Consultatienota Inrichtings- en beheerplan...2015/07/17 · een kern, een schil en een (agrarische)...
Transcript of Consultatienota Inrichtings- en beheerplan...2015/07/17 · een kern, een schil en een (agrarische)...
17-07-2015
[CONSULTATIENOTA
INRICHTINGS- EN BEHEERPLAN]
1
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................ 2
Leeswijzer 2
1. Proces ............................................................................................................................................ 3
2. Algemeen ...................................................................................................................................... 8
3. Recreatie ....................................................................................................................................... 9
a. algemeen ..................................................................................................................................... 9
b. Recreatie mountainbikers ......................................................................................................... 15
c. Recreatie ruiters ........................................................................................................................ 16
d. Recreatie en grazers .................................................................................................................. 20
4. Slabroek ...................................................................................................................................... 24
a. algemeen ................................................................................................................................... 24
b. Slabroekse hei/honden ............................................................................................................. 26
5. Natuur .......................................................................................................................................... 28
6. Bosontwikkeling ....................................................................................................................... 29
7. Begrazing .................................................................................................................................... 31
8. Dood doet leven ....................................................................................................................... 43
9. Jacht ............................................................................................................................................. 46
10. Water ........................................................................................................................................ 52
11. Landbouw ............................................................................................................................... 54
12. Archeologie ............................................................................................................................ 57
13. Overige thema’s ................................................................................................................... 60
14. Financiën ................................................................................................................................. 61
Bijlage 1 .............................................................................................................................................. 62
2
Inleiding
Voor u ligt de consultatienota over het Inrichtings- en Beheerplan de Maashorst. Van 1 tot en met 29
mei heeft de Stuurgroep een uitgebreide consultatie gehouden met inwoners en partijen uit het gebied
van de Maashorst. Hiervoor zijn 3 inloopavonden gehouden, waar bezoekers vragen konden stellen, die
we direct beantwoordden. Ook zijn er voor de raadsleden van de 4 gemeenten twee informatieavonden
georganiseerd. Iedereen die wilde reageren op het Inrichtings- en beheerplan kon een mail met zijn of
haar reactie sturen. We hebben 36 reacties ontvangen. In deze nota gaan we in op de reacties en de
antwoorden daarop en of dit leidt tot een wijziging in het plan. We leggen de consultatienota samen
met het Inrichtings- en beheerplan voor aan de besturen van de gemeenten, Staatbosbeheer en
Waterschap Aa en Maas met het verzoek het plan vast te stellen.
Leeswijzer
Alle indieners van een reactie hebben een nummer gekregen, waarmee alle vragen en opmerkingen uit
de brief terug te vinden zijn in de tabellen. De organisaties die reageerden, staan opgenomen in bijlage
1. De tabellen zijn thematisch opgezet. De tabellen beginnen met de nummers van de briefschrijvers.
Vervolgens een samenvatting van de reactie. De derde kolom is het antwoord vanuit de Stuurgroep op
deze reactie. Als dit leidt tot een wijziging in het plan staat dat in de laatste kolom. De indieners van
reacties die over de persoonlijke situatie gaan, zijn niet opgenomen in de tabellen. Deze indieners
worden opgebeld en krijgen een persoonlijk antwoord.
3
1. Proces
Brief
nummer
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
5 Het plan staat haaks op wat
de verschillende
gebruikersgroepen hebben
afgesproken met de
gemeenten en wat is
meegegeven aan de
stuurgroep.
Voor zover wij weten zijn er
alleen afspraken gemaakt
met de MVTO. Het plan is
niet tegenstrijdig met deze
afspraken. Het klopt dat de
gebruikersgroepen wensen
ingebracht hebben. Deze
wensen zijn soms
tegenstrijdig en hieruit
hebben we geprobeerd zo
goed mogelijke oplossingen
te bedenken.
10/31 Maashorstmanifest is op
geen enkele manier in
samenwerking met bewoners
tot stand gekomen.
Dit is een juiste constatering.
Daarom hebben we met het
iBeP een open proces
gevoerd.
10/31 Wij willen
vertegenwoordiging van de
bewoners zonder
commerciële belangen in de
monitoringsgroep.
Monitoring is het (laten)
verzamelen van gegevens
over soorten om daarna deze
gegevens te analyseren en te
interpreteren en advies uit te
brengen. Dat vraagt om
speciale kennis. De
monitoringsgroep bestaat uit
mensen die deze kennis
hebben. Als de gemeenten,
Staatbosbeheer en ARK op
basis van dit advies een
besluit willen nemen waar
bewonersbelangen bij
betrokken zijn, dan zullen zij
zorgen voor informatie en
overleg. Los hiervan zullen
we monitoringsgegevens
regelmatig bekend maken.
We voegen bij
hoofdstuk 6 toe:
Monitoringsgegevens
delen we met het
publiek.
15 Bij het natuurplan Maashorst
is niemand betrokken
daarom zou het
onderliggende kader moeten
worden aangepast. De
enorme omvang EHS gaat te
ver. Minder ambities is meer
kans van slagen
De provincie heeft de
Ecologische Hoofdstructuur
vastgesteld. De gemeenten
vertaalden dit door in het
natuurplan. Bij dit plan was
er geen traject voor
burgerparticipatie. De
gemeenteraden hebben het
plan in 2010 vastgesteld. De
ambities lijken haalbaar.
17 Worden er naast de De website vervult een We voegen toe bij
4
Inloopavonden gedurende de
jaren van uitvoering van het
Plan ook nog
contactmomenten
georganiseerd? of gaat het
vooral via de website? En
komt op de website dan een
duidelijke stand van zaken te
staan over het vervolg/
verloop e.d.?
En kan/ mag men dan ook
nog reageren als de
uitvoering toch anders uitvalt
dan vooraf aan de hand van
het Plan gedacht?
belangrijke rol bij het geven
van informatie over de
uitvoering van het plan. We
krijgen een nieuwe website
aan het einde van het jaar,
waarop ook de mogelijkheid
is om te reageren op tal van
onderwerpen. Ook richten
we een M100 op, die bestaat
uit mensen en organisaties
die mee willen denken over
de Maashorst en de wellicht
zelf ook initiatieven willen
uitvoeren. Iedereen kan mee
doen met de M100.Bij
belangrijke stappen
informeren we diverse
belanghebbenden via de
pers, onze eigen
communicatiemiddelen en de
communicatiemiddelen van
onze partners.
Mocht de uitvoering van het
plan op onderdelen anders
verlopen, overleggen we dit
met de belanghebbenden.
Er is contact met direct
betrokkenen als we de
maatregelen uitvoeren.
Afhankelijk van de situatie
wordt gekozen voor
bijvoorbeeld een
informatieavond, overleg of
een informatiebrief. Er komt
een vast gebruikersoverleg
met de verschillende
gebruikersgroepen zoals de
ruiters, mountainbikers, etc..
Daarnaast kunt u altijd
vragen stellen of een reactie
geven aan het
programmabureau de
Maashorst.
hoofdstuk 8:
Ook richten we een
M100 op, die bestaat
uit mensen en
organisaties die mee
willen denken over de
Maashorst en de
wellicht zelf ook
initiatieven willen
uitvoeren. Iedereen
kan mee doen met de
M100.
18 Maashorstboeren willen
meedenken over de invulling
van het natuurplan.
Ondernemende EHS zou
goed passen in de Maashorst
en het draagt bij aan de
De gemeenten,
Staatsbosbeheer, ARK en
waterschap Aa en Maas
maken graag gebruik van dit
aanbod. Het is mogelijk om
54 ha Ondernemende EHS te
5
lokale economie. realiseren in de Maashorst.
ARK werkt hiervoor samen
met de Maashorstboeren en
de ZLTO-afdelingen. Zie ook
paragraaf 4.3 .
20 Wij adviseren u overleg te
gaan met gehandicapten-
belangenorganisaties.
Naar aanleiding van de
reacties stellen we een
gebruikersoverleg in voor
diverse gebruikersgroepen
over bijvoorbeeld de
recreatieroutes. Het aspect
recreatie voor gehandicapten
nemen we hierin mee. We
maken gebruik van de
expertise
gehandicaptenbelangenorga
nisaties.
In Hoofdstuk 3
opnemen dat we een
gebruikersoverleg
instellen.
27 Wandelaars met hond zijn
niet meegenomen in de
inventarisatie. Informeer
deze groep ook.
Via interviews met de
dorpsraden kwamen we in
contact met hondenbezitters.
Zij hebben namens de groep
gesproken. We hebben hun
mening genoteerd.
Bij het inrichten van de
hondenloslaatgebieden
vragen we vooraf naar de
wensen van een aantal
wandelaars met honden.
Verder informeren we
wandelaars met honden bij
de recreatieve entrees en via
borden. Een
vertegenwoordiging van de
wandelaars neemt deel aan
het gebruikersoverleg, dat
we instellen.
In Hoofdstuk 3
opnemen dat we een
gebruikersoverleg
instellen.
28 Wij willen graag
gesprekspartner zijn bij de
toekomstige ontwikkelingen.
Naar aanleiding van de
reacties stellen we een
gebruikersoverleg in voor
diverse gebruikersgroepen.
Denk hierbij aan de ruiters,
wandelaars, mountainbikers.
Dit gebruikersoverleg sluit
de wensen die haalbaar en
betaalbaar zijn kort met de
gemeenten, Staatsbosbeheer
en ARK.
In Hoofdstuk 3
opnemen dat we een
gebruikersoverleg
instellen.
33 Met onze eerdere Het maatschappelijke debat
6
opmerkingen is niets
gebeurd. Dit komt het
draagvlak niet ten goede.
over de keuzes en dilemma’s
is volop gevoerd. Op basis
hiervan hebben we alle
maatschappelijke (veelal
tegengestelde) belangen zo
goed mogelijk afgewogen.
Dit in de wetenschap dat
algehele maatschappelijke
consensus niet bereikt kan
worden. We hopen dat we de
keuzes goed uitleggen,
waardoor hier begrip voor is.
33 ZLTO zal niet meewerken aan
plannen als nationaal park of
een inrichtingsplan zolang
de betreffende gronden nog
niet verworven zijn.
Het verkrijgen van de status
van nationaal park is geen
doel van het IBeP.
Het is niet zeker of in 2018
alle landbouwgronden in de
Maashorst door ARK zijn
verworven. Daarom gaan we
niet wachten tot 2019, maar
gaan we het IBeP uitvoeren,
waar dit mogelijk is.
De exploitatie van de niet
verworven landbouwgronden
door agrariërs in de
Maashorst kan ondertussen
doorgaan.
34 De positie van
grondeigenaren wordt
onderbelicht in het plan.
De particuliere
grondeigenaren in de
Maashorst nemen een
speciale positie in.
Agrariërs moeten de
landbouwgronden op
normale wijze kunnen blijven
bewerken.
Als het aan de orde is bij de
uitvoering van het IBeP dan
vragen we particuliere
boseigenaren om
medewerking.
Bewoners in en om de
Maashorst moeten prettig
kunnen blijven wonen. Als er
onverwachte knelpunten
opkomen, dan zoeken we
samen met de bewoners naar
een oplossing
Hiermee is aangegeven dat
aan de grondeigenaren wordt
gedacht. Zie paragraaf 4.3,
In paragraaf 4.4 en 4,5
verduidelijken we dat
het om maatwerk gaat.
7
4.4 en 4.5 waarin we
aangeven hoe we
grondeigenaren bij het plan
willen betrekken.
34 3.3 en 3.4 moeten verder
uitgewerkt worden waarbij
aan wordt gegeven wat de
gevolgen zijn voor bewoners
waarop dit plan direct en
indirect gevolgen heeft.
Een aantal recreatieve
entrees is nog in
ontwikkeling en een aantal
routes moeten we nog verder
uitwerken Als de routes
gevolgen hebben voor de
belanghebbenden, dan
betrekken we hen daarbij.
22 Worden met de vrijwilligers
in 4.6 ook de jagers
bedoeld? Zij zijn diegene die
ook verstand hebben van de
natuur en bekend zijn met
het gebied Maashorst
Ja, leden van
wildbeheereenheden werken
regelmatig op vrijwillige
basis in het
landschapsbeheer.
We verduidelijken dit
bij paragraaf 4.7.
22 De WBE’s willen betrokken
worden bij de monitoring van
het plan
De expertise van
deskundigen leden van
wildbeheereenheden
gebruiken we bij het
opstellen van
monitoringsplannen.
We verduidelijken dit
in hoofdstuk 6.
30 WBE’s zijn niet betrokken bij
het proces
We spraken meerdere keren
met de wildbeheereenheden.
Op basis van deze
gesprekken en de inbreng
van andere belangengroepen
is het hoofdstuk over
faunabeheer tot stand
gekomen.
8
2. Algemeen
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
22 De Maashorst groot en
groots: wat is groot?
De Maashorst omvat nu 3500
hectaren. Daarmee is de
Maashorst een van de grootste
natuurgebieden van Brabant.
22 Het lijkt meer op het
opleggen van een
mening/standpunt van
een aantal personen die
iets voor hebben en dit
koste wat kost
gerealiseerd willen
hebben, zonder open te
staan voor andere
deelnemers van het zelfde
gebied! Vaak ook nog met
een zelfde visie, “een
mooi stukje natuur”, in je
eigen omgeving!
Het IBeP is tot stand gekomen na
een uitgebreid proces met
Staatsbosbeheer, gemeenten Oss,
Uden, Landerd, Bernheze, ARK,
waterschap Aa en Maas,
natuurdeskundigen, Bosgroep
Zuid_Nederland en Stuurgroep de
Maashorst.
We hielden 19 interviews met
gebruikersgroepen. Met alle
belangen hebben we rekening
gehouden. Maar dit zijn ook vaak
tegengestelde belangen, waarbij
we een juiste modus moesten
vinden. Ook inwoners, recreanten
en ondernemers nemen we mee
in het proces, juist door de
consultatiebijeenkomsten voor
het IBEP.
30 Men praat over kern en
twee schillen Fout! Er is
een kern, een schil en een
(agrarische) omgeving..
Dat klopt en in het plan staat dat
ook zo geschreven: een
natuurkern, natuurschil en
agrarisch gebied.
30 Duidelijk kaartmateriaal
leveren wat de grens is
van de 1e schil.
De grens tussen natuurkern en
natuurschil is indicatief op de
kaart.
Het klopt dat het kaartmateriaal
op een gewoon computerscherm
of A4 print minder duidelijk is. Dit
is moeilijk op te lossen. U kunt
de grote, papieren kaarten inzien
bij de gemeenten Oss, Landerd,
Bernheze of Uden. U kunt vragen
naar de ambtenaar die betrokken
is bij het Inrichting- en
beheerplan Maashorst
We verduidelijken dit
bij de figuur in
paragraaf 2.3.
30 Een aantal hoofstukken
uit de bijlagen zijn niet
relevant en dienen dan
ook geen onderdeel te
vormen van het
beheerplan. Op die
Het is niet duidelijk welke
hoofdstukken u bedoelt. We
hebben in het IBeP alle
onderwerpen die te maken
hebben met recreatie en natuur
en het verdere proces zo volledig
9
manier kunnen er in de
toekomst ook geen
verwachtingen aan
worden ontleend en zal
eventuele toepassing
hernieuwd onderzoek
vragen.
mogelijk beschreven. Bij de
uitvoering kan het nodig zijn om
inrichtings- en
beheermaatregelen bij te stellen
op basis van reacties in uit de
omgeving. Flexibiliteit is dus
mogelijk indien nodig. Zie par.
1.3.
30 Het “nieuwe natuurplan”
gaat uit van een hoog
recreatiegehalte, gevoed
door de introductie van
diverse gebiedsvreemde
grote grazers om op die
manier het wildernisbeeld
te creëren.
Aangevuld door de
introductie van nieuwe
soorten en een continue
proces van
beheermaatregen om
uiteindelijk in 2050 te
komen tot een mogelijk
eindbeeld.
Een eindbeeld dat deels
leunt op aannames
zonder dat alternatieve
scenario’s worden
geboden
Oorspronkelijk leefden er wilde
kuddes oerrunderen, wilde
paarden en wisenten, naast
elanden en edelherten in
Nederland. Het oerrund is
uitgestorven, maar zijn genen
leven voort in de vele
runderrassen op de wereld.
De introductie van wisent
(Europese bizon), tauros (wild
rund) en Exmoor pony (wild
paard) is in dit opzicht niet
gebiedsvreemd te noemen.
Het plan gaat inderdaad voor een
deel uit van aannames. Daarom is
het proces van plan-do-check-act
van belang (zie par. 1.3). Hierdoor
is het een flexibel proces dat
zorgt voor bijstelling indien
nodig.
3. Recreatie
a. algemeen
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
1 Wees de regelmatige
bezoeker ter wille door
bestaande fietspaden door
de Maashorst (dreven) in
stand te houden, te
bewegwijzeren en te
onderhouden.
Naar aanleiding het
Natuurplan (stilte en rust in
de kern, recreatie in de schil)
hebben we een paar jaar
geleden de recreatieve routes
van deze ‘dreven’ afgehaald.
Hierbij verdween het
knooppunt 45. We maakten
het ‘fietsrondje Maashorst’
aan de oostzijde van de
Maashorst door een nieuw
fietspad aan te leggen.
Hierdoor kan de recreatieve
34 Graag zien wij in het IBeP
benoemd dat er aandacht
blijft voor het onderhoud
en bijhouden van de
fietsroutes, wandelpaden
en cultuurhistorische
10
verbindingswegen in het
begrazingsgebied en dat
gemeenten hierop zullen
blijven toezien
fietser nu een volledige
fietstocht door (de schil van)
de Maashorst maken zonder
dat hij dwars door de kern
komt.
Er is vrij intensief gebruik
van utilitair fietsverkeer
(woon-werk) over de
betreffende dreven dwars
door de Maashorst . Bij de
vaststelling van het
Maashorst Manifest gaven de
diverse partijen en raden
nadrukkelijk aan dat deze
doorgaande fietsroutes open
moeten blijven voor utilitair
fietsverkeer. De dreven
blijven daarom als
fietsverbinding bestaan en
deze onderhouden we ook.
Maar omdat we de
recreatieve knooppunt routes
hier vanaf haalden, komt het
gros van de fietsers (de
recreanten) hier niet meer
overheen.
34 Zorg voor een betere
promotie van routes in de
kern van de Maashorst en
niet alleen die er omheen
en breng knooppunt 45
terug.
34 Zorg voor een betere
promotie van routes in de
Maashorst
We gaan met de VVV aan de
slag voor een goede
promotie van de routes in de
Maashorst.
5 De balans slaat teveel door
naar natuur en er is te
weinig oog voor huidige
gebruikers en
recreatiemogelijkheden.
We betreuren het dat deze
indruk is gewekt. De natuur
levert namelijk niet zoveel
belemmeringen op voor de
recreatie. We willen het
gebied juist voor de huidige
en nieuwe recreant nog
aantrekkelijker maken.
In hoofdstuk 3: allerlei
aanpassingen om aan te
geven dat de recreant
welkom is in de Maashorst.
9 Er wordt niet omschreven
hoe de routes
aantrekkelijker worden
gemaakt en gehouden.
Gebruik community voor
ideeën.
Het is een goed idee om de
community hier voor te
gebruiken. Daar willen we
zeker gebruik van maken. We
richten een
gebruikersoverleg op om
over de routes te praten,
waardoor we deze kunnen
verbeteren. Ook willen we
graag de gebruikers
betrekken bij het onderhoud
In hoofdstuk 3 Recreatie is
de volgende tekst
opgenomen:
Met vertegenwoordigers van
gebruikersgroepen maken
we afspraken om
knelpunten te bespreken en
om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In dit
gebruikersoverleg kunnen
we met gebruikers ook
11
van de routes.
afspraken maken over het
gezamenlijk onderhouden
van de paden. In het overleg
kan aan de orde komen hoe
een toegangssysteem voor
specifieke
gebruikersgroepen eruit zou
kunnen zien. Ook komt aan
de orde komen hoe we
paden kunnen ontsluiten
voor gehandicapten.
16 Als de fietspaden de
Maashorst niet meer
doorkruisen is de
Maashorst ook niet meer
toegankelijk voor minder
validen (elektrische
voertuigen komen tot 25
km). Of komen er
oplaadpalen?
Naar aanleiding het
Natuurplan (stilte en rust in
de kern, recreatie in de schil)
hebben we een paar jaar
geleden de recreatieve routes
van deze ‘dreven’ afgehaald.
We maakten het ‘fietsrondje
Maashorst’ aan de oostzijde
van de Maashorst door een
nieuw fietspad aan te leggen.
Hierdoor kan de recreatieve
fietser nu een volledige
fietstocht door (de schil van)
de Maashorst maken zonder
dat hij dwars door de kern
komt.
Er is vrij intensief gebruik
van utilitair fietsverkeer
(woon-werk) over de
betreffende dreven dwars
door de Maashorst . Bij de
vaststelling van het
Maashorst Manifest gaven de
diverse partijen en raden
nadrukkelijk aan dat deze
doorgaande fietsroutes open
moeten blijven voor utilitair
fietsverkeer. De dreven
blijven daarom als
fietsverbinding bestaan en
deze onderhouden we ook.
Deze zijn dan ook te
gebruiken voor minder
validen in elektrische
voortuigen.
Routes en faciliteiten is een
onderwerp voor het
gebruikersoverleg, dat we
instellen. Hiervoor willen we
In hoofdstuk 3 Recreatie is
de volgende tekst
opgenomen:
Met vertegenwoordigers van
gebruikersgroepen maken
we afspraken om
knelpunten te bespreken en
om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In dit
gebruikersoverleg kunnen
we met gebruikers ook
afspraken maken over het
gezamenlijk onderhouden
van de paden. In het overleg
kan aan de orde komen hoe
een toegangssysteem voor
specifieke
gebruikersgroepen eruit zou
kunnen zien. Ook komt aan
de orde komen hoe we
paden kunnen ontsluiten
voor gehandicapten.
12
het gehandicaptenplatform
uitnodigen, zodat zij mee
kan denken.
17 Activiteiten die kunnen
worden uitgevoerd door
andere groeperingen zoals
agrariërs en
recreatieondernemers,
kunnen aan hen worden
uitbesteed.” → geldt dit ook
voor vrijwillige groepen? Of
moet men zich organiseren
in een vereniging of
stichting om “gevraagd/
gehoord” te worden?
Iedereen die iets wil doen
voor de Maashorst is
welkom. De Maashorst is van
ons allemaal! We richten
hiervoor een groep op met
de werknaam M100.
Iedereen kan meedoen met
de M100, ideeën aandragen
en zelf initiatieven uitvoeren.
17 Zonering: Wordt het dan
niet 1 grote wirwar aan
paden en borden?! Of een
grote beperking voor
bepaalde
groepen? Eerder “de
Maashorst is van ons
allemaal’ uitdragen en
zorgen voor respect voor
elkaar.
Om te voorkomen dat de
recreatiegroepen last van
elkaar hebben zijn er aparte
routes. Het gebied is groot,
waardoor er geen wirwar van
paden en borden ontstaat.
20 Er is geen aandacht in het
plan voor toegankelijkheid
van gehandicapten in de
Maashorst.
Dit is inderdaad niet
specifiek in het plan
opgenomen. Dit passen we
aan. We richten een
gebruikersoverleg op, waar
we het
gehandicaptenplatform voor
uitnodigen,
zodat zij mee kan nadenken
over de toegankelijkheid
voor gehandicapten en over
het ontsluiten van netwerken
voor fietsers en voetgangers
in relatie tot gehandicapten.
In hoofdstuk 3 Recreatie is
de volgende tekst
opgenomen:
Met vertegenwoordigers van
gebruikersgroepen maken
we afspraken om
knelpunten te bespreken en
om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In dit
gebruikersoverleg kunnen
we met gebruikers ook
afspraken maken over het
gezamenlijk onderhouden
van de paden. In het overleg
kan aan de orde komen hoe
een toegangssysteem voor
specifieke
gebruikersgroepen eruit zou
kunnen zien. Ook komt aan
de orde komen hoe we
paden kunnen ontsluiten
voor gehandicapten.
20 Onduidelijk is in hoeverre
bij de ontsluiting van
netwerken voor fiets en
voetgangers rekening
wordt gehouden met de
verschillende gehandicapte
doelgroepen.
20 Belangrijk is dat bij het
promoten van de natuur bv.
de Maashorstfair rekening
wordt gehouden met de
toegankelijkheid voor
gehandicapten en ouderen.
De vergunningverlenende
gemeente dient
toegankelijkheid als
uitgangspunt te hanteren.
Bij de vergunningverlening is
dit geen onderwerp waar
gemeenten op toetsen. Het is
wel een punt van aandacht,
waar we vergunningverleners
en organisatoren op kunnen
wijzen. Dit kunnen we
bespreken in het
gebruikersoverleg. Het
gehandicaptenplatform kan
zelf de organisatoren hier
13
scherp op houden.
20 Wordt overwogen om de
toegankelijkheid van
onverharde paden te
verbeteren door het
toepassen van stabiele
halfverharders zoals bv in
de Veluwe?
Bij Slabroek is een pad voor
gehandicapten. Ook in
Schaijk aan de Udensedreef
is een wandelpad wat voor
mindervaliden geschikt is. In
het gebruikersoverleg is dit
onderwerp van gesprek.
20 In de kaartbijlagen troffen
we geen kaart aan met de
wandelroutes en een
mogelijke classificatie qua
toegankelijkheid.
Er is een kaart in de bijlage
met de routes. Hierin zijn
niet de classificaties
opgenomen, omdat we deze
informatie niet hebben. Dit is
onderwerp van gesprek in
het gebruikersoverleg.
20 de komende jaren zal
gehandicapte jeugd zo veel
als mogelijk deelnemen aan
het reguliere
basisonderwijs. Dit stelt
eisen aan de
toegankelijkheid van de
excursie.
Dit is de
verantwoordelijkheid van de
school, die dit aan moet
kaarten bij de organisatie die
de excursie verzorgt.
20 Bij fietsroutes moet
rekening worden gehouden
met het toenemend gebruik
van driewielers door
gehandicapten. Formuleer
een praktisch eisenpakket
voor de aanleg van wandel-
en fietspaden.
Bedankt voor de tip. Dit
nemen we mee in het
gebruikersoverleg. Eén en
ander is wel afhankelijk van
de beschikbaarheid van
voldoende middelen.
In hoofdstuk 3 Recreatie is
de volgende tekst
opgenomen:
Met vertegenwoordigers van
gebruikersgroepen maken
we afspraken om
knelpunten te bespreken en
om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In dit
gebruikersoverleg kunnen
we met gebruikers ook
afspraken maken over het
gezamenlijk onderhouden
van de paden. In het overleg
kan aan de orde komen hoe
een toegangssysteem voor
specifieke
gebruikersgroepen eruit zou
kunnen zien. Ook komt aan
de orde komen hoe we
paden kunnen ontsluiten
voor gehandicapten.
35 Wij adviseren u zo helder
mogelijk routes en
hondenuitlaatsplaatsen aan
te wijzen. Wij pleiten voor
Er zijn of komen voor iedere
doelgroep routes in de
natuurschil. Er komen
hondenloslaatgebieden,
In hoofdstuk 3 Recreatie is
de volgende tekst
opgenomen:
Met vertegenwoordigers van
14
het goed vastleggen van
een algehele honden-
aanlijn verplichting voor de
gehele natuurkern
waarbij we de begrenzing
samen met de gebruikers
bespreken. Hiervoor stellen
we een gebruikersoverleg in,
waarvoor we een
vertegenwoordiging van de
hondenbezitters uitnodigen.
In het hele gebied buiten de
hondenloslaatgebieden is
een aanlijnplicht.
gebruikersgroepen maken
we afspraken om
knelpunten te bespreken en
om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In dit
gebruikersoverleg kunnen
we met gebruikers ook
afspraken maken over het
gezamenlijk onderhouden
van de paden. In het overleg
kan aan de orde komen hoe
een toegangssysteem voor
specifieke
gebruikersgroepen eruit zou
kunnen zien.
35 De wandel-, mountainbike-
en menroutes moeten
helder zijn en gewezen
moet worden op
aanwezigheid van wilde
dieren en het voorkomen
van bijzondere en
zeldzame soorten.
Er zijn of komen voor iedere
doelgroep routes in het
gebied. We streven er naar
om alle gebruikers te
voorzien van goede
informatie over flora en
fauna. Bij de entrees van het
begrazingsgebied staan
bovendien duidelijke borden
met informatie over de
grazers en hoe er mee om te
gaan.
30 Er mag van alles worden
georganiseerd zonder dat
het woord rust of
verontrusting ter sprake
komt. ( bv nachtelijke
activiteiten),
In paragraaf 4.7 staat dat de
gemeenten toetsen of een
evenement problemen
oplevert. Hierbij wordt ook
gekeken of er sprake is van
teveel verontrusting.
Gelukkig is de Maashorst zo
groot dat ook bij
evenementen er voldoende
gedeelten zijn waar het
rustig is.
30 Er wordt gesproken over
sturing van recreatie maar
geen enkel woord over
sturing of handhaving. Gaat
men er vanuit dat
bebording alleen voldoende
is?
Het regulier beheer van de
Maashorst omvat nu ook al
handhaving. In paragraaf 1.3
staat dat aanpassing van het
regulier beheer bij de
uitvoering van het IBeP nodig
kan zijn. Nieuwe
ontwikkelingen integreren
we dus in het dagelijks
beheer.
We voegen toe aan paragraaf
4.2 : Door samenwerking en
bundeling van krachten
zorgen we voor het
gewenste niveau van
handhaving.
15
b. Recreatie mountainbikers
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
5 Men mag in het gebied alleen
op de paden blijven. Dit is de
doodsteek voor de
vereniging veldtochten die
hun 10 tochten per jaar dan
alleen over hetzelfde pad
kunnen houden.
Ruiters en menners mogen
ook alleen op de routes
blijven
Het woord routes moet
vervangen worden door
paden. Zodat alle paden
(binnen en buiten begrazing)
voor iedereen toegankelijk
zijn.
Met de MVTO is afgesproken
dat voor maximaal 12
toertochten de mountainbikers
in overleg van de route in de
schil mag afwijken. Deze
afspraak blijft staan.
De mountainbikers en
ruiters/menners blijven op de
routes omdat de diverse
gebruikersgroepen last van
elkaar kunnen hebben. Ook
willen we ongelukken en
aansprakelijkheidsstellingen
voorkomen. Zo vinden
wandelaars het niet prettig als
ze opzij moeten springen voor
een mountainbiker.
5 Onderhoud van mtb routes
zorgt ervoor dat mensen op
de routes blijven.
Dat klopt. De routes moeten we
goed onderhouden en
aantrekkelijk houden. We stellen
een gebruikersoverleg in om dit
in de gaten te houden en ons
hiermee te helpen. Ook vinden
wij het prettig als
gebruikersgroepen helpen bij
het onderhouden van de routes.
In hoofdstuk 3
Recreatie staat de
volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken
om knelpunten te
bespreken en om in
samenspraak tot
oplossingen te komen.
In dit gebruikersoverleg
kunnen we met
gebruikers ook
afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
9 In het plan staat dat
mountainbikers in de
natuurkern alleen op mtb-
routes zijn toegestaan. Hoe
verhoudt zich dit met
uitlatingen vanuit diverse
gemeenten en de Maashorst
in de media (waaronder
Brabants Dagblad en de
Facebook pagina van de
Maashorst) dat ook in de
toekomst het toegestaan
Helaas hebben wij ook gezien
dat er niet altijd eenduidige
berichten naar buiten zijn
gekomen. Voor ons een punt
van aandacht om hier duidelijk
over te communiceren.
16
blijft om te mountainbiken
buiten de routes?
9 De aantrekkelijke natuurkern
moet open blijven voor
mountainbikers
De natuurkern blijft via een
mountainbikeroute beperkt
open.
25 De mountainbikeroutes zijn
op delen niet aantrekkelijk of
te drassig. Als deze
knelpunten worden opgelost
zullen mountainbikers beter
op de routes blijven.
Deze punten nemen we mee in
het gesprek met de MTVO om te
kijken hoe we dit kunnen
verbeteren.
25 MVTO wil meewerken aan het
beheer van
mountainbikepaden.
Bedankt voor het aanbod. Fijn,
dat de MVTO hieraan wil
meewerken. We gaan in overleg
met de MVTO om dit verder
vorm te geven.
25 Wij willen 12 tochten per jaar
blijven organiseren in de
Maashorst.
Dit is mogelijk en bespreken we
in overleg met MVTO
27 Mountainbikers passen niet
bij rust en natuur. Frequente
grote evenementen zijn
verstorend en ongewenst.
Als de mountainbikers op hun
eigen routen blijven, dan
hebben andere bezoekers die
van de rust en natuur genieten
er geen last van.
De mountainbiketochten zijn in
de wintermaanden. Dan heeft de
natuur er minder last van. Door
goed aan te geven dat er een
tocht is en waar deze tocht is,
kunnen andere gebruikers deze
omgeving mijden.
c. Recreatie ruiters
Nummer
brief
Reacties Antwoorden op reactie Aanpassing plan
7 Er staan geen ruiterpaden
in het plan. Volgens het
plan mogen ruiters straks
de Maashorst niet meer in.
Het klopt dat er geen
ruiterroutes op de kaart staan,
omdat die er nog niet zijn. We
willen samen met de ruiters en
menners komen tot nieuwe
ruiter- en menroutes . Dit
staat ook zo opgenomen in
het plan (hoofdstuk 3). Dit
bespreken we ook in het
gebruikersoverleg, dat we
instellen. Het is absoluut niet
de bedoeling dat ruiters en
menners straks niet meer de
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
14/16 Ik zie geen ruiterroutes
terug op de kaarten. Waar
gaan deze lopen?
17
Maashorst in mogen. paden.
7 Vraag advies aan ruiters
over toegankelijkheid.
Zoals toegang via roosters
en klaphekjes.
Dit gaan we ook zeker doen,
want de meeste kennis zit bij
de ruiters en menners. We
stellen een gebruikersoverleg
in, waarvoor we de ruiters en
menners ook uitnodigen.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
10/31 Houdt Karlingerweg en
Slabroekse heide open en
toegankelijk voor ruiters
vanuit Slabroek.
In het verleden hebben we al
toegezegd dat de
Karlingerweg toegankelijk
blijft voor ruiters en menners
In het overleg met de ruiters
en menners maken we samen
de nieuwe ruiter- en
menroutes. Dit bespreken we
ook in het gebruikersoverleg,
dat we instellen.
12 Waarom mag je met je
paard wel door de poortjes
op het begrazingsgebied in
Herperduin en op de
Heesche heide en niet op
de begrazing van Schaijk
naar Uden? Op alle
begrazing staan dezelfde
dieren?
Afsluiten voor menners en
ruiters is not done.
Herperduin is een bestaande
situatie. In het gebied van
Schaijk naar Uden zijn nog
geen routes .We hebben
gekozen voor een uniforme
routestructuur en
handelswijze. Dit betekent
dat deze situatie
mogelijkerwijs ook leidt tot
aanpassingen op Herperduin.
Dit moeten we bekijken.
12 De poortjes waar je als
menner doorheen kunt zijn
gevaarlijk.
In overleg met de ruiters en
menners gaan we knelpunten
en gevaarlijke situatie bekijken
en oplossen. Dit is een
onderwerp voor het
gebruikersoverleg, dat we
instellen.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
15 Het begrazingsgebied moet
toegankelijk worden voor
ruiters.
Voor ruiters en menners is het
begrazingsgebied straks
toegankelijk op routes.
16 Opheffen niet gebruikte
zandpaden: wanneer wordt
een zandpad niet gebruikt?
Juist ruiters gebruiken deze
Dit betreffen bosbouw- en
landbouwontsluitingswegen,
die hun specifieke functie
verliezen. Het opheffen betreft
18
paden
Deze paden mogen niet
worden opgeheven of
voorzien van veeroosters
(levensgevaarlijk).
hun toegankelijkheid voor
gemotoriseerd verkeer. Ze
kunnen een functie blijven
houden als beheersweg,
calamiteitenroute of
recreatieve route.
16 Het sleutelsysteem voor
menners in Herperduin
(Oss)werkt erg goed. Men is
hierover erg tevreden. Dit
zorgt ook voor regelmatige
controle van de poorten.
Goed om te horen, dat dit
goed werkt. In het
gebruikersoverleg moeten we
kijken of deze methodiek ook
elders toepasbaar is op de
manier waarop we de
toegankelijkheid regelen.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
We stellen een
gebruikersoverleg in.
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
17 Wie werkt er aan de
genoemde ruiter- en
menroutes? En kan ik
daarmee in contact komen?
Knooppunten heeft de
voorkeur boven routes.
“Maashorst Open’, die de
ruiters en menners
vertegenwoordigt heeft een
voorstel neergelegd voor
ruiter- en menroutes.
Verschillende werkgroepen,
waarin ruiters en menner
deelnamen, hebben deze
voorstellen gemaakt. Deze
voorstellen moeten we nog
met elkaar bespreken. Dit
bespreken we ook in het
gebruikersoverleg.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
We stellen een
gebruikersoverleg in.
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
17 In het verleden zijn amper
routes aangelegd en dit is
vooral een pad van gebied
naar gebied. Paardrijden
was gewoon toegestaan op
de meeste paden zonder
dat dit ruiterpaden waren.
In het verleden werd hier
verschillend (per eigenaar)
mee omgegaan. Nu is gekozen
voor een uniforme
handelswijze, dat ruiters en
menners op de routes rijden.
We gaan de routes samen met
de ruiters en menners maken
en bespreken in het in te
stellen gebruikersoverleg.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
19
onderhouden van de
paden.
17 Worden ruiterpaden ook
toegankelijk voor menners?
In het overleg met de ruiters
en menners bekijken we of en
waar dit mogelijk is. Dit is ook
onderwerp voor het
gebruikersoverleg, dat we
instellen.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
17 Worden er doorsteken
gerealiseerd van de ene
kant naar de andere zoals
ook voor fietsers?
28 In natuurkern Maashorst
toegang d.m.v. aan te
leggen routes t.b.v. noord-
zuid en oost-west
verbindingen.
17 Paardenrecreatie zou een
mooie aanvulling zijn
Helemaal mee eens.
24 Er moet voldoende
parkeerplaats komen voor
auto’s met trailer of kleine
vrachtwagens
In het overleg met de ruiters
en menners moeten we
bekijken of en waar dit
mogelijk is. Dit is ook een
onderwerp voor het
gebruikersoverleg.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
27 De belangen van de ruiters
wordt miskent.
Alle vormen van recreatie
hebben onze aandacht. We
vragen een
vertegenwoordiging van de
ruiters en menners om deel te
nemen aan het
gebruikersoverleg, waar we
spreken over knelpunten en
verbeteren van routes.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
28 Maashorst blijft open, ook
tijdens de inrichtingsfase
Het klopt dat de Maashorst
open blijft. Het kan wel zo
zijn, dat sommige delen
tijdelijk niet toegankelijk zijn,
20
omdat dit het wengebied is
voor de wisent. Dit gebied is
het eerste jaar alleen in
excursieverband toegankelijk,
zodat publiek en wisenten aan
elkaar kunnen wennen.
28 In natuurschil Maashorst
hebben menners en Ruiters
onbeperkt toegang, maar
ook routes creëren voor
mensen van buiten.
Er komen diverse routes voor
diverse gebruikers. Zo komen
er routes voor wandelaars,
fietser en ruiters zodat ze zo
min mogelijk last hebben van
elkaar. De ruiters en menners
dienen op de routes te blijven.
28 De gebieden Maashorst en
Herperduin met elkaar
verbinden d.m.v. een men-
/ruiterroute over natuur
bruggen.
Er zijn openbare weggedeeltes
langs de natuurbruggen.
Ruiters en menners kunnen in
overleg hier gebruik van
maken. De natuurbruggen zelf
zijn niet toegankelijk. Dit is
ook onderwerp voor het
gebruikersoverleg.
In hoofdstuk 3 Recreatie
staat de volgende tekst:
Met vertegenwoordigers
van gebruikersgroepen
maken we afspraken om
knelpunten te bespreken
en om in samenspraak tot
oplossingen te komen. In
dit gebruikersoverleg
kunnen we met gebruikers
ook afspraken maken over
het gezamenlijk
onderhouden van de
paden.
28 Herperduin routes
handhaven en uitbreiden
o.a. bij natuur brug
28 Externe routes (bijv.; Keent
/Oss/Bernheze) verbinden
met de Maashorst.
In het overleg met de ruiters
en menners bekijken we of dit
mogelijk is.
28 Op een groot aantal
plaatsen start / op stap
locaties creëren voor ruiters
In het overleg met de ruiters
en menners bekijken we of en
waar dit mogelijk is.
28 Voldoende en veilige
toegangen tot zowel de
natuurschil als de
natuurkern voor menners
en ruiters
In het overleg met de ruiters
en menners bekijken we waar
dit mogelijk is.
d. Recreatie en grazers
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
4 Kampeerders zijn niet
veilig als wisenten
uitbreken.
De wisent is een betrekkelijk
nieuwe grazer in Nederland en nog
maar weinig Nederlanders hebben
praktijkervaring met deze
diersoort. Daarom is het
begrijpelijk dat een deel van de
bevolking angstig is en/of allerlei
risico’s ziet. Gelukkig heeft slechts
een kleine minderheid angst voor
grote grazers. Meer mensen
worden er juist door aangetrokken.
Ervaring met wisenten is al volop
In hoofdstuk 4 voegen we
een paragraaf toe over de
veiligheid. Dit is
paragraaf 4.2. 4 Veel mensen durven
niet bij de grazers te
wandelen.
22 Het merendeel van de
recreanten vindt
wisenten eng.
10/31 Bezwaar tegen komst
van de wisent omdat
de meeste mensen het
21
gebied niet meer in
durven en er dus meer
mensen in Slabroek
komen/blijven. Wacht
tot er elders (Veluwe)
een paar jaar
praktijkervaring is
opgedaan.
Keuze voor de wisent
is gemaakt o.b.v.
eenzijdige benadering
opgedaan in het Kraansvlak en in
het buitenland. Daar voegt een paar
jaar Veluwe weinig aan toe. Te
meer daar op de Veluwe in eerste
instantie alleen excursies gegeven
worden. In het Kraansvlak en in het
buitenland kunnen bezoekers
daarentegen zelfstandig het
leefgebied van de wisenten in.
Het aantal bezoekers dat
doelbewust het wisentpad in het
Kraansvlak neemt, is de laatste
jaren steeds toegenomen. Ook in
het buitenland blijkt dat mensen
juist speciaal voor de wisenten naar
een gebied komen. Voor recreanten
die het niet aandurven zijn er
excursies en is er een ruime
natuurschil van 2000ha waar volop
van genoten kan worden.
Net als andere grote grazers zijn
wisenten prima binnen rasters te
houden en net als bij andere grote
grazers levert een zeldzame
ontsnapping zelden grote
problemen op. Kampeerders lopen
weinig risico: wisenten moeten
daarvoor precies uitbreken ter
hoogte van een kampeerterrein vol
mensen. Dat is wel erg spannend
voor een wild dier, zoals een
wisent. Wel zal overal nog in detail
gekeken moeten worden hoe de
rasters precies lopen en dat ter
hoogte van de camping specifiek
maatwerk nodig is.
Om mens en dier te laten wennen
aan deze nieuwe grote grazer is
een zorgvuldig proces in het IBeP
opgenomen. De wisenten sluiten
we tijdelijk op in een klein deel van
het begrazingsgebied. In dit
wengebied houden we excursies
voor diverse doelgroepen. Zo
kunnen dier en recreant aan elkaar
wennen. We doen er alles aan om
het zo veilig mogelijk te laten zijn.
Ook het gedrag van de recreant is
hier op van toepassing. Met borden
informeren we iedereen over wat
22
het betekent om in het
begrazingsgebied te lopen. Als
mensen zien dat alles goed gaat,
stellen we de gebieden open voor
publiek.
5 Het 'loslaten' van
Wisent en Taurossen
mag geen
veiligheidsissues
opleveren voor de
recreanten. Zorg voor
een exit strategie als
dit toch gebeurd.
Het IBeP gaat uitgebreid in op het
voorkomen van risico’s en hoe te
handelen als er onverhoopt
problemen optreden. Denk hierbij
aan goede voorlichting, excursies,
het verleggen van een pad,
aangepaste toegangsregels of het
verwijderen van een individuele
problematische grazer. In het
uiterste geval kan dit het
verwijderen van een hele groep
grazers betekenen. Lees meer
hierover in hoofdstuk/paragraaf
4.2 en 5.1.7.
In hoofdstuk 4 voegen we
een paragraaf toe over de
veiligheid. Dit is
paragraaf 4.2.
5 Mogelijk afgesloten
gebied (25-50 ha)
houden voor
hoogdragende dieren
of met kalfjes.
Voorlopig is het niet nodig om een
gebied af te sluiten voor
hoogdragende dieren of met
kalfjes. Mocht het wel nodig zijn
dan kunnen we alsnog een klein
rustgebied instellen. Het IBeP houdt
hier al rekening mee. Zie ook
paragraaf 5.1.7
17 Wildlevende hengsten
zijn een risico voor
ruiters: Hoe groot is
de groep die dit wel
denkt?! En is het dan
niet misschien
“onbekend maakt
onbemind? Mijn
ervaring is anders.
Fijn dat u er positieve ervaringen
mee heeft. Er gaan tal van verhalen
rond, maar er is erg weinig
ervaring. Die ervaring gaan we
beheerst opdoen in de Maashorst.
Daarbij selecteren we op rustige
hengsten die geen interactie met
rijpaarden of menpaarden aangaan.
Graag praten we nog een keer met
u over uw ervaringen.
17 Herperduin is al een
goed voorbeeld dat dit
goed gaat. Mocht het
nodig en wenselijk zijn
dan wil ik me wel
aanbieden als
begeleider. Om een
groepje ruiters
ervaringen op te laten
doen en dan natuurlijk
ook tips & trucs te
geven om de kudde te
respecteren en
Van dit aanbod maken we graag
gebruik. Zeker als we in 2016 in
het startgebied ruiterexcursies
geven is dit aanbod welkom. Maar
ook na die tijd zijn ruiterexcursies
een welkome aanvulling op het
excursieprogramma.
23
dergelijk.
17 Mijn vraag/ zorg gaat
dan over de
toegankelijkheid in de
periode tot 2016
Betekent de verbinding
van die 2 gebieden in
2015 ook meteen een
wijziging in
toegankelijkheid? en
moeten we vervolgens
dus wachten tot in
2016 na de excursies
of we er dan weer in
mogen?
of zal tussen 2015-
2016 nog niks
veranderen in de
toegankelijkheid van
gebieden die nu voor
paarden toegankelijk
zijn.
In de herfst/winter van 2015/16
maken we het startgebied klaar
voor begrazing door wisenten en
Exmoor pony’s. Daarvoor hoeft
maar 1 stukje fietspad omgeleid te
worden over een korte afstand.
Buiten het startgebied moeten we
de rasters aanpassen aan de
nieuwe situatie, maar verandert de
toegankelijkheid niet.
In het startgebied komen zo
spoedig mogelijk wisenten en
Exmoor pony’s te lopen. Een á twee
maanden daarna, in het vroege
voorjaar van 2016, beginnen we
met de excursies.
24 De keuze voor het
type grazer, wisenten,
levert al direct een
beperking op omdat er
geen ervaring is met
de combinatie paarden
en wisenten. Ook
hengsten in een
paardengroep kunnen
een gevaar vormen
voor passerende
ruiters en menners.
Ervaringen in het Kraansvlak en het
buitenland wijzen niet op risico’s
tussen rij- of menpaarden en
wisenten. Over de risico’s tussen
hengsten en rijpaarden zijn de
meningen verdeeld. In het
startgebied gaan we ervaring
opdoen, zodat we plannen indien
nodig kunnen bijstellen.
29 Door
begrazingsgebied te
vergroten neemt de
druk op de schil toe.
Het plan is niet
duidelijk in hoe dit
concreet kan worden
beïnvloed
Het begrazingsgebied is gewoon
toegankelijk voor recreanten.
Daarnaast is het zo dat in de kern
nu nog landbouw plaats vindt,
waardoor daar nu geen recreatie
plaatsvindt. Naar ons idee komt er
dus meer ruimte voor recreatie.
Mocht de recreatiedruk als geheel
toenemen en voor problemen
zorgen, dan is dit een nieuwe
situatie die we dan oplossen.
24
4. Slabroek
a. algemeen
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
10/31 Op pag 25 lezen we dat
Slabroek haar bijzondere
positie behoudt en daarin
wordt versterkt. We
herkennen dat verder niet in
het IBEP, sterker nog we
worden nog meer overspoeld
door recreanten, daar waar
heel duidelijk is dat de grens
allang bereikt is.
We erkennen de bijzondere
positie van Slabroek en
spraken daarover met de
bewoners. Door de verdere
ontwikkeling van de totale
Maashorst neemt recreatie
toe. Dat heeft ook zijn
effect op Slabroek. Door
goede recreatieve paden en
recreatieve poorten aan de
buitenzijde wordt Slabroek
voor zover mogelijk
ontzien.
15 Slabroek is stiltegebied. Bij
hoofdstuk recreatie moet
aanvulling dat er in Slabroek
alleen aan wandel en
fietsrecreatie wordt gedacht
en dat er geen aanzuigende
werking vanuit kan gaan.
10/31 Terugdringen van recreanten
in de kern zorgt voor meer
recreanten in Slabroek. Wij
maken bezwaar tegen grote
natuurkern in
woonomgeving.
In de kern vindt nu ook al
niet veel recreatie plaats,
omdat het nog
landbouwgebied is.
In en rond Slabroek vinden
aanpassingen plaats om te
zorgen dat recreanten zo
min mogelijk naar de
woonkern van Slabroek
komen. Als alle recreatieve
entrees straks klaar zijn en
goed functioneren, gaan
recreanten zich meer
verspreiden.
10/31 Op de kansenkaart wordt
een nieuwe grote
wandelroute gepresenteerd
die afbuigt bij het
natuurcentum naar het
noorden en terugkomt over
de Karlingerweg. We hadden
deze wandelroute
voorgesteld startend vanuit
een nieuw aan te leggen
parkeerplaats ter hoogte van
het Beekdal. De route in het
IBeP zorgt voor overlast van
Deze route bespreken we
nog met de bewoners van
Slabroek .
25
recreanten.
10/31 Nieuw parkeerterrein thv
doelenweg, bij
hondenlosloopplaats.
In het Udense deelproject
van “Meer Maashorst” komt
een parkeerplaats nog
dichter bij Uden dan de
huidige parkeerplaats bij
het oude “OKB-veldje”.
Deze zal ontlastend werken
voor Slabroek.
10/31 Wij maken bezwaar tegen
aanwijzing van
natuurcentrum als
recreatieve poort. De
aantrekkingskracht van het
natuurcentrum zorgt voor
parkeeroverlast in Slabroek.
Oplossing is verplaatsen. Er
is nu toch zoveel geld voor
de maashorst beschikbaar.
Wellicht naar poort bij Toon
vd Berg.
Het Natuurcentrum is geen
recreatieve poort maar een
recreatief centrum. In het
IBeP staat dit fout vermeld.
De bestaande parkeerplaats
ter hoogte van de
Maashorstweg voor het
bezoek aan onder andere
het natuurcentrum breiden
we uit. Daarnaast leggen
we nog een alternatieve
parkeerplaats aan zoals in
vorige reactie omschreven.
Hoofdstuk 3.3. Weghalen
recreatieve poort bij
Natuurcentrum.
15 Natuurcentrum en Slabroek
ligt in de kern van de
Maashorst. Hier hoort geen
entree. Verplaatsen
natuurcentrum hoort in het
IBeP thuis
Het Natuurcentrum is geen
recreatieve poort maar een
recreatief centrum. In het
IBeP staat dit fout vermeld.
Verplaatsen van
natuurcentrum ligt buiten
de invloedssfeer van het
IBeP. Omdat het IBeP in
eerste aanleg een
uitwerking is van het
natuurplan, waarbij alleen
het recreatief gebruik van
het gebied meegenomen is
Hoofdstuk 3.3. Weghalen
recreatieve poort bij
Natuurcentrum.
32 Slabroekseweg, Karlingerweg
en Udensedreef opnemen in
de schil.
Zoals in IBeP aangeduid
spreken we van
1. een kern, het
begrazingsgebied en
2. een schil daaromheen
liggende EHS /natuur-
bosgebieden. De
Slabroekse weg,
Karlinerweg en Udensedreef
liggen geheel of
grotendeels in de schil.
32 Om veiligheidsredenen
(bosbrand) moet de
Karlingerweg open blijven.
Karlingerweg blijft altijd
deel uit maken van de
calamiteitenroutestructuur
26
voor de hulpdiensten ,
zoals deze nu al aangeduid
zijn en voorzien van een
herkenbare
poortconstructie met
groen/rode slagbomen.
31 Het voorstel tot meer
recreatief ondernemerschap
in de schil. Daar zit een
groot aantal bewoners van
Slabroek niet op te wachten.
Ook dit zal alleen maar
leiden tot meer recreanten
met dito overlast.
Het is aan de bewoners van
Slabroek zelf om daar wel
of geen invulling aan te
geven.
Als de bewoner wil
ondernemen dan gelden
daarvoor de normale
vergunningprocedures en
kunnen andere bewoners
daar op reageren.
31 Een brink in Slabroek is niet
acceptabel zolang het
natuurcentrum daar ligt. Als
het natuurcentrum wordt
verplaatst juichen wij een
brink toe, zonder kikkers.
De aanleg van een brink en
de wijze waarop bespreken
we nog met de bewoners
van Slabroek.
b. Slabroekse hei/honden
Nummer
brieven
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
4 Geen hekken om de heide ,dit
is aantasting van de natuur en
geen gezicht.
De Slabroekse heide gaat
onderdeel uitmaken van het
totale begrazingsgebied en
komt daarmee in het zelfde
raster wat nodig is voor dit
begrazingsgebied. Het blijft
uiteraard wel toegankelijk voor
wandelaar evt. met aangelijnde
hond,
6/23 Wij willen geen hekken
rondom de Slabroekse Heide
en vanaf het stuifduin bij
Benny Timmers.
4 Begrazing op de heide is niet
logisch, want er groeit geen
gras, heide wordt vertrapt door
de koeien. De heide is enkele
jaren geleden afgeplagd en nu
komt er weer koeienpoep op.
De draad is tot over de heuvel
rug getrokken en dat betekent
dat de koeien de hele heuvel
vertrappen.
Het is nu al te gek dat de
mountainbikers alles kapot
rijden
Heide floreert juist als gevolg
van begrazing en is ook ooit
zo ontstaan. Begrazing van de
heide en het omliggende bos
heeft een positief effect op de
biodiversiteit. Schade aan de
stuifduin willen we voorkomen
door middel van bijvoorbeeld
boomstammen om de
toegangen te blokkeren.
27
En dat zullen die koeien ook
doen. Ter hoogte van de
voormalige blokhut kun je zien
dat de heuvel hierdoor al 2
meter lager is.
4 Recreanten blijven weg, omdat
het niet meer zo leuk wandelen
is met de hond. Hierdoor zal
de omzet dalen.
Net buiten de Slabroekse heide
komt een groot
hondenlosloopgebied inclusief
een waterplas. Hierover
hebben we gesproken met de
initiatiefnemers van de petitie
Slabroek. He honden zijn
daarnaast ook nog steeds
welkom op de Slabroekse
heide. Ze moeten dan wel
worden aangelijnd. De
Slabroekse heide wordt
begrazingsgebied en dit gaat
niet samen met een
hondenlosloopgebied.
15 Slabroekse hei moet
toegankelijk blijven voor
honden.
Geen hondenbezitter heeft
ooit zijn hond gewassen in het
vennetje daar. Dat is veel te
smerig en alleen in de winter
staat daar voldoende water in
en dan is het te koud dus dat
argument is apekool.
6 Waarom mogen honden niet
loslopen daar ivm zeldzame
pad? en wisenten wel.
Honden moet u in het
begrazingsgebied aanlijnen om
er voor te zorgen dat zij niet
achter de wisenten, taurossen ,
pony’s en ander aanwezig wild
aan lopen. Het is dus voor de
veiligheid van de hond, het
wild en de begrazers.
9 Waarom
hondenlosloopgebieden in
gebieden met intensieve
recreatie. Loslopende honden
zijn belangrijkste bron van
hinder.
Het uitgangspunt is dat de
diverse gebruikers geen last
van elkaar hebben. De grenzen
van de hondenlosloopgebieden
moeten we nog bepalen met
de hondenbezitters. Daarbij
kijken we ook naar de routes
van andere gebruikers.
22 Hoe wordt de
hondenaanlijnplicht
gehandhaafd en
gecontroleerd?
We moeten het onderdeel
handhaving nog verder
uitwerken. Handhaving is met
name noodzakelijk om er voor
te zorgen dat de verschillende
recreatieve gebruikers op een
juiste manier naast elkaar
gebruik kunnen maken van het
gebied en om schade aan
natuur te voorkomen.
We voegen toe aan
paragraaf 4.2 : Door
samenwerking en
bundeling van krachten
zorgen we voor het
gewenste niveau van
handhaving.
27 Hondenlosloop voorzieningen
staan niet op kaart
Er is een kaart (bijlage 0), waar
de bestaande routes/
uitloopgebieden op staan. Daar
28
staan ook de icoontjes waar
de
hondenlosloopvoorzieningen
komen . Misschien zijn deze
icoontjes niet goed zichtbaar.
U kunt de papieren kaart ook
inzien bij ambtenaren van de
gemeenten Oss, Uden, Landerd
en Bernheze De grenzen van
de hondenlosloopgebieden en
plaatsen van de voorzieningen
moeten we nog in overleg
bepalen met de
hondenbezitters en overige
recreanten op de Maashorst..
5. Natuur
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
1 Ik mis de heide en het
schraalland. Het ecologisch
ambitieniveau is aan de
magere kant.
Voor het gebied binnen de
begrazing willen we een zo
natuurlijk mogelijke
ontwikkeling met zo min
mogelijk menselijk ingrijpen.
Daarmee is het ecologisch
ambitieniveau juist hoog. Het
is mogelijk dat we tot en
met 2019 aanvullende
maatregelen treffen om de
bestaande heideterreinen
binnen het begrazingsgebied
te behouden. Dit zijn de
Munsche Heide, de
Kanonsberg, de Schaijkse
Heide en een gedeelte van de
Slabroekse Heide. De
bestaande schraallandjes aan
de westzijde van het
natuurgebied zijn buiten de
begrazing gehouden. Deze
zijn meer gebaat bij een
maaibeheer.
22 Blijft de
Palmstraat/Brobbelbies open
voor gemotoriseerd verkeer?
Dit is stroperij en criminaliteit
verhogend.
Op termijn willen we de
Palmstraat (ongeveer ter
hoogte van de
Nistelrooisebaan) sluiten
voor gemotoriseerd verkeer.
Het tijdstip is afhankelijk
29
van de realisatie van de EHS.
30 Er wordt over diersoorten
gesproken waarvan niet eens
zeker is of deze er kunnen
leven zoals de kwartelkoning.
En nachtzwaluw. Beide rode
lijst soorten, bodembroeder
zeldzaam en nog steeds
afnemend in aantal.
Een belangrijk doel van het
IBeP is de verhoging van de
biodiversiteit. Als zeldzame
rode lijst soorten hier weer
een leefgebied vinden, is dat
natuurlijk de kers op de
taart. De teruggekeerde
raven laten zien dat
verdwenen soorten terug
kunnen komen. De komst
van nachtzwaluw is reëel,
daar die soort juist gebaat is
bij het type halfopen
zandboslandschap dat we
hier ambiëren.
Kwartelkoning staat
inmiddels niet meer in het
IBeP.
35 Verkeersslachtoffers onder
reeën en dassen zal minder
zijn als de ontsnipperings-
maatregelen worden getroffen.
Wij pleiten er voor langs de
provinciale wegen (N324 en
N277/Bergmaas) hogere
rasters te plaatsen om het
aanrijdingsrisico zo veel
mogelijk terug te dringen.
Als er teveel problemen
ontstaan met aanrijdingen of
de verkeersveiligheid in het
geding is dan bekijken we
hoe we dat kunnen oplossen
met ontsnipperings- en
aanvullende maatregelen.
35 Wij pleiten er voor
maatregelen concreet uit te
werken om de beoogde
ecologische verbindingen nu
eens werkelijk inhoud te
geven.
De werkgrens van het het
IBeP is de grens van het
Nationaal Natuur Netwerk.
De ecologische
verbindingszones liggen
daarbuiten. Het is aan de
gemeenten in de Maashorst
om de verbindingen te
realiseren. Mogelijk in
samenwerking met het
Waterschap
6. Bosontwikkeling
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
35 Volgens het Natuurplan
zouden we 2019 gestopt zijn
met productiebos. Wat ons
betreft kan de houtproductie
per direct stoppen.
In een natuurlijker bos zijn
alle fasen van de
bosontwikkeling aanwezig.
Van open plekken, naar
jonge, dichte bossen tot oud
bos in de aftakelingsfase.
Ook bestaat een natuurlijker
30
bos uit meerdere lagen
(kruiden-, struiken- en
meerdere boomlagen). Het
ontwikkelen van deze
bosstructuur gaat veel
sneller als we het bos
dunnen. De houtopbrengst
daarvan levert een financiële
bijdrage aan het beheer.
In 2025 evalueren we of het
dunnen in de natuurschil
kunnen beëindigen. In de
natuurkern wordt forser
ingegrepen en zal het
dunnen in 2025 stoppen.
30 Het boslandschap wordt zo
veel mogelijk overgelaten aan
spontane processen, doch er
wordt een hoeveelheid van
menselijk ingrijpen opgesomd
om bepaalde ontwikkelingen
te sturen. Is dit niet
tegenstrijdig?
Zie hiervoor. In eerste
instantie moeten de
processen op gang komen,
en dit gaat sneller met
menselijk ingrijpen.
30 Experimenteren met slimme
plantstrategieën. Graag nader
uitwerken. Dit klink vaag,
zoiets als: als het verkeerd
gaat of niet werk verzinnen we
iets anders: strategie wil
zeggen: aanpak op voorhand
bekend: dus geef maar aan
welke mogelijkheden men
waar wil toepassen.
De meeste boom- en
struiksoorten van het rijkere
en natuurlijkere bos
ontbreken nog. Deze
soorten gaan we in het hele
gebied aanplanten als
zaadbron voor verdere
natuurlijke verjonging.
In de natuurkern moeten we
deze aanplant in het begin
beschermen tegen de vraat
van de grazers. We zoeken
nog naar de meest effectieve
en efficiënte werkwijzen,
zonder delen uit de
begrazing te halen. Dit doen
we via experimenten.
Bijvoorbeeld het planten
binnen een cirkel van
omgevallen bomen, bij
bestaande doornstruiken,
binnen kleine tijdelijke
rasterkooien e.d. De beste
werkwijzen passen we later
op grotere schaal toe.
In de natuurschil zijn deze
beschermende maatregelen
In hoofdstuk 5.2 over
plantstrategieën in de
natuurkern aan vullen
met: “, zonder delen uit
de begrazing te halen.
Bijvoorbeeld het planten
binnen een cirkel van
omgevallen bomen, bij
bestaande doornstruiken,
binnen kleine tijdelijke
rasterkooien e.d. De
beste werkwijzen worden
later op grotere schaal
toegepast. In de
natuurschil zijn deze
beschermende
maatregelen niet nodig.”
31
niet nodig.
30 het eerste tekstblok beschrijft
allerlei kunstmaatregelen om
bepaalde vegetatie terug te
krijgen. Groeibescherming van
de 2e boomlaag zou plaats
vinden door doornstruiken als
roos, braam en meidoorn. Is er
geïnventariseerd hoe groot het
potentieel daarvan in het
gebied is? Is er voldoende
basismateriaal van bv
meidoorn voor natuurlijke
verjonging. Het klinkt leuk
maar zal menselijke sturing
blijven vragen.
Doornstruiken werken als
bescherming tegen vraat
voor bestaande en nieuw
ingebrachte jonge boompjes.
Om deze reden worden in de
natuurkern nieuwe boompjes
in combinatie met
doornstruiken aangeplant.
Daarmee brengen we ook
voldoende zaadbronnen van
doornstruiken in voor
verdere natuurlijke
verjonging.
29 Inzetten op oerbos en
economische trekpleister botst
met elkaar, waardoor voor een
van de twee gekozen zal
worden
Een oorspronkelijk oerbos
dat zonder menselijke
invloed is ontstaan, bestaat
in Europa bijna niet meer. De
Maashorst biedt echter
goede kansen voor
natuurontwikkeling door
haar grote omvang. Daarbij
streven we naar een
gevarieerd en soortenrijk
boslandschap dat juist door
haar grote omvang robuust
en veerkrachtig is. De
Maashorst biedt daardoor
niet alleen kansen voor de
natuur, maar ook voor
recreatief medegebruik. Wij
denken dat dit goed samen
gaat. Dit is verder uitgewerkt
in hoofdstuk 3: recreatie.
7. Begrazing
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
1 Voorkom verrijking van schrale
bosgronden. Laat de
voormalige landbouwpercelen
eerst verschralen voordat er
grazers op komen
Oorspronkelijk was de
Maashorst helemaal niet zo
schraal. Er stond een veel
rijker bos dan nu het geval is.
Langzaam herstelt deze
situatie zich. Door nu niet alle
mineralen van de voormalige
32
landbouwpercelen weg te
halen kunnen we dit proces
versnellen.
4 Ik heb ook aangeven dat ze de
grond die ze van mij hebben
aangekocht dat ze die beter
kunnen omheinen voor koeien.
Dus van de Slabroekseweg tot
aan de grote vijver. Maar bij de
gemeente zeiden ze meteen:
nee daar is nat voor,
Nou ik ken dit gebied en er zijn
zeker natte hoeken bij, maar
dat een koe vindt het helemaal
niet erg om een keer natte
voeten te krijgen.
Voor de omgeving maken we
een passend inrichtingsplan.
Daarbij bekijken we wat we
met uw suggestie kunnen
doen. Het inrichtingsplan
stemmen we af met
omwonenden.
9 Waarom worden wisenten
uitgezet en wordt tegelijk de
vegetatie daartegen
beschermd?
Van nature leven grazers en
vegetatie in evenwicht met
elkaar. Jonge bomen worden
op sommige plekken
opgegeten of klein gehouden.
Op andere plekken worden ze
beschermd tegen vraat door
doornstruiken, zoals braam.
We planten ook zelf jonge
bomen en struiken. Dan
gebruiken we dit natuurlijke
mechanisme om de jonge
bomen en struiken een grotere
kans te geven om te groeien.
De combinatie van
bescherming door
doornstruiken en een lage
graasdruk, zorgt ervoor dat
ook veel loofbomen en
struiken groot worden.
9 Zijn grazers het juiste
instrument voor
natuurontwikkeling of zijn ze
vooral bedoeld voor marketing
van de Maashorst?
In Nederland leefden van
nature tal van grote en kleine
grazers. In bijlage 1,
Ecologische onderbouwing
begrazing Maashorst, van het
IBeP kunt u lezen hoe we tot
deze samenstelling van
grazers gekomen zijn.
Daarnaast speelt ook dat deze
grazers ook goede
publiekstrekkers zijn.
9 Zijn wisenten wel veilig uit te
zetten in de Maashorst?
Jazeker, in het Kraansvlak en
elders in Europa zijn veel
ervaringen opgedaan met
Toevoegen van
paragraaf 4.2:
Veiligheid
33
wisenten en recreanten. Dit
leidt nergens tot problemen.
Wisenten als wilde soort lopen
of rennen eerder weg voor
mensen. In de praktijk zijn ze
daardoor iets minder
gevaarlijk dan de runderen die
in de Nederlandse natuur
rondlopen.
10 Meer bos is ook natuur en dat
kan ook met andere dieren
dan aangegeven in het IBeP
Oorspronkelijk liepen er veel
verschillende soorten dieren
rond in de Nederlandse
bossen. De grotere soorten
hadden daarbij meer invloed
op het landschap dan de
kleinere. Het idee is om in de
Maashorst enkele belangrijke
grazers terug te brengen om
zo het ecosysteem robuust en
natuurlijker te maken. De
argumenten voor de gemaakte
keuze kunt u lezen in bijlage
1, Ecologische onderbouwing
begrazing Maashorst, van het
IBeP.
15 Het einddoel voor 2050 moet
ook in kaart worden gebracht.
Hoe groot wordt het
begrazingsgebied nou
eigenlijk?
Dit einddoel is al geschetst in
het Natuurplan voor de
Maashorst dat al in 2010 is
vastgesteld. Dit Natuurplan
spreekt van een 3500ha groot
begrazingsgebied. Het IBeP
gaat echter niet over de
periode na 2019, maar slechts
over wat we nu met z’n allen
willen realiseren.
18 Wij willen gebiedseigen dieren
in de natuurkern. Zoals
brandrode runderen en
betrokken zijn in de
verzorging en beheer van de
grazers (welke er dan ook
komen).
Brandrode runderen passen
minder goed in het natuurlijke
landschap van de Maashorst.
Ze hebben veel meer
verzorging nodig en kunnen
niet zo goed alle seizoenen
overleven in de natuur. Meer
robuuste rassen, zoals Schotse
hooglander, galloway en
tauros kunnen dat wel.
Betrokkenheid bij het beheer
kunnen we altijd bespreken.
19 Het is beter om de huidige
IJslandpony’s te behouden en
hen te laten kruisen met de
De IJslandse pony is ook een
ingevoerd ras en net als de
Exmoor pony geschikt voor
34
Exmoorpony’s. Zo komt er een
maashorst ras. Exmoor ponys
blijven een Brits ingevoerd ras
natuurbegrazing. Echter de
Exmoor pony is een bijzonder
ras, met veel kenmerken van
het oorspronkelijke wilde
paard. Bovendien kunnen
Exmoors in tegenstelling tot
IJslanders in natuurlijke
kuddes gehouden worden.
Beide rassen kruisen wordt
door veel kenners en
paardenliefhebbers niet gezien
als een positieve stap. De
unieke eigenschappen van de
Exmoor pony verwateren dan
en ook het stamboek van de
IJslandse paarden zal niet
gelukkig zijn met deze
suggestie.
22 De wisent verjaagt het ree,
onze inheemse en beschermde
diersoort.
Het klopt dat als er veel
andere grazers zijn het ree
weggaat. We gaan echter de
huidige graasdruk
verminderen, waardoor er juist
meer ruimte komt voor reeën.
33 Wij pleiten ook voor het
inschakelen van lokale
ondernemers bij het beheer en
onderhoud van het gebied
door inscharing van specifieke
rassen voor beweiding en het
leveren van arbeid.
In een robuust en natuurlijk
zandboslandschap horen
wildlevende kuddes grazers
thuis. Inscharing past eerder in
de randzone van dorpen, zoals
Slabroek. Inschakelen van
lokale ondernemers bij het
beheer en onderhoud kunnen
we altijd bespreken.
34 In het Ibep moet worden
opgenomen dat er een
onderzoek gaat plaatsvinden
naar de mogelijkheden om de
Brobbelbiesweg en zijn
bebouwing buiten het
begrazingsgebied te laten
vallen.
Samen met de bewoners
bekijken we wat de beste
inpassing van deze weg is
(hoofdstuk 4.5). Het IBeP laat
alle opties open, maar geeft
wel een duidelijke richting aan:
één aaneengesloten
begrazingsgebied. Hoe de
verschillende deelgebieden
aaneengekoppeld worden, zal
in overleg met alle partijen
nader ingevuld worden.
34 Wij zijn het niet eens om
wisenten, taurosssen en
Exmoor pony’s in het
begrazingsgebied als
“begrazers” aan te wijzen. Dit
Oorspronkelijk leefden er
wilde kuddes oerrunderen,
wilde paarden en wisenten,
naast elanden en edelherten in
Nederland. Het oerrund is
35
roept een schijnwildernis op,
maar in feite is het puur fauna
vervalsing. Brandrode
runderen in het huidige
begrazingsgebied sluiten beter
aan bij de werkelijke fauna in
dit leefgebied/regio.
uitgestorven, maar zijn genen
leven voort in de vele
runderrassen op de wereld.
Niet alle runderrassen zijn
even geschikt om opnieuw in
de wilde natuur te overleven.
Helaas is het brandrode rund
daar een van. De tauros kan
dit wel en heeft bovendien een
sterke gelijkenis met het
oerrund. Ook Exmoor pony ’s
lijken op het Europese wilde
paard en zijn zeer geschikt om
het hele jaar door buiten te
leven. Wisenten zijn dit als
echte wilde grazer nooit
verleerd.
35 Handhaaf een lage
begrazingsdruk.
Dat is zeker de bedoeling. We
willen een rijk gesorteerd
gemengd bos. Daarvoor blijft
de graasdruk op een laag
niveau.
35 In het Natuurplan staat als doel
aangegeven het
begrazingsgebied uit te
breiden tot aan de grens van
de natuurkern. Uit het
concept-kaartmateriaal (kaart
12) blijkt dat naar schatting nu
slechts 50% binnen het
begrazingsgebied gaat vallen.
Dit is niet conform het doel en
beperkt de nagestreefde
ambitie en daarmee ook de
beoogde natuurkwaliteit.
Het eindbeeld van het
Natuurplan moet in 2050
gerealiseerd zijn. Het IBeP kijkt
tot 2019 en zet belangrijke
stappen richting eindbeeld van
het Natuurplan.
35 Wij stellen voor het
begrazingsgebied direct zo
groot mogelijk te maken naar
de buitenrand toe. (diverse
onderbouwingen in bezwaar).
We hebben zorgvuldig
afgewogen wat de grootte van
het begrazingsgebied moet
zijn. De wens is om ook het
huidige naaldbos om te
vormen naar een soortenrijker
gemengd bos. Een groter
oppervlak begraasd gebied
betekent dat de aanwezige
grazers een kleiner deel van
de aanwezige smakelijke
loofboomsoorten eten en er
netto meer jonge loofbomen
overblijven. Echter, buiten het
begrazingsgebied is het nog
36
gemakkelijker om loofbomen
op te laten groeien. Bovendien
zijn niet alle recreanten blij
met de komst van de grazers.
Deze drie afwegingen hebben
samen gezorgd voor de
ligging en vorm van het
begrazingsgebied zoals dit nu
in het IBeP staat.
22 Heeft het publiek gevraagd om
wisenten?
De wisent is een betrekkelijk
nieuwe grazer in Nederland en
nog maar weinig Nederlanders
hebben praktijkervaring met
deze diersoort. Daarom is het
begrijpelijk dat een deel van
de bevolking angstig is en/of
allerlei risico’s ziet. Gelukkig
heeft slechts een kleine
minderheid angst voor grote
grazers. Meer mensen worden
er juist door aangetrokken en
sommigen willen wisenten het
liefst zo snel mogelijk.
Wisenten zijn bovendien met
name genoemd als geschikte
grote grazer in het al eerder
vastgestelde Natuurplan voor
de Maashorst.
22 Wat is regulier beheer voor de
kuddes? Wat zijn de kosten
hiervoor? Voor hoeveel per jaar
stemt de provincie hiermee in?
En wie bepaald of er
ingegrepen moet worden?
Regulier beheer is beheer
zoals gebruikelijk voor
wildlevende grote grazers en
conform wettelijke richtlijnen.
De beheerder houdt toezicht
op het welzijn en de
gezondheid van de dieren en
indien nodig grijpt hij in. De
graasdruk wordt afgestemd op
de hoeveelheid voedsel en de
terreinontwikkelingen, zodanig
dat er ook in de winter nog
genoeg te eten is en er
voldoende loofbos tot
ontwikkeling komt. Overtollige
dieren worden afgevoerd. Zijn
er te weinig dieren, dan
mogen de kuddes
doorgroeien.
De provincie draagt niet
specifiek bij aan de kosten
voor de kuddes. Wel betaalt zij
37
de gebruikelijke jaarlijkse
beheervergoedingen voor elke
hectare natuurgebied (deze
verschilt per beheerstype van
€ 15 tot € 550 per ha/per
jaar). Het is aan de beheerder
om uit te komen met dit
bedrag. In de toekomst zal de
beheervergoeding van het
beheertype uitkomen op
gemiddeld €66 per ha/jaar. Dit
bedrag volstaat om rasters,
kuddes en toezicht e.d. van te
betalen.
22 Niet ingrijpen in de populatie:
hebben we dan niets geleerd
van de Oostvaardersplassen?
Bij de Maashorst spreken we
van zo min mogelijk ingrijpen.
Er is geen sprake van “niet
ingrijpen” en zeker niet in de
periode tot 2019. Het beheer
op de Maashorst wijkt sterk af
van de Oostvaardersplassen en
kun je daarmee niet
vergelijken.
De graasdruk wordt afgestemd
op de hoeveelheid voedsel en
de terreinontwikkelingen,
zodanig dat er ook in de
winter nog genoeg te eten is
en er voldoende loofbos tot
ontwikkeling komt. De
graasdruk wordt dus
voldoende laag gehouden om
jonge bomen en struiken tot
ontwikkeling te laten komen.
Overtollige dieren worden
afgevoerd. Zijn er te weinig
dieren, dan mogen de kuddes
doorgroeien.
22 Als de tweede boomgeneratie
is opgevreten door de grazers
dan kun je het vergeten,
binnen een aantal jaren heb je
een situatie waar het een grote
kaalslag is, waar voor niemand
meer iets te halen valt en waar
dieren uitmergelen, liggen te
creperen en uiteindelijk dood
zullen gaan!
22 Moeten we zo niet gaan vrezen
voor een kaalgevreten
landschap, ook hier komt het
beeld van de Oostvaarders
plassen weer voor ogen!
22 Wij willen het belang van Het
Ree benadrukken, die er woont
en een beschermde inheemse
diersoort is! Wat is de invloed
van de grote grazers? Is dit
onderzocht?
Uit ervaring weten we dat
edelherten en damherten een
negatieve invloed hebben op
de stand van de reeën, wat
wordt hier mee gedaan, ook
Grote grazers en reeën leven
nu al succesvol op de
Maashorst. We gaan juist de
graasdruk verminderen om
een verdergaande
loofbosontwikkeling te
stimuleren. Hierdoor krijgen
de aanwezige grazers het
eerder gemakkelijker dan
moeilijker en komt er meer
ruimte voor reeën. We houden
38
gekeken naar grote grazers?
O.a. door hoge dure
afrastering is de komst van
edelhert en damhert totaal
ongewenst.
de graasdruk ook laag, zodat
er volop ruimte voor reeën
aanwezig blijft.
In het IBeP is niet gekozen
voor edelhert en damhert.
22 Wie geeft er toestemming voor
het uitzetten van grote
grazers? Kan dit allemaal
zomaar?
De beheerder / terreineigenaar
is verantwoordelijk voor het
type grazer dat hij inzet. In dit
geval Staatsbosbeheer en de
vier gemeentes rond de
Maashorst.
22 Het kan toch niet de bedoeling
zijn dat de wisenten de
bezoekers mijden als dit de
grote publiekstrekker is?
“Bezoekers mijden” wil in dit
geval zeggen dat de dieren
bezoekers niet opzoeken en
dat ze weglopen als bezoekers
te dichtbij komen. Vanaf
afstanden van 50 tot 100m
zijn wisenten goed te bekijken.
We verduidelijken de
tekst in paragraaf 3.1.
22 Het merendeel van de
recreanten vindt wisenten eng.
De wisent is een betrekkelijk
nieuwe grazer in Nederland en
nog maar weinig Nederlanders
hebben praktijkervaring met
deze diersoort. Daarom is het
begrijpelijk dat een deel van
de bevolking angstig is en/of
allerlei risico’s ziet. Gelukkig
heeft slechts een kleine
minderheid angst voor grote
grazers. Meer mensen worden
er juist door aangetrokken.
Ervaring met wisenten is al
volop opgedaan in het
Kraansvlak en in het
buitenland. Het aantal
bezoekers dat doelbewust het
wisentpad in het Kraansvlak
neemt, is de laatste jaren
steeds toegenomen. Ook in
het buitenland blijkt dat
mensen juist speciaal voor de
wisenten naar een gebied
komen. Voor recreanten die
het niet aandurven zijn er
excursies en is er een ruime
natuurschil van 2000ha waar
volop van genoten kan
worden.
Om mens en dier te laten
wennen aan deze nieuwe grote
We voegen paragraaf
4.2 toe: Veiligheid.
39
grazer is een zorgvuldig
proces in het IBeP opgenomen.
De wisenten sluiten we tijdelijk
op in een klein deel van het
begrazingsgebied. In dit
wengebied houden we
excursies voor diverse
doelgroepen. Zo kunnen dier
en recreant aan elkaar
wennen. We doen er alles aan
om het zo veilig mogelijk te
laten zijn. Ook het gedrag van
de recreant is hier op van
toepassing. Met borden
informeren we iedereen over
wat het betekent om in het
begrazingsgebied te lopen. Als
mensen zien dat alles goed
gaat, stellen we de gebieden
open voor publiek.
22 Grazers: medicijnen mag wel
maar beheren niet? Wat is het
nu: laten sterven of afvoeren.
Het beheer van de grote
grazers in natuurgebieden is
terughoudend. Grote grazers
in de natuur hebben maar bij
hoge uitzondering medicijnen
nodig. De meeste dieren
sterven zonder dat ze ooit
medicijn nodig hebben gehad
(door bijvoorbeeld ouderdom
of een gevecht met een rivaal).
Ook met medicijnen kunnen
dieren soms blijven liggen,
maar beter is dat ze geen
medicijnen in hun lijf hebben.
Afvoeren gebeurt als de
dierenarts of de wetgever dat
nodig vinden.
22 Moeflons zijn allemaal al
gestorven dus welke moeflons
moeten verwijderd worden?
Als de moeflons allemaal zijn
verdwenen dan hoeven ze
inderdaad niet verwijderd te
worden.
22 Wie gaat de graasdruk
evalueren?
De beheerders en hun
ecologen samen met de
natuurverenigingen. Tot 2019
heeft ARK als expert daarin
ook een rol.
22 kijk bij Google naar de definitie
van de recreant en lees het
volgende: “iemand die voor
zijn plezier en ontspanning op
Een recreant is inderdaad
iemand die zich ontspant,
danwel iemand die zijn vrije
tijd besteedt. Dat kan op
40
pad gaat, meestal naar een
plek waar ook veel andere
mensen zijn”. Wat is dan nog
het nut van die
publiekstrekkers zoals
Wisenten, Taurossen en
Exmoor pony’s?
verschillende manieren.
Wandelen fietsen, bezoeken
van een theater of
evenementen, maar ook
bezoeken van natuurparken en
dierentuinen om te genieten
van dieren. Zo zijn er ook
mensen die graag hun vrij tijd
besteden aan het bekijken van
wisenten, taurossen en
Exmoor pony’s in de natuur.
22 Hebben nieuwe planten nog de
mogelijkheid om door te
groeien, door de toename in
begrazing?)
Er is geen sprake van toename
van graasdruk, eerder van
afname. De kuddes blijven
beperkt, zodat de vraat aan
bomen ook beperkt blijft en de
beoogde bosontwikkeling
doorgaat. De grootte en
samenstelling van de kuddes
passen we aan de
bosontwikkeling aan om een
goede bosontwikkeling te
garanderen.
Van nature leven grazers en
vegetatie in evenwicht met
elkaar. Jonge bomen worden
op sommige plekken
opgegeten of klein gehouden.
Op andere plekken worden ze
beschermd tegen vraat door
doornstruiken, zoals braam.
We planten ook zelf jonge
bomen en struiken. Dan
gebruiken we dit natuurlijke
mechanisme om de jonge
bomen en struiken een grotere
kans te geven om te groeien.
De combinatie van
bescherming door
doornstruiken en een lage
graasdruk, zorgt ervoor dat
ook veel loofbomen en
struiken groot worden.
30 Hoe staat het met ongewenste
vraat aan bomen. Als de
kuddegrootte toeneemt is er
meer voedsel nodig en zal dat
met name in de winter en
herfstperiodes worden gehaald
uit het bosbestand door
schillen en het afvreten van de
mineraalrijke loten.
30 Taurossen en Exmoor pony’s
zijn gehouden exoten die van
nature niet voorkomen in de
Maashorst en een
wildernisbeeld moeten
oproepen maar in feite alleen
maar gebruikt worden op het
De voorouders van de
taurossen en Exmoor pony’s
waren wild. Ooit speelden alle
wilde grazers en snoeiers
samen met hun predatoren
(wolf en beer) een belangrijke
rol in het landschap. Door
41
gebied open te houden.
Tauros, Wisen en Exmoorpony
komen niet op de lijst van
Inheemse diersoorten voor en
zijn derhalve niet als natuur
c.q. wilde natuur te
beschouwen. Dat en het feit
dat ze binnen een raster dat
worden gehouden maakt het
simpelweg tot gehouden
dieren.
overbejaging zijn de grootste
soorten verdwenen. Alleen
wisent en eland bestaan nog
als wild. Andere soorten zijn
getemd en worden nu als vee
gehouden. Ze zijn dus niet
helemaal uitgestorven. Door
nu de beste rassen opnieuw te
laten verwilderen, is het
mogelijk om het oerrund en
het wilde paard weer opnieuw
terug te krijgen in het
landschap en daarmee hun
functie in het ecosysteem.
Daarom worden in Nederland
en elders in Europa diverse
runder- en paardenrassen
verwilderd en worden ook
wisenten en elanden weer
teruggebracht op plekken
waar ze ooit uitgeroeid waren.
30 Blz 27 2e tekstblok, hierin
wordt al in de verre toekomst
over mogelijkheden gesproken
die op dit moment nog
absoluut niet realiseerbaar zijn
. M.i hoort deze passage er
niet in te staan
De vraag past niet bij de tekst
van de IBeP versie op de
website, waardoor we hier
helaas geen antwoord op
kunnen geven.
30 Men heeft de mond vol over
zichtbaarheid en de bedachte
negatieve effecten hierop tgv
actief faunabeheer, maar 1
dier op 8ha of zelfs 20 ha (in
bosgebied) , kun je dan nog
spreken over hoge
zichtbaarheid?
Bekend is dat wilde dieren
schuwer zijn als er op gejaagd
wordt. In het Deelerwoud
bleek dat edelherten nu
zonder jacht veel zichtbaarder
zijn dan eerst. Uiteraard zijn
de dichtheden op zandgrond
laag, maar dat wil niet zeggen
dat dieren dan altijd
onzichtbaar zijn. Als ze niet
meer bang hoeven te zijn, dan
verstoppen ze zich ook
minder.
30 Naast het feit dat men actief
ander loofboomsoorten gaat
aanplanten worden er diverse
aannames gedaan mbt
graasdruk van grazers anders
dan ree om de
successievolgorden te sturen.
Het blijft dus een kwestie van
maatwerk en regelmatig
Dat klopt. De populaties grote
grazers moeten we sowieso
beheren omdat op zandgrond
een veel groter gebied nodig is
voor zelfredzame kuddes en
begrazing als volledig
zelfstandig natuurlijk proces.
Bovendien hoort daar dan
predatie bij, bijvoorbeeld door
42
menselijk ingrijpen tbv
eventuele bijsturing. Met
andere woorden een beperkt
zelfstandig natuurlijk proces.
wolf en beer.
Het aantal dieren en de
verhouding tussen de drie
soorten grazers wordt nu door
de beheerder afgestemd op de
gewenste ontwikkeling naar
meer loofbos, op de
hoeveelheid voedsel en op de
conditie van de dieren.
Bovendien wordt er af en toe
ingegrepen om inteelt te
voorkomen. Toch is de ingreep
beperkt. Slechts af en toe
worden er wat dieren
uitgehaald en wordt wat vers
bloed toegevoegd.
30 In de ecologische
onderbouwing worden diverse
soorten genoemd , w.o. het
damhert, een 0-standsoort.
En wordt gesproken over
graasgedrag maar bv niet over
de dagelijkse hoeveelheden
noodzakelijk beschikbaar
voedsel per individu.
We kiezen niet voor edelherten
en damherten in het gebied.
Die berekening is dan ook niet
nodig voor deze soorten. Voor
wisent, tauros en Exmoor pony
is dat ook niet nodig, omdat er
al paarden en runderen leven.
We hebben dus al
praktijkgegevens over het
aantal grote grazers dat er kan
leven.
30 Ingaan op populatiebeheer
dmv predatie van grote
grazers in een gebied van 5 bij
7 km voert wel erg ver. Nog
los van het feit dat bij het
toelaten van een aantal grotere
diersoorten dit een heel ander
raster vraag om het gehele
gebied. Anders dan drie
schrikdraden op 60, 90 en 120
cm hoogte.
Predatie speelt altijd op een
veel grotere schaal. Als ooit
wolven die kant op komen,
dan maakt de Maashorst
hooguit een deel uit van hun
leefgebied . Voorlopig is dat
nog niet aan de orde.
Bovendien is er nog nergens in
Nederland ervaring met grote
grazers en wolven. Waar in
Letland en Bulgarije die
ervaring wel is opgedaan, zijn
rasters geen probleem.
Wolven uitzetten is niet aan de
orde. De dieren komen ooit
vanzelf en kiezen zelf wanneer
ze de Maashorst in of uit
lopen.
30 Tegenstrijdig in het gehele
document is het feit dat men
soorten introduceert, diverse
beheermaatregelen treft onder
het mom van natuurlijk
Deze keuze is door de
terreineigenaren
(Staatsbosbeheer en de vier
Maashorstgemeentes) gemaakt
en komt de zichtbaarheid van
43
begeleide eenheid, maar
beheer door middel van
afschot zoveel mogelijk
uitsluit. In feite een
beheervorm waarbij er van
lijden door dieren of stress,
niet of nauwelijks sprake is. En
mits vakkundig uitgevoerd,
nauwelijks leid tot verstoring
van de omgeving.
Wat is er mis om “Maashorst
Wildernisvlees” als zodanig
aan het palet toe te voegen?
wild voor bezoekers ten
goede. Populatie beheer is en
blijft mogelijk in de Maashorst.
Dieren die onnodig lijden
verlossen we ook op de
Maashorst uit hun lijden. Dat
kan betekenen dat er
incidenteel wel geschoten
word.t,. Dieren die uit hun
lijden verlost zijn blijven als
kadavers op een rustige plek
liggen voor de biodiversiteit.
8. Dood doet leven
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
2 Het opruimen van dode
dieren is belangrijk. Bij het
uitbreken van veewetziekten
zijn de consequenties
verstrekkend en
gebiedsoverschrijdend ,
waardoor agrarische
ondernemers direct
gedupeerd worden.
Er is geen risico voor de
volksgezondheid noch voor
veehouderijen in de
omgeving. Wel profiteert de
natuur sterk van grotere
dode dieren in de natuur.
Om te voorkomen dat
veewetziekten uitbreken
brengen we alleen gezonde
dieren naar de Maashorst.
Ook houdt de beheerder de
kudde in de gaten. Indien
nodig wordt er een
dierenarts bij gehaald. Als
een grazer sterft dan
handelen we geheel conform
de wet.
In het natuurgebied geldt de
dezelfde regelgeving als voor
het landbouwgebied. Alleen
valt de wisent niet onder de
gehouden dieren maar net
als ree en edelhert onder het
wild. Hierdoor is bepaalde
regelgeving voor vee niet op
de wisent van toepassing .
Dode wisenten mogen als
wild blijven liggen en wijken
qua risico niet af van de
dode reeën, vossen, dassen
en konijnen die nu al op de
In paragraaf 2.3 voegen
we de volgende passage
toe:
Met betrekking tot dode
grote grazers in de
Maashorstnatuur gelden
de onderstaande
afspraken:
Wilde dode dieren blijven
nu al liggen in de
Maashorst;
Wisenten zijn wild en
mogen daarom net als
reeën, konijnen, dassen
e.d. conform regelgeving
blijven liggen;
Dat gaat om een enkel
exemplaar per jaar en
daar is al snel weinig
meer van terug te vinden;
Zieke wisenten worden
door een dierenarts
onderzocht en indien
nodig behandeld;
Wisenten die uitzichtloos
lijden worden gedood;
Als de dierenarts oordeelt
dat het nodig is, worden
dode wisenten alsnog
verwijderd;
Dode taurossen en
17 En hoe verhoud zicht dit tot
risico’s mbt volksgezondheid
en diergezondheid? Boeren
krijgen boetes bij niet
opruimen van kadavers.
18, 33 Dode dieren laten liggen in
de natuurkern is niet
acceptabel, wegens
gezondheidsrisico’s voor
mens en dier.
Maatschappelijk is niet te
verkopen dat in de
Maashorst zieke dieren
blijven liggen terwijl
soortgenoten op enkele
meters van de ziektebron
massaal worden afgemaakt.
22 Wat is de invloed van het
laten liggen van dode dieren
in een gebied waar we te
maken hebben met
behoorlijk wat intensieve
44
veehouderij, waar we ook te
maken hebben gehad met
varkenspest en Q-koorts?)
Maashorst aanwezig zijn.
Omdat de begrazingsdruk
heel laag is en er maar af en
toe een wisent overlijdt,
vinden we waarschijnlijk de
kadavers niet gemakkelijk.
Onderzoek heeft uitgewezen
dat dode dieren geen risico
vormen bij het uitbreken of
verspreiden van veeziektes,
met uitzondering van
miltvuur. Deze ziekte is
uitgestorven in Europa. Maar
mocht die ziekte toch
optreden, dan doen we er
alles aan om deze ziekte te
bestrijden door de ,
kadavers te verwijderen. Bij
het uitbreken van
besmettelijke veeziektes
worden grote grazers in
natuurgebieden niet anders
behandeld dan de dieren van
een boer. Ook in het
verleden zijn wel (gezonde)
grote grazers uit
natuurgebieden geruimd.
Dode taurossen en Exmoor
pony’s worden conform de
wet verwijderd.
Exmoor pony’s worden
afgevoerd conform
regelgeving;
Er wordt voor gezorgd
dat er geen dode wisent
zichtbaar is voor
recreanten vanaf
recreatieroutes en paden.
9 Moet een dood dier blijven
liggen? Als deze langs een
pad ligt is dit niet fris en
levert het gevaren op voorde
gezondheid
Veel mensen vinden het
inderdaad niet prettig om
een dood dier naast het pad
te zien liggen. Als daar een
dood dier ligt dan ruimt de
beheerder dat op of legt het
op een andere plek neer.
Dieren die de dood voelen
aankomen trekken zich over
het algemeen terug en zijn
eerder moeilijk te vinden dan
dat ze midden op het pad
liggen.
In paragraaf 2.3 voegen
we de volgende passage
toe:
Er wordt voor gezorgd
dat er geen dode wisent
zichtbaar is voor
recreanten vanaf
recreatieroutes en paden.
17 Hoe verhoudt dood doet
leven zich tot de nieuwe wet
dieren die onnodig lijden wil
voorkomen? Het is verboden
dieren verzorging te
onthouden.
Ook voor de grote grazers in
de natuurgebieden kennen
we een zorgplicht. Deze is
echter minder strikt dan voor
dieren die bijvoorbeeld op
stal staan of in een kleine
In paragraaf 2.3 voegen
we de volgende passage
toe:
Zieke wisenten worden
door een dierenarts
onderzocht en indien
45
wei. Indien nodig halen we
er een dierenarts bij. Ook
worden dieren die onnodig
en uitzichtloos lijden
gedood. Andere sterven van
ouderdom. Al deze kadavers
blijven in de natuur achter.
nodig behandeld;
Wisenten die uitzichtloos
lijden worden gedood;
Als de dierenarts oordeelt
dat het nodig is, worden
dode wisenten alsnog
verwijderd;
Dode taurossen en
Exmoor pony’s worden
afgevoerd conform
regelgeving;
34 Kadaverfauna past niet in
een gebied met een hek
erom heen en is onnatuurlijk.
Bijvoeren zal, zeker in de
winter, noodzakelijk zijn.
Ook om overlast aan de
omliggende bewoners en
agrariërs te voorkomen
Kadaverfauna is ook nu al op
de Maashorst aanwezig,
bijvoorbeeld op dode reeën
en konijnen. Rasters hebben
hier niks mee van doen.
De graasdruk van grote
grazers is dermate laag dat
de dieren ook in een wat
strengere winter goed hun
eigen kostje bij elkaar
kunnen scharrelen. De
beheerder houdt de kuddes
dan wel extra in de gaten en
grijpt zo nodig alsnog in.
Sterfte door honger komt
daardoor niet of nauwelijks
voor, sterfte door ouderdom
des te meer. Ook zal er af en
toe een zwak kalfje sterven,
maar ook dat is natuurlijk en
bij een boer niet anders.
22 We kennen de beelden van
de Oostvaarders plassen, het
lijkt ons goed dat een wild
dier dat een natuurlijke dood
sterft door ouderdom of is
aangevallen en als rest prooi
in het veld ligt, dit te laten
liggen. Als er een teveel aan
dieren is dan is er in onze
visie maar een optie:
beheren, laat een dergelijk
situatie niet uit de hand
lopen. Laat de omgeving mee
genieten van de rijkdom die
de natuur levert, zorg bv.
voor een goed wildrestaurant
Het is niet de bedoeling dat
de aantallen grazers blijven
groeien, zoals in de
Oostvaardersplassen. De
graasdruk houden we laag
genoeg om een natuurlijke
overgang naar een rijker
gemengd bos mogelijk te
maken. Hierdoor is er telkens
genoeg te eten voor de
aanwezige grote grazers.
Overtollige taurossen en
Exmoor pony’s worden
verhuisd naar andere
natuurgebieden of geslacht
voor vlees. Wisenten mogen
46
in de Maashorst! niet geslacht worden en
kunnen dus alleen maar
verhuisd worden naar andere
gebieden.
30 Het klopt dat er allerlei
organismen leven op dood
materiaal. Maar suggereer
niet dat dit de basis is van
biodiversiteit. Want dan moet
er een structureel
voedselaanbod zijn. In dit
geval een continu aanbod
van dooie beesten.
Een continu aanbod van dode
dieren levert inderdaad nog
meer biodiversiteit op.
Daarvoor zouden er ook
grote predatoren, zoals wolf
of lynx, in het gebied moeten
leven. Hun prooiresten zijn
een constante bron van aas
en daarmee een motor achter
biodiversiteit. Zover is het
nog lang niet. Ook als er één
keer per jaar een wisent
dood gaat in de natuur
,levert dat winst aan
biodiversiteit op. Veel
insecten, waaronder kevers,
hebben immers een korte
levenscyclus. Eén dood dier
is dan al genoeg voor
succesvolle voortplanting.
30 Het eindbeeld suggereert een
2e Oostvaardersplassen. In
een ingerasterd gebied met
beperkingen in
voedselaanbod zullen dieren
door honger sterven.
Hoe het eindbeeld er
daadwerkelijk uit komt te
zien ligt aan de
uitwerkingsplannen na 2018.
Dus na de IBeP-periode.
Binnen de IBeP-periode is de
graasdruk zo laag, dat er ook
in de winter voldoende
voedsel is en de Maashorst
niet een soort tweede
Oostvaardersplassen wordt.
9. Jacht
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
35 Stop de jacht. Populatiebeheer
is overbodig, moeder natuur
heeft een zelf regulerend
vermogen. Ook voor de
recreatie geeft dit hinder. Aan
de buitenranden van de eerste
schil kan eventuele
landbouwschade veel beter
bestreden worden met fretten.
In de natuurkern en de
natuurschil is plezierjacht niet
toegestaan.
Populatiebeheer in de
natuurkern en in de natuurschil
is mogelijk en soms
noodzakelijk. In de natuurkern
zo min mogelijk door middel van
afschot.
47
De landbouwschade door
reeën en konijnen is veelal
beperkt. Voor schade door
Dassen zou een goede
schadevergoedingsregeling
opgezet kunnen worden.
Het inzetten van fretten is een
optie.
Er is bij de Provincie /
Faunafonds een
wildschaderegeling. Schade door
dassen valt daar ook onder.
18/33 Het normale jachtbeleid blijft
van toepassing op de
Maashorst, inclusief de 0-
situatie voor wilde zwijnen.
Toename van schade door wild
moet vergoed worden, zonder
eigen risico en proceskosten.
Voor de natuurkern en de
natuurschil in de Maashorst is er
nu een eenduidig jachtbeleid dat
past binnen de visie in het
Maashorstmanifest en
Natuurplan Maashorst:
In de natuurkern en de
natuurschil is plezierjacht niet
toegestaan.
Populatiebeheer in de
natuurkern en in de natuurschil
is mogelijk en soms
noodzakelijk. In de natuurkern
zo min mogelijk door middel van
afschot.
Er is bij de Provincie /
Faunafonds een
wildschaderegeling. De daarbij
geldende regelingen worden
gerespecteerd
18 Er dient een gedegen protocol
te komen om stroperij in te
dammen en te voorkomen.
Er is een structureel overleg
tussen terreineigenaren, de
wildbeheereenheden en
bevoegde gezagen. Dit is een
eerste stap om de stroperij in de
Maashorst aan te pakken.
We voegen toe aan
paragraaf 4.2 : Door
samenwerking en
bundeling van
krachten zorgen we
voor het gewenste
niveau van
handhaving.
22 Geen jacht is geen toezicht
(gratis). Stroperij en andere
criminele zaken hebben vrij
spel.
30 Gemakshalve wordt er in het
hele document met geen
woord gerept over
handhaving. Het is algemeen
bekend dat er nu al met grote
regelmaat stroperij plaats
vindt. Voornamelijk op
reewild. Als het gaat om het
handhaven van rust en
zonering zal het aspect
handhaving en de daarbij
behorende kosten wel degelijk
moeten worden meegenomen.
1 Verbied de jacht, anders wordt
het wild schuw en ziet de
recreant geen wild of
wisenten.
In de natuurkern en de
natuurschil is plezierjacht niet
toegestaan.
Populatiebeheer in de
48
natuurkern en in de natuurschil
is mogelijk en soms
noodzakelijk. In de natuurkern
zo min mogelijk door middel van
afschot.
2 Wij willen gereguleerd
jachtbeleid en 0 stand voor
zwijnen.
In de natuurkern en de
natuurschil is plezierjacht niet
toegestaan.
Populatiebeheer in de
natuurkern en in de natuurschil
is mogelijk en soms
noodzakelijk. In de natuurkern
zo min mogelijk door middel van
afschot.
Ook voor de Maashorst geldt
het provinciale 0-standbeleid
ten aanzien van wilde zwijnen.
Als wilde zwijnen wel spontaan
komen dan vindt
populatiebeheer primair in de
natuurschil plaats.
We voegen bij
paragraaf 5.3.1 toe:
In de natuurkern en de
natuurschil is
plezierjacht niet
toegestaan.
Populatiebeheer in de
natuurkern en in de
natuurschil is mogelijk
en soms noodzakelijk.
In de natuurkern zo
min mogelijk door
middel van afschot.
Ook voor de
Maashorst geldt het
provinciale 0-
standbeleid ten
aanzien van wilde
zwijnen. Als wilde
zwijnen wel spontaan
naar De Maashorst
komen dan vindt
populatiebeheer
primair in de
natuurschil plaats.
32 Wilde zwijnen uit het IBeP
schrappen als ze niet komen.
Ook voor de Maashorst geldt
het provinciale 0-standbeleid
ten aanzien van wilde zwijnen.
Als wilde zwijnen zich er wel
voordoen dan vindt
populatiebeheer primair in de
natuurschil plaats.
We voegen bij
paragraaf 5.3.1 toe:
Ook voor de
Maashorst geldt het
provinciale 0-
standbeleid ten
aanzien van wilde
zwijnen. Als wilde
zwijnen wel spontaan
naar De Maashorst
komen dan vindt
populatiebeheer
primair in de
natuurschil plaats.
10/31 IBeP geeft geen helderheid
over de komst van zwijnen. We
lezen in het IBEP dat ze niet
gewenst zijn, elders lezen we
Het IBEP bepaalt niet de komst
van het wild zwijn maar is het
gevolg van de natuurlijke
verspreiding van het wild zwijn.
We voegen bij
paragraaf 5.3.1 toe:
Ook voor de
Maashorst geldt het
49
dat ze NOG niet geplaatst
worden. Everzwijnen zijn
moeilijk binnen de rasters te
houden en kunnen
ongelooflijk veel schade
veroorzaken. Wij maken dan
ook bezwaar tegen de komst
van deze dieren.
Wilde zwijnen kunnen inderdaad
veel schade veroorzaken.
Ook voor de Maashorst geldt
het provinciale 0-standbeleid
ten aanzien van wilde zwijnen.
Als wilde zwijnen zich er wel
voordoen dan vindt
populatiebeheer primair in de
natuurschil plaats.
provinciale 0-
standbeleid ten
aanzien van wilde
zwijnen. Als wilde
zwijnen wel spontaan
naar De Maashorst
komen dan vindt
populatiebeheer
primair in de
natuurschil plaats.
22 Als de 4 gemeenten een
eenduidig faunabeheer
nastreven, waarom Oss dan
niet?
Voor de natuurkern en de
natuurschil in de Maashorst is er
nu een eenduidig jachtbeleid.
Oss wijkt hier niet van af. Dit
beleid past binnen de visie in
het Maashorstmanisfest en
Natuurplan Maashorst.
Het IBeP gaat niet over het
omringende landbouwgebied.
De lopende contracten met de
WBE’s worden uitgediend.
Ter verduidelijking
voegen we de
volgende tekst toe in
paragraaf 5.3: Indien
het faunaregiem in
werking treedt, is dit
voor alle
Maashorstgemeenten
hetzelfde binnen de
natuurkern en
natuurschil .
22 Doordat er geen jacht
plaatsvindt, zijn de dieren niet
schuw: Dit is suggestief, waar
is dit op gebaseerd? Jacht is
geen graadmeter voor
schuwheid bij dieren. Het is
nergens bewezen en onwaar.
Bekend is dat wilde dieren
schuwer zijn als er op gejaagd
wordt. In het Deelerwoud blijkt
dat edelherten zonder jacht veel
zichtbaarder zijn . Dit effect
treedt ook op in Jægersborg
Dyrehave bij Kopenhagen, waar
de edelherten totaal niet schuw
zijn Uiteraard zijn de dichtheden
op zandgrond laag, maar dat wil
niet zeggen dat dieren dan altijd
onzichtbaar zijn. Als ze niet
meer bang hoeven te zijn, dan
houden ze wel gepaste afstand,
maar verstoppen ze zich ook
minder.
22 Er wordt gesproken over geen
jacht zoals omschreven in de
Flora- en Faunawet, wat is er
mis met deze wet die toch
landelijk wordt uitgevoerd en
door deskundige is opgesteld?
Er is ook nog een wet die praat
over jachtrecht.
De terreineigenaren hebben de
vrijheid de jacht al dan niet te
verhuren. Indien de jacht wordt
verhuurd gelden de kaders van
de Flora- en Faunawet.
22 Een vossenpopulatie wordt een
plaag zonder beheer. Deze zal
zich blijven uitbreiden omdat
ze zich niet beperken door het
Het IBeP gaat voor de natuurkern
en de natuurschil uit van een zo
optimaal werkend ecosysteem
met predatoren zoals de Vos.
50
natuurlijke aanbod. Dit zal
zeker ten koste gaan van de
bodembroeders en bij voedsel
schaarste zal hij zijn terrein
aanzienlijk uitbreiden en de
omliggende boeren zeker niet
mijden. Een grote populatie
vossen zorgt voor weinig bio
diversiteit.
Er zijn uitspraken van
medewerkers ook van SBB die
aangeven: “Als je ergens een
populatie van dieren hebt, dan
moet je ook beheren”!
De 25-50 meter waarover
gesproken wordt zal vaak niet
voldoende zijn om een
verantwoord beheer uit te
voeren.
Afgesproken is dat we de
breedte van de zone van 25-50
meter nog nader bekijken in de
uitwerking van de contracten.
22 Wie gaat de kosten voor
preventieve maatregelen ter
voorkoming van schade
betalen?
Particulieren en ondernemers
zijn zelf verantwoordelijkheid
om schade aan eigendommen en
gewassen te voorkomen.
Dit is het beleid van het
Faunafonds.
22 De schadecompensatieregeling
van het Rijk is gecompliceerd
en komt te laat tot uitvoer.
Daarnaast is er €300,- eigen
risico.
Het IBeP is geen vangnet voor de
complexiteit van de landelijke
schadecompensatieregeling.
30 De WBE’s (?) hebben duidelijk
aangegeven niet in te
stemmen met de beperkingen
tav beheer en
schadebestrijding in de 1e
schil. Is dit in de genoemde
toelichting naar de gemeenten
ook duidelijk
gecommuniceerd?
We hebben met de gemeenten
gecommuniceerd dat de WBE’s
het niet eens zijn met bepaalde
elementen uit het faunaregiem.
30 Ondanks de roep om eenheid
vaart Oss zijn eigen koers. Dat
betekent ook dat 0-stand
soorten zoals exoten en bv
wild zwijn op Oss grondgebied
nooit beheerd zullen
gaan/kunnen worden.
Voor de natuurkern en de
natuurschil in de Maashorst is er
nu een eenduidig jachtbeleid.
Hier wijkt Oss niet van af. Dat
beleid past binnen de visie in
het Maashorstmanisfest en
Natuurplan Maashorst. Het IBeP
gaat niet over het omringende
landbouwgebied.
De lopende contracten met de
WBE’s worden uitgediend.
Ter verduidelijking
voegen we de
volgende tekst toe in
paragraaf 5.3: Indien
het faunaregiem in
werking treedt, is dit
voor alle
Maashorstgemeenten
hetzelfde binnen de
natuurkern en
51
Ook voor de Maashorst geldt
het provinciale 0-standbeleid
ten aanzien van wilde zwijnen.
Als wilde zwijnen zich er wel
voordoen dan vindt
populatiebeheer primair in de
natuurschil plaats.
natuurschil .
We voegen bij
paragraaf 5.3.1 toe:
Ook voor de
Maashorst geldt het
provinciale 0-
standbeleid ten
aanzien van wilde
zwijnen. Als wilde
zwijnen wel spontaan
naar De Maashorst
komen dan vindt
populatiebeheer
primair in de
natuurschil plaats.
30 Het blijven voor een deel
gehouden dieren die een
beperkte schuwheid hebben.
De stelling: doordat er geen
jacht plaats vindt zijn dieren
niet schuw is maar gedeeltelijk
waar. Er wordt bij de
introductie al gekozen voor
soorten die een beperkte
schuwheid hebben.
Het ree zal de mens te allen
tijden alleen maar op afstand
dulden net als het edelhert.
De wisenten in het Kraansvlak
kwamen van oorsprong uit het
wild in Bialowieza en gedroegen
zich in eerste instantie erg
schuw naar mensen toe. Dat is
in de loop der jaren steeds
minder geworden. Hoewel een
basis schuwheid is gebleven, net
zoals dat bij edelhert en ree het
geval is.
30 Er wordt uitgebreid ingegaan
op het aspect zichtbaarheid
dat bij afwezigheid van jacht
die zichtbaarheid optimaal zou
zijn. Men gaat voorbij aan het
feit dat 0-standsoorten wel
degelijk beheerd moeten
blijven terwijl men eveneens
vermeld dat een aantal soorten
waaronder edelhert de drukte
ontwijken.
Er komen in de IBeP periode
geen damhert of edelhert naar
de Maashorst. Nulstandsoort
wild zwijn is momenteel niet
aanwezig, zodat daarop nu ook
geen populatiebeheer nodig is.
30 In de kern is wel degelijk
afschot van wildzwijn en
exoten toegestaan. Dit vraag
deels een proactieve aanpak .
Eerdere uitspraken over
vermindering van
zichtbaarheid door “jacht” zijn
dus eigenlijk niet relevant.
Informatie naar het publiek
hieromtrent moet in dit plan
Over populatiebeheer van onder
andere wilde zwijnen in de
natuurschil en mogelijk
natuurkern communiceren we
met de omgeving.
We voegen bij
paragraaf 5.3 toe:
Over populatiebeheer
van onder andere
wilde zwijnen (als ze
in de toekomst
spontaan naar de
Maashorst komen) in
de natuurschil en
mogelijk natuurkern
52
als actiepunt worden
opgenomen.
communiceren we met
de omgeving.
30 Schadebestrijding moet
gebiedsbreed plaats kunnen
vinden om enigszins effectief
te kunnen zijn. Bescherming
binnen de Maashorstgrenzen
van deze soorten betekent dat
“de Maashorst” aansprakelijk
is voor de ontstane schade
omdat zijn niet meewerkt aan
preventieve maatregelen.
Particulieren en ondernemers
zijn zelf verantwoordelijkheid
om schade aan eigendommen en
gewassen te voorkomen.
Dit is het beleid van het
Faunafonds. Mochten de
maatregelen niet voldoende
effectief zijn dan kan
populatiebeheer in de
natuurschil aan de orde zijn.
30 naast mitigerende maatregelen
voor lagere diersoorten is voor
een het ree nog steeds
populatiebeheer, conform het
provinciaal faunabeheerplan (
leefgebieden benadering) , de
beste manier gebleken. Beheer
in een rand zone van slechts
25 meter is absoluut niet
efficiënt.
In het IBeP spreken we over een
beheerzone van
25 – 50 meter. Wel is
afgesproken dat we de breedte
van deze zone nog nader
bekijken in de uitwerking van de
contracten.
Het plan hoeft niet te
worden aangepast.
30 De vos is alleen prooi door
menselijk ingrijpen. Eenzijdige
volledige bescherming heeft
dus weinig te maken met een
natuurlijk proces om
biodiversiteit te bevorderen
maar heeft meer weg van
bescherming van het recht van
de sterkste.
Het IBeP gaat voor de natuurkern
en de natuurschil uit van een zo
optimaal werkend ecosysteem
met predatoren zoals de Vos.
Plan hoeft niet te
worden aangepast
maar kan tekstueel wel
worden verbeterd
30 Schade ten gevolge van het op
de Maashorst gevoerde
faunabeleid moet men maar
voor lief nemen. Binnen de
kern is slecht beperkt
faunabeheer mogelijk, liever
niet dan wel.
Zie eerdere antwoorden, Plan hoeft niet te
worden aangepast.
10. Water
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
1 Het bewust uit laten spoelen
van voedingsstoffen is in strijd
met het Europese milieubeleid
Een deel van het fosfaat, dat
aanwezig is in de
landbouwgronden lost op als
gevolg van vernatting van het
gebied . Dit spoelt uit en leidt
tot eutrofieringsverschijnselen in
53
het oppervlaktewater. Slechts
enkele jaren is er een grotere
uitspoelingsvracht, dan nu.
Hierna merk je het effect van
het stoppen met bemesten. Op
het niveau van de Kaderrichtlijn
water zijn deze effecten niet-
significant.
10/31 Wat betreft het watersysteem
spreken we het vertrouwen uit,
dat zoals toegezegd, er altijd
zorg gedragen wordt voor
acceptabele
grondwaterstanden voor
bewoners.
Het Waterschap Aa en Maas wil
een robuust en duurzaam
watersysteem voor de
verschillende functies in het
gebied. Zij zorgt voor
acceptabele grondwaterstanden
in de Maashorst Voorafgaand
aan de realisatie vindt overleg
plaats met de bewoners binnen
het beïnvloedingsgebied.
15 De voorgestelde vernatting
van het gebied evenals het
herstel van de wijstgronden
staan lijnrecht tegenover het
voorgenomen behoud van het
unieke agrarische
cultuurlandschap van ons
buurtschap. Het plaatsen en
omhoog zetten van stuwen en
het weghalen van sloten kan
niet anders dan in zorgvuldig
overleg met de bewoners van
Slabroek. Bij het hoofdstuk
waterhuishouding mis ik deze
toevoeging.
Het wijstherstel ter hoogte van
Slabroek is zeer beperkt en
spitst zich meer toe op het
beheer van de gronden dan op
grondwaterstandsveranderingen.
De bewoners ervaren nu al
wateroverlast in de winter. De
optimalisatie van de
waterhuishouding stemmen we
af met de bewoners . We richten
ons op een lagere waterstand in
de winter en een hogere in de
zomer zodat de huidige
wateroverlast voor de bewoners
minder wordt.
Voor de optimalisatie
van het watersysteem
gaan we in overleg
met de bewoners van
Slabroek. Dit voegen
we toe aan paragraaf
5.4 Waterhuishouding,
maatregel B.
18/33 Opzetten van waterpeil mag
geen effect hebben op de
landbouw percelen, tenzij
hierover een regeling is
getroffen met de eigenaar.
Het Waterschap Aa en Maas wil
een robuust en duurzaam
watersysteem voor de
verschillende functies in het
gebied. Zij zorgt voor
acceptabele grond- en
oppervlaktewaterstanden voor
de agrariërs in de Maashorst.
Voorafgaand aan de realisatie
vindt overleg plaats met de
agrariërs binnen het
beïnvloedingsgebied.
35 Wij pleiten er voor het herstel
van het watersysteem zo snel
Het waterschap pakt het herstel
van het watersysteem op als de
54
mogelijk in gang te zetten en
niet af te laten hangen van de
(laatste) grondaankopen. Ook
de wijstverschijnselen op de
flanken kunnen zich zo beter
herstellen.
situatie dit toe laat. We hebben
echter te maken met meerdere
functies (zoals landbouw en
natuur) in het gebied. Zolang
sommige functies tegenstrijdig
zijn met het herstel van het
watersysteem, heeft de huidige
functie de voorkeur.
35 Ten aanzien van deelgebied G
pleiten wij voor een beheer
(bijvoorbeeld LOP-stuwen)
waarbij de ecologische kansen
voldoende meegewogen
worden met de GGOR aanpak.
Uit het plan is niet duidelijk of
de natuurwaarde goed
meegewogen wordt in de
aanpak. Ook voor Herperduin
zijn kansen aanwezig om het
watersysteem te verbeteren.
Het is wenselijk in het plan
ook hier op in te gaan.
In het IBeP verwijzen we naar het
gebiedsproces Raamvallei . Het
plan dat hier uit voort komt
neemt alle functies en waarden
mee. Ook de natuurwaarde voor
deelgebied G en Herperduin.
11. Landbouw
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
34 In het plan is er onvoldoende
rekening gehouden met de
sociale maatschappelijke en
economische gevolgen voor
de bewoners en de agrariërs.
We houden zoveel mogelijk
rekening met gevolgen voor
bewoners en agrariërs. Voor
omwonenden in en om de
natuurkern is het van belang dat
zij prettig kunnen blijven
wonen. Veranderingen kunnen
voor onverwachte knelpunten
gaan zorgen. In dat geval zal
samen met de bewoners een
oplossing gezocht worden. De
agrariërs kunnen kiezen of ze
hun landbouwgrond willen
verkopen of ruilen of hun bedrijf
willen voortzetten. Ook kan men
kiezen voor ondernemende EHS
in de natuurschil. Het IBeP
belemmert niet het doorgaan
met landbouw.
33 ZLTO wil meer betrokkenheid Binnen het IBeP is ruimte voor We voegen bij
55
van particulieren en
ondernemers bij
natuurrealisatie.
Ondernemende EHS past hier
goed bij.
54 ha ondernemende EHS. Deze
mogelijkheid bieden we in de
natuurschil. We willen iedereen
betrekken bij het proces en de
ontwikkeling van de Maashorst.
Een particulier of ondernemer
kan via een verzoek aan de
provincie de doelstelling natuur
op eigen grond realiseren.
Provincie toetst de
mogelijkheden.
paragraaf 4.5 de
volgende tekst toe:
Als particuliere
grondeigenaren mee
willen doen aan de
uitvoering van het
IBeP, dan kan
daarvoor het
instrument van
particulier
natuurbeheer worden
ingezet.
.
8 De vraag of er draagvlak is
voor de aankoop van
gronden door ARK wordt niet
in het plan besproken.
Notitie toevoegen zoals bij
de boseigenaren.
De aankoop van gronden door
stichting ARK gebeurt op
vrijwillige basis. Stichting ARK
peilt het draagvlak tijdens
gesprekken.
-
8 Er wordt geen rekening
gehouden met agrariërs in
hoofdstuk 4 (natuurkern)
Maashorstcommunity is ook
echt voor alle partijen.
Stichting ARK gaat de
gesprekken met agrariërs aan
om tot gezamenlijke
overeenstemming van
verwerving/ruiling van percelen
te komen. Hierbij houdt ARK
rekening met de eisen/wensen
van de agrariërs. Verwerven
gebeurt op vrijwillige basis. In
paragraaf 4.3 kunt u hier meer
over lezen.
-
8 Er moet een alternatief
komen waarbij landbouw in
de Maashorst blijft. Dit levert
een stabiel economisch
draagvlak in de gemeente.
Natuur en landbouw kunnen
ook hand in hand de
toekomst in gaan.
De provincie heeft de
natuurkern van de Maashorst
aangewezen als Nationaal
Natuur Netwerk (NNN). Dit is
ook vastgelegd in zowel het
Maashorst-Manifest, Natuurplan
als Inrichtings- en Beheerplan.
Het NNN biedt wel ruimte voor
Ondernemende EHS (natuur en
landbouw hand in hand), maar
niet voor reguliere landbouw.
Buiten de Maashorst wordt
ruimte aan de landbouw
gegeven.
-
30 Verwerving op basis van
vrijwilligheid. Er worden wel
beperkingen opgelegd: Welke
en wat is de wettelijke basis
waarop men die beperking
kan opleggen. Komt er een
Het IBeP geeft geen extra
(planologische) belemmeringen
en beperkingen voor de
bedrijfsvoering ten opzichte van
de huidige situatie. We zien
daarom geen grond voor
56
planschadevergoeding voor
mensen die niet willen
verkassen en wel met
belemmering in
bedrijfsvoering te maken
krijgen?
planschadevergoeding.
30
De omgeving is
ondergeschikt aan het
gebied en de daarin
voorgestelde “natuurlijke”
processen.
In die mate dat zelfs het
omliggende landbouwgebied
wordt omgedoopt tot 2e
schil. Ondanks het feit dat
een deel van de bewoners
hun boterham zal moeten
blijven verdienen op de
aanwezige
landbouwgronden.
de 2e schil met kleinschalige
landbouw: deze uitspraak
legt al meteen beperkingen
op aan de ontwikkeling van
de bedrijven die er al van
oudsher liggen.
Laat de opstellers duidelijke
grenzen aangeven zodat de
eigenaren en hun buren
weten waar ze aan toe zijn.
Alles lijkt ondergeschikt te
worden aan de natuurkern.
Blijft het steeds de agrarische
schil noemen! En niet de 2e
schil.
In het IBeP staat niet de
benaming 2e schil met
kleinschalige landbouw. Als
aanduiding voor het gebied
buiten het Nationaal
Natuurnetwerkgebied (NNN) de
Maashorst.
Het IBeP deelt het NNN op in een
natuurkern en –schil. De
natuurkern betreft het
begrazingsgebied 2019.
Dat gebied is aangegeven op de
betreffende kaart in de bijlagen.
De percelen tussen de
natuurkern en de grens van het
NNN worden samen natuurschil
genoemd. Zo is het voor
iedereen duidelijk of men
binnen of buiten de NNN is
gelegen. Is men binnen de NNN
gelegen, dan is op de kaart te
zien of men in de natuurkern of
in de natuurschil is gelegen.
De aanwezige landbouwgronden
kunnen op de gewone manier
bewerkt worden.
57
12. Archeologie
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
13 Mijn reactie heeft als
drijfveer de Maashorst nog
steviger op de archeologisch
kaart te zetten zodat het met
recht een archeologisch
landschap van allure
genoemd kan worden
Dit voert te ver voor het IBeP.
Het IBeP bevat geen project
m.b.t. archeologie. Het schept
wel kaders en moet
ambities/plannen dus niet
onmogelijk maken.
In kader van het programma
Meer Maashorst, hebben we
wel een archeologische
ambitie.
13 Door alleen te focussen op
het urnenveld ontstaat een
eenzijdig beeld van de
archeologie in de maashorst.
Besteed ook meer aandacht
aan andere vondsten. Dit zal
de aantrekkingskracht van de
Maashorst voor de in
archeologie en
cultuurhistorie
geïnteresseerde bezoeker
alleen maar zal vergroten.
Dit voert te ver voor het IBeP In
het IBeP staat: “Komende jaren
worden in het kader van het
programma ‘Meer Maashorst’
diverse acties ondernomen om
de Maashorstarcheologie zoals
grafheuvels, urnenvelden en
landweren nog verder te
ontsluiten voor recreanten.”
13 Dit kan door het plaatsen van
landmarks en
informatieborden. Denk aan
een kunstwerk dat
harmonieert met de
omgeving
Dit voert te ver voor het IBeP
Dit pakken we op in het
programma ‘Meer Maashorst’.
Hierin staat het deelproject
Cultuurhistorie en
Archeologie. Hierin worden
zgn POI’s (Points Of Interest)
benoemd. Archeologie is één
van de thema’s waar we POI’s
aan koppelen.
De volgende locaties gaan we
in ieder geval (verder)
archeologisch onderzoeken en
in beeld brengen: Keltenweg
(grafheuvels, grafveld), Vorssel
(grafheuvels) en Voederheil
(landweer). Al deze locaties
maken we op een verrassende
en/of kunstzinnige wijze
beleefbaar voor het publiek.
De archeoloog van de
gemeente Oss trekt het
archeologisch onderzoek.
58
Momenteel zijn we bezig om
de opdracht m.b.t.
cultuurhistorie en archeologie
aan te scherpen. Dit gebeurt in
samenspraak met de
betrokken archeoloog,
landschapsarchitect en BKKC
(Brabants Kunst en Cultuur
Centrum).
13 Vindplaatsen rond de
maashorst zijn :
Vuistbijl in hengstheuvel
(neanderthalers)
Vuurstenen werktuigen ten
zuiden van schaijk en
slabroek (eerste mens in de
maashorst)
Bronsdepot bij de A50 thv
Nistelrode (vondst van
nationaal belang)
Romeinsgrafveld op de
gaalse heide bij Schaijk
Tijdelijk vliegveld uit WOII
ten noord oosten van
Nistelrode
Dit voert te ver voor het IBeP
Maar het is goed om dit te
weten. We gaan ervan uit dat
onze archeoloog dit ook weet.
13 De ligging van de diverse
genoemde vindplaatsen leent
zich er prima voor deze te
verbinden door middel van
een archeologische fietsroute
waar dan uiteraard ook de al
eerder genoemde
grafheuvels en urnenvelden,
de landweer en de
wielerbaan van Vluchtoord
deel van uit zouden moeten
maken. Startpunt bij
archeologische
tentoonstelling.
Dit voert te ver voor het IBeP
In kader van he t programma
Meer Maashorst gaan we een
GPS-route ‘De geschiedenis
van De Maashorst’ maken, die
we koppelen aan de POI’s.
Hieraan koppelen we in ieder
geval ook de archeologische
vindplaatsen.
13 Er wordt niet beschreven hoe
de grafheuvels en
urnenvelden beter worden
ontsloten
Klopt. Dit valt buiten het IBeP.
In kader van het programma
Meer Maashorst wordt dit
bekeken.
13 Bij het urnenveld in slabroek
valt nog wat te verbeteren.
Zo moet een gedeelte van
het grafveld verder
onderzocht worden. Moet de
ontsluiting beter, betere
Dit voert te ver voor het IBeP.
Dank voor het opmerken. Het
lijkt ons goed om met de
betrokken partijen hierover in
gesprek te gaan in kader van
het programma Meer
59
bewegwijzering, informatie
ontbreekt over de
‘varkensruggen’ in het veld
en op schot van jonge
berken verstoren open
terrein.
Maashorst..
Voor de archeologische
vindplaatsen hebben we een
Maashorstbrede aanpak voor
o.a. informatievoorziening en
bewegwijzering.
13 Met betrekking tot de
landweer hoop ik dat ingezet
gaat worden op het
onderzoek naar de verdere
looprichting van deze
structuur. Met behulp van
smalle kijksleuven moet dit
verder te bepalen zijn. Na
zo’n onderzoek zou de
landweer door middel van
palen, beplanting of
misschien wel een volledige
reconstructie opnieuw
beleefbaar gemaakt kunnen
worden.
Dit voert te ver voor het IBeP.
De landweer bij Voederheil
maakt onderdeel uit van het
deelproject Cultuurhistorie en
Archeologie van het
programma Meer Maashorst.
Onze archeoloog werkt o.a.
samen met de Leidse
Universiteit.
De vragen die het onderzoek
gaat beantwoorden zijn: Wat is
er bekend over de landweer?
Hoe zag de landweer eruit? De
werkzaamheden richten zich
op het verbeelden en
ontsluiten van de landweer.
13 In de bossen liggen nog
meer lineaire structuren
verborgen en ook nog niet
ontdekte grafheuvels. Het
zou interessant zijn hier
onderzoek naar te doen. Het
Aktueel Hoogtebestand
Nederland (AHN) verstrekt
tegenwoordig zulke
gedetailleerde data dat
hiermee geweldige resultaten
te behalen zijn. Wellicht zou
zo’n onderzoek uitgevoerd
kunnen worden in de vorm
van een
samenwerkingsverband met
een universiteit
Het samenwerkingsverband
met de Universiteit van Leiden
is er.
Op dit moment is er
subsidiegeld vanuit het
programma Meer Maashorst
voor het deelproject
Cultuurhistorie en
Archeologie. Dit geld is wel
gelabeld en begrensd.
Kortom we zullen op zoek
moeten naar mogelijkheden
om enerzijds werk met werk te
maken en anderzijds andere
financiële middelen te vinden.
13 Als alle ambities
waargemaakt worden moeten
de vondsten ook getoond
kunnen worden aan het
publiek. Er is voldoende
materiaal beschikbaar voor
een permanente
tentoonstelling bijvoorbeeld
bij het natuurcentrum.
Dit voert te ver voor het IBeP
Het zou een goede kans zijn
om met een archeologische
tentoonstelling en fiets- en
wandelroutes de Maashorst
archeologisch op de kaart te
zetten. We zullen dit
meenemen in de gesprekken
met het Natuurcentrum.
Hiervoor moet dan een goed
60
plan komen en ook middelen.
We nodigen indiener uit om
mee te denken over het
realiseren van de
archeologische ambities.
13. Overige thema’s
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
15 De Slabroekse kansenkaart
is niet te lezen
Het klopt dat het kaartmateriaal op
een gewoon computerscherm of A4
print minder duidelijk is. Dit is
moeilijk op te lossen. U kunt de
grote, papieren kaarten inzien bij de
gemeenten Oss, Landerd, Bernheze
of Uden. U kunt vragen naar de
ambtenaar die betrokken is bij het
Inrichting- en beheerplan Maashorst
15 Er moet een duidelijkere
kaart komen waarop staat
aangegeven welke wegen
en paden op welke termijn
zullen verdwijnen
We weten nog niet welke wegen en
paden verdwijnen, dit is afhankelijk
van de grondverwerving en de
uitkomsten van het
gebruikersoverleg.
18 Er dient een
rampenbestrijdingsplan te
komen voor het geval van
natuurbranden
Dit klopt. In hoofdstuk 4,2
vullen we aan dat we
mee werken aan een
risico-inventarisatie
natuurbranden.
27 Hoe staat het met de
langere termijnvisie
buiten de grenzen van het
IBeP. Zoals het Mun,
corridor A50 en
verbinding over N329
naar de Stelt
Het IBeP gaat hier niet over.
Voor de stand van zaken verwijzen
we naar de betreffende gemeenten.
27 Ik hoop dat IBeP aanleiding
geeft voor de raad om het
crossterrein in Oss op te
heffen
Het IBeP gaat niet over het circuit
Nieuw Zevenbergen. De
gemeenteraad van Oss besloot in
2013 het circuit onder voorwaarden
te behouden na 2018. Het project en
de stand van zaken van de
herontwikkeling van het circuit staan
op
www.oss.nl/circuitnieuwzevenbergen.
33 ZLTO geeft geen steun aan
de gewenste voordracht
van de Maashorst voor de
Het IBeP staat los van een eventuele
aanvraag voor de status van
Nationaal Park. Er is een inrichting en
61
status van Nationaal Park.
De aanwijzing als
Nationaal Park roept veel
weerstand op in het
gebied en biedt weinig
meerwaarde
beheerplan nodig, onafhankelijk van
wat de status is van het gebied.
We zullen altijd eerst in overleg gaan
met de ZLTO en de Maashorstboeren
om tot een Nationaal Park te komen,
want de status moet ook een
meerwaarde hebben voor de
agrariërs in het gebied.
14. Financiën
Nummer
brief
Reactie Antwoord op reactie Aanpassing plan
30 Wat zijn de kosten voor
kuddebeheer na 2019 irt
de provinciale subsidie?
Zeker als er nog andere
grazers komen.
De provincie draagt niet specifiek bij
aan de kosten voor de kuddes. Wel
betaalt zij de gebruikelijke jaarlijkse
beheervergoedingen (SNL-
vergoeding) voor elke hectare
natuurgebied deze verschilt per
beheerstype van € 15 tot € 550 per
ha/per jaar) Het is aan de beheerder
om te zorgen dat ze uitkomt met dit
bedrag.
30 Men spreekt over het uit
laten voeren van
beheerwerkzaamheden
door bv de
Maashorstboeren. Laten
de SNL vergoedingen een
marktconforme beloning
toe?
Ook dit stuk (3.3) blinkt
uit in vaagheid en
idyllische verhalen.
De SNL-vergoedingen laten een
marktconforme beloning toe. De
werkzaamheden worden nu ook
marktconform beloond.
Voor het krijgen van de SNL-
vergoeding moeten de
beheerwerkzaamheden wel voldoen
aan een bepaalde kwaliteit. In de
Maashorst is dat voornamelijk het
natuurdoeltype kalk- en
zandlandschap.
27 Kan de stuurgroep
nationale middelen
verkrijgen voor dit
nationaal natuurgebied?
De middelen lopen via de provincie.
We verwachten geen middelen van
het Rijk.
62
Bijlage 1
Overige brieven zijn van particulieren.
nummer
brief organisatie
2 Bestuur ZLTO afdeling Boekel-Venhorst
5 VDG
6/23 slabroeksehei hek vrij
18 Maashorstboeren
22 WBE Maashorst/WBE ZUVO
24 KNHS
25 TWC de Voorsprong/MVTO
28 Kerngroep Maashorst Open
29 dorpsraad Herpen
30 WBE Nistelrode
31 12 huishoudens Slabroek
33 ZLTO
35 Natuurverenigingen Maashorst