Web viewGedichten – Heinrich Heine. Sonnenuntergang. Die glühend rote Sonne steigeHinab...

6

Click here to load reader

Transcript of Web viewGedichten – Heinrich Heine. Sonnenuntergang. Die glühend rote Sonne steigeHinab...

Gedichten Heinrich Heine

Sonnenuntergang

Die glhend rote Sonne steigeHinab ins weitaufschauernde,Silbergraue Weltenmeer;Luftgebilde, rosig angehaucht,Wallen ihr nach; und gegenber,Aus herbstlich dmmerndenWolkenschleiern,Ein traurig todblasses Antlitz,Bricht hervor der Mond,Und hinter ihm, Lichtfnkchen,Nebelweit, schimmern die Sterne.

Einst am Himmel glnzten,Eh'lich vereint,Luna, die Gttin, und Sol, der Gott,Und es wimmelten um sie her die Sterne,Die kleinen, unschuldigen Kinder.

Doch bse Zungen zischelten Zwiespalt,Und es trennte sich feindlichDas hohe, leuchtende Eh'paar.

Jetzt am Tage, in einsamer Pracht,Ergeht sich dort oben der Sonnengott,Ob seiner HerrlichkeitAngebetet und vielbesungenVon stolzen, glckgehrteten Menschen.Aber des Nachts,Am Himmel, wandele Luna,Die arme Mutter,Mit ihren verwaisten Sternenkindern,Und sie glnzt in stiller Wehmut,Und liebende Mdchen und sanfteDichter Weihen ihr Trnen und Lieder.

Die weiche Luna! Weiblich gesinnt,Liebt sie noch immer den schnen Gemahl.Gegen Abend, zitternd und bleich,Lauscht sie hervor aus leichtem Gewlk,Und schaut nach dem Scheidenden, schmerzlich,Und mchte ihm ngstlich rufen: Komm!Komm! die Kinder verlangen nach dir -Aber der trotzige Sonnengott,Bei dem Anblick der Gattin erglht erIn doppeltem Purpur,Vor Zorn und Schmerz,Und unerbittlich eilt er hinabIn sein flutenkaltes Witwerbett.

Bse, zischelnde ZungenBrachten also Schmerz und VerderbenSelbst ber ewige Gtter. Und die armenGtter, oben am HimmelWandeln sie, qualvoll,Trostlos unendliche Bahnen,Und knnen nicht sterben,Und schleppen mit sichIhr strahlendes Elend.

Ich aber' der Mensch,Der niedriggepflanzte, der todbeglckte,Ich klage nicht lnger.

Wat Heine hiermee probeert te zeggen:

In het gedicht worden de zon en de maan beschreven als een echtpaar met vele kinderen, de sterren. Zij zijn goden die aan de hemel staan, maar ze mogen niet samen zijn. Als de zon weg is, komt de maan weer op, en andersom. Ze blijven maar hun banen volgen en ze blijven ongelukkig, maar ze kunnen helaas niet sterven.

Heine sluit af met een keiharde sneer naar de mensheid, hij verteld immers deze tragische historie, en dan sluit hij af met de zinnen:Ik ben maar een mens, nederig en sterfelijk, ik klaag dus niet langer.Hierin laat hij dus zien dat wij mensen overal over klagen, maar dat we er eigenlijk geen reden toe hebben, omdat er grotere problemen zijn.

Heinrich Heine wordt ingedeeld in de romantische periode, en dat is goed te zien in het bovenstaande gedicht. Veel elementen uit de romantische periode komen erin terug. Sowieso is het centraal stellen van emoties belangrijk in de romantiek, wat ook belangrijk is in dit gedicht: de gevoelens van de zon en de maan zijn hier belangrijk.

Daarnaast is ook het mysterie een belangrijk thema binnen de romantiek. Ook dat komt in dit gedicht terug, omdat er toch een bepaald mysticisme in het gedicht verschijnt, en dan met name rond de relatie tussen de zon en de maan.

Een kenmerk wat ontzettend duidelijk aanwezig is, is het teruggrijpen op het verleden. In dit gedicht kan het bijvoorbeeld binnen de Latijnse naam van de zon, Luna, liggen.

Een ander kenmerk wat in dit gedicht duidelijk aanwezig is, is contrastwerking genoemd. Het contrast is in de romantiek belangrijk en wordt in dit gedicht vertegenwoordigd door de zon en de maan, de twee tegengestelden, vaak ook het beeld voor het contrast van dag en nacht.

Thema

De thematiek in het gedicht is zeer duidelijk: romantiek, liefde die soms onbereikbaar is en de onmogelijkheid van sommige dingen waarvan je wel graag zou willen dat ze konden.

Deutschland!

Deutschland ist noch ein kleines Kind,Doch die Sonne ist seine Amme;Sie sugt es nicht mit stiller Milch,Sie sugt es mit wilder Flamme.

Bei solcher Nahrung wchst man schnellUnd kocht das Blut in den Adern.Ihr Nachbarskinder, htet euchMit dem jungen Burschen zu hadern!

Es ist ein tppisches Rieselein,Reit aus dem Boden die Eiche,Und schlgt euch damit den Rcken wundUnd die Kpfe windelweiche.

Dem Siegfried gleicht er, dem edlen Fant,Von dem wir singen und sagen;Der hat, nachdem er geschmiedet sein Schwert,Den Ambo entzwei geschlagen!

Ja, du wirst einst wie Siegfried sein,Und tten den hlichen Drachen,Heisa! wie freudig vom Himmel herabWird deine Frau Amme lachen!

Du wirst ihn tten, und seinen Hort,Die Reichskleinodien, besitzen.Heisa! wie wird auf deinem HauptDie goldne Krone blitzen!

Heinrich Heine, 1840

Wat Heine hiermee probeert te zeggen:

Volgens Heine is Duitslands nog een klein kind, het land is nog niet op zijn hoogtepunt. Ook moeten buurlanden geen ruzie krijgen met Duitsland, omdat het toch al machtig is.

Ook voorspelt Heine in dit gedicht dat Duitsland groot, rijk en nog machtiger zal worden. Duitsland zal andere landen overwinnen en hun schatten in bezit nemen om een groot welvarend land te worden; Duitsland zal regeren over (heel) Europa.

Opbouw van het gedicht:

Het gedicht is verdeeld in alineas van telkens vier zinnen. Er is geen rijm verwerkt in het gedicht, maar de er zit wel een bepaalde structuur in, alle zinnen hebben minimaal 7 lettergrepen.

Het land Duitsland wordt in dit gedicht voorgedaan als een persoon (een kind), dus is er sprake van een personificatie.

Thema

Het thema van dit gedicht is vaderlandsliefde, aangezien Heine gelooft dat Duitsland een groot en welvarend land zal worden. Hij beschrijft zijn land als een klein kind dat zal uitgroeien tot een machtig persoon waarmee hij aangeeft dat hij vertrouwen heeft in zijn land.

Einde

Het gedicht begint met Duitsland als klein kind en eindigt in een vooruitzicht naar een rijk en machtig land dat zijn vijanden zal doden en hun rijkdommen in bezit zal nemen. In de laatste zin: Die goldne Krone blitzen! heeft Duitsland zijn vijanden verslagen en de kroon van de overwonnen landen in bezit genomen en regeert een groot gebied.

Heine beindigt het gedicht dus met zijn toekomstverwachtingen.

Literaire periode

Heinrich Heines meest bekende boek is een dichtbundel; Das Buch der Lieder. Zijn eerste uitgave is uit 1821, genaamd Gedichte en zijn laatste uitgave is uit 1892; Heinrich Heines Familienleben. 122 Familienbriefe des Dichters und 4 Bilder. In totaal heeft hij zelf 24 boeken en dichtbundels uitgegeven.

Het leven van Heinrich Heine

Heine was het kind van joodse ouders, van wie vooral de moeder erg ambitieus was. Zij wilde een goede toekomst voor Heine. Zijn oom was een schatrijke bankier die Heines leven in het begin erg benvloedde.

Heine ging naar het Dsseldorf Lyceum en daarna was het plan dat hij ook zakenman zou worden. Dit mislukte en zijn oom financierde daarom maar een opleiding op de universiteit. Heine ging daarom naar de universiteit van Bonn, Gttingen, Berlijn en daarna weer terug naar Gttingen. Hier slaagde hij in 1825 voor de studie rechten met de minimale cijfers.

Heine bekeerde zich in 1825 ook naar het Protestantisme om de mogelijkheid van overheidsmedewerker te krijgen, want joden mochten in die tijd niet bij de overheid werken. Hij deed het echter niet met veel plezier. Hij heeft echter nooit iets in de rechten gedaan, noch een baan bij de overheid en in zijn studententijd was hij vooral bezig met gedichten, geschiedenis en literatuur.

In de jaren voor de universiteit zou hij een relatie met een (of beide) dochter(s) van zijn oom hebben gehad. Zij had(den) echter geen interesse in hem. Hij schreef hier gedichten over die hij in het boek der liederen verzamelde. Zijn liefdesgedichten leken in de romantiek te passen, omdat er wel kenmerken van in voorkomen, maar tegelijkertijd was zijn sceptische blik ook aanwezig. Hij werd in de periode 1820-1830 steeds bekender en toen hij in de herfst van 1824 in de Harzbergen ging wandelen om zijn studie te ontvluchten, schreef hij hier gedichten over die hij in een boek publiceerde wat later een 4-delige boekenserie werd, Reisebilder.

Met de Julirevolutie in 1830 in Frankrijk ging hij niet meteen naar Parijs. Hij bleef nog even in Duitsland om werk te zoeken, maar in de lente van 1831 gaf hij dit op en ging hij net als velen naar Parijs. Hier schreef hij nog een groot aantal artikelen met kritiek naar Duitsland toe, maar ook over de politiek in Frankrijk. Naast de krantenartikelen bleef hij ook actief met dichten, waar zijn kritische blik op de politiek ook doorscheen.

Hij kreeg het hierdoor wel aan de stok met Duitse censoren, en het parlement probeerde zijn gedichten zelf te verbieden voor heel Duitsland! Ook was hij omringd door spionnen, wat ervoor zorgde dat zijn verbanning naar Parijs echt een verbanning werd.

Heine was erg arm en toen zijn oom stierf, kreeg hij geen cent van zijn fortuin. Hij begon een strijd voor de erfenis, maar dit ging niet van een leien dakje. Ook zijn gezondheid speelde hem parten en na een lang ziekbed ging hij dood in 1854.