installatiesector te kampen krijgt met een tekort aan (goed) personeel.

SLIMMER EN EFFICIËNTER Toch acht De Lange de opgave voor een klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050 niet onmogelijk. “Maar daar is wel wat voor nodig”, zo benadrukt hij. “Om meters te maken, moeten we het absoluut anders gaan organiseren. Het moet slim-mer en veel efficiënter. In de hele keten. Opdrachtgever, installateur en productle-verancier; ze zullen hun taken heel nauw op elkaar moeten afstemmen. Er gaat nu nog veel te veel tijd zitten in details, op een te vroeg moment. En we doen soms dub-bel werk. Dat is zonde.” De commercieel directeur schetst drie grote veranderingen die moeten plaatsvinden om de versnelling op gang te brengen.

“In de eerste plaats ligt er een grote taak bij de opdrachtgevers, de gebouweigenaren. Die moeten de uitvraag veranderen. Die wordt nu vaak nog veel te gedetailleerd gedaan. We moeten veel meer naar een functiegerichte uitvraag. Dus niet: we willen een warmtepomp op die en die plek met die en die kenmerken en voorwaarden. Maar: we vragen om deze en deze energie-prestatie. Regelen jullie het maar.De installateur bemoeit zich dan dus met de hoe-vraag.”

1.MINDER GEDETAILLEERD UITVRAGEN

Laurens de Langecommercieel directeur Unica

Impressie Hoog Catherijne

EFFICIËNTIE IN INSTALLATIEKETEN SLEUTEL TOT KLIMAATNEUTRALE GEBOUWDE OMGEVING

Door kopieerbaar pakketwerk kunnen installatiebedrijven veel efficiënter werken, stelt De Lange. “We kunnen dan teams samenstellen van adviseurs en installateurs die gezamenlijk pakketten werk leveren, dat op meerdere plekken toepasbaar en dus kopieerbaar is. Sommige gebouwen verschillen namelijk niet zo gek veel van elkaar. Zo kunnen we bepaalde standaarden ontwikkelen en massa maken. En met minder mensen meer goede dingen doen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan standaar-den voor regeltechniek en warmte- koudeopslag.”

Ook productleveranciers hebben een belangrijk aandeel. De Lange: “Die moeten op het pakketwerk inspelen door voorgefabriceerde, geïntegreerde en op het type gebouw afgestemde producten te laten leveren. Functionaliteiten die vaker te gebruiken zijn. Nu krijgen we doorgaans allerlei aparte componenten, die we zelf moeten samenstellen. Als je bijvoorbeeld honderd kantoren kan voorzien van dezelfde sets lampen, in plaats van ze per kantoor lampje voor lampje aan te leveren, kun je je voorstellen dat dat een stuk sneller gaat. En dat laatste is nog wel vaak de realiteit van vandaag de dag.”

2.KOPIEERBAAR PAKKETWERK

3.INDUSTRIALISEREN

METERS MAKEN IN HET BASISONDERWIJS Voor het ene type gebouw zal pakketwerk gemakkelijker te realiseren zijn dan voor het andere. “Maar neem nu bijvoorbeeld basisscholen. Daarvan zijn er zeven- à achtduizend. Dat is typisch een voorbeeld waar je deze manier van werken zou kun-nen toepassen. Alleen daar zit dan weer de ‘split incentive’ in de weg; de gemeente en onderwijsorganisaties hebben verschil-lende belangen rondom schoolgebouwen. Daar lopen we tegenaan. Het is aan ons als grote speler in de branche om dat te signaleren en te proberen het speelveld te veranderen”, aldus De Lange.

NEDERLANDS PRAGMATISMEEr is dus nog veel werk aan de winkel. “Ne-derland loopt binnen Europa achter in de energietransitie. Maar ik heb goede hoop. Sinds het klimaatakkoord hebben men-sen zich de waarom-vraag echt in de oren geknoopt. Wat er moet gebeuren is ook duidelijk, alleen de hoe-vraag is voor velen nog lastig. Maar ik denk dat het Neder-lands pragmatisme ons ver kan brengen. We hebben al eerder bewezen dat we in tijden van nood het beste uit onszelf naar boven kunnen halen. Het is nu tijd voor het echte werk; het woord pilot valt nog te vaak. Kijk, een gebouw als The Edge op de Zuidas is heel mooi als paradepaardje, maar willen we meters maken, dan zullen we moeten praten in termen van tien, of zelfs honderd Edges. Wij staan in ieder geval klaar.”

Impressie Energy Academy Europe (RUG)

TEKST MARLIEKE VAN DER SIJDE BEELD STAPFOTO, UNICA

UNICA

METERS MAKEN• Voor woningcorporatie deltaWonen

nam Unica het energiemanagement over van ruim 1300 woningen in Zwol-le. Dat leverde een besparing op van ruim 10 procent in het gasverbruik. Per jaar wordt zo’n 1 miljoen m3 gas overgezet naar duurzame bronnen.

• Unica verduurzaamde diverse univer-siteiten, hogescholen, kantoren en winkelcentra via een warmte- koudeopslagsysteem (wko), zoals De Hallen in Amsterdam, de Universiteit van Amsterdam, Hoog Catharijne in Utrecht en de Rijksuniversiteit Gronin-gen. De wko’s zorgen voor 50 procent minder CO2-uitstoot dan een traditi-oneel koelings- en verwarmingssys-teem.

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

14

Lizzy Butink (1990), duurzaamheidsmanager

a.s.r. vastgoed vermogensbeheer

‘GEEF DE TOEKOMST EEN STOEL’

GESPREK /// JAN TERLOUW & FUTURE LEADERS

Op een rustige zomermiddag bij een uitspanning aan de oever van de IJssel vlak bij het landgoed waar hij woont, ontmoet selfmade duurzaamheidsstrijder Jan Terlouw drie jonge ‘Future Green Leaders’. Verschillende generaties, maar dezelfde zorg over ons leefklimaat en de ambitie er iets aan te doen.

TEKST PAMELA LOGJES BEELD ERIC BRINKHORST

VANDAAG HET TIJ KEREN“Ik ben heel ongerust”, zegt Jan Terlouw. “De Parijse akkoorden zijn mooi, maar vooral procedureel, nog weinig inhou-delijk. En ze zijn gebaseerd op gegevens die alweer achterhaald zijn; de situatie is veel ernstiger.” Hij benadrukt opti-mistischer: “Maar het is nog niet te laat om het tij te keren, maar dan moeten we wel vandaag beginnen.” En dat is, zittend naast de IJssel die rustig door-kabbelt alsof er niets aan de hand is, de rode draad van dit gesprek.

De jonge professionals knikken instem-mend. “En we moeten niet een klein beetje doen”, zegt Davidson, “maar heel veel. We moeten het roer om durven gooien. En niet bang zijn voor de eco-nomische consequenties. Zowel in het bedrijfsleven als in de politiek wordt er te veel gekeken naar de korte termijn.”Terlouw: “We hebben geen ‘langeter-mijngen’. Dat komt omdat we eigenlijk nog heel dicht bij de dieren staan. Dit is het darwinistische mechanisme. We handelen instinctief. Je wilt nu eten, je wilt je nu voortplanten, men denkt niet verder na. Dat zorgt ervoor dat we niet structureel veranderen, maar gaan voor kort geluk en lange pijn.”Watson vult aan: “Kijk naar de gaswin-ning in Groningen. We ervaren de effec-ten van onze keuzes, er zijn wezenlijke bedreigingen en toch lijkt echte actie uit te blijven.” “Maar”, zegt Butink, “als bestuurder

Marianne Davidson (1988)vastgoedontwikkelaar en manager

Duurzaamheid en Innovatie bij VolkerWessels Vastgoed

Yvette Watson (1982), co-founder van PHI Factory, een adviesbureau dat organisaties helpt te versnellen naar een circulaire bedrijfsvoering

Jan Terlouw (1931),wetenschapper, ex-politicus en schrijver

heb je toch een bepalende rol in onze samenleving en word je toch geacht vooruit te kijken? Ik geloof dat er ge-noeg capaciteit is om dat te doen.” “De politiek moet het afdwingen”, zegt Terlouw, “met een gelijk speelveld. Dan zullen bedrijven gaan concurreren op duurzaamheid. Maar als de overheid het niet afdwingt …”Butink: “Ziet u de politiek dan als voor-trekker in plaats van als hekkensluiter?”Terlouw: “Klopt. Het klimaatprobleem is geen technisch probleem, geen economisch probleem, maar een politiek-maatschappelijk probleem. Ik verwijt het de politiek dus zeer, maar ik weet ook wel dat de politiek het niet kan als de bevolking het niet wil. Anders word je niet gekozen.”

Butink: “Iedereen wijst naar elkaar, bedrijfsleven

en politiek, maar ook jong en oud”

Davidson: “Er moeten kaders zijn, maar ook

vertrouwen tussen bedrijfsleven en overheid”

OVERTUIGEN OF VERLEIDENDe drie jonge professionals laten de woorden van Terlouw even op zich inwerken. “Ik zie niet dat we heel Ne-derland meekrijgen enkel vanuit een activistische of idealistische gedachte”, peinst Butink. “Het is belangrijk oog te hebben voor de verschillende belangen en zowel bij burgers als het bedrijfsle-ven te onderzoeken wat hen kan moti-veren om ook een bijdrage te leveren.” Davidson: “Het is een kwestie van tijd en veel communiceren in die tijd. Zo krijg je burgers, bedrijven, maar ook de politiek mee.” Ze ziet dit ook terug in haar dagelijkse werk. “Ik ontwikkel huizen, en wij maken best wel veel nul-op-de-meterwoningen. Dat was eerst iets heel unieks, maar nu merk je dat mensen er steeds meer zelf naar gaan vragen. Als je het er maar vaak genoeg over hebt, wordt het vanzelf iets vanzelfsprekends.” Bij andere ontwikkelingen is dat volgens Terlouw ook zo gegaan. “Toen ik jong was, reed ik gerust met zes borrels op naar huis, maar mijn kinderen begon-nen dat belachelijk te vinden. En ik rookte een pakje per dag, dat is alle-maal over. Het duurt even eer gedrag ingeburgerd is.”

Dan benoemt Watson de urgentie die ze alle vier voelen: “Maar het probleem is: we hebben eigenlijk geen tijd meer om te wennen. Volgens mij moeten we gaan werken vanuit een andere gedachte. Namelijk de wetenschap van nu combi-neren met de kennis over ‘hoe mensen werken’. Mensen zijn gevoelig voor eigen gewin en persoonlijk voordeel. Zorg dat de logische keus ook de meest duurzame is. Voor een economie die so-ciaal en ecologisch kapitaal waardeert. Precies dát is de belofte van de circu-laire economie.” Haar ogen beginnen te glinsteren. Het is duidelijk dat haar passie om zich in te zetten voor een betere wereld diepgeworteld zit. Net als bij haar tafelgenoten.

PASSIE VOOR DUURZAAMHEIDOp de vraag waar die passie bij Terlouw vandaan komt, antwoordt hij: “Ik ben wie ik ben, maar ook de oorlog die mijn kindertijd heeft getekend, heeft

bepaald wie ik ben geworden. Ik was al begaan met de samenleving in ‘45. De dreiging, het onrecht, de willekeur van de overheid, dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Daarna werd ik weten-schapper en heb ik geleerd de feiten te accepteren. En ik ging de politiek in van-uit een zin om iets aan de samenleving te doen. In ‘97 ging ik met pensioen.” Terlouw wacht even, trekt zijn wenk-brauwen op en vervolgt: “Verplicht.” De dames moeten lachen. Met pensioen gaan was iets wat hij dui-delijk niet wilde. “Sindsdien speelt de klimaatcrisis steeds meer en baart deze me enorme zorgen: wat zijn we toch aan het doen met die wereld?”

Ook bij Butink zit die gedrevenheid diepgeworteld. Ze vindt vooral dat ze verplicht is de kennis die ze heeft in te zetten voor een betere maatschappij. “Ik voel dat ik de mogelijkheid heb om iets te veranderen. Ik ben non-stop be-zig groene initiatieven te koppelen aan de business van a.s.r. vastgoed vermo-gensbeheer. En dat voelt niet als werk, het is wie ik ben.”

“Al toen ik klein was, wilde ik bestaande omgevingen mooier maken. Ik wilde plekken creëren waar mensen fijn, prettig en lang kunnen leven”, vertelt Davidson. “Dan kom je heel snel op uit op duurzaamheid, want een duurzame omgeving is iets wat je nu schept en voorwaardelijk is voor de toekomst. Wij als bouwers hebben daarin een grote verantwoordelijkheid: 40 procent van de CO2-uitstoot in Nederland wordt ver-oorzaakt door de bouwsector en alles wat we bouwen laten we achter voor toekomstige generaties.”

Het gesprek over diepgewortelde duur-zaamheid heeft Terlouw aan het denken gezet. “Mag ik nog twee dingen aanvul-len?”, vraagt hij. “Ik heb mijn uitgebreide nageslacht niet genoemd. Ik heb vier kinderen, twaalf kleinkinderen, drie achterkleinkinderen, en daar denk ik voortdurend aan: wat laten we achter?” De dames knikken. “Het tweede is dat ik door toeval meerdere mogelijkhe-den heb om invloed uit te oefenen: als wetenschapper, als politicus en tot mijn verbazing ben ik ook schrijver gewor-den.” Dat hij is gaan schrijven, heeft Terlouw te danken aan zijn vrouw, ver-telt hij ons later. “Die drie dingen samen geven mij enorme mogelijkheden en ik vind dat ik die moet gebruiken.”

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

1716

en die praat mee. “Dat zou de politiek ook moeten doen”, vindt Terlouw. “Bij elke beslissing nadenken over het nageslacht. Als de bevolking dat hoort, steeds weer, dan heeft dat impact.” Het raakt in ieder geval de drie da-mes. “Kunnen we die lege stoel niet de beweging laten zijn?”, vraagt Watson zich hardop af en ze kijkt naar Butink en Davidson. “Wij kunnen die beweging op gang brengen. In elke vergadering die we bijwonen, schuiven we een stoel aan voor de toekomst.” Davidson: “Ja, en dan delen we die acties via social media met de hashtag ‘toekomststoel’, zodat we écht impact kunnen maken!”

Het gonst aan de IJssel. Het #Toekomst-stoel-idee gaat steeds meer leven; zelfs de fotograaf knikt enthousiast mee. Butink staat op om een lege stoel aan te schuiven. De creatie uit de fantasie van Jan Terlouw krijgt handen, voeten én stoelpoten. Jan Terlouw slaat het tafereel lachend gade: “Kijk dat is actie, jullie zijn geweldig!”

HET VERHAAL #TOEKOMSTSTOELZou het initiatief #Toekomststoel de beweging kunnen creëren die zo hard nodig is? Terlouw antwoordt: “Wie weet, wie weet. Ik vind het ontzettend positief dat deze jonge vrouwen zo bezig zijn met de toekomst. En met de toekomst-stoel vertellen we een aansprekend ver-haal. Toen mijn kinderen klein waren, vertelde ik ze iedere avond een verhaal. Mijn vrouw zij altijd: ‘Schrijf op, schrijf op!’ Ik dacht: kom nou, ik ben natuur-kundige. Gelukkig heb ik uiteindelijk toch naar haar geluisterd. Het verhaal is zo belangrijk.”

VERSNELD METERS MAKENVier mensen met een gedeelde passie en ieder hun eigen vakgebied. Dat zorgt voor een levendig gesprek aan de IJssel. Terlouw: “De versnelling moet komen vanuit een intense samenwerking tus-sen politiek en bevolking en dan bedoel ik ook het bedrijfsleven. Grote bedrijven vragen om nieuwe regels. ‘Overheid, doe iets’, roepen ze, maar het lijkt alsof de overheid vergeten is dat ze macht heeft. Waarom gaan ze niet samen om de tafel en maken ze harde afspraken?” “Ik ben het helemaal met u eens dat de overheid kaders moet stellen om de markt te pushen”, zegt Davidson. “Maar ik geloof ook dat de koplopers uit het bedrijfsleven, de ‘groene trendsetters’, het verschil kunnen maken en initiatief kunnen en móeten nemen. Maar dan moet dit initiatief wel beloond worden door de overheid.”Terlouw: “Waarom alleen belonen en niet ook eisen? De regels zouden toch morgen gemaakt kunnen worden?”Watson: “Meneer Terlouw, ik wil aan uw zijde vechten om dat voor elkaar te krijgen, maar ik heb niet het vertrouwen dat de politiek daadkrachtig genoeg is om maatschappelijk belang boven partijbelang te zetten.” Butink valt haar bij: “Iedereen wijst naar elkaar, je ziet dat tussen bedrijfs-leven en politiek, maar ook tussen jong en oud. Mijn doel is om hierin zo veel mogelijk hobbels weg te nemen en te zorgen voor haalbare businesscases. Alleen, we vergissen ons ook in onze omgeving; wij denken dat onze genera-tie er sowieso al mee bezig is maar dat is niet per se zo.” Davidson vult aan: “Dat klopt, in mijn omgeving hoor ik zo vaak mensen zeggen: ‘Ik heb niet zoveel met duur-zaamheid.’” “Dat is net zoiets als zeggen: ‘Ik heb niet zoveel met mijn toekomst’”, zegt Wats-on. Butink: “Daar ligt ook een rol voor ons weggelegd: onze generatie informe-ren en stimuleren.”

SAMEN IN ACTIE KOMEN“Beweging wordt gecreëerd door we-derzijds gewin”, zegt Davidson. “En ook door trots of ergens bij kunnen horen”, vult Watson aan. Terlouw: “En emoties spelen een grote rol.” Davidson vervolgt: “En er moet vertrou-wen zijn tussen overheid en bedrijfsle-ven. Kaders, maar ook vertrouwen. Bij-voorbeeld ook bij aanbestedingen blijkt best wel wat wantrouwen. Dat wij het als markt zelf niet kunnen. Als daarin vertrouwen wordt gegeven, kunnen we verder komen.” Terlouw knikt en zegt:

en Jan Terlouw de toekomst een stem. Duurzaamheid is tenslotte verbonden aan ieders toekomst en daarom moeten we het onderwerp laten meewegen in onze keuzes van vandaag.

Terwijl de fotograaf alles in gereed-heid brengt voor nog een laatste foto - natuurlijk mét stoel - staart Terlouw nog even over de IJssel. “Kijk eens hoe prachtig. De Rijn is historie, de Waal is de commerciële rivier, maar de IJssel is de móóiste rivier van Nederland. Heel natuurlijk, mooie oevers, mooie bochten, niet te veel boten. Alle rivieren zijn mooi hoor. Rivieren zijn zo bepa-lend geweest, alle grote steden liggen aan een rivier.” Alleen bij het kijken naar deze rivier komt de verhalenverteller alweer naar boven en krijgt Terlouw inspiratie voor een nieuw verhaal voor de toekomst.

Terlouw denkt even na en vervolgt: “Het is noodzakelijk om te benadrukken dat dit nieuw is. Vijftig jaar geleden was het nog wat simpeler. Nu niet meer. De technologie overspoelt ons zo, het gaat zo vlug. Het is nieuw dat je aan die toekomst moet denken.” De dames knikken instemmend. “Die toekomst moet altijd een plek krijgen en dat gebeurt door middel van die stoel”, zegt Butink. Davidson vult aan: “En die stoel is nooit hetzelfde als gisteren, want de toekomst is niet lineair. De stoel kan voor iedereen een andere betekenis hebben. Hij kan een nieuw perspectief bieden, een plek ter overdenking, een verbeelding van effect, of misschien zie je je eigen kind of kleinkind daar zitten.” Watson: “Stel je eens voor, een toekomststoel in elke boardroom, elk klaslokaal, in talkshows en zelfs in de Tweede Kamer.” Zo geven de drie ambitieuze dames

Terlouw: “Het is nog niet te laat om het tij te keren, maar dan moeten we wel

vandaag beginnen”

Watson: “Ik geloof dat vertrouwen gecreëerd wordt door te dóén.”

“Alles wordt gecontroleerd, geëvalu-eerd, gejuridiseerd.”Butink: “Maar hebben wij daar als ‘fu-ture green leaders’ invloed op? Op dat politieke spel?”Watson: “Ik geloof dat vertrouwen gecreëerd wordt door te dóén. De politiek heeft wellicht een statement van de burgers nodig. En nu zitten we hier toevallig in een unieke situatie: vier gedreven mensen die heel graag actie willen.” Terlouw lacht: “En daar geniet ik echt van. Heerlijk om te zien, jonge mensen die zo enthousiast zijn.” Watson vervolgt gedreven: “Kunnen we niet samen iets bedenken waarmee we morgen al iets kunnen doen, waarmee we beweging kunnen creëren?”

GEEF DE TOEKOMST EEN STOEL “Tja, wat kun je doen?” Terlouw is even in gedachten verzonken en intussen schieten allerlei ideeën over tafel. Terlouw vervolgt: “De overheid is er niet alleen om het land te regeren maar ook om de samenleving te begrijpen. Politi-ci, ga nou eerst de vraag stellen: ‘Wat is rechtvaardig?’ Dat hoort de basisvraag te zijn. En daar is iets bijgekomen: wat is rechtvaardig voor ons nageslacht?”

Terlouw vertelt over zijn onlangs verschenen boek Het hebzuchtgas, een sprookje voor jong en oud. Daarin wordt beschreven dat bij elke directie-vergadering van bedrijven altijd één lege stoel staat. Daar zit de toekomst

GESPREK /// JAN TERLOUW & FUTURE LEADERS

Lizzy Butink, Marianne Davidson en Yvette Watson waren deelnemers aan het Future Leaders Program van Dutch Green Building Council.

Meer informatie: www.dgbc.nl/flp

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

1918

HOE SUSTAINABLE DEVELOPMENT

GOALS HELPEN BIJ HET VERDUURZAMEN

VAN GEBOUWEN

DOEL 3: GEZONDHEID EN WELZIJN“Het is natuurlijk heel belangrijk om te investeren in de gezondheid en het wel-zijn van werknemers. Het menselijk ka-pitaal is de grootste kostenpost van een organisatie. Door prettige werkplekken te creëren, kun je het ziekteverzuim binnen je bedrijf terugdringen. Dat kan grote effecten hebben, in productiviteit en winstgevendheid.”

DOEL 7: DUURZAME EN BETAALBARE ENERGIE“Het aandeel duurzaam opgewekte energie moet groeien naar 16 procent in 2023. Maar daarna, richting 2030, moet die lat nog wel omhoog. In de gebouw-de omgeving kunnen maatregelen worden genomen die hier een positieve bijdrage aan leveren.”

Voor organisaties die aan de slag willen met duurzaam ondernemen vormen de Sustainable Development Goals (SDGs) een belangrijke

koersbepaler. Deze duurzame doelen, samengesteld en goedgekeurd door de regeringsleiders van de Verenigde Naties, sijpelen langzaamaan door in de missies, visies en strategieën van menig bedrijf. Hugo von Meijenfeldt

is ‘Coördinator Sustainable Development Goals’ voor Nederland. Zijn taak is om de doelen gemeengoed te laten worden. Von Meijenfeldt licht de Sustainable Development Goals toe die volgens onderzoek van World Green Building Council en de Dutch Green Building Council bij uitstek

gelden voor de bouw- en vastgoedsector.

DOEL 8: FATSOENLIJKE BANEN EN ECONOMISCHE GROEI“In het Energieakkoord staat dat het stimuleren van een duurzame economie minstens 15.000 banen moet opleveren. Dat aantal is ruimschoots gehaald. Daarnaast is het belangrijk duurzaam te groeien. Dat betekent niet automatisch meer mensen, meer stenen, meer winst. Nee, het gaat om de duurzame ontwikkeling van de economie, de continuïteit, in dit geval in de bouw- en vastgoedsector. Ten tijde van de bouwcrisis hebben veel mensen werkloos thuis gezeten. Dat is enorm zonde geweest. Dit is een goed voorbeeld waar de bouwsector en overheid aan tafel hadden kunnen gaan zitten om te bezien of dit te voorkomen was.”

INTERVIEW /// SDG’S NEDERLAND

TEKST MATTHIJS TIMMERS BEELD MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Hugo von Meijenveldtcoördinator Sustainable Development Goals Nederland

DOEL 9: INNOVATIE EN DUURZAME INFRASTRUCTUUR“Op het gebied van ict in gebouwen wordt natuurlijk al veel geïnnoveerd. Daarnaast kun je ook denken aan vernieuwingen in hoe je een gebouw gebruikt. Bijvoorbeeld met ‘Nieuwe Werken’ concepten. Waarom allemaal standaard op maandagochtend tegelijk vergaderen? Waarom die parttime dag altijd op de woensdag? Dat kan veel flexibeler, innovatiever. Het vraagt wel om een andere kijk op werk, en op het, oneerbiedig gezegd, omhulsel voor dat werk. Ook op het gebied van infrastructuur kunnen we nog een slag maken. Ik zet mijn vraagtekens bij de verplichting van een minimaal aantal parkeerplekken bij gebouwen. Dat is toch oud denken? Met alle ontwikkelingen in de infrastructuur, met bijvoorbeeld autonoom vervoer, moeten we ons hardop afvragen of we nog parkeergarages moeten blijven bijbouwen.”

DOEL 11: VEILIGE EN DUURZAME STEDEN“Dit doel vraagt om een integrale kijk op duurzaam bouwen. Kijk dus niet alleen op gebouwniveau naar of het duurzaam is, maar zie het ook in samenhang met andere gebouwen en het gebied waarin het staat.”

DOEL 12: DUURZAME CONSUMPTIE EN PRODUCTIE“Je kunt op dit doel stappen zetten door in te zetten op afvalreductie; zorgen dat er minder wordt verspild en meer wordt gerecycled. Maar ook in de grote keten is winst te behalen, bijvoorbeeld door goed te letten op welke grondstoffen en materialen er worden gebruikt in een gebouw en op welke manier gebouwen worden gesloopt en materialen weer worden teruggebracht in de keten. Het hele circulaire gedachtegoed zit in dit doel. Veel bedrijven stellen het daarom voorop.”

DOEL 13: KLIMAATVERANDERING AANPAKKEN“De gebouwde omgeving is voor bijna 40 procent verantwoordelijk voor de CO2-uitstoot in Nederland. Er ligt dus een grote taak om ervoor te zorgen dat we de uitstoot van gebouwen terugdringen. Daar helpen methodieken zoals BREEAM-NL en energielabels bij. Maar ook de bottom-up initiatieven zoals het Deltaplan Duurzame Renovatie van de DGBC.”

DOEL 15: HERSTEL ECOSYSTEMEN EN BIODIVERSITEIT“Je kunt biodiversiteit naar je gebouw toe halen. Je ziet dat al veel gebeuren bij grote bedrijven, waarvan de kantoren ‘groen’ worden ingericht. Maar waar ook in de directe buitenruimte ecologische maatregelen worden genomen. Denk aan nestkastjes, bijenhotels of het aanleggen van vijvers.”

DOEL 17: PARTNERSCHAPPEN VOOR DE DOELEN“Dit is een typisch Nederlands doel. We hebben een lange geschiedenis met polderen en samenwerken. Wij gaan al met gebouwgebruikers en andere stakeholders in gesprek nog voordat een eerste paal de grond in gaat. Heel goed. Samenwerking is essentieel om doelen te bereiken. In je eentje, hoe goed bedoeld ook, kom je er niet.”

3 VOORDELEN VAN DE SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS

1. Het is een allesomvattend systeem waarmee je kunt staven of je duurzaam bezig bent, goedgekeurd door de 193 regeringsleiders van de Verenigde Naties.

2. De Sustainable Development Goals hebben gekwantificeerde doelstellingen, niet alles economisch en ecologisch, maar ook maatschappelijk.

3. Het is een gemeenschappelijke taal voor duurzaam ondernemen.

IS DE BOUW- EN VASTGOEDSECTOR GOED BEZIG?Von Meijenfeldt: “De sector is er serieus mee bezig, maar ik zeg niet dat bouwbedrijven voorlopen. Zeker wat betreft het blootleggen van de gehele keten ligt er nog een enorme uitdaging. Je ziet dat de textielsector daar al hard mee aan de slag is. Andere sectoren kunnen hier veel van leren.”

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

2120

Jarenlang stond het kantoorgebouw aan de Beethovenstraat 200 erbij als een rotte kies in een verder gaaf gebit. Rijp voor de sloop. Maar in plaats daarvan ondergaat het ‘weeshuis van de Zuidas’ een ongekende metamorfose. Het wordt een van de meest duurzaam gerenoveerde gebouwen van Nederland, met het hoogst haalbare

duurzaamheidslabel: BREEAM-NL Outstanding. Al vanaf de aankoop door de Goede Doelen Loterijen in 2014 was dit de ambitie. Managing

director Marieke van Schaik: “Duurzaam renoveren is de toekomst. Met dit project laten we zien dat het echt kan.”

VAN VERWAARLOOSD WEESPAND TOT

DUURZAAM PARADEPAARDJE

De ruim zeshonderd medewerkers van de Goede Doelen Loterijen (Nationale Postcode Loterij, de VriendenLoterij en de BankGiro Loterij) zitten nu nog ver-spreid over vijftien adressen. Dat kan efficiënter, beter en goedkoper, was het idee. “Mensen moeten snel met elkaar kunnen overleggen. In de panden waar-in we nu werken, is daarvoor eigenlijk geen ruimte”, vertelt Van Schaik. “We zochten dus huisvesting in één geza-menlijk gebouw.”

CREATIEVE UITDAGINGDe keuze viel bewust op een ongebruikt pand. “Er is veel leegstand van kanto-ren. Dat én de enorme milieuwinst die te halen is met het recyclen van een bestaand gebouw gaf de doorslag. Dat is veel duurzamer dan nieuwbouw. Duurzaamheid en het klimaat zijn belangrijke pijlers van onze missie en dat willen we ook laten zien in onze be-drijfsvoering.” Daarbij leggen de Goede Doelen Loterijen de lat hoog: alleen het allerbeste volgens de laatste richtlijnen is goed genoeg. Zeker in een bestaand pand geen gemakkelijke opgave: “We zitten vast aan de huidige structuur. Dat geeft ons minder vrijheid en maakt het ingewikkelder. Maar wij zien dat als een mooie creatieve uitdaging.”

DUURZAAM TOT EN MET DE SLOOPDie creatieve uitdaging hebben alle betrokken partijen met beide handen aangenomen: van de architecten van Benthem Crouwel tot de interieur- ontwerpers van D/DOCK, de installatie- adviseurs, de aannemer, de installateur en de slopers. Van het ontwerp tot de oplevering zorgen zij voor een extreem duurzame aanpak. Zelfs de sloop is duurzaam: alle onderdelen zijn zo voor-zichtig mogelijk uit elkaar gehaald. Om de materialen te kunnen hergebruiken, maar ook om stof- en geluidshinder te minimaliseren. En in het gebouw zelf is straks tot in de kleinste details rekening gehouden met duurzaamheid. Met als resultaat: een energie- én waterneu-traal kantoor dat 84 procent minder energie verbruikt dan een vergelijkbaar nieuw kantoorgebouw.

VOOR DE VERBOUWING Van het bestaande kantoor blijven alleen het geraamte van vloeren en kolommen staan. Esther Wubben, projectleider huisvesting bij de Goede Doelen Loterijen: “Het pand was al gestript; de installaties waren eruit. Ook de gevels, die waren opgetrokken uit grindbeton en enkel glas, bleken niet te behouden. We spreken dan ook inmid-dels niet meer van renovatie, maar van vernieuwbouw.”

Alleen het geraamte van vloeren en kolommen blijft staan.

Impressie van het nieuwe atrium

1

11

6

8

POSTCODE LOTERIJ

TEKST ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS BEELD D/DOCK, BENTHEM CROUWEL

WIE VOLGT?De totstandkoming van het kantoorpand is één groot avontuur, vindt projectleider Esther Wubben: “Het leuke is dat we in een tijd leven waarin zich veel interessante ontwikkelingen, materialen en technieken aandienen. Je hoeft niks te laten omdat het niet kan. Al moet je van tevoren wel goed nadenken over de consequenties van je keuzes voor de planning en het budget. Maar hoe meer ervaring wordt opgebouwd met extreem duurzaam renoveren, hoe efficiënter dit soort projecten verlopen.” Het pand is straks publiek toegankelijk: zo komt er een openbaar restaurant in en zijn in de hal exposities van goededoelenprojecten te zien. De Goede Doelen Loterijen willen hun kantoor niet alleen graag laten zien, maar ook hun ervaringen delen. Van Schaik: “Met dit project tonen we aan hoe je klimaatvriendelijk kunt bouwen. Dat willen we graag uitdragen. We hopen van harte dat anderen ons voorbeeld volgen.”

NA DE VERBOUWING

Energie- en watervoorziening1. Honderden zonnepanelen – in totaal ruim 2500 m2

wekken genoeg schone energie op om ruim 80 huishoudens van stroom te voorzien.

2. In de daktuin wordt regenwater opgevangen. Dit wordt afgevoerd naar een opslagbassin onder het binnenplein en vervolgens gebruikt voor de toiletten en de sprinklerinstallatie.

3. Met driedubbel glas en isolatie van vloer tot dak werkt het gebouw als een soort thermosfles. Daardoor hoef je maar weinig te verwarmen of te koelen.

4. Een hybride ventilatiesysteem zorgt voor frisse lucht. In de zomer kunnen medewerkers de ramen en dakluiken openzetten en in de winter of bij extreme warmte draait de mechanische ventilatie.

5. Verwarmen en koelen gebeurt ook via de klimaatplafonds waar water doorheen stroomt dat in de winter warmte en in de zomer kou afgeeft aan de ruimte.

6. Winterse kou en zomerse warmte worden 150 meter onder de bodem opgeslagen en zo nodig met warmtepomptechnieken ingezet.

7. Alle apparatuur is maximaal energiezuinig. Zo werken de medewerkers zo veel mogelijk met laptops omdat die minder stroom gebruiken – én minder warmte afgeven dan desktops.

8. Het verlichtingsplan is volledig led.

Duurzaam materiaalgebruik9. De Goede Doelen Loterijen kiezen zo veel mogelijk voor

circulaire en natuurlijke materialen zoals bamboe.10. Het bladerdak is van gerecyclede aluminium platen die

het daglicht filteren.11. Op de vloeren ligt volledig recyclebaar DESSO-tapijt van

natuurlijke materialen.12. Het meubilair uit de huidige panden gaat mee en er

wordt ook veel tweedehands aangekocht via Marktplaats.

Zijaanzicht van het vernieuwde pand

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

2322

“Ondanks de goede bedoeling van de overheid om een label-verplichting op te leggen aan kantoorgebouwen, blijkt dit niet voldoende om de essentiële sprong te maken. Het is voor ons alle-maal van belang dat we snel onderzoe-ken wat nodig is om de klimaatdoestel-lingen te halen. Dat moeten we zo snel mogelijk omzetten in actie. Gezien de komende formatie is het ook een belangrijk signaal aan de verschillende politieke partijen.”

“Voor de zorg is het verduurzamen van gebouwen vaak net te ver weg van de kernactiviteit om daar hoge prioriteit in mensen en middelen aan te kunnen geven. De werkgroep Zorg van het Deltaplan van de DGBC zet daarom in op ‘People’ naast ‘Planet & Profit’. Zorg-gebouwen moeten gezonde gebouwen worden en daarbij ook de CO2-emissies en kosten verlagen. Zo denken wij die versnelling een basis te kunnen geven.Daarnaast zet de werkgroep in op een concreet ‘stappenplan voor het ver-duurzamen’ van de eerste gebouw- portfolioanalyse tot en met een energiemanagementsysteem. Verschil-lende ‘support opties’ (inkoopkracht via Intrakoop, kennis en kengetallen via RVO en bijvoorbeeld een zorgfonds voor duurzame investeringen). Ten slotte mobiliseren we verschillende ‘versnellers’ die bijvoorbeeld met financiering (banken), wettelijke druk en handhaving (overheden) en duurzame inkoopcondities (zorgverzekeraars) de zorgsector tot realisatie van de Parijs- doelstellingen kunnen bewegen.”

MET HET DELTAPLAN DUURZAME RENOVATIE NAAR ‘PARIJS’

KANTOREN

LOGISTIEK

ZORG

Met het Deltaplan Duurzame Renovatie worden meters gemaakt naar een duurzaam gebouwde omgeving. Om zo de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen. Per gebouwfunctie liggen er enorme uitdagingen waar werkgroepen met specialisten mee aan de slag zijn. De voorzitters vertellen erover.

Jaap van Rhijn(Colliers) voorzitter van de werkgroep Kantoren

Jeanet van Antwerpen(CEO SADC) voorzitter van de werkgroep Logistiek

Philip Blaauw(CEO Innax) voorzitter van de werkgroep Zorg

DELTAPLAN PIJLERS KANTOREN, LOGISTIEK EN ZORG

“Logistieke panden van 10 tot 25 jaar zijn vaak aan renovatie toe. Dat is een goed moment om kritisch te kijken naar wat duurzamer kan en hoe je daarmee geld kan besparen en waarde toevoegt aan je vastgoed. Gebouwen van deze leeftijd zijn dan ook een belangrijke target voor de werkgroep Logistiek.”

De boodschap van Babette van Loon, operationeel directeur van Alklima/Mitsubishi Electric Klimaatapparatuur uit Papendrecht, aan de bouwwereld is helder: we denken nog te veel in kortetermijnrendement. De techniek en oplossingen voor duurzame bouw zijn er. Nu is het zaak de benodigde kennis en kunde centraal te stellen en samen te werken voor de lange termijn. “We moeten niet praten, maar poetsen.”

TEKST WILLEMIEN GROOT BEELD ALKLIMA

e urgentie voor de bouwsector is hoog. In het klimaatakkoord van

Parijs is afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en de opwarming van de aarde te verminderen. Daaruit voortvloeiende Nederlandse wet- en regelgeving voor de bouw houdt onder meer in dat vanaf 2023 geen enkel kantoor lager mag scoren dan energielabel C. Op termijn streven de partijen in het Energieakkoord voor 2050 naar een energieneutrale gebouwde omgeving.

OMSCHAKELINGDat vergt een enorme omschakeling in de bouwsector. “Nog steeds bouwen we bedrijfspanden en woningen die afhankelijk zijn van gas”, zegt Babette van Loon oprecht verbaasd. “Terwijl we ons moeten richten op de toekomst, op circulaire bouw waarbij alles wat we neerzetten, voorzien is van een materiaalpaspoort, energielabel A en een gezond binnenklimaat. Dat moeten flexibele gebouwen zijn bovendien, die afhankelijk van de behoefte eenvoudig anders zijn in te richten. Die ontwikkelingen kunnen me niet snel genoeg gaan: met slimme energienetwerken, zonnepanelen, warmtepompen en andere technologie.”

‘LATEN WE ALS BOUWSECTOR SAMENWERKEN VOOR DE LANGE TERMIJN’

D Verduurzaming van de bestaande gebouwde omgeving ligt ingewikkelder, maar voor Van Loon is dat geen excuus voor halfzachte maatregelen. “Opgeworpen belemmeringen als geld en techniek zijn echt onzin. Het gaat erom dat iedereen, van projectontwikkelaar tot en met overheid, keuzes maakt op basis van andere waarden. Duurzaamheid loont.” Van ‘quick wins’ in de verduurzaming van bestaande bouw wil ze dan ook niets weten. “De vraag is niet of er relatief snel winst valt te behalen. Nog afgezien van het feit dat die winst afhankelijk is van veel factoren als bouwjaar, de staat van het pand of de locatie. Soms is de keuze voor sloop gerechtvaardigd en soms behoud, zoals van een bijzonder historisch pand. Ook al verkeert het in slechte staat en vergt renovatie een grote investering.”

Babette van Loonoperationeel directeur van Alklima/Mitsubishi Electric Klimaatapparatuur

Alklima is in 1994 opgericht als exclusief importeur van Mitsubishi Electric, en is gespecialiseerd in innovatieve, elektrische klimaatsystemen voor tapwater, koeling en verwarming.

INTERVIEW /// ALKLIMA

WAT IS EEN PARIS PROOF GEBOUW?Als we met het verduurzamen van de gebouwde omgeving de klimaatdoelstellingen van Parijs willen halen, dan is het noodzake-lijk om goed te weten wat een Paris Proof gebouw is. Wat dat exact betekent, is erg ingewik-keld. Maar dat het ‘nul op de meter’ voor bestaande gebouwen benadert, is wel de verwach-ting. Bovendien moet zowel het gebouw zelf als het gebruik ervan erg duurzaam zijn. De meest toonaangevende voorbeelden van duurzame gebouwen die waar-schijnlijk Paris Proof zijn, zijn het kantoor van Alliander in Duiven - zonder gas, en met 95 procent hergebruikt materiaal - en het Stadskantoor in Venlo: helemaal volgens cvradle-to-cradle principes gebouwd. De lat ligt hoog inderdaad. Daarom moeten we vandaag nog beginnen.

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

2524

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

SHOWCASE ALBUS HOTELEen mooi bewijs dat ook in de bestaande bouw niets onmogelijk is, vormt het Amsterdamse designhotel Albus aan de Vijzelstraat, dat na een ingrijpende renovatie het eerste CO2-neutrale hotel van Europa is. Om dit voor elkaar te krijgen, is het historische pand onder meer voorzien van een Variable Refrigerant Flow-systeem voor koeling, verwarming en ventilatie van de 75 hotelkamers. Daarnaast levert een CO2-warmtepomp, zonder bijverwarming of warmtehergebruik, grote hoeveelheden warm tapwater van 90 °C. Daardoor verbruikt het hotel geen gas meer, alle systemen zijn elektrisch. Om al deze voorzieningen in het monumentale pand onder te brengen, was een flinke dosis creativiteit nodig. Hoteleigenaar Taco van der Meer mocht bijvoorbeeld geen installatie op het dak van Albus laten plaatsen. Na veel passen en meten lukte het uiteindelijk om de installatie grotendeels inpandig op te stellen. De aanpassingen leveren bovendien een energiebesparing op van 30 tot 40 procent vergeleken met de oude, gasgestookte verwarmings- en warmwatervoorziening. Naar verwachting is de investering van ongeveer € 1,4 miljoen door een lagere energierekening in acht jaar terugverdiend.

SUCCESVOLLE INNOVATIEDe sleutel tot succesvolle duurzame innovatie, ook in de bestaande bouw, is volgens Van Loon samenwerken. Kiezen voor een integrale aanpak. “Techniek is slechts een deel van de oplossing”, zegt ze. “Uit onderzoek blijkt dat maar 25 procent van de duurzame innovatie wordt bepaald door investeringen in technologie. De overige 75 procent bereiken bedrijven door veranderingen in leiderschap, organisatie en de inrichting van arbeid.” Voor een duurzame toekomst van de bouwsector ziet ze veel heil een model zoals dat van Apple. In het kennisplatform van de techgigant werken alle toeleverings- en assemblagebedrijven samen bij de ontwikkeling van innovatieve en betere producten. “Het grote voordeel is dat bedrijven gespecialiseerde kennis en kunde opbouwen en die met elkaar delen. In de bouwsector is die sociale innovatie ook mogelijk.”

WATZZEen voorbeeld daarvan is Wattz, dat is ontwikkeld door Alklima/Mitsubishi Electric. Wattz is een paraplulabel voor duurzame producten op het gebied van installatietechniek en onderhoud voor de woning- en utiliteitsbouw. De Wattz-up bijvoorbeeld is een gepatenteerde dakkap voorzien van een liftsysteem. Installateurs kunnen een warmtepomp van binnenuit monteren en onderhouden, en vervolgens op zijn plaats tillen. Dit bespaart fors op de installatiekosten. De Wattz-in module is een kant-en-klare verwarmings-, ventilatie- en tapwatermodule voor nieuwbouw en renovatie. En is, afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever, als een legobouwdoos in elkaar te zetten. In dit concept werken verschillende partijen samen, zoals Alklima/Mitsubishi Electric, Zehnder, gespecialiseerd in ventilatie-units, en ABB dat de regeltechniek voor zijn rekening neemt. Alle onderdelen zijn op elkaar afgestemd en als systeem uitgebreid getest.

INTERVIEW /// ALKLIMA

Hotel Albus aan de Vijzelstraat te Amsterdam, interieur

Hotel Albus bewijst dat zelfs in historische bouw niets onmogelijk is

ANDERE KEUZESDe opgedane ervaringen wil zij breed delen om te voorkomen dat de kennis verloren gaat. “Traditioneel werken bouw- en installatiebedrijven eenmalig samen voor de goedkoopste prijs. Hierdoor is er geen lerend vermogen binnen de organisatie en samenwerkingsverbanden. De initiële investeringen voor het gebouw zijn leidend en niet de lange termijn.” Alklima maakt hierin nadrukkelijk andere keuzes. De onderneming investeert voor de lange termijn en kijkt naar de bedrijfsresultaten op de lange termijn. Van Loon: “We proberen altijd de consequenties te overzien van de beslissingen die we vandaag nemen.” Mitsubishi Electric, waarvoor Alklima exclusief importeur is, heeft jaren geleden een eigen milieu-actieplan opgesteld waaraan ook Alklima zich committeert. Hierin streeft het concern ernaar om in 2021 zeker 30 procent CO2-emissiereductie te behalen ten opzichte van 1990. Dit geldt voor zowel de productontwikkeling als voor het fabricageproces.

VAN BEZIT NAAR GEBRUIKVan Loon haalt inspiratie uit bijvoorbeeld de uitgangspunten van de visionaire architect Thomas Rau, die pleit voor een nieuw economisch systeem waarin we producten niet langer bezitten, maar slechts gebruiken. Afval is verleden tijd. “Dat betekent dat we beter nadenken over hoe we bouwen en welke materialen we gebruiken. En ook dat gebouwen een materiaalpaspoort krijgen: materialen worden tijdens de levensduur van een gebouw geregistreerd op basis van financiële waarde, levensduur en kwaliteit. Bouwbedrijven die gebruikmaken van zo’n paspoort, betalen alleen voor het gebruik van materialen. Die gaan aan het einde van de levensduur van een gebouw weer terug naar de leveranciers. De teruggenomen materialen zijn daarna inzetbaar voor nieuwe bouwprojecten.”

LANGETERMIJNVISIEHet is hoog tijd voor een radicale omslag, vindt Van Loon. “Tijdens de crisis hebben bedrijven vooral gestuurd op kostenbesparingen. Aan de ene kant begrijpelijk als het water je aan te lippen staat. Maar die aanpak is niet langer houdbaar. Anders denken en anders omgaan met mensen en grondstoffen, alleen de bedrijven die dat doen en niet gaan voor het kortetermijnrendement, halen het.” Daarom pleit ze ook voor hernieuwde investeringen in mensen. “Voortschrijdende technologie en nieuwe manieren van samenwerken vragen om mensen met andere of aanvullende competenties. Maar de mismatch tussen de vraag van de markt en het aanbod vanuit de opleidingen heeft geleid tot een groot tekort aan vakmensen. Een van de oorzaken is het gebrek aan respect voor technische know-how in Nederland”, zegt Van Loon. “Een technische mbo-opleiding wordt ten onrechte gezien als minderwaardig, terwijl we die vakmensen hard nodig hebben. Zonder goede installateurs of servicemonteurs is de sector nergens. Je ziet bedrijven al mensen bij elkaar wegkopen of forse salarissen bieden. Laten we gaan praten met de opleidingen en ook zelf investeren in personeel.”

De Keverberg: van ruïne tot duurzaamste kasteel van Nederland

DUURZAAM KASTEELSamenwerking stond ook aan de basis van de geslaagde renovatie van kasteel De Keverberg in het Limburgse Kessel. Tot voor kort niet meer dan een ruïne maar uit de restanten is het duurzaamste kasteel van Nederland herrezen, door hergebruik van materialen en de toepassing van duurzame technieken binnen de dikke, eeuwenoude muren. Bij de herbouw is gekozen voor een combinatie van een koelsysteem met onderlinge warmte-uitwisseling, warmtepomptechniek met bodemwarmte, voor vloerverwarming en vloerkoeling, en voor CO2-gestuurde ventilatie met warmteterugwinning. Ook is er een glasdak aangebracht met ingebouwde zonnecellen. De klimaatbeheersing is door de gebruiker zelf eenvoudig te bedienen via een iPad. De bouwperiode van kasteel De Keverberg duurde dertien maanden en heeft € 5 miljoen gekost. Met als resultaat een markant multifunctioneel gebouw. “We hebben dit alleen bereikt doordat alle partijen meedachten over de beste oplossingen en moeite deden die waar te maken”, zegt Van Loon. “Iedereen had tijdens het bouwproces de beschikking over alle relevante informatie in een 3D-bouwinformatiemodel (BIM).Op die manier werkten alle partijen met dezelfde informatie die continu beschikbaar en actueel was, en konden ze van elkaar zien wat er gebeurde. Die aanpak is uiterst waardevol gebleken.”

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

2726

Het grootste aanbodkantoren, bedrijfsruimtenen winkels

vindt u op ventu

Powered by PropertyNL

[email protected] 5753317

ventu-ad-halfpage_210x148.pdf 5 17.07.25 16:04

Je duurzame voorsprong uitbouwen?Profiteer van onafhankelijke journalistiek, nieuwsbrieven, (e-)magazines, whitepapers, infographics en podcasts.

BRAM ADEMA’S RECEPT VOOR DUURZAAM (VER)BOUWEN

BEREIDING VOOR NIEUWBOUWBegin met de basisbenodigdheden. Vooral flexibiliteit is belangrijk. Zeker als je bedenkt dat in het gemiddelde kantoor de inrichting elke zeven jaar vernieuwd wordt. Traditioneel gaat dat gepaard met geweld, zoals het slopen en weggooien van muurtjes. Zorg liever voor grote, open ruimtes waarin je met verplaatsbare elementen werkt, zoals afritsbare tussenwanden. Met de juiste basisingrediënten volgt de vulling als vanzelf.

BEREIDING VOOR BESTAANDE BOUWAnders dan bij nieuwbouw – die interessant is als laboratorium voor bestaande bouw – kun je in de bestaande bouw het beste beginnen met de vulling om te verduurzamen. Tip! Grijp hiervoor natuurlijke momenten als (groot) onderhoud of een renovatie aan.

In de 14e eeuw verrees Slot Loevestein. Niemand was bezig met cradle to cradle, BREEAM of energielabels. “Toch is het een schoolvoorbeeld van een duurzaam gebouw”, aldus Bram Adema. “Het is opgetrokken uit natuurlijke grondstoffen als klei en er is nog geen baksteen weggegooid. De dikke muren en kleine ramen houden het in de zomer koel en in de winter warm. Al eeuwen komt de verwarming uit bodemwater. En het gebouw is aan te passen voor allerlei functies, van woning tot museum, gevangenis en feestlocatie. Het blijft dus bruikbaar, ook als de eisen veranderen.” Creëer je eigen Slot Loevestein.

DE BASISBENODIGDHEDEN• een mooie, goed bereikbare locatie• een aantrekkelijk ontwerp; mensen

moeten graag in het gebouw willen zijn

• een flexibel ontwerp, zodat het pand geschikt is voor verschillende functies en aangepast kan worden aan veranderende eisen

• natuurlijke grondstoffen zoals klei, hout en bamboe – gebruik zo min mogelijk materiaal

VOOR DE VULLING• maatregelen om het

energieverbruik te beperken• eigen opwekcapaciteit, zoals

zonnepanelen en een warmtepomp

Bram Adema is oprichter en directeur van CFP Green Buildings. De afgelopen 12 jaar heeft hij met CFP honderden organisaties en meer dan 20.000 gebouwen helpen verduurzamen. Zijn missie: 50 procent CO2-reductie in de gebouwde omgeving in 2020 en alle gebouwen circulair in 2030.

‘IN 2035 WILLEN WIJ 100 PROCENT CIRCULAIR ZIJN’Duurzaamheid en een bedrijf actief in de groenvoorziening zijn een automatische twee-eenheid, zou je zeggen. Maar niets gaat vanzelf, zegt Elwin de Vink, hoofd ontwerp & advies van Donkergroen. “Die tropisch hardhouten schuttingpalen komen toch echt van de andere kant van de wereld en zijn niet vanzelfsprekend duurzaam.”

1. Circulariteit is niet moeilijk. Je moet alleen beginnen.

2. Laat je niet afschepen als een leverancier beweert dat het niet bestaat of kan. Maak dan duidelijk dat er voor deze leverancier een unieke kans ligt de eerste te zijn en een koplopersrol te nemen.

3. Hou de kennis niet voor jezelf maar deel deze met anderen. Alleen dan kunnen we met elkaar de doelen van 2050 halen.

DONKERGROEN IS ACTIEF IN DE GROENVOORZIENING, MAAR JULLIE ZIJN VEEL MEER DAN EEN HOVENIERSBEDRIJF, TOCH?Dat klopt helemaal. Zo hebben wij een ingenieurs- en ontwerpbureau van dertig man die verantwoordelijk zijn voor de ontwerpen en de volledige technisch uitwerking. Daarnaast zorgen we voor de realisatie en het beheer. En onze projecten gaan veel verder dan alleen het ontwerpen en aanleggen van tuinen. We ontwerpen ook zelf verlichting en meubilair bijvoorbeeld.

WAT VOOR ROL SPEELT DUURZAAMHEID IN JULLIE ORGANISATIE?Mensen denken altijd dat bedrijven in de groensector automatisch heel duurzaam zijn, maar dat is helaas niet zo. Veel materialen die worden gebruikt zijn niet duurzaam. Of het nu gaat om de verharding, het meubilair of de beplanting. Hiermee zijn wij als ontwerpers

medeveroorzaker van veel afval. Maar een paar maanden geleden hebben we een switch gemaakt. Toen hebben we besloten dat we in 2035 voor 100 procent circulair willen zijn. Van het koffieapparaat tot de diensten die we leveren aan klanten.

HOE IS DAT ZO GEKOMEN?Twee jaar geleden is dat balletje gaan rollen met een project voor ABN AMRO. Daar hadden ze de ambitie om een circulair project op te zetten en dan ga je nadenken over de vraag: waar komen onze producten en diensten eigenlijk vandaan. Dat heeft mij de ogen geopend.

OP WELKE MANIER?Door een kijkje te nemen in de keten van fabrikanten en leveranciers kwamen we erachter dat niet alles was zoals het zou moeten zijn. Van daaruit gingen we op zoek naar duurzame alternatieven. Dan merk je meteen

dat duurzaamheid niet altijd met het kostenplaatje te maken heeft. Zo kan een biologische kweker slechts € 0,10 per plant duurder zijn dan een reguliere kweker. Waarom zou je dan niet voor die duurzame route kiezen?

3 TIPS OM METERS TE MAKEN

CFP /// DONKERGROEN

TEKST CFP ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS TEKST DONKERGROEN MITCHELL DAAMEN

€ 2.000 p/m2

€ 1.000 p/m2

€ 500 p/m2

€ 250 p/m2

€ 50 p/m2

Het gebouw flexibiliseren

Het gebouw verfraaien

De inrichting flexibiliseren

Je energieverbruik minimaliseren

Je energie duurzaam opwekken

DE KOSTEN

29

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

‘BREEAM-NL IN-USE IS HET STARTPUNT VOOR VERDERE VERBETERING’Bouwinvest bevindt zich in de kopgroep van vastgoedinvesteerders op het gebied van duurzaamheid. Samen met ontwikkelaars, bouwers, vastgoedmanagers, gemeenten en huurders werkt de langetermijnbelegger continu aan de verduurzaming van zijn beleggingen. De resultaten daarvan worden met BREEAM-certificeringen meetbaar gemaakt.

“Door met BREEAM te werken, krijgen we inzicht in de verbeterpunten”, zegt Bernardo Korenberg, als CSR- en innovation manager verantwoordelijk voor het verantwoordbeleg-gen- en duurzaamheidsbeleid van Bouwinvest. “Die kunnen we samen met onze vastgoed-managers, onderhoudspartijen en huurders oppakken. Hiermee geven we meteen invulling aan het verantwoordbeleggenbeleid van onze aandeelhouders, de pensioenfondsen.”

BEKROOND BELEIDVoor Bouwinvest zijn duurzaamheid en toe-komstbestendigheid van vastgoedbeleggingen onlosmakelijk verbonden met de beleggings-doelstellingen voor de lange termijn. Korenberg: “We scherpen onze duurzaamheidsstrategie jaarlijks aan, implementeren best practices en meten en verbeteren de resultaten. Dit zien we terug in het toenemend aantal duurzaamheids-labels voor het beheerde vastgoed en meer energiebewustwording bij huurders. Begin dit jaar leverden onze inspanningen op dit vlak ons een internationale BREEAM/GRESB-award op.”

PRACHTIG VISITEKAARTJETrots is hij bijvoorbeeld op het World Trade Cen-ter The Hague, eigendom van het Office Fund van Bouwinvest. “Dit complex ontving als eerste gebouw in Nederland met meerdere huurders het BREEAM-NL In-Use Excellent-certificaat. Een prachtig visitekaartje van ons duurzaam-heidsstreven.” Korenberg benadrukt daarbij dat labels en certificaten een middel zijn en geen doel op zich. “Ze vormen een startpunt voor verdere verbetering.”

BREDE SCOPEHet mooie aan BREEAM-NL In-Use vindt Korenberg dat je op verschillende fronten kunt zien wat je aan duurzaamheid doet. “Het gaat bijvoorbeeld over transport, waterverbruik, de nabijheid van openbaar vervoer en de inkoop van duurzame materialen: een brede scope. Duurzaamheid gaat verder dan de techniek achter en in de gebouwen, het is ook de soci-aal-maatschappelijke verantwoordelijkheid die je als langetermijnbelegger wilt nemen voor de toekomstbestendigheid van vastgoed en loca-ties. We willen investeren in gebouwen waar

mensen zich prettig voelen. Dit zorgt ervoor dat ons vastgoed over 25 jaar nog steeds aantrek-kelijk is voor gebruikers en dus een interessante belegging. Een must voor een langetermijnbe-legger zoals Bouwinvest.”

KANSENKorenberg kenschetst de vastgoedmarkt als re-delijk conservatief. “De bebouwde omgeving is vervuilend. Daarom biedt juist vastgoed kansen om te transformeren naar een duurzame circu-laire economie. Wij zien verduurzaming niet als last, maar als kans voor verantwoorde economi-sche groei. Dat in 2023 alle kantoren minimaal label C moeten hebben en waarschijnlijk label A in 2030, betekent bovendien dat we moeten blijven verduurzamen. Gelukkig zien we steeds duidelijker dat verduurzaming van gebouwen een positief effect heeft op de financiële waar-dering. Huurders hebben meer aandacht voor duurzame en gezonde kantooromgevingen en ook de aandeelhouders van onze vastgoedfond-sen vragen om verduurzaming. Dit vergemakke-lijkt de dialoog en draagt bij aan onze collectieve duurzaamheidsdoelstellingen.”

INTERVIEW /// BOUWINVEST INTERVIEW

JAN PETER BALKENENDE VS. KITTY VAN DER HEIJDENEén prangende vraag mogen ze elkaar stellen. Een dubbelgesprek tussen twee experts op het gebied van duurzaamheid, Kitty van der Heijden en Jan Peter Balkenende. Hun conclusie: “Je kunt als bedrijf wel degelijk dingen veranderen. Dus ambitieus vooruit!”

Hoe zouden bedrijven de Sustainable Development Goals (SDG’s) kunnen gebruiken om duurzamer te worden en tegelijkertijd hun bedrijf te laten groeien? Dat vraagt Jan Peter Balkenende aan Kitty van der Heijden. Daar hoeft de topper uit de Trouw Duurzame 100 niet lang over na te denken. “In 2015 bleek uit onderzoek van Globescan dat één op de drie bedrij-ven de SDG’s wil gaan gebruiken voor strategie. Dat betekent dat de rest die doelen níét centraal stelt … Daarmee doe je jezelf als bedrijf tekort. De duurzame ontwikkelingsdoelen bieden namelijk zo véél mogelijkheden. Op mondiaal niveau zou het bedrijfsleven er op termijn 12 biljoen dollar uit kunnen halen. Bedrijven moeten de SDG’s niet omarmen omdat het móét, maar omdat het economisch verstandig en rationeel is. Wanneer je niet meebeweegt in deze systeemverandering, riskeer je dat de overheid het voor je gaat regelen. Je kunt als bedrijf niet op je han-den gaan zitten.”

SAMENWERKINGDe voormalige minister-president is het daar volmondig mee eens. Hij breekt een lans voor samenwerking tussen bedrijven en organisaties. Niet voor niets is Balkenende kartrekker van de Dutch Sustainable Growth Coalition, waarin acht multinationals zich samen inzetten voor duurzame groei. “De essentie is dat je van elkaar leert, elkaar scherp houdt”, stelt hij. “En daarbij is het goed om ook over de landsgrenzen te kijken. Onze CEO’s heb-ben een enorme internationale invloed. Ook bij staatsbezoeken is samenwerking tegenwoordig een niet meer weg te den-ken thema. Het gaat erom dat je gezamen-lijk zaken beter krijgt.” “Als bedrijf alléén kom je er niet”, voegt Van der Heijden daaraan toe. Ze concluderen allebei tot hun genoegen dat de bewustwording groeiende is, dat er stappen gemaakt wor-den. “Het is op zich uniek dat we wereld-wijd klimaatverandering aanpakken”, stelt de WRI-topvrouw. “Het gaat alleen veel te langzaam. Er is nog maar een heel kleine kans – niet meer dan 5 procent – om de wereld onder de 2 ºC temperatuurstijging te houden.”

De vraag van Kitty van der Heijden aan Jan Peter Balkenende luidt als volgt:

Hoe belangrijk is het (financieel) waarde-ren van ecosysteemdiensten en verplichte duurzaamheidsrapportage (voor bedrijven en landen) voor een duurzame mondiale toekomst? Ze verwijst daarbij naar een uitspraak van econoom Peter Drucker: ‘What gets measured, gets managed’. Balkenende onderkent het belang van meetbaarheid: “Je kunt pas iets gaan doen als je weet hoe dingen in elkaar zitten. Daarom moet je de zaken zo scherp mogelijk in beeld krijgen. Wat gebeurt er nu precies? En wat ga je nu concreet doen? Het afleggen van verantwoording hoort daar ook bij. KPI’s kunnen niet zonder verantwoording. Die kan financieel zijn, maar het gaat ook om impact, kwalitatief en kwantitatief.” Hij is geen voorstander van afzonderlijke rap-portages: “Ik zie meer in een geïntegreerde aanpak. Het Europese uitgangspunt is nu ‘comply or explain’: meedoen of uitleggen waarom niét.” Van der Heijden denkt dat alleen vrijwillige afspraken niet tot het ge-wenste resultaat gaan leiden. Ze hoopt dat het nieuwe kabinet een ambitieuze doel-stelling neerlegt: “We lopen op het gebied van klimaat helemaal achteraan in Europa. Wat mij betreft moet Nederland weer een koploper worden, zoals een aantal van onze bedrijven dat al wél is.”

AGENDA VAN HOOPOok Balkenende hoopt dat de ambitie zich verder verspreidt: “Iedere organisatie moet zich gaan afvragen: wat betekent het voor ons?” Hij besluit met een advies aan het nieuwe kabinet: “Focus je op twee sets aan criteria: de klimaatafspraken van Parijs én de SDG’s. En zet je dan maximaal in om daar werk van te maken. Er is enorm veel ruimte voor innovatie. Laten we daar positief op inspelen, met een agenda van hoop.”

Jan Peter Balkenendeexternal senior advisor bij Ernst & Young

Kitty van der Heijdendirecteur Europa en Afrika bij het World Resources Institute

TEKST TON DE KORT BEELD EY, WRI

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

31

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018 TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

Hij is de enige die tot nu toe zeven internationale voetbalfinales mocht fluiten. Werd al twee keer verkozen tot scheidsrechter van

het jaar. Zijn Oldenzaalse megasupermarkt is uitgeroepen tot de beste Jumbo van Nederland (het dak ervan ligt gelukkig vol met zonnepanelen). En hij is ook nog eens een bevlogen spreker die

met zo’n negentig lezingen per jaar een bron van inspiratie is voor ondernemend Nederland. Alleskunner Björn Kuipers (1973) weet

wat meters maken is. Wat kunnen we van hem leren?

ALLESKUNNER HOUDT VAN

METERS MAKEN (ZO’N 12.000 PER WEDSTRIJD)

TEKST PAMELA LOGJES BEELD PHAROS UITGEVERS / BJÖRN KUIPERS

HOE HOUD JIJ DE SNELHEID IN HET SPEL? “je moet allereerst op de hoogte blijven van alle nieuwe ontwikkelingen, goed kijken hoe je ze op jouw situatie toe-pasbaar kunt maken en in actie komen. Niet wachten op nieuwe regelgeving, maar zelf je verantwoordelijkheid ne-men. Probeer dus altijd voor de troepen uit te blijven lopen. Zo werden wij met team Kuipers door FIFA-baas Gianni Infantino uitverkoren om als eerste in een internationaal duel, Italië-Frankrijk, de videoscheidsrechter in te zetten. Die proef was zeer succesvol. De video-scheidsrechter is – net als doellijntech-nologie – een onafwendbare ontwikke-ling in het nationale en internationale voetbal. Maar dat betekent wel dat wij als scheidsrechters op een andere ma-nier met bepaalde spelregels moeten leren omgaan. Voor het bedrijfsleven is dat niet anders.”

JIJ HEBT ALS ONDERNEMER VAST OOK WELEENS TE MAKEN MET PARTIJEN DIE NIET IN DEZELFDE VERSNELLING ZITTEN …“Lokale overheden zijn altijd partij in veranderingsprocessen. Maar de overheid werkt nu eenmaal wat minder snel dan het bedrijfsleven. Zorg daarom dat je als ondernemer altijd in contact bent met je overheid. De meest nutteloze manier van communiceren is om pas naar de overheid te gaan als er een probleem is. Ik heb al jaren op regelmatige basis contact met de gemeente Oldenzaal. Ze weten wie ik ben en wat mijn plannen zijn. Niet alleen voor morgen of volgende maand, maar ook voor de komende jaren. Natuurlijk is er weleens verschil van inzicht. Maar als je genoeg krediet hebt opgebouwd, kun je je ook permitteren af en toe het bestaande beleid eens te doorkruisen, zonder dat dat dramatische gevolgen heeft.”

Björn KuipersBehoort als scheidsrechter tot de absolute wereldtop, is succesvol ondernemer, geeft lezingen, is getrouwd en vader van twee kinderen.

WAT IS DE SLEUTEL TOT NATUURLIJK LEIDERSCHAP?“Leiderschap kun je niet leren. De een heeft er wel aanleg voor, de ander niet. Maar je kunt en je moet die aanleg wel ontwikkelen. Toen ik mijn eerste wedstrijd floot, stond ik van tevoren letterlijk te kotsen van de zenuwen. Maar dat is meer dan 25 jaar geleden. Als ik nu het veld op ga in een stadion waar 100.000 mensen zitten, die me van de eerste tot de laatste minuut scherp in de gaten zullen houden en me geen enkele fout zullen vergeven, dan heb ik geen kotsneigingen meer. Een gezonde spanning zeker, maar niet meer dan dat.Dat komt omdat ik mijn vak beheers en voorbereid ben. Ik word een aantal malen per jaar getest en getraind samen met collega’s uit de rest van de wereld. Als dat niet gaat, word ik bedankt en mag ik naar huis. Voor een wedstrijd bereid ik me met mijn team voor en zorg ik dat ik spelers en hun eigenaardigheden ken. Drie keer heb ik een wedstrijd gefloten met de Spaanse voetballer Ramos en drie keer kwam hij aan het begin van de wedstrijd een gele kaart ‘ophalen’. Dan zijn de verhoudingen duidelijk en heb je verder geen kind aan hem.”

WELKE COMPETENTIES GEBRUIK JE ALS SCHEIDSRECHTER ÉN ALS ONDERNEMER?“Alle competenties die je nodig hebt als scheidsrechter gelden een-op-een ook voor het bedrijfsleven. Dat zijn natuurlijk de bekende vaardigheden als leiderschap, communicatie en samenwerken, maar ook de wat minder voor de hand liggende zoals durf en moed en mentale en fysieke fitheid. Om veranderingen door te voeren is altijd een bepaalde dosis moed nodig. Mensen houden nou eenmaal niet zo van veranderingen. Maar als je er echt van overtuigd bent dat iets beter kan, dan moet je je beslissing kunnen verkopen. En als het niet in één keer lukt, dan moet je niet opgeven: mentale fitheid.”

WAT WAS VOOR JOU EEN URGENTE, MAAR ZEER SPANNENDE VERANDERING? “In 2015 gingen wij met onze super-markt over op een andere formule. Ik verkocht twee C1000-winkels en ging met mijn derde en grootste over naar Jumbo. Het bracht een miljoenen kostende verbouwing met zich mee. Toen die klaar was, stond daar een fantastische winkel. Maar de mede-werkers voelden zich als een kat in een vreemd pakhuis. Jumbo had compleet andere bestelsystemen dan C1000 en dat leidde ertoe dat we aan de ene kant met lege vakken zaten en aan de andere kant iedere week voor € 20.000,- de container in konden gooien. De mensen die verantwoordelijk waren voor de voorraad werden met de dag onzeker-der en durfden eigenlijk niet meer te bestellen. Misschien voelden ze vanbin-nen de urgentie wel, maar ze konden die niet in daden omzetten. Na een paar weken was de situatie zo zorgelijk dat ik figuurlijk gesproken in een helikopter ben gaan zitten om van boven naar de verschillende afdelingen te kijken. Het resultaat van die exercitie was even schokkend als voor de hand liggend: de mensen waren hun vertrouwen kwijt. Het oude was weg en het nieuwe konden ze zich niet eigen maken. Door persoonlijke aandacht, rekenmodellen en bewijs aan de hand van voorbeelden kregen ze vertrouwen in de nieuwe systemen en dus in zichzelf. Ruim een jaar later werden wij verkozen tot beste Jumbo-supermarkt van Nederland.”

STEL JE VOOR DAT ER EEN WK VAN DUURZAME BEDRIJVEN ZOU BESTAAN, TUSSEN WIE ZOU VOLGENS JOU DAN DE FINALE GAAN? “Dan hoop ik dat het Philips-Siemens wordt. Een wedstrijd Nederland-Duitsland heeft nu eenmaal altijd iets extra’s. En ja, die wedstrijd zou het team Kuipers heel graag willen fluiten.”

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

3332

INTERVIEW /// BJÖRN KUIPERS

De circulaire economie stimuleren begint bij jezelf. Vanuit die gedachte begon ABN AMRO aan een groot avontuur op het Mahlerplein: de bouw van een paviljoen dat duurzaam is van de fundering tot het plafond en van ontwerp tot exploitatie. Vooral ook met als doel om zelf ervaring op te doen met circulair bouwen en die in te zetten om klanten te helpen hun eigen kantoren te verduurzamen. Op 5 september 2017 opende Circl zijn deuren. Niina Pussinen, Manager Business Development, over de totstandkoming van deze parel aan de Zuidas.

TEKST ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS BEELD ABN AMRO

lles aan de bouw van Circl was bijzonder en vernieuwend. Pussinen:

“Het begon al met het designproces. In de standaardbouw is een cascademodel gebruikelijk: je begint met een voorlopig ontwerp, dat wordt dan definitief, waarna je leveranciers en subleveranciers gaat zoeken om dat ontwerp uit te voeren. Bij Circl zijn we ook zo gestart, maar gaandeweg bleek dat we op die manier onze duurzaamheidsambities niet zouden halen. Toen hebben we het proces omgedraaid: door eerst op zoek te gaan naar materialen en bouwstenen die we konden gebruiken en dáár het ontwerp op te baseren. Zo gingen de eerste ontwerpen van tafel en zijn we samen met de TU Delft en Cie Architecten naar een nieuw ontwerp toe gaan werken.”

WELKOM IN CIRCL – ONTMOETINGSPLEK VOOR DE CIRCULAIRE ECONOMIE

A DE BELANGRIJKSTE LES?Over wat de belangrijkste les is van het bouwproces hoeft Pussinen niet lang na te denken.“Circulair bouwen vraagt echt om een fundamenteel andere kijk op zaken. Om een andere manier van denken en samenwerken. Het was voor iedereen een leerproces. We hebben meerdere keren voor de keuze gestaan: nemen we de makkelijke weg of gaan we de marktpartijen toch nog een keer trig-geren om verder te zoeken naar nóg duurzamere oplossingen? Het werd altijd het laatste. Dat was soms moeilijk voor onze leveranciers, maar ook heel inspirerend. Iedereen die bij de bouw betrokken was, is vol enthousiasme om deze manier van werken verder uit te dragen en verder te brengen.”

ÉÉN MILJARD BESCHIKBAAREen mooie start, maar ABN AMRO hoopt op een nog veel grotere im-pact. “Het liefst zien we dat iederéén de kennis en ervaring die we hebben opgedaan bij de bouw van Circl, gaat gebruiken. Ook in de bestaande bouw. Er zit geen copyright op, maar juist een ‘right to copy’. We willen delen en verder bijdragen aan een circulaire economie. Daarom investeert ABN AMRO ook fors in circulaire projecten en businessmo-dellen: het is onze ambitie om in 2020 één miljard euro aan circulaire bedrijfs-middelen in alle sectoren, vanuit mini-maal 100 deals, gefinancierd te hebben. ABN AMRO biedt zakelijke klanten 100 procent financiering voor het verduur-zamen van gebouwen.”

We hebben de stad als goudmijn gebruikt: Circl zit boordevol materialen die van sloopplaatsen zijn gehaald. Zo komen de wanden en kozijnen van de vergaderzalen van het oude Philipsgebouw in Hilversum.

EEN GREEP UIT DE DUURZAME EN VERNIEUWENDE KEUZES

Collega’s van ABN AMRO hebben 16.000 spijkerbroeken ingezameld die zijn verwerkt in de isolatie van de plafonds.

Voor de randafwerking van Circl zijn natuursteen plantenbakken van het hoofdkantoor hergebruikt.

Less is more: de plafonds zijn niet afgedekt om de buizen te verbergen. Want minder materiaal gebruiken is ook duurzaam.

De houten vloeren zijn een samenraapsel van gebruikte vloeren en ook de haspels van de brandslangen, de spiegels op de toiletten en de deuren zijn oogst van ‘urban mining’.

De bar is opgebouwd uit oude kluisjes. Het beton bestaat voor 27 procent uit gerecycled materiaal.

Het frame is niet van staal maar van hout. Geen hergebruikt hout, maar wel een natuurlijk materiaal dat als het ooit gedemonteerd wordt, de hoogste restwaarde heeft en makkelijk opnieuw in te zetten is.

Belangrijk uitgangspunt was dat alle componenten demontabel opgebouwd werden – als legoblokken, zodat ze nog een tweede leven kunnen krijgen. Er is alleen een beetje gevoegd om het gebouw waterdicht te maken.

Less is more: de plafonds zijn niet afgedekt om de buizen te verbergen. Want minder materiaal gebruiken is ook duurzaam.

In de vloeren is phase changing materiaal verwerkt. Daarbij wordt de faseverandering bij lage temperatuur van vast naar vloeibaar en andersom gebruikt om warmte of koude op te slaan en af te staan.

De liften blijven in bezit van fabrikant Mitsubishi. ABN AMRO betaalt per verticale beweging. Voordeel van deze constructie is dat deze de leverancier prikkelt om kwaliteit te leveren en om componenten en materialen te hergebruiken.

De liften blijven in bezit van fabrikant Mitsubishi. ABN AMRO betaalt per verticale beweging. Voordeel van deze constructie is dat deze de leverancier prikkelt om kwaliteit te leveren en om componenten en materialen te hergebruiken.

Voor de verwarming en de koeling wordt grondwater gebruikt. Ook aan de parkeergarage naast het pand wordt warmte onttrokken.

De audiovisuele apparatuur wordt gebruikt op basis van pay per use.

De zonnepanelen op het dak en aan de randen zijn extra dun - dus materiaalzuinig, van een Nederlandse partij en er zit 30 jaar garantie op.

Warm water komt van het revolutionaire Fasolar zonneboilersysteem aan de gevel.

Circl is het eerste utiliteitsgebouw dat voor een groot gedeelte op gelijkstroom draait – wat leidt tot efficiënter gebruik van energie. Ook de apparatuur en de portals zijn hierop afgesteld.

De spinklertank fungeert tegelijkertijd als energiebuffer.

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

3534

ABN AMRO // CIRCL

GEZONDHEID EN VEILIGHEID, HET NIEUWE ‘DUURZAAM’In 2023 moet commercieel vastgoed een C-label hebben, anders wordt het onverhuurbaar verklaard. Hoe kan isolatie hierin bijdragen?

Breekt nu dan eindelijk de tijd aan om in te zien dat het gaat om de integra-le visie, en niet alleen om energie en CO2-uitstoot? Dat aandacht voor een gezonde en prettige werkomgeving, de sociale duurzaamheid van een gebouw, meer bijdraagt dan je enkel te richten op energie en CO2? Vastgoed en ‘gezondheid en veiligheid’ kunnen niet meer los van elkaar gezien wor-den. We zien dat in het streven om gebouwen steeds energiezuiniger te maken, de gebruiker vaak uit het oog wordt verloren. Meer aandacht voor akoestiek waardoor gebruikers elkaar beter kunnen verstaan, leidt tot minder stress en minder ziekteverzuim. Zo kan het gebruik van (isolatie)materiaal niet alleen bijdragen aan energiebesparing, maar ook zorgen voor een productie-vere en veiligere werkomgeving. En zo kan het verschil maken. Voor werkge-vers is gezond en gelukkig personeel essentieel om het bedrijf productief en succesvol te maken en te houden. De personeelskosten, bestaande uit salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden, bedragen meestal 90 procent van de

Hannie Stappersdirector public affairs ROCKWOOL Benelux

bedrijfskosten, tegenover 1 procent aan energiekosten. De productiviteit van de werknemers en alles wat deze produc-tiviteit kan aantasten, zou daarom een belangrijk aandachtspunt moeten zijn. Een schijnbaar bescheiden verbetering van de gezondheid of productiviteit van de werknemers kan grote positieve fi-nanciële gevolgen hebben voor werkge-vers. Dat vereist een andere manier van denken bij het ontwerpen en renoveren of verhuren van een pand. Bij ROCK-WOOL hebben we trends op het gebied van gezondheid en veilgheid en onze impact daarop bij elkaar gebracht. Onze onderscheidende waardepropositie is

daarmee verschoven van enkel energie en CO2 naar gezondheid, veiligheid, hogere productiviteit en bedrijfsconti-nuïteit. We gaan zelfs een stapje verder: isolatie is geen kostenpost maar een middel dat bijdraagt aan de primaire processen binnen een organisatie. Dat is echt anders denken! Een circulair bouwproces stuurt naar onze mening op levensduur en welzijn (comfort). Hierbij staat het optimaliseren van de waarde voor de gebruiker centraal. Die waarde wordt berekend voor de gehele levensduur en daarna (total cost of ownership/use), waardoor nieuwe verdienmodellen ontstaan.

“Breekt nu dan eindelijk de tijd aan om in te zien dat het gaat om de integrale visie, en niet alleen om energie en CO2-uitstoot?”

TEKST HANNIE STAPPERS

EVIDENCE-BASEDWe vonden het van groot belang om onze data, bedoeld voor onze MVO- rapportage, te gebruiken om de daad-werkelijke impact inzichtelijk te maken. Daarbij hebben we gebruikgemaakt van consultants (Ecofys, Sustainalize, Geofoxx) die ons hebben gechallenged, onze eigen kennis, nationale bronnen

ANDERE ROL ANDERE DOELGROEPENDoor op deze manier impactanalyses uit te voeren, interesseren we nu ook verzekeraars, beleggers, pensioenfond-sen, etc. Onze rol is daarmee opgescho-ven in de waardeketen naar aanjager van het nieuwe impactdenken.

Meer info over ROCKWOOL MVO:www.rockwool.nl

Meer info over AQSI?:www.aqsi.nl / www.aqsi.eu

en peer reviewed wetenschappelijk onderzoek. Deze tocht om onze impact te berekenen heeft geresulteerd in aanzienlijke bedragen die met name laten zien dat ‘People + Planet’ leidt tot ‘Profit’. Deze bronnen zijn allemaal weergegeven in ons MVO-rapport, daar vind je ook de interessante rekensom-men terug achter de cijfers hierboven.

Als we alleen al kijken naar de feiten en cijfers zien we dat door toenemen-de vergrijzing en daarmee kwetsbare doelgroepen het nog belangrijker wordt om te zorgen voor gezond vastgoed én sowieso een gezonde woon-, werk- en leefomgeving. Maar waarom praten we er zo veel over en waarom lijken we het wiel weer opnieuw te moeten uitvin-den? Europa lanceerde reeds in 2014 de

Europese norm NEN-EN 16309, die de sociale duurzaamheid van een gebouw in kaart brengt. Deze norm is onlangs vertaald in een tool genaamd AQSI (Assessing and Qualifying Social Impact of Buildings). De tool is opgebouwd rondom de zes aandachtsgebieden uit de norm: gezondheid en comfort, veiligheid, aanpasbaarheid, onderhoud, toegankelijkheid en impact op de om-

geving. Op basis van deze zes thema’s kan men projecten langs de meetlat leggen. Op deze manier kun je de duur-zaamheid van een gebouw kwalificeren en kwantificeren en de juiste vragen hanteren voor bijvoorbeeld (circulaire) tenders. Dit gaat de markt stimuleren te differentiëren. Waar wachten we nog op?

TRENDS EN EEN ANDERE KIJK OP GEBOUWEN

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

3736

ADVERTORIAL /// ROCKWOOL

EFFICIËNT VERGROENEN MET GEBOUWAUTOMATISERINGHet EMEA-hoofdkantoor van Delta Electronics B.V. in Hoofddorp – gebouwd in de jaren tachtig - is met stip gestegen van geen energielabel naar energielabel A. Ook kreeg het pand het BREEAM-NL certificaat ‘very good’. Het resultaat van een grondige renovatie, waarbij Delta zo veel mogelijk van zijn eigen toepassingen in het pand verwerkte, waaronder een geavanceerd gebouwmanagementsysteem. “Daarmee valt in bestaande utiliteitsbouw al gauw 30 procent op het energieverbruik te besparen”, aldus president en general manager EMEA Jackie Chang. Hoe werkt dat?

WAT WAS DE AANLEIDING VOOR DE RENOVATIE?“Ons kantoor hebben we ooit geselecteerd op locatie: het ligt centraal, in een prettige omgeving, vlak bij Schiphol en er zijn twee hotels om de hoek – handig voor collega’s die op bezoek komen. Maar energiezuinig was het kantoor allerminst. Als huurder hadden we daar weinig invloed op, maar dat veranderde toen we het pand konden kopen, inclusief het naastgelegen magazijn. Ik zag daarin een mooie uitdaging om het gebouw in te passen in onze corporate green building-strategie en er een voorbeeldtoepassing van te maken voor onze eigen apparatuur. Het was makkelijker geweest een stuk grond aan te kopen en daar vanaf de grond een duurzaam kantoor op te bouwen. Maar met zo veel bestaand commercieel vastgoed in Nederland vond ik het zinvoller om juist een oud pand een nieuw groen leven te geven. Ook omdat we daarmee beter begrijpen wat in die oudere kantoren nodig is en waar je tegenaanloopt.”

WAT HEEFT DELTA MET DUURZAAMHEID?“Dat zit al vanaf het begin in ons DNA. Onze oprichter en erevoorzitter Bruce Cheng is dit bedrijf begonnen toen de wereld in oliecrisis was. Vanuit de gedachte: als we energie kunnen besparen, kunnen we de wereld van morgen beter maken. En dat is nog steeds bij alles wat we maken ons streven. Tegenwoordig worden er 20 miljoen onderdelen en apparaten van Delta per maand in gebruik genomen. Als we erin slagen die allemaal één procent energie-efficiënter te maken, heeft dat al een enorme impact op de wereldwijde CO2-uitstoot.”

OVER DELTADe Delta Group, opgericht door Bruce Cheng in 1971, is wereldmarktleider in elektronische componenten. Met als missie ‘to provide innovative, clean and energy-efficient solutions for a better tomorrow’ ontwikkelt het bedrijf een breed scala aan producten, van ventilatortjes voor laptops tot laadpalen voor elektrische auto’s en van lichtschakelaars tot complete ICT-infrastructuur en industriële robots. Delta is actief in 163 landen.

TEKST ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS BEELD DELTA ELECTRONICS

INTERVIEW /// DELTA ELECTRONICS

De heropening van het gerenoveerde kantoor werd

uitbundig gevierd.

HOE HEBBEN JULLIE DE RENOVATIE AANGEPAKT?“We hebben eerst de staat van het gebouw door-gelicht: de isolatie, ventilatie, het energieverbruik, de installaties en de verlichting. Daarnaast maak-ten we een analyse van wat we nodig hadden om onze duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken. Daar rolde een uitgebreid pakket aan maatregelen uit, van ledverlichting tot zonnepanelen voor de stroomvoorziening en warmtepompen voor de verwarming. En een gedetailleerd ontwerp waar-mee de aannemers aan de slag gingen. Verdieping voor verdieping, want tijdens de verbouwing liepen onze werkzaamheden gewoon door.”

WAT MAAKT HET RESULTAAT EEN MOOIE SHOWCASE VOOR DELTA?“Om het gebouw energiezuinig te maken, hebben we heel veel eigen toepassingen verwerkt. Zoals een energie-efficiënte omvormer die de gelijk- stroom uit de zonnepanelen omzet in wissel- stroom, warmtepompen en sensoren op de led-verlichting die reageren op beweging en buiten-licht. Op ons parkeerterrein staan acht Delta- laders voor elektrische auto’s en één supersnelle lader die vier auto’s tegelijk kan opladen. Dat is uniek in de markt. Een andere toepassing waar we erg trots op zijn, is ons energieopslagsysteem. Van rond het middaguur tot ongeveer half vier wekken we meer stroom op dan we verbruiken. Die slaan we op voor momenten dat we dreigen boven ons gecontracteerde verbruik uit te komen. Zo voor-komen we boetes van de energieleverancier. Daar helpt ons gebouwmanagementsysteem weer bij.”

METERS MAKEN1. Sinds 2006 heeft Delta 24

green buildings gebouwd.

2. De wereldwijde doelstelling om in alle vestigingen, van kantoren tot fabrieken en da-tacentra, in 2015 het energie-verbruik met 50 procent terug te dringen, werd al in 2014 gehaald.

3. Met het nieuwe doel om vóór 2020 nog eens 30 procent op het energieverbruik te besparen, ligt het bedrijf goed op schema.

4. Elk jaar investeert Delta 6 tot 7 procent van z’n omzet in duurzame innovatie.

5. Delta staat al sinds 2011 onafgebroken in de prestigi-euze Dow Jones Sustainability Index.

WAT DOET DAT GEBOUWMANAGEMENTSYSTEEM PRECIES?“Dat geeft ons alle informatie over het energieverbruik in het pand en zorgt dat alle apparatuur en installaties zo energie-efficiënt mogelijk afgesteld staan, ook ten opzichte van elkaar. Het hele pand zit vol bekabeling en sensoren die via dat systeem met elkaar in verbinding staan. Ieder moment kunnen we op onze laptops en mobiele telefoons precies volgen wat er gebeurt en de instellingen aanpassen. Per ruimte is bijvoorbeeld de temperatuur en de verlichting in te stellen. Dat kunnen alle medewerkers met hun eigen code doen. Zo zorgen we ook dat iedereen in ons gebouw zich comfortabel voelt. Én zich bewust is van het energieverbruik, want dat is ook onderdeel van onze groene missie.”

WAT IS DE TERUGVERDIENTIJD VAN AL DEZE TOEPASSINGEN?“Dat hangt ervan af hoe ver je daarin gaat. In ons geval schat ik het in op vier of vijf jaar. In heel veel bestaande utiliteitsbouw is op deze manier veel winst te halen. Eigenaren denken vaak: onze installaties zijn niet defect, dus we blijven ze gebruiken. En beseffen daarbij niet hoeveel energie ze op die manier verspillen. Wij laten graag zien hoe het ook anders kan.”

De heropening van het gerenoveerde kantoor werd uitbundig gevierd.

Het gebouwmanagement-systeem geeft gedetailleerde

informatie over het energieverbruik in het pand.

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

3938

VASTGOED: HET GROENE

ENERGIE CIRCUIT

Op eigen dak hernieuwbare energie opwekken voor de bedrijfsvoering, het overschot opslaan in een megabatterij en inzetten op piekmomen-ten. Als het aan Nuon ligt, gaat die combinatie heel groot worden in het Nederlandse commerciële vastgoed. En zo timmert het energie-bedrijf op meerdere fronten aan de weg om ook de zakelijke markt te helpen meters te maken voor het milieu.

uon en moederbedrijf Vattenfall streven zelf naar een volledig

CO2-neutrale energieopwekking bin-nen één generatie – zo’n 25 jaar. Erik Suichies, directeur Zakelijke Markt: “Daarmee liggen onze ambities hoger dan in het Energieakkoord van de SER is afgesproken. Wij denken dat het haal-baar is, al gaat het niet vanzelf; als het makkelijk was, waren we allang zo ver. Om die doelstelling te halen, moeten we nu al alle zeilen bij zetten op zo veel mogelijke manieren; het is een kwestie van én, én, én.”

INVESTEREN IN DUURZAME PRODUCTIEOm de daad bij het woord te voegen en klanten te helpen ook hún milieudoel-stellingen te halen, zet Nuon in op een breed palet aan deeloplossingen. “Zo investeren we fors in de verschuiving van onze productie naar duurzame energie uit wind en zon”, zegt Suichies. “Want om over te kunnen schakelen naar een duurzame economie, moet er ook voldoende duurzame opwek zijn. In Nederland hebben we inmiddels ruim 250 windmolens draaien met een totaal vermogen van 427 megawatt (MW), ongeveer het verbruik van 300.000 huishoudens. Vattenfall investeert in de komende jaren één miljard euro per jaar om het volume aan windenergie van eigen turbines op te schroeven tot 7000 MW in 2020. Daarmee kunnen we

een belangrijke rol spelen in de nieuw te bouwen windparken op de Noordzee die in voorbereiding zijn.” Ook het aan-deel zonne-energie in de Vattenfall-por-tefeuille groeit gestaag.

BEDRIJVEN WORDEN ENERGIEPRODUCENTBehalve dat Nuon zelf steeds meer duurzame energie produceert, stimu-leert het energiebedrijf ook klanten, zowel particulier als zakelijk, om zelf energieproducent te worden. Suichies: “Mooie voorbeelden zijn Thialf met het grootste zonnedak op een sportstadion van Nederland en de Amsterdam ArenA met 7000 m2 aan zonnepanelen. Maar ook veel bedrijfspanden voorzien wij van hun eigen zonnedak. Binnenkort plaatsen we bijvoorbeeld ruim 16.000 zonnepanelen bij de Van der Sande group, een fabrikant van bakstenen. We ontzorgen daarbij onze klanten zo veel als gewenst, van subsidie aanvraag tot opslag of teruglevering. Daar maken steeds meer bedrijven en instellingen gebruik van.”

Erik Suichiesdirecteur Zakelijke Markt Nuon

N

WIN-WIN-WIN MET ZONNEPANELEN, MEGABATTERIJEN EN ELEKTRISCH VERVOER

TEKST ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS BEELD NUON/JORRIT LOUSBERG

“In Groot-Brittannië hebben we 275.000 zonnepanelen opgesteld staan. Meer dan er nu in heel Nederland in

zonneparken staan.”

VRUCHTBARE COMBINATIES MOGELIJKMet eigen duurzame opwek én een krachtige opslagfaciliteit kunnen bedrij-ven hun vastgoed – nieuw of bestaand - en bedrijfsvoering nog verder ver-duurzamen. De extra investering in een batterij verdienen ze terug doordat ze minder stroom hoeven in te kopen. En bij een eventuele stroomstoring gaan de bedrijfsactiviteiten gewoon door. “We zijn er dichtbij om die combina-tie mogelijk te maken. Deze kunnen we bovendien integreren met onze laadoplossingen voor elektrisch vervoer – zonder hun netaansluiting te hoeven verzwaren. Ook op dat gebied timme-ren we aan de weg, want ook elektrisch vervoer draagt bij aan de energietran-sitie. Zo hebben we recent onder meer concessies gewonnen voor laadpalen in Amsterdam, Noord-Brabant en Utrecht. Maar we bieden even goed laadpalen voor particulieren en bedrijven.”

VOOROP IN BATTERIJTECHNOLOGIE“Een volgende stap is dat bedrijven de energie die ze op heel zonnige mo-menten te veel produceren voor eigen gebruik, straks zelf kunnen opslaan. Suichies: “Nu worden die overschotten nog teruggeleverd aan het net, terwijl bedrijven voor momenten dat ze min-der produceren dan verbruiken, energie moeten afnemen van hun leverancier.” Met batterijtechnologie kan dat veranderen. “Nuon loopt in deze ontwikkelingen voorop. We bieden al GreenBattery’s: mobiele batterijen die op festivals en evenementen – van Oerol tot Mystery Land – een alternatief vormen voor ronkende dieselaggre-gaten. En op 28 juni 2017 namen we in samenwerking met BMW en Alfen de grootste elektrische batterij in Neder-land in gebruik bij het Alexia Windpark in Zeewolde. Een powerpack opgetrok-ken uit hergebruikte autobatterijen in twee zeecontainers met een opslagca-paciteit van 3 MW. En die capaciteit gaat de komende tijd verder omhoog naar 12 MW. Soortgelijke megabatterijen kunnen we ook op bedrijventerreinen plaatsen. Op deze manier is duurza-me energie altijd beschikbaar, ook als de zon eens niet schijnt of als het niet waait.”

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

4140

INTERVIEW /// NUON

CO2-REDUCTIE MET WARMTENETTENOnderdeel van de geïntegreerde ener-gie-oplossing is daarnaast een aanslui-ting op een warmte- en/of koudenet. Suichies vervolgt: “In de komende decennia wordt het gebruik van aardgas in Nederland volledig teruggedraaid. Wij investeren daarom ook stevig in de uitbreiding van onze warmte- en kou-denetten; we zijn ervan overtuigd dat deze in de energietransitie een cruciale rol gaan spelen. Ten opzichte van het gebruik van gasketels levert stads-warmte al meteen 50 tot 80 procent CO2-reductie op. Bovendien blijkt deze bewezen techniek heel geschikt voor nieuwe duurzame warmtebronnen zo-als afvalhout en geothermie, waarmee de milieuwinst nog verder kan stijgen.” Inmiddels heeft Nuon ruim 125.000 wo-ningen aangesloten op een warmtenet en bijna 2000 bedrijven. “Vooral vanuit de zakelijke hoek zien we de vraag naar aansluiting op het warmte- en koudenet toenemen.” Op die manier biedt Nuon zakelijke klanten meer en meer moge-lijkheden om hun energievoorziening te verduurzamen en zo zelf producent én afnemer van hun eigen energie te worden.

METERS MAKEN IN EIGEN HUIS1. Dat Nuon/Vattenfall fors inves-teert in duurzaamheid blijkt ook uit de ‘goud’-certificering die onlangs aan de duurzaamheidsprestaties van Vattenfall/Nuon is toegekend. EcoVadis, een onafhankelijk bureau dat duurzaamheidsbeoordelingen en scorecards op dit gebied uitvoert, kijkt daarbij naar milieu, arbeidsprak-tijk en mensenrechten, eerlijk zaken doen en duurzame inkoop.

2. De eigen bedrijfsvoering op het gebied van vastgoed is bij Nuon verduurzaamd. Renovatie van het enkele jaren geleden in gebruik ge-nomen Amsterdamse hoofdkantoor bij de Amsterdam ArenA leverde een energielabel A en het BREEAM-NL- certificaat Very Good op. Het zonne-dak op het pand is gefinancierd uit crowdfunding onder medewerkers.

3. Om het aandeel fossiele energie in het portfolio verder te verlagen, bekijkt Nuon serieus of het sluiten van de Hemwegcentrale in Amster-dam op een verantwoorde manier mogelijk is en investeert het bedrijf in toenemende mate in duurzame energie.

CENTRALE WORDT SUPERBATTERIJEen recent en innovatief initiatief van Nuon om bij te dragen aan de ener-gietransitie is het ombouwen van de huidige gascentrale in de Eemshaven in Groningen naar een superbatterij die geen gas, maar uit duurzame energie geproduceerde ammoniak verstookt voor de productie van elektriciteit. In plaats van CO2 wordt dan alleen nog maar waterstof uitgestoten bij de productie. Voorlopig gaat het nog om een pilot, maar het is de bedoeling om het op termijn op grote schaal toe te passen. Suichies: “Als we allemaal doen wat we kunnen en blijven investeren in denkkracht en innovatie, kunnen we veel bereiken.”

METERS MAKEN IS MENSENWERKAls fabrikant van verwarmings-, koelings- en ventilatieoplossingen richt Daikin zich op het leveren van producten die zorgen voor een zo duurzaam mogelijk binnenklimaat. Maar dat dit alleen niet genoeg is, realiseren ze zich maar al te goed bij het bedrijf. “De techniek is één ding; het is aan de gebruikers van onze systemen om echt meters te maken.”

Daikin heeft alles in huis om een perfect binnenklimaat te creëren waarmee je zo min mogelijk uitstoot hebt. “Maar in het klimaatverhaal is de gedragscomponent het belangrijkste. En daarin hebben wij als grote speler in de markt ook een verantwoordelijkheid”, zegt commercieel directeur Jan Klingen.

GEÏNTEGREERD SYSTEEM Hoe neemt Daikin die verantwoordelijkheid? Klingen: “In de eerste plaats door de producten zelf zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken. Verwarming, ventilatie en koeling zijn geïntegreerd in één systeem. Daardoor hoeven onze afnemers niet verschillende systemen aan te schaffen. Door goede instructies te

geven, zorgen we ervoor dat iedere individuele gebruiker zelf in staat is het ideale klimaat te creëren.”

DIGITALISERING EN SPELELEMENTENKlingen ziet in digitalisering een belangrijk hulpmiddel om gebruikers ook energiebewust te houden. “Via dashboards kunnen gebruikers van onze systemen zien hoeveel ze bespaard hebben, zowel in kosten als uitstoot. Ze kunnen dat koppelen aan hun bedrijfsdoelstellingen. Door er een spelelement aan toe te voegen en het zo tastbaar mogelijk te maken, maak je het nog interessanter. Daarin moeten we blijven doorontwikkelen, in de hele keten. Samenwerking is dan ook essentieel. Alleen dan kunnen we een verschil maken.”

1. “Zet de temperatuur bij hitte niet meteen te laag. Met elke graad die je koelt, onttrek je ook vocht aan de lucht. Dat zorgt alleen al voor een aangenamer gevoel. Verlaag de tempratuur dus stapsgewijs en maak het verschil tussen de buiten- en binnentemperatuur niet te groot.”

2. “Gebruik de technieken die er al zijn in je voordeel. Zorg voor een slim systeem dat bijvoorbeeld anticipeert op de weers-voorspellingen.”

3. “Misschien een inkopper, maar investeren is écht besparen. Klimaatregeling in de vorm van koelen, ventileren en verwarmen bepaalt voor 50 procent de energiekosten van een gebouw en door te investeren in duurzame oplossingen kunnen de operationele kosten aanzienlijk naar beneden.”

DRIE TIPS VOOR VERDUURZAMING

Jan Klingencommercieel directeur

In 2016 is de hypermoderne kantoorkolos FIRST Rotterdam opgeleverd. Jullie hebben hier de liften en toegangspoorten voor geleverd. Speelde duurzaamheid een belangrijke rol in dat project?Maarten: “Absoluut. In alle geledingen. Bij FIRST werd gewerkt met een speciaal ticketsysteem voor de leveringen: vaste tijdsblokken waarin vrachtwagens konden lossen op de bouwplaats. Wij hadden voorafgaand aan het project ook de hele planning gekoppeld aan de CO2-uitstoot per verwachte kilometer van onze mensen. Hier kun je dan op sturen. Wat ons betreft mooie ontwikkelingen die je in de toekomst steeds meer zult gaan zien.

‘HET ENERGIEVERBRUIK VAN ONZE LIFTEN IS IN TIEN JAAR GEHALVEERD’

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de gebouwde omgeving in Nederland is met bijna 40 procent van de totale CO2-uitstoot de grootste vervuiler in Nederland. Wat draagt KONE eraan bij om dat percentage terug te dringen?Vincent: “Wij hebben het streven om duurzaam te zijn met al onze producten. Dat gaat dan over het transport naar de bouwplaats tot het energieverbruik van liften. Daarbij volgen we de duurzaamheidsmethodiek BREEAM-NL.

Hoe zien die ambities er in de praktijk uit?Maarten: “Onze liften verbruiken tegenwoordig ongeveer de helft aan energie vergeleken met tien jaar geleden. Dat is natuurlijk een hele sprong. We hebben met name winst geboekt door goed te kijken naar de slaaptijden van de liften. Daar heeft BREEAM-NL erg bij geholpen. Het blijft wel lastig omdat wij te maken hebben met het spanningsveld tussen de gebruiker en het energieverbruik. Zeker bij hoogbouw komt dat om de hoek kijken, want je wilt uiteraard niet dat mensen zes minuten op een lift moeten staan wachten. Het is een uitdaging hier een goed evenwicht in te vinden.”

Stap je in Nederland in een lift, dan is de kans levensgroot dat het er een van KONE is. Wij spraken met projectmanager Major Projects Vincent Meijer en de BREEAM-NL Expert van KONE Maarten van Dijk over de duurzame ambities van de van origine Finse verplaatsingsspecialist.

• Vervang de verlichting voor led • Zorg voor een uitgebalanceerde

stand-bystand • Moderniseer de aandrijving

TIPS VOOR DUURZAMEVERTICALE VERPLAATSING

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

4342

INTERVIEW /// NUON KONE /// DAIKINTOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

TEKST KONE: MITCHELL DAAMEN TEKST DAIKIN: MARLIEKE VAN DER SIJDE

Hoe maakt u meters voor het klimaat? Wij laten u zien hoe wij het doen. Kom naar een van onze events tijdens Dutch Green Building Week van 25 t/m 29 september 2017 en maak kans op een overnachting in een hotel met een All-electric-klimaat.

NIET LULLEN, MAAR POETSEN!

SCHRIJF IN EN MAAK KANS OP

SAMEN BOUWEN AAN MEERWAARDE

GEÏNTEGREERDE OPLOSSINGENGASLOOS, CO2-NEUTRAAL &

AANMELDEN VOOR DE EVENTS

VIA WWW.DGBW.NL

EEN ALL-ELECTRIC OVERNACHTING!

ME adv. 210x297mm Road_DGBW.indd 1 30-08-17 10:20

Naar schatting telt Nederland tegen de 28 miljoen vierkante meter aan magazijnen, distributiecentra en andere logistieke gebouwen. Het oppervlak van 5600 voetbalvelden of – pak ‘m beet – een plaats als Heemskerk of Haarlem. Het merendeel van deze panden is tussen de 10 en 25 jaar oud en niet energiezuinig; pas de laatste jaren is er bij de bouw van logistiek vastgoed echt oog voor duurzaamheid. Hoe kunnen (bouw)ervaringen met de nieuwe generatie helpen bij de renovatie van de oudere voorraad?

nders dan bijvoorbeeld kantoren, scholen en zorgcentra zijn logistieke

gebouwen dunbevolkt. “De vraag is dan ook niet zozeer: hoe houden we de temperatuur aangenaam voor de gebruikers met zo min mogelijk energieverbruik? De uitdaging zit ‘m er veeleer in om het gebouw energie-efficiënt koel te houden, met de juiste luchtvochtigheid”, aldus Evert Hogendoorn, hoofd Planontwikkeling bij allround (bouw-)bedrijf De Vries en Verburg. “Zeker in foodcentra luistert het binnenklimaat nauw. En juist op dat vlak is in ouder logistiek vastgoed veel winst te halen.”

TOEKOMSTGERICHTLichtend voorbeeld voor wat er in het logistiek vastgoed allemaal mogelijk is, is het nieuwe energiezuinige distributiecentrum van maar liefst 42.000 m2 dat De Vries en Verburg in Zaandam realiseert voor Albert Heijn. Planontwikkelaar Timo Stuij: “De processen in dit gebouw worden voor een groot deel geautomatiseerd uitgevoerd met robots, van de ontvangst tot het laden van de goederen. Dat is al duurzaam: je kunt bijvoorbeeld meer producten efficiënter stapelen en hebt dus minder ruimte nodig. Vanderlande, de partij die de automatisering verzorgt, doet dit ook veel in bestaande logistieke panden.” Albert Heijn zet voor dit gebouw in op een BREEAM-NL Excellent-certificaat. “Zo’n certificaat is geen doel op zich”, zegt Hogendoorn. “Het gaat erom dat je toekomstgericht bouwt en het is onze ervaring dat BREEAM-NL daar een prima tool voor is. ”Om de duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken, krijgt het distributiecentrum diverse voorzieningen die ook voor bestaand logistiek vastgoed niet al te ingewikkeld zijn, zoals uitstekende isolatie van vloer tot dak, ledverlichting, een waterbergingskelder en 6266 zonnepanelen - zeker ook interessant voor bestaand vastgoed vanwege de grote dakoppervlakken. Ook komen er luchtwarmtepompen voor de koeling; op die manier wordt ook de warmte die de motoren van de robots genereren weggekoeld.”

WEG MET LUCHTLEKKENOndertussen maakt De Vries en Verburg er serieus werk van om luchtlekken

KANSEN VOOR LOGISTIEK VASTGOED

A

Evert Hogendoornhoofd Planontwikkeling De Vries en Verburg

Timo StuijplanontwikkelaarDe Vries en Verburg

METERS MAKEN • Sinds 2010 is de inkoop van hout en

plaatmaterialen bij De Vries en Verburg FSC-gecertificeerd

• Het milieumanagementsysteem is als onderdeel van het kwaliteitssysteem ISO 14001-gecertificeerd

• Sinds 2012 is de bedrijfsvoering gecertificeerd volgens de Prestatieladder MVO niveau 3

• Sinds 2016 is De Vries en Verburg gecertificeerd voor de CO2-prestatieladder, trede 3

DUURZAAMHEIDS- DOELSTELLINGEN VOOR HET KOMENDE JAAR• Verder verduurzamen eigen panden

en bouwplaatsen• De rol als duurzaam

huisvestingsbedrijf verder uitbouwen

• Verder verbeteren van de MVO- communicatie met interne en externe stakeholders

• Verduurzaming materieeldienst• Verduurzaming inkoopbeleid

tegen te gaan. Stuij: “We letten scherp op de dakaansluiting: kan er geen lucht ontsnappen of binnenstromen via kieren tussen de stalen dakplaten? Dat meten we zorgvuldig na. Ook de dockdeuren vormen een belangrijk aandachtspunt: hoe zorgen we dat ze goed dicht gaan? En dat er ook tijdens het laden en lossen niet te veel lucht kan ontsnappen? We gebruiken hiervoor bijvoorbeeld borstels en rubberstrips.”

AANDACHT VOOR GEDRAGMateriaalgebruik, installaties en technologieën dragen allemaal bij aan het verlagen van de CO2-uitstoot van logistiek vastgoed. Hogendoorn: “Maar hoeveel energie er uiteindelijk in omgaat, hangt ook sterk af van het gebruik van het gebouw. Van het gedrag van de gebruikers. Je kunt nog zo veel isolatiemateriaal aanbrengen en kieren dichten, als iedereen vervolgens de deuren wagenwijd open laat staan, gaat alle energiebesparing weer verloren. Wij geven wel voorlichting bij de gebouwen die we opleveren, maar het zou goed zijn als bijvoorbeeld ook vanuit de overheid meer gedaan werd aan bewustwording.”

TEKST ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS BEELD DE VRIES EN VERBURG

Dockdeuren vormen een belangrijk aandachtspunt

45

INTERVIEW /// DE VRIES EN VERBURGTOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

GROEN LEIDERSCHAP IS ...

Altijd je eigen hart en waarden volgen en blijven doorgaan, ook als het moeilijk is.

Coert ZachariasseCEO Delta Development GroupGENOMINEERDE GREEN LEADER AWARD 2017

Lex de Boerbestuurder Lefier

GENOMINEERDE GREEN LEADER AWARD 2017

Lot van Hooijdonk wethouder Verkeer & Mobiliteit, Duurzaamheid en Milieu voor de gemeente Utrecht GENOMINEERDE GREEN LEADER AWARD 2017

Samen met overheid, vastgoedsector en huiseigenaren werken aan één doel: zorgen voor een volledig klimaatneutrale gebouwde omgeving.

Een Green Leader heeft duurzaamheid in zijn bedrijfsdoelen geïntegreerd (en is

daarom als zodanig onherkenbaar).

Jeanet van Antwerpendirecteur SADCGENOMINEERDE GREEN LEADER AWARD 2016

Groen leiderschap is de mensen in je bedrijf of organisatie een inspirerende stip op de horizon, vertrouwen, houvast en kennis bieden. Vanuit die basis zijn zij goed toegerust om zich de groene visie van het bedrijf eigen te maken en er invulling aan te geven vanuit hun rol en functie. En dan gaat het vliegen!

Coen van OostromCEO van OVG Real EstateGENOMINEERDE GREEN LEADER AWARD 2016

Groen Leiderschap is voor mij niet-bestaand. Zowel in de politiek als het bedrijfsleven moet leiderschap altijd gericht zijn op een duurzame toekomst. De échte uitdaging zit hem voor mij in het innoveren en kennisdelen. Zowel binnen als buiten onze sector.

Harm van Oorschotdirecteur Vastgoed en Bouw bij Lidl Nederland

GENOMINEERDE GREEN LEADER AWARD 2017

Iedere twee weken openen we weer een winkel. En iedere keer proberen we weer

stappen te zetten. Ons te ontwikkelen. Ons te verbeteren. De noodzaak én mogelijkheid

om dit op een duurzame manier te doen is er! Groen Leiderschap betekent voor mij dan

ook vooral ‘duurzaam doen’.

Rutger Schuurhoofd Real Estate & Public Sector ClientsABN AMROGENOMINEERDE GREEN LEADER AWARD 2016

Groen leiderschap betekent voor mij impact maken door de transitie naar duurzaam vastgoed te versnellen. Dit lukt alleen door te verduursamen; samen met klanten, relaties en ons team, door concrete initiatieven te nemen en resultaten te boeken.

Klaas de Boervoorheen directeur Zuidas,

sinds mei 2017 de nieuwe voorzitter van Stichting HoogbouwGENOMINEERDE GREEN LEADER AWARD 2016

Duurzaam handelen is zorgen voor een goede erfenis voor volgende generaties; dan moeten duurzaam en

schoonheid samengaan. Maak weer in Nederland die mooie karakteristieke daklandschappen!

e Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) biedt ondernemers

ondersteuning bij duurzaam bouwen en renoveren. “We zijn aanjager en monitoren de vorderingen op dit gebied”, zegt Judith Arends, manager Duurzame bouw, Regio en Samenleving. RVO.nl werkt in opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken, Eco-nomische Zaken en Infrastructuur en Milieu.

KENNISDELINGEen van de manieren waarop RVO.nl onder-nemers op weg helpt, is via kennisdeling. Arends: “Zo is er een online database met energiezuinige en duurzame voorbeeld- projecten, waarmee ondernemers kunnen zien wat er allemaal mogelijk is. Daarnaast is er een groot aantal subsidies en regelingen die het aantrekkelijker maken te investeren in de verduurzaming van je gebouw.”

SAMENWERKINGOm ondernemers te bereiken, werkt RVO.nl veel samen met ondernemers- en branche-

We kunnen over de allermodernste technieken beschikken; zonder mensen die hier (optimaal) gebruik van maken, wordt het lastig om duurzame meters te maken. Gebruikers van gebouwen hebben dan ook een sleutelrol in het bereiken van de klimaatdoelstellingen. Hoe komen zij in beweging? En waar begin je als je duurzamer wilt ondernemen?

WELKE SUBSIDIEREGELINGEN ZIJN INTERESSANT VOOR ONDERNEMERS?

Milieu-investeringsaftrek (MIA\Vamil): ondernemers die investeren in milieuvriendelijke technieken bij nieuwbouw en vergaande renovatie, kunnen via deze regeling profiteren van belastingvoordelen over de winst die ze maken.

Energie-investeringsaftrek (EIA): fiscaal voordeel voor ondernemers die energiebesparende maatregelen nemen, zoals het plaatsen van ledverlichting.

Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE): een tegemoetkoming voor de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels en pelletkachels.

Meer weten? www.rvo.nl/gebouwen

verenigingen, zoals de Nederlandse Vereni-ging van Banken. “Iedere ondernemer komt bij de bank. Dat is dus dé plek om bedrijven en organisaties de goede richting op te sturen en hun duidelijk te maken wat er van hen verwacht wordt op weg naar 2050. We helpen de banken om de energiedoelstel-lingen en vastgoedvergroening mee te laten wegen in het verstrekken van leningen”, aldus Arends. Iets vergelijkbaars gebeurt al met de Regeling Groenprojecten. Wie inves-teert in groen, krijgt een gunstigere rente op zijn lening.

POLITIEKE KADERSOp weg naar een klimaatneutrale omgeving in 2050 is in het Energieakkoord afgespro-ken dat in 2023 alle kantoren ten minste energielabel C moeten hebben. “Daar zijn we goed naar op weg. Wij voeren uit wat is afge-sproken in het akkoord, maar liever zouden we nog een stapje verder gaan. We zijn dan ook heel benieuwd waar het nieuwe kabinet mee komt.”

‘RVO.NL: AANJAGER EN STEUNPILAAR’

DTEKST MARLIEKE VAN DER SIJDE BEELD RVO

Onno Dwars commercieel directeur Ballast NedamWINNAAR GREEN LEADER AWARD 2016

Groen leiderschap is het creëren van positieve impact en niet het minimaliseren van de negatieve impact. Groen leiderschap brengt de verduurzaming verder. Ontbrekende schakels benoemen en oplossingen creëren die leiden tot een volhoudbare economie en ecosysteem. Groene leiders zetten een stip op de horizon en creëren spelregels die leiden tot verandering. Zij zijn niet bang om van bestaande paden af te wijken en maken zich hard voor waar ze in geloven. Door je hart te volgen en buiten je comfortzone te treden, kom je tot innovaties met impact. Maak van jouw visie de werkelijkheid, dan kun je als Groene Leider Nederland versneld verduurzamen.

Peter Göbel algemeen directeur ING Real Estate Finance WINNAAR GREEN LEADER AWARD 2017

Ik wil het maximale doen wat binnen mijn mogelijkheden ligt om verandering te realiseren. Richting klanten ben ik duidelijk dat ING alleen nog maar groene gebouwen financiert. Daar-mee stimuleren we meteen ook andere banken om datzelfde te doen. Met de Poolexpeditie van klimaatjournaliste Bernice Nootenboom, onder andere door ING gesponsord, zetten we ook andere marktpartijen aan het denken om voor verduurzaming te gaan. Ook vanuit de politiek kwamen er via de media reacties op het initiatief. En dat leidde weer tot een brief namens alle banken en pensioenfondsen in Nederland aan de formateur waarin wordt gepleit voor een ‘duurzame omslag’. Ik zou willen dat de overheid gaat differentiëren met de btw-tarieven. Een hoger tarief voor ‘bruine panden’, en een beduidend lager tarief voor de ‘groene gebouwen’. Mijn lobby richting Den Haag is al gestart.

De Green Leader Award is een initiatief van Dutch Green Building Council, PropertyNL en PROVADA en vindt ook in 2018 plaats.

Meer informatie: www.greenleaderaward.nl

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018

4746

TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018 TOEKOMSTBOUWERS • 2017/2018GREEN LEADER AWARD GREEN LEADER AWARD /// RVO

Uw sector is ons

vertrekpunt.

Als ondernemer wilt u graag een bank die aandacht heeft voor uw sector. Onze sectorspecialisten denken graag met u mee. Zij zijn op de hoogte van de actuele ontwikkelingen binnen de bouwsector. En weten wat nu nodig is om uw plannen op korte en lange termijn te realiseren. Voor meer informatie: abnamro.nl/bouw