Stand vd Industrie - mei 2015

17
Stand van de Industrie Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses mei 2015 Economisch Bureau Nederland Casper Burgering Senior sector econoom 020 383 26 93 [email protected] @CasperBurgering

description

 

Transcript of Stand vd Industrie - mei 2015

Page 1: Stand vd Industrie - mei 2015

Stand van de Industrie Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses

mei 2015

Economisch Bureau Nederland

Casper Burgering

Senior sector econoom

020 – 383 26 93

[email protected]

@CasperBurgering

Page 2: Stand vd Industrie - mei 2015

2

Stand van de Industrie is positief in mei

Sheet 3 Sheet 5 Sheet 6 Sheet 7

Sheet 9

Sheet 11 Sheet 12 Sheet 13 Sheet 14

Sheet 8

Ongunstige

omstandigheden

Neutrale

omstandigheden Gunstige

omstandigheden

Mondiale BBP

(2015)

3,3%

Global PMI Man.

(april)

51,0

PMI man. NL

(april)

54,0

BBP NL

(2015)

1,8%

Export NL

(2015)

4,6%

Producenten

vertrouwen NL

(april)

3,3

Omzetgroei NL

(maart)

-2,1%

PMI

bezettingsgraad

NL (apr./K2)

PMI vs CBS

Vacature

Indicator (apr.)

0,38

Sheet 7 Investeringen

NL (2015)

4,5%

Economisch Bureau

Verwachting

ABN AMRO

Actuele stand

van zaken

Faillissementen

(t/m apr, joj)

-34%

-15%

0%

15%

Oranje lijn = LT-gemiddelde

Groene lijn = actueel verloop

Grijze stippellijn = neutrale grens

48

50

52

54

2013 2014 2015

46485052545658

2013 2014 2015

-8-6-4-2024

2013 2014 2015

-1

0

1

2013 2014 20150

50

100

2013 2014 2015

-5%

0%

5%

19

96

20

00

20

04

20

08

20

12

20

16-5%

0%

5%

19

96

20

00

20

04

20

08

20

12

20

16

-12%

0%

12%

19

96

20

00

20

04

20

08

20

12

20

16

-12%

0%

12%1

996

20

00

20

04

20

08

20

12

20

16

81,8% 53,4

74788286

20

13

20

14

20

15

50

52

54

2014 2015

Sheet 10 Productie groei

NL (2015)

3,0%

-10%

0%

10%

20

06

20

08

20

10

20

12

20

14

20

16

-20%

-10%

0%

10%

2014 2015

binnenland

buitenland

Page 3: Stand vd Industrie - mei 2015

Teleurstellende cijfers uit de VS en China

De Amerikaanse economie is in

de eerste maanden van dit jaar

flink vertraagd, maar de zwakkere

groei kwam in ieder geval voor

een deel voort uit tijdelijke

factoren. Steun komt voort uit: de

sterke groei vd particuliere

consumptie in K1, de stijgende

huizenprijzen, sterke herstel vd

Chicago PMI, de daling in aan-

vraag werkloosheidsuitkeringen.

De Chinese economie groeide

met slechts 7% in K1-2015, en dit

is een 6-jaars laagte record. De

zwakke groei was vooral het

gevolg van zwakke binnenlandse

vraag. Risico’s komen vooral

voort uit het hoge niveau van de

schulden en overcapaciteit. Ook

andere indicatoren duiden op een

afkoeling van de economie, maar

een harde landing sluiten we uit.

Er komen steeds meer tekenen

dat de EU-economie aantrekt.

Hoewel vertrouwensindicatoren

voor april een nogal wisselend

beeld laten zien, stemt het

totaalplaatje hoopgevend. Harde

economische cijfers over K1

suggereren dat groeiversnelling is

opgetreden. De lagere prijzen, de

goedkopere euro en de ruimere

kredietverlening wijzen op herstel.

De Lat-Am. economie stelt nog

steeds teleur. Brazilië, de grootste

economie in Latijns Amerika, laat

slechte cijfers zien over K1-2015.

De PMI voor de industriële

activiteit staat in de krimpfase en

de export is in K1 gedaald. Ook

het consumentenvertrouwen blijft

maar dalen. Voor dit jaar gaan we

ervan uit dat de Braziliaanse

economie zal krimpen met 1%.

De Manufacturing PMI voor de

mondiale industriële activiteit nam

in april af met 0,7 index punten

naar 51,0. Dit is nog boven de

neutrale grens van 50 punten. De

wereldhandel nam in februari met

2,0% j-o-j toe. Dit is een lichte

afzwakking t.o.v. de groei in

januari(+2,1% j-o-j). Het tempo

van de groei verzwakte af t.o.v.

de laatste 4 maanden van 2014.

Economisch Bureau Bron: ABN AMRO Economisch Bureau, CPB, Markit Economics

3

Australia

Brazil

China

France

Greece

India

Indonesia

Italy Japan

Mexico

Netherlands

Norway

Poland

Russia

South Africa

EUROZONE

S.Korea

Spain

Switzerland

Turkey

UAE

UK US

Vietnam

Ireland

Belgium

EMERGING ASIA

EMERGING EUROPE

LATIN AMERICA

Germany Czech Rep.

Argentina

Colombia

0%

1%

2%

3%

4%

5%

6%

7%

8%

-6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8% 10%

GD

P %

gro

wth

(yo

y) 2

01

6

GDP % growth (yoy) 2015

World GDP % growth 2015: 3.3%

World GDP % growth 2016:

3.9%

40

50

60

01-10 01-11 01-12 01-13 01-14 01-15

Global Man. PMI

neutral

Page 4: Stand vd Industrie - mei 2015

4

Mondiale productie presteert nog onder zijn kunnen

Economisch Bureau Bron: Thomson Reuters Datastream, CPB, CBS

Mondiale industriële productie groeit met

2,4% joj in K1 en overtuigd nog niet…

Vooral industrie van Latijns Amerika

draagt bij aan de beperkte groei…

De nieuwe orders daalt in april scherp,

maar blijft nog boven 50 (dus groei)…

Mo

nd

iale

pro

du

cti

e

Ook de groei van de wereldhandel zet

begin 2015 nog niet door…

Glo

bal P

MI

…en ook de mondiale output index neemt

sterk af in april…

…terwijl de werkgelegenheid licht

toeneemt ten opzichte van vorige maand.

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Mondiale industriele productie

LT-gemiddelde

% g

roei

(jo

j)

-5%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

2010 2011 2012 2013 2014 2015

VS LatAm

Europe Asia%

gro

ei (

joj)

-25%

-20%

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Wereldhandel

LT-gemiddelde

% g

roei

(jo

j)

Wereldhandel groeit volgens

ABN AMRO met 5% joj in 2015 en

6% joj in 2016

50.7

49

50

51

52

53

54

55

2014 2015

neutraal

51.8

49

50

51

52

53

54

55

2014 2015

neutraal 51.1

49

50

51

52

53

54

55

2014 2015

neutraal

Page 5: Stand vd Industrie - mei 2015

5

PMI Japan ook in krimpfase, Frankrijk zakt verder weg

Bron: Thomson Reuters Datastream, NEVI, Markit Economics Economisch Bureau

In Europa staat de PMI voor de verwerkende industrie van Frankrijk nog in de krimpfase. In de overige Europese landen met een PMI registratie staat de

verwerkende industrie er gunstig bij. Met name is de situatie in Oostenrijk sterk aangetrokken met een groei van 5% m-o-m. Ook in Nederland en Italië verbeterde de

index op maandbasis, terwijl in de overige Europese landen de index daalde. Van de BRIC landen staat nu alleen nog India in de groeifase met de PMI voor de

verwerkende industrie. Ook Japan heeft zich in april aangesloten bij de landen met hun PMI voor de verwerkende industrie onder de 50 neutrale grens.

Cijfers gecorrigeerd voor seizoensinvloeden

0

10

20

30

40

50

60

70

Output neutraal

PMI output - april (index, 50 = neutraal)

0

10

20

30

40

50

60

70

Nieuwe orders neutraal

PMI nieuwe orders - april (index, 50 = neutraal)

April PMIs verwerkende industrie

Wereld: 55.7

54.0 51.7 VS 54.1

51.9 51.0 -2.9%

-3.9% -1.4%

52.5

56.8 54.0 Japan 50.3

55.8 2.9% 49.9-1.8% -0.8%

52.8 47.7

52.1 50.1 46.2

Europa:-1.3% 5.0%

Brazilie 46.052.6 -0.4%

52.2 48.8

-0.8% 48.0 48.1

-1.6% 53.3 Rusland 48.9

53.8 1.7%

0.9%

54.3

54.2 52.6

-0.2% India 51.9-1.3%

Eurozone:

52.2 49.6

52 China 48.9-0.4% -1.4%

Page 6: Stand vd Industrie - mei 2015

6

Nederlandse verwerkende industrie groeit verder

Bron: NEVI, Thomson Reuters Datastream, ABN AMRO Economisch Bureau

De Purchasing Managers’ Index (PMI) van het NEVI is een verzamelingsindex gebaseerd op 5 individuele indexen met de volgende zwaarte verdeling: nieuwe orders (0,3), productie

(0,25), werkgelegenheid (0,2), levertijden (0,15), voorraad ingekocht materiaal (0,1), met de levertijden index omgekeerd zodat de cijfers zich in een vergelijkbare richting bewegen.

De PMI voor de verwerkende industrie heeft in april weer terrein gewonnen ten opzichte van maart. De index kwam uit op 54 punten

en dat is een toename van 1,5 indexpunten (of 2,9%) op maandbasis. De index staat nu 22 maanden non-stop boven de 50.

De meeste deelindicatoren droegen bij aan de groei van de index in april, alleen de deelindicator ‘voorraad ingekocht materiaal’ bleef

nagenoeg stabiel in april. De twee meest relevante deelindicatoren van de index (nieuwe orders en productie) droegen het sterkst bij

aan de totaalindex. Deze twee indicatoren samen bepalen voor 55% de richting van de index.

De nieuwe export orders index krijg zijn sterkere impuls vooral door de zwakkere euro. Omdat de euro afgelopen weken iets sterker

is geworden ten opzichte van de dollar, zal de index in mei wellicht iets afzwakken. Maar voor heel 2015 geldt dat de export de

aanjager blijft van groei voor de verwerkende industrie.

42

44

46

48

50

52

54

56

58

-03

-02

-01

00

01

02

03

2013 2014 2015

PMI - werkgelegenheid PMI - nieuwe orders

PMI - productie PMI - levertijden

PMI - voorraad ingekocht materiaal PMI - Industrie (r.as)

bijd

rage

in in

dex

pn

tn v

an o

nd

erd

elen

PM

I aa

n d

e w

ijzig

ing

van

PM

I to

taal

PM

I - in

du

stri

e (t

ota

al)

Page 7: Stand vd Industrie - mei 2015

7

BBP-groei krijgt bredere basis

Economisch Bureau Bron: ABN AMRO Economisch Bureau (Nico Klene/Philip Bokeloh)

- De Nederlands economie groeit harder dan gedacht. Het BBP nam in het vierde kwartaal niet met 0,5% op kwartaalbasis toe, zoals eerder was bericht, maar

met 0,8%. De gemiddelde BBP-groei over 2014 komt daarmee uit op 0,9%. Zonder beperking van de gaswinning en zachte winter, had het groeitempo zelfs

een half procentpunt hoger kunnen liggen.

- De internationale handel blijft belangrijk. Naar verwachting zal de uitvoer komend jaar verder toenemen. Behalve van de mondiale conjunctuuropleving

profiteren bedrijven namelijk ook van de lagere euro. Het ondernemersvertrouwen wordt verder gevoed door de lage olieprijzen en de gedaalde rente. Beide

drukken de productiekosten omlaag.

- De hogere consumptie en bedrijfsinvesteringen leiden tot een toename van de binnenlandse vraag. Hierdoor stijgt de invoer uit het buitenland. Hoewel de

invoer harder stijgt dan de uitvoer, blijft het overschot op de lopende rekening hoog. Met ruim 10% van het BBP ligt het royaal boven de Europese richtlijnen.

Toch maakt de Europese Commissie hier geen halszaak van.

(zie voor meer achtergrond en analyse de ‘Nederlandse Economie in Zicht’ op ABN AMRO Insights)

2013 2014 2015 2016 % mutaties

BBP -0,7 0,9 1,8 2,3

Particuliere consumptie -1,6 0,1 1,5 1,5

Overheidsconsumptie -0,2 -0,3 -0,2 0,2

Investeringen -3,9 3,5 4,5 5,1

Uitvoer 2,2 4,0 4,6 5,6

Invoer 1,0 4,0 5,1 5,9

Consumentenprijsindex 2,5 1,0 0,6 1,8

Lonen (part.) 1,3 1,2 1,4 1,7 niveaus

Werkloosheid (% ber.bev. - CBS) 7,3 7,4 7,0 6,6

Lopende rekening (% BBP) 11,0 10,3 9,9 9,6

Saldo overheid (% BBP) -2,3 -2,3 -1,7 -1,0

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

BBP Overheidsconsumptie

Particuliere consumptie Investeringen

Uitvoer Invoer

Page 8: Stand vd Industrie - mei 2015

Sentiment bij handelspartners geeft gemengd beeld

8 Economisch Bureau

Bron: Thomson Reuters Datastream

Duitsland: Het algemene vertrouwen bij ondernemers is

goed, terwijl industriële ondernemers in de

loop van K1 weer wat positiever werden.

Verenigd Koninkrijk: Sentiment in de industriële sector neemt af in

het VK, met name doordat de pond sterker is

geworden ten opzichte van de euro.

Verenigde Staten: Parallel aan de verslechtering van de

economie in K1, is het sentiment in de VS

onder ondernemers afgenomen.

Frankrijk: Het sentiment in de industrie is nog altijd

negatief. De industriële productie stelde teleur

en het aantal nieuwe orders nam verder af.

Italië: Het vertrouwen heeft een sterke opmars

gemaakt. Het sterke herstel in de nieuwe

orders is hier mede debet aan.

België: Het vertrouwen is nog niet terug en de groei

van de werkgelegenheid en investeringen

blijven relatief gezien nog achter.

100

105

110

115

-15

-10

-5

0

5

2014 2015Duitsland - Industrial confidence (l.as)

Duitsland - Business confidence (r.as)

-5

0

5

10

15

2014 2015VK - Business confidence

VK - Industrial confidence

45

50

55

60

0

5

10

15

20

2014 2015VS - Industrial confidence (l.as)

VS - Business confidence (r.as)

-30

-20

-10

0

10

2014 2015Frankrijk - Business confidence

Frankrijk - Industrial confidence

90

95

100

105

-10

-8

-6

-4

-2

0

2

2014 2015Italie - Industrial confidence (l.as)

Italie - Business confidence (r.as)

-15

-10

-5

0

5

2014 2015Belgie - Business confidence

Belgie - Industrial confidence

Page 9: Stand vd Industrie - mei 2015

9

Ondernemers optimistisch over economisch klimaat

Bron: CBS, NEVI, ABN AMRO Economisch Bureau Economisch Bureau

Het algemene sentiment onder ondernemers in de industrie is positief. Het producentenvertrouwen en de PMI voor de verwerkende industrie staan

beide boven hun neutrale grens. Vooral de PMI op output en nieuwe orders is toegenomen. De PMI werkgelegenheid heeft zijn positie in de

expansiefase verder verstevigd, ondernemers zijn positief over de nieuwe orders en de orderportefeuille is bij veel ondernemers redelijk gevuld. Het

oordeel over het economisch klimaat is in alle branches van de industrie positief, met name in de basismetaalindustrie is het sentiment weer krachtig

hersteld. In maart ging dit sentiment nog door een (onverwacht) dieptepunt, maar klom in april terug naar het vergelijkbare niveau als in februari. Het

spontane dieptepunt staat in relatie met de (ook onverwachte) krimp van de productie in februari.

PMI - industrie Vertrouwen, oordeel economisch klimaat en sentiment

54

42

44

46

48

50

52

54

56

58

2012 2013 2014 2015

PMI

Neutraal

LT gem. = 51,7

0

10

20

30

40

50

60

maart april

Oordeel economisch klimaat

(saldo (%) ondernemers positief/negatief)

-15

-10

-5

0

5

10

2012 2013 2014 2015

Ontwikkeling orderportefeuille

Verwachting toekomstig productie niveau

saldo (%) ondernemers positief/negatief

43.1

51.3

54.5

55.4

53.0

49.6

00

10

20

30

40

50

60

Langetermijn gem. Niveau april

neutraal

-45-40-35-30-25-20-15-10

-505

2013 2014 2015

Consumentenvertrouwen

Producentenvertrouwen

Industrie vertrouwen

Koopmoment duurz. goederen

80

85

90

95

100

105

2012 2013 2014 2015

Economisch sentiment

LT-gemiddelde

Page 10: Stand vd Industrie - mei 2015

10

Productie neemt weer toe in maart

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau Economisch Bureau

Chemie Rubber-kunststof Basismetaal

Metaalproducten Elektrotechnisch Elektrische apparaten

Machines Transportmiddelen Meubels

-20

-10

0

10

20

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-12

-8

-4

0

4

8

12

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j -12

-8-4048

121620

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-12-8-4048

121620

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-36

-24

-12

0

12

24

36

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-16

-12

-8

-4

0

4

8

12

2011 2012 2013 2014 2015%

joj

-16

-8

0

8

16

24

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-20

0

20

40

60

80

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-14

-10

-6

-2

2

6

10

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

Legenda:

Groei gemiddelde dagproductie

industriële branches (in % joj). - = productie ontwikkeling

- = 3-maands voortschr. gem.

- = lange termijn gemiddelde

In maart steeg de totale industriële

productie met 1,6% op jaarbasis,

na twee maanden van (lichte)

krimp in de productie. Daarmee

kwam de kwartaalgroei uit op

0,2% op jaarbasis. In maart kromp

de productie vooral bij de

chemische industrie en de

voedings- en genotmiddelen-

industrie. De productie groeide

met name sterk in de bouw-

gerelateerde branches en in de

transportmiddelenindustrie. Ook

de meubelindustrie maakt een

indrukwekkend herstel mee in de

maand maart. De machine-

industrie stelde teleur met een

krimp van 0,2% joj. En dat is een

tegengestelde trend ten opzichte

van de omstandigheden in de

Duitsland, waar Nederland een

belangrijke toeleverancier aan is.

Voor de totale industrie (excl.

food) gaat ABN AMRO uit van een

groei van 3% in 2015.

Page 11: Stand vd Industrie - mei 2015

11

Omzetdruk door zowel lagere afzetprijs als binnenlandse vraag

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau Economisch Bureau

Chemie Rubber-kunststof Basismetaal

Metaalproducten Machines Transportmiddelen

Meubels

Legenda:

Groei totale omzet industriële

branches (in % joj). - = productie ontwikkeling

- = 3-maands voortschr. gem.

- = lange termijn gemiddelde

De omzet vanuit de binnenlandse

vraag daalt alweer 11 maanden

op rij. De eerste drie maanden van

2015 bleken niet geweldig en in

het eerste kwartaal is de binnen-

landse omzet met gemiddeld

12,1% joj afgenomen. De buiten-

landse omzet groeide marginaal

met 0,6% joj. Aangezien de totale

omzet kromp met 4,4%, toont dit

aan dat de omzet uit het buiten-

land de krimp in de totale omzet

heeft gedempt. De omzetdruk is

hoog in de chemische industrie en

de metaalproductenindustrie.

Aangezien de metaalproducten-

industrie uit een groot aantal

kleine bedrijven bestaat, leidt een

aanhoudende omzetdruk ertoe dat

relatief veel bedrijven failliet gaan

in deze branche. In de transport-

middelen- en meubelindustrie blijft

de omzet sterk groeien in het

eerste kwartaal.

-40

-20

0

20

40

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-10

0

10

20

30

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-40

-20

0

20

40

60

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-20

-10

0

10

20

30

40

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-40

-20

0

20

40

60

80

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

-40

-20

0

20

40

60

2011 2012 2013 2014 2015%

joj

-20

-15

-10

-5

0

5

10

15

2011 2012 2013 2014 2015

% jo

j

Totale omzet industrie (binnen- en buitenland)

-15

-10

-5

0

5

10

15

2012 2013 2014 2015

Totale omzet

Omzet binnenland

Omzet buitenland

% jo

j

Page 12: Stand vd Industrie - mei 2015

12

Bezettingsgraad vaak nog niet op pre-crisis niveau

Bron: Thomson Reuters Datastream, NEVI, Markit Economics Economisch Bureau

De bezettingsgraad in de industrie heeft in het tweede kwartaal een iets krachtiger herstel laten zien. De bezettingsgraad kwam in het tweede kwartaal uit op 81,8% en dat is een verbetering van 1,4%-punt ten opzichte van voorgaand kwartaal. Maar desondanks staat de bezettingsgraad nog steeds onder zijn lange termijn gemiddelde van 82,3%.

De bezettingsgraad van de totale industrie volgt de ontwikkeling van de Nederlandse economie op de voet. En net zoals de Nederlandse economie herstelt de bezettingsgraad langzaam, maar in opgaande lijn.

In de chemische industrie en de machinebouw stelt de bezettingsgraad nog teleur. Daar zit de reeks in een neergaande lijn sinds de tweede helft van 2014. In de metaal georiënteerde branches, maar ook in de rubber- en kunststofindustrie staat de bezettingsgraad boven het lange termijn gemiddelde.

74

76

78

80

82

84

86

-6%

-4%

-2%

0%

2%

4%

6%1

99

7

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

20

11

20

12

20

13

20

14

20

15

BBP (l.as, % joj) Productiviteit per werknemer (l.as, % joj) Bezettingsgraad Industrie (r.as, %)

Page 13: Stand vd Industrie - mei 2015

13

Vacature-indicator industrie zwakt iets af in april

Bron: CBS, ABU, NEVI, Markit Economics

Dalende trend in vacature-indicator Uitzenduren industrie nemen toe

De totale vacature-indicator is in april afgenomen, mede door de daling van het optimisme in de dienstensector en in de industrie. Desondanks blijven ondernemers in Nederland nog steeds overwegend optimistisch over de vacature-ontwikkeling. In de dienstensector is de indicator nagenoeg neutraal, terwijl ondernemers in de industrie iets positiever zijn.

De PMI voor de werkgelegenheid kwam in april uit op 51,3 en nam daarmee met 0,9-indexpunten toe. Het aantal uitzenduren in de industriële sector groeide eveneens verder in periode 4. Het aantal uitzenduren steeg in periode 4 met 9% op jaarbasis.

De aanhoudende groei van het aantal uitzenduren duidt er op dat ondernemers nog steeds heil zien in het uitbouwen van de flexibele schil. De groei van het aantal uitzenduren in de industrie heeft vooral betrekking op productiebanen en logistieke banen. Door het nog onzekere economisch klimaat willen ondernemers de risico’s beperken en daardoor neemt het aantal tijdelijke contracten voor flexwerkers toe. Het is eveneens een manier voor sommige ondernemers om piekvraag te kunnen voldoen.

Economisch Bureau

-3

-2

-1

0

1

2

3

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Totaal Industrie

Bouwnijverheid Commerciële dienstverlening

(max. is 3 en min is -3)

ondernemers optimistisch

ondernemers pessimistisch

40

45

50

55

60

-20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

2011 2012 2013 2014 2015

Uitzenduren industrie (l.as, % joj) PMI-werkgelegenheid (r.as)

uit

zen

du

ren

in %

joj

PM

I wer

kgel

egen

hei

d (

>50

= e

xpan

sie)

Page 14: Stand vd Industrie - mei 2015

14

Aantal faillissementen industrie opnieuw gedaald

Bron: CBS

In april zijn 39 industriële bedrijven failliet gegaan, 4 minder dan een maand geleden. Op maandbasis betekent dit een afname van 9% en ten

opzichte van april 2014 is dit een daling van 49%. Het totaal aantal industriële bedrijven dat failliet is gegaan tot dusver in 2015 is 155, en dit is

34% minder dan in dezelfde periode vorig jaar.

In april vonden de meeste faillissementen plaats in de machine- en meubelindustrie (beide 4).

Tot en met maart 2015 is de daling in het totaal aantal faillissementen 18% op jaarbasis. Voor heel 2015 gaat ABN AMRO uit van een verdere

daling van het aantal faillissementen. Naar verwachting zal het aantal faillissementen in 2015 dalen met 10-15% op jaarbasis.

Het aantal uitgesproken faillissementen blijft in de industrie op laag niveau

Economisch Bureau

0

20

40

60

80

100

120

2012 2013 2014 2015

Overig

Meubelindustrie

Transportmiddelenindustrie

Machine-industrie

Elektrische apparatenindustrie

Elektrotechnische industrie

Metaalproductenindustrie

Basismetaalindustrie

Rubber- en kunststofindustrie

Chemische industrie

Voedingsmiddelenindustrie

aan

tal

Industrie, totaal (apr. 2015):

- maandbasis: -9%

- jaarbasis: -49%

- jan. tm apr. 2015 (joj): -34%

Page 15: Stand vd Industrie - mei 2015

15

Overaanbod drukt grondstofprijzen

Bron: Thomson Reuters Datastream, ABN AMRO Economisch Bureau Economisch Bureau

Door ruim overaanbod zien wij neer-

waartse risico’s op de KT; o.m. sterkere

vraag kan leiden tot prijsherstel.

De staalprijs stabiliseert door de opmars

van de ijzerertsprijs. Maar dit is tijdelijk,

want overcapaciteit blijft dicteren.

Sentiment in China blijft relevant voor de

koperprijs. Fundamenteel gezien zijn de

condities aan het verbeteren.

De kunststofprijzen zullen voor een groot

deel de trends in de olieprijs volgen. Ook

hier dus neerwaartse risico’s.

Uitgevallen productie wordt relatief een-

voudig aangevuld door extra aanvoer van

LNG, waardoor prijsdruk ontstaat.

Premies voor directe levering staan

onder druk en dit resulteert in een

dalende spotprijs (overaanbod).

1,500

1,600

1,700

1,800

1,900

2,000

2,100

2,200 LME-Aluminium (99.7%, USD/Mt)

5,400

5,900

6,400

6,900

7,400

7,900 LME-Copper (Grade A, USD/Mt)

40

50

60

70

80

90

100

110

120 Crude Oil-Brent (USD/bbl)

14

16

18

20

22

24

26

28 EU/NL aardgasprijs (TTF, Euro/KwH)

PVC (USD/t, l.as)

PET (USD/t, l.as)

Polystyrene (USD/t, r.as)

1000

1100

1200

1300

1400

1500

1600

1700

1800

1900

600

700

800

900

1,000

1,100

1,200

1,300

1,400 Kunststof (USD/t)

420

440

460

480

500

520

540

560

580

600

620 Mondiale staalprijs (HRC, USD/t)

Page 16: Stand vd Industrie - mei 2015

Orders in maanden werk NL (industrie)

> 5 maanden

4-5 maanden

3-4 maanden

2-3 maanden

0-2 maanden

3,1

2,9

3,2

3,7

4,8

3,1

4,32,6

5,4

3,9

2,9

Nederland:- maart: 3,7 maanden- april: 3,7 maanden

2,5

Totale orderpositie (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5%

tussen 1-5%

neutraal

tussen min 1 en min 5%

< -5%

-30,4%

-8,8%

-10,4%

-3,8%

-10,0%

6,9%

-9,0%

-2,0% -4,7%

-6,7%

-8,3%

-8,3%

Nederland:- maart: -7,5%- april: -7,7%

Totale buitenlandse orderpositie (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5%

tussen 1-5%

neutraal

tussen min 1 en min 5%

< -5%

-21,7%

-9,3%

-8,6%

-1,1%

-4,0%

5,1%

-3,7%

3,8% -5,8%

-1,1%

-4,1%

-6,2%

Nederland:- maart: -4,7%- april: -4,2%

Personeelssterkte NL (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5%

tussen 1-5%

neutraal

tussen min 1 en min 5%

< -5%

Bron: CBS

-11,3%

-6,7%

1,1%

-1,3%

-2,1%

4,6%

4,3% 0,6%

2,4%

-6,8%

-5,6%

Nederland:- maart: -3,9%- april: -2,6%

-1,3%

Economisch klimaat NL (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5%

tussen 1-5%

neutraal

tussen min 1 en min 5%

< -5%

4,7%

5,7%

8,8%

3,8%

3,1%

6,6

20,3%

5,7% 9,8%

10,2%

1,8%

6,5%

Nederland:- maart: 4,1%- april: 8,0%

Bezettingsgraad Nederland:

- Kwartaal 2: 81,8%

> 81,8%

= 81,8%

< 81,8%

80,1%

85,0%

77,7%

81,4%

81,2%

80,1%

81,7%

85,2%

82,9%

81,9%

83,7%

81,0%

Totale buitenlandse orderpositie (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5%

tussen 1-5%

neutraal

tussen min 1 en min 5%

< -5%

-21,6%

-5,2%

-9,7%

-0,9%

-0,5%

4,1%

-15,4%

5,9% -6,9%

0,9%

-3,2%

-5,0%

Nederland:- februari: -4,8%- maart: -4,7%

Totale orderpositie (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5%

tussen 1-5%

neutraal

tussen min 1 en min 5%

< -5%

-25,1%

-5,1%

-8,2%

-5,1%

-7,6%

5,5%

-14,1%

0,4% -7,3%

-5,6%

-6,7%

-6,7%

Nederland:- februari: -8,1%- maart: -7,5%

Personeelssterkte NL (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5%

tussen 1-5%

neutraal

tussen min 1 en min 5%

< -5%

Bron: CBS

-13,1%

-4,8%

-2,8%

-1,3%

-2,5%

2,2%

5,7%2,8%

-3,6%

-12,6%

-8,0%

Nederland:- februari: -6,4%- maart: -3,9%

-16,6%

Economisch klimaat NL (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5%

tussen 1-5%

neutraal

tussen min 1 en min 5%

< -5%

-6,3%

3,1%

0,5%

5,0%

7,1%

8,6%

-1,1%

5,7% 9,8%

7,2%

13,7%

-8,5%

Nederland:- februari: 4,2%- maart: 4,1%

Bezettingsgraad Nederland:

- Kwartaal 1: 80,4%

> 80,4%

= 80,4%

< 80,4%

80,8%

83,3%

76,4%

81,4%

78,5%

79,4%

81,3%

82,9%

81,0%

82,0%

82,6%

76,8%

Annex: oordeel industriële ondernemers naar regio’s

Economisch Bureau

maart: maart:

maart: maart: maart:

kwartaal 1:

Bron: CBS

16

Orders in maanden werk NL (industrie)

> 5 maanden

4-5 maanden

3-4 maanden

2-3 maanden

0-2 maanden

3,0

2,9

3,3

3,7

4,8

2,9

3,92,9

5,5

4,2

3,0

Nederland:- februari: 3,7 maanden- maart: 3,7 maanden

2,4

Page 17: Stand vd Industrie - mei 2015

17

Overige informatie & disclaimer

Casper Burgering Senior sector econoom

Industrie & industriële metalen

ABN AMRO Economisch Bureau

tel: 020 383 26 93

e-mail: [email protected]

ABN AMRO Economisch Bureau op internet

www.abnamro.nl/economischbureau

Voor meer informatie over deze sector, neem contact op met:

Disclaimer: Copyright 2015 ABN AMRO and affiliated companies (“ABN AMRO”), Gustav Mahlerlaan 10, 1082 PP Amsterdam / PO Box 283, 1000 EA Amsterdam, The Netherlands. All right reserved.

This material is provided to you for information purposes only. Before investing in any product of ABN AMRO Bank NV, you should inform yourself about various consequences that you may

encounter under the laws of your country. ABN AMRO Bank NV has taken all reasonable care to ensure that the information contained in this document is correct but does not accept liability

for any misprints. ABN AMRO Bank NV reserves the right to make amendments to this material.

This material which is subject to change without notice is provided for informational purposes and should not be construed as a solicitation or offer to buy or sell any securities or related

financial instruments. While ABN AMRO makes reasonable efforts to obtain information from sources, which it believes to be reliable, ABN AMRO makes no representation or warranty of any

kind, either express or implied as to the accuracy, reliability, up-to-dateness or completeness of the information contained herein. Nothing herein constitutes an investment, legal, tax or other

advice nor is it to be relied on in any investment or decision. Certain services and products are subject to legal restrictions and therefore may not be available for residents of certain countries.

You should obtain relevant and specific professional advice before making any investment decision. The past performance is not necessarily a guide to the future result of an investment. The

value of investments may go up or down due to various factors including but not limited to changes in rates of foreign exchange and investors may not get back the amount invested. ABN

AMRO disclaims any responsibility and liability whatsoever in this respect.

Economisch Bureau

http://nl.linkedin.com/in/casperburgering

https://twitter.com/CasperBurgering